De voorzitter opent de zitting op 13/06/2023 om 20:10.
Commissielid Gilberte Muls verontschuldigt zich en wordt vervangen door Benny Van Goethem.
Aan de commissie wordt gevraagd om de notulen van de zitting van de commissie beleidsdomeinen van 16 mei 2023 goed te keuren.
De notulen van de commissie beleidsdomeinen van 16 mei 2023 dienen goedgekeurd te worden.
De nieuwe gemeentewet;
Het decreet over het Lokaal Bestuur;
Enig artikel. De notulen van de commissie beleidsdomeinen van 16 mei 2023 worden goedgekeurd.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om de aanpassingen van het huishoudelijk reglement van de Buitenschoolse kinderopvang goed te keuren: indexering ouderbijdragen, wijziging openingsuren en vakantiewerking.
Volgens het HHR van de BKO moeten de bedragen van de ouderbijdragen jaarlijks verhoogd worden op 1 januari met de procentuele stijging van het gezondheidsindexcijfer van 1 oktober van het vorige kalenderjaar en 1 oktober van het kalenderjaar daarvoor. Tegelijk moeten de maximum bedragen van het Agentschap Opgroeien gerespecteerd worden. Er zijn geen minimum bedragen meer, dit door de invoering van het BOA-decreet. Ook de bedragen die als criteria genomen worden bij het al dan niet toestaan van sociaal tarief vallen onder deze indexatie.
Vanaf januari 2023 zijn de maximum bedragen (ouderbijdragen) als volgt:
Gezondheidsindexcijfer van 1 oktober 2022 = 9,68% (zie mail Leen Walravens van 16 december 2022 in bijlage)
Voor- en naschoolse opvang |
Volledige dag (langer dan 6u) |
Halve dag (tussen 3u en 6u) |
Verblijf minder dan 3u |
||||
Min. |
Max. |
Min. |
Max. |
Min. |
Max. |
Min. |
Max. |
/ |
/ |
/ |
16,57 |
/ |
8,3 |
/ |
5,51 |
Prijzen BKO voor indexering:
Gewoon tarief:
Voor- en naschoolse opvang |
Volledige dag (langer dan 6u) |
Halve dag (tussen 3u en 6u) |
Verblijf minder dan 3u |
Prijs per begonnen half uur |
Ouderbijdrage |
Ouderbijdrage |
Ouderbijdrage |
1,34 |
14,83 |
7,44 |
4,93 |
Sociaal tarief:
Aantal kinderen |
Belastbaar inkomen twee-oudergezinnen |
Belastbaar inkomen een-oudergezin |
1 |
34026 |
28029 |
2 |
36030 |
30030 |
3 |
38034 |
31629 |
3+ |
40034 |
33228 |
Prijzen BKO na indexering – 1 september 2023: Prijzen BKO na indexering (+9,68%)
Gewoon tarief:
Voor- en naschoolse opvang |
Volledige dag (langer dan 6u) |
Halve dag (tussen 3u en 6u) |
Verblijf minder dan 3u |
Prijs per begonnen half uur |
Ouderbijdrage |
Ouderbijdrage |
Ouderbijdrage |
1,47 |
16,27 |
8,16 |
5,41 |
Sociaal tarief:
Aantal kinderen |
Belastbaar inkomen twee-oudergezinnen |
Belastbaar inkomen een-oudergezin |
1 |
37320 |
30742 |
2 |
39518 |
32937 |
3 |
41716 |
34691 |
3+ |
43909 |
36444 |
Op basis van de bijgevoegde kindcijfers, stellen we voor om de openingsuren naschools als volgt aan te passen. De aanpassingen werden aangeduid in het vet.
|
Lubbeek |
Linden |
Binkom |
Pellenberg |
gewone schooldagen |
7:00 tot 8:30 u 16:00 tot 18:30 u |
7:00 tot 8:30 u 16:00 tot 18:30 u |
7:00 tot 8:30 u 16:00 tot 18:30 u |
7:00 tot 8:30 u 16:00 tot 18:30 u |
woensdag |
7:00 tot 8:30 u 11:45 tot 18:30 u |
7:00 tot 8:30 u 11:45 tot 18:00 u |
7:00 tot 8:30 u 11:45 tot 13:00 u |
7:00 tot 8:30 u 11:45 tot 17:00 u |
vrijdag |
7:00 tot 8:30 u 15:15 tot 18:30 u |
7:00 tot 8:30 u 15:15 tot 18:30 u |
7:00 tot 8:30 u 15:15 tot 18:30 u |
7:00 tot 8:30 u 15:15 tot 18:30 u |
Op schoolvrije- en vakantiedagen vindt de opvang plaats in de BKO lokalen van gemeentelijke basisschool De STip in Linden: 7 tot 18:30u.
Momenteel sluit de opvang naschools en op schoