Notulen  commissie beleidsdomeinen

FEITEN EN CONTEXT

De gemeente wil erosiebestrijdende maatregelen uitvoeren op de kadastrale percelen afdeling 1, sectie A, nr. 149F2 en afdeling 1, sectie A, nr. 152Z en sluit hiervoor een overeenkomst af met de gebruiker en de eigenaars van deze percelen.

De gebruiksovereenkomst heeft betrekking op dat deel van de hierboven beschreven onroerende goederen waarop de gemeente tijdelijke erosiebestrijdende maatregelen wenst uit te voeren.

De tijdelijke erosiebestrijdingsmaatregel bestaat uit een houthakseldam met een lengte van 49 m ( en een hoogte van ongeveer 1 m en een breedte van ongeveer 1 m).
De houthakseldam wordt in een L-vorm onderaan de akker aangelegd en het noordelijk been wordt voor de helft gelegd op het kadastraal perceel 152Z en de andere helft op het perceel 149F. De zuidelijke arm wordt volledig op het kadastraal perceel 149F aangelegd, zoveel mogelijk tegen de tuinen.

Bij de uitvoering kan in onderling overleg van deze lengte licht afgeweken worden.

Alle partijen engageren zich om een meer definitieve erosiebestrijdingsmaatregel uit te werken indien de houthakseldam niet voldoende erosiebestrijdend werkt

De looptijd van de overeenkomst bedraagt 10 jaar, tenzij de genomen tijdelijke erosiebestrijdingsmaatregelen vervangen worden door andere maatregelen met een meer definitief karakter.

De uitvoering van deze overeenkomst is gekoppeld aan de opschortende voorwaarde van het verkrijgen door de gemeente van de nodige subsidies van de hogere overheid ingevolge het provinciaal reglement voor het toekennen van subsidies voor de uitvoering van kleinschalige erosiebestrijdingsmiddelen.

Indien niet aan deze voorwaarde wordt voldaan binnen een tijdsbestek van 12 maanden te rekenen vanaf de datum van ondertekening van huidige overeenkomst, dan zal deze overeenkomst als nietig en onbestaande beschouwd worden.

De gemeente draagt de kosten van de houthakseldam en verbindt zich ertoe om voor het beheer ervan de volgende bepalingen na te leven gedurende de duur van de overeenkomst

-de houthakseldam bij te vullen met hakselhout indien de opvulhoogte minder dan 50 cm bedraagt;

-de houthakseldam te herstellen bij eventuele beschadiging door derden, tenzij ze veroorzaakt wordt door de gebruiker van het perceel;

-aan de gebruiker en aan de eigenaar van bovenvermelde percelen wordt geen vergoeiding betaald door de gemeente.

De gebruiker verbindt zich ertoe om voor het beheer van de houthakseldam de volgende bepalingen na te leven gedurende de duur van de overeenkomst

-de gebruiker mag het onkruid in en rond de houthakseldam verwijderen;

-de gebruker zal de houthakseldam herstellen bij eventuele  beschadiging door hem of door een aangesteld persoon door hem;

-de gebruiker zal het sediment dat zich achter de houthakseldam accumuleert, op regelmatige basis terug op de akker trekken, om de erosiebestrijdende werking van de dam te herstellen

De eigenaar van het perceel verbindt zich ertoe om voor het beheer van de houthakseldam de volgende bepalingen na te leven gedurende de duur van de overeenkomst.

-de eigenaar zal elke wijziging in pacht/gebruik/eigendom melden aan de gemeente;

-de eigenaar maakt zich sterk dat deze overeenkomst verder nageleefd wordt door de toekomstige gebruiker/eigenaar opdat de termijn van 10  beheersjaren volbracht wordt.

JURIDISCHE GRONDEN

Erosiebesluit -  Vlaamse subsidie voor gemeentelijke erosiebestrijdingswerken

Subsidies voor kleinschalige erosiebestrijdingsmaatregelen van de provincie  Vlaams-Brabant

Het besluit van de gemeenteraad van 30 juni 2010:

-goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst met erosiecoördinator tussen de gemeente Lubbeek en de provincie Vlaams- Brabant

-goedkeuring afsprakennota erosiecoördinator tussen de gemeente Lubbeek en de provincie  Vlaams-Brabant

-gelast het college van burgemeester en schepenen met het uitvoeren van huidige beslissing

-voorziet jaarlijks de nodige kredieten in de begroting

Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 31 augustus 2021

-keurt het erosiedossier "erosiebestrijding Schubbeek te Lubbeek - knelpuntengebied omgeving Kraaiwinkelbeek", waarin verduidelijkt wordt welke maatregelen genomen worden goed. De totale raming bedraagt 7.212,93 euro (inclusief BTW)

-gaat akkoord om voor de houthakseldam een provinciale subsidie aan te vragen

-maakt de  overeenkomst in het kader van tijdelijke erosiebestrijdingsmaatregelen die door de gemeente Lubbeek uitgevoerd worden over aan de dienst patrimonium voor verder gevolg.

Het besluit van de gemeenteraad van 26 oktober 2021

-de gebruiksovereenkomst tussen de gemeente Lubbeek en de gebruiker van het kadastraal perceel afdeling 1, sectie A, nr; 149 F2 goed te keuren. Het betreft het plaatsen van erosiebestrijdende maatregelen op dit perceel.

-de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur worden gemachtigd om deze gebruiksovereenkomst te ondertekenen

-aan de gebruiker wordt geen vergoeding betaald door de gemeente

-de kosten van de registratie van deze overeenkomst zijn ten laste van de gemeente Lubbeek

ARGUMENTATIE

Het project "Schubbeek" is gelegen in het hoog prioritair knelpuntengebeid A "Omgeving Kraaiwinkelbeek" van het geodgekeurde erosiebestrijdingsplan van de gemeente Lubbeek.

Ter hoogte van de nieuwbouwwoningen nr. 63 - 65 was er in juni en juli 2021 regelmatig water- en modderoverlast. Het afstromend water en modder van de achterliggende akkers stroomt via de tuinen naar Schubbeek. Het zwembad van nr. 63 was volledig gevuld met modder, en bij nr. 65  stroomde de modder binnen langs de voorkant. Het stromend water had een weg gevonden via de tuin en zo naar de garage die iets lager ligt dan de straat.

De akkers die de overlast veroorzaken, hebben volgens de potentieële erosiebodemkaart 2021, een zeer lage tot lage erosiegevoeligheid. Ter hoogte van het probleempunt wordt er regelmatig mais geteeld (sterk erosiegevoelig), afwisseld met graan ( minder erosiegevoelig).

Om de erosieproblemen in de toekomst te voorkomen wil de gemeente Lubbeek een houthakseldam aanleggen op de kadastrale percelen 149F2 en 152Z.

De houthakseldam wordt in de hoek van het perceel gelegd waar heden het water en sediment doorbreekt. Het afstromend water wordt door deze maatregel vertraagd en het sediment zal achter de houthakseldam bezinken.

De houthakseldam wordt ongeveer 20 cm ingegraven om onderspoeling te voorkomen.

Voor dit project worden subsidies aangevraagd bij de provincie Vlaams-Brabant. De provincie subsidieert 90% van de werken (met een maximum van 150.000 euro), grondinname wordt niet gesubsidieerd. Er dient enkel een overeenkomst te zijn met de landbouwer en dit voor ene periode van 10 jaar.

De werken worden geraamd op 6031,41 (inclusief BTW). Er wordt vanuit de provincie 5428,27 euro gesubsidieerd (maximum bedrag).

 

FINANCIEN

Code	2021/GBB/0341
GBB	Verrichtigen zonder beleidsdoelstelling
Beleidscode	0341-00 - erosiebestrijding
Algemeen rekeningnummer	2200000 – onbebouwde terreinen- gemeenschapsgoederen
investeringsenveloppe	IP 012 –diverse investeringsprojecten ruimte
Voorzien uitgavekrediet	55.000 euro
Beschikbaar krediet	38.568,28 euro
Voorziene raming	6031,41 euro
Geraamde inkomsten of subsidies in het budgetjaar	Subsidie via het erosiebesluit 75% via Vlaamse overheid 15% via Provincie Vlaams-Brabant ( max. 15.000 euro) Bij geen subsidie van de Vlaamse overheid: 90% via Provincie Vlaams-Brabant In dit geval 5428,27 subsidie vanuit de provincie

FEITEN EN CONTEXT

Op 1 juni 2017 trad het decreet op de omgevingsvergunningen in werking.
Het decreet bepaalt dat iedere gemeente bij gemeenteraadsbeslissing minimaal één gemeentelijke omgevingsambtenaar aanwijst.
De gemeente kon daarvoor een beroep doen op eigen personeel of op personeel van een intergemeentelijk samenwerkingsverband.
De gemeente zorgt ervoor dat de aangestelde ambtenaar of gezamenlijk voldoende kennis van zowel de ruimtelijke ordening als het milieu in zich verenigen.
De huidige stedenbouwkundige ambtenaar is van rechtswege aangewezen als gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Het besluit van burgemeester en schepenen van 7 maart 2022 tot bevordering van Kelly Heroes als deskundige omgevingsvergunningen in contractueel verband voor onbepaalde duur Bv(B1-B3) vanaf 1 april 2022.
Kelly Heroes, voldoet aan de voorwaarden om aangewezen te worden als omgevingsambtenaar.

JURIDISCHE GRONDEN

Decreet van 24 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning - art 9
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning - art. 143-146.

ARGUMENTATIE

Voorstel tot aanduiding van Kelly Heroes, deskundige omgevingsvergunningen, als omgevingsambtenaar.

FEITEN EN CONTEXT

Overwegende dat het bestuur de pensioenkloof tussen haar statutair personeel en contractueel personeel wil verkleinen; dat het bijgevolg voorziet in een tweede pensioenpijler voor de totaliteit van haar contractueel personeel;

Overwegende dat tot op heden het bestuur was aangesloten bij de groepsverzekering die na bemiddeling van de VVSG, aangeboden werd door Ethias en Belfius Insurance; dat deze verzekeraars in juni 2021 de lopende groepsverzekeringsovereenkomst per 1 januari 2022 hebben opgezegd;

Overwegende dat het bestuur voor het voorzien in een tweede pensioenpijler de keuze heeft tussen enerzijds een overheidsopdracht voor een groepsverzekering bij een verzekeraar en anderzijds het aansluiten bij een instelling voor bedrijfspensioen-voorziening (pensioenfonds);

Overwegende dat, na onderhandelingen met de VVSG, OFP PROVANT werd omgevormd tot OFP PROLOCUS (een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening  met ondernemingsnummer 0809.537 155), een pensioenfonds waarbij alle lokale besturen van het Vlaamse Gewest kunnen toetreden;

Overwegende dat men door de toetreding bij een IBP meer betrokken is bij het beheer van zijn pensioenfinanciering; dat in tegenstelling tot een groepsverzekering het bestuur een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS afvaardigt en naast controlebevoegdheid ook de mogelijkheid heeft om – indien nodig -  punten op de agenda van de algemene vergadering te zetten. Overwegende dat in tegenstelling tot een groepsverzekering een IBP geen winsten ten voordele van de organisatie zelf nastreeft;

Overwegende dat een IBP ruime beleggingsmogelijkheden heeft, zodat een ruimer rendement mogelijk is dan in een tak 21 verzekering, zonder dat dit enige garantie inhoudt;

Overwegende dat het bestuur kan toetreden tot OFP PROLOCUS zonder overheidsopdracht vermits aan de  voorwaarden van een in house opdracht voldaan zijn; dat het bestuur immers ten eerste via de algemene vergadering waar ze lid van wordt,  toezicht uitoefent op OFP PROLOCUS zoals op haar eigen diensten; dat ten tweede meer dan 80% van de activiteiten van de OFP PROLOCUS de uitvoering van taken behelst die hem zijn toegewezen door de controlerende  overheden, nl. het voorzien in aanvullende pensioenen voor lokale en provinciale besturen; dat er ten derde geen directe participatie van privékapitaal is in de OFP PROLOCUS en dat ten vierde OFP PROLOCUS zelf onderworpen is aan de wetgeving op de overheidsopdrachten.

Overwegende dat OFP PROLOCUS, in het verlengde van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, zwaar zal inzetten op het duurzaam karakter van zijn beleggingen;

Overwegende dat het aanbod van OFP PROLOCUS, net zoals de groepsverzekering die tot eind 2021 werd aangehouden bij Ethias en Belfius Insurance geen werknemersbijdragen vereist, voorziet in een overlijdensdekking en een kapitaalsuitkering;

Overwegende dat de mogelijkheid bestaat van een zogeheten “steprate” bijdrage; dat het dus mogelijk is om op het gedeelte van het loon dat boven het maximumplafond voor de berekening van het wettelijke pensioen uitkomt, een hogere toezegging te doen om zo het verschil tussen een statutair pensioen en een wettelijk pensioen verder te verkleinen.

Overwegende dat er drie soorten pensioenplannen bestaan (defined benefit of vaste prestaties, cash balance en defined contribution of vaste bijdragen); dat de voorgestelde formule een vastebijdragenplan is; dat in dit plan de werkgever belooft een bepaalde bijdrage  (een bijdrage uitgedrukt als een percentage van het aan de RSZ onderworpen brutoloon) te betalen zonder vastgesteld rendement; dat de behaalde rendementen worden toegekend conform het kaderreglement.

Overwegende dat het bestuur de vastgestelde bijdrage minimum moet betalen; dat wanneer het wettelijk minimumrendement niet behaald wordt, het bestuur bijkomende bijdragen zal moeten betalen; dat in elk geval voor de aangeslotenen het wettelijk minimum rendement (momenteel 1,75% voor actieve aangeslotenen[Een aangeslotene in dienst van het bestuur], 0% voor passieve aangeslotenen[Een aangeslotene die het bestuur verlaten heeft en zijn pensioenreserves in OFP PROLOCUS heeft laten staan) moet behaald worden.

Overwegende dat het bestuur als bijkomende veiligheid de eerste vijf jaar, bovenop de middelen nodig voor de pensioentoezegging, voorziet in een extra prefinanciering van 5 % om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen; deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen;

Overwegende dat het bestuur met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (AGB’s, OCMW) een MIPS-Groep kan vormen; dat binnen een MIPS-groep interne mobiliteit is voor het personeel zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid; dat er binnen een MIPS-groep een onderlinge solidariteit speelt;

Overwegende dat de kosten voor de werking van OFP PROLOCUS voor 2022 forfaitair worden vastgelegd op 1000 euro per jaar per werkgever en 10 euro per jaar per aangeslotene en dat deze bedragen jaarlijks worden geïndexeerd tot en met 2024; overwegende dat nadien een meer stabiel systeem van kostenvergoeding zal worden uitgebouwd, gebaseerd op de werkelijke kosten enerzijds en het werkelijke aantal aangesloten besturen en medewerkers anderzijds;

Gelet op de statuten, de beheersovereenkomst, het financieringsplan (algemeen luik en specifiek luik VVSG), de Verklaring inzake Beleggingsbeginselen (algemeen luik en specifiek luik VVSG), het Kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement, de toetredingsakte;

Gelet op het protocol van het onderhandelingscomité C1;

Overwegende dat in de nodige kredieten voorzien wordt in de meerjarenplanning;

Overwegende  het voorstel van de Gemeente Raad van 29 maart om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS en de eraan gekoppelde modaliteiten qua pensioentoezegging;

Overwegende dat verder de intentie geuit werd om met volgende entiteiten een MIPS-groep te vormen (Gemeente Lubbeek en OCMW Lubbeek) om de interne mobiliteit van het personeel tussen beiden entiteiten te bevorderen ;

Overwegende dat de op basis van het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen ingehouden worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan OFP PROLOCUS;

Overwegende dat voormelde intentieverklaring van de Gemeente Raad en voormelde documenten in het bijzonder onderhandelingscomité van (nog te bepalen) besproken werden; dat deze bespreking leidde tot volgend niet bindend advies:                                   ;

Overwegende dat er een vertegenwoordiger en een vervanger van de vertegenwoordiger moet aangeduid worden om het bestuur te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS; Deze vertegenwoordiger en zijn vervanger zijn onbezoldigde functies, en kunnen zowel bestuurders als werknemers van de entiteit zijn.

Overwegende dat na de beslissing tot toetreding, dit aan OFP PROLOCUS moet meegedeeld worden en dat de algemene vergadering van OFP PROLOCUS de kandidatuur moet goedkeuren;

JURIDISCHE GRONDEN

Decreet Locaal Bestuur

Rechtspositieregel

arbeidsreglement

ARGUMENTATIE

In bijlage zitten alle documenten ter toelichting van het OFP Prolocus fonds. Deze documenten zullen verder aangevuld worden (daar waar aangeduid) na akkoord van de Gemeente Raad. Buiten deze openstaande velden kan men niets veranderen aan de teksten.

 

 Met betrekking tot de selectie van de vertegenwoordiger en de vervanger van de vertegenwoordiger:

We stellen voor om de Schepen verantwoordelijk voor Personeel en de Algemeen Directeur respectievelijk als vertegenwoordiger en vervanger aan te duiden. Het CBS kan hier nog andere voorstellen doen. Maar met het volgende in het achterhoofd: In de praktijk is het mogelijk om een gemeente en een OCMW door éénzelfde persoon te laten vertegenwoordigen, wanneer deze persoon een beleidsverantwoordelijke is. Indien aangeduid vanuit de administratie dan gelden er striktere voorwaarden (er moet dan een controlebevoegdheid zijn).

 

Met betrekking tot de basisitoezegging van 2.5%:

Er is een mogelijkheid om een federale korting te bekomen op de responsabiliseringsbijdrage. Hiervoor moet de basistoezegging minimaal 3% bedragen. De concrete berekening hiervoor is nog niet ontvangen, vandaar dat we de basistoezegging voorlopig op 2.5% laten staan, maar met de mogelijkheid om later deze te verhogen. Indien dit het geval zal zijn, dient de RPR ook aangepast te worden.

FINANCIEN

De kredieten voor de tweede pensioenpijler met een toezegging van 2,5% op het pensioengevend loon werden voorzien in het meerjarenplan.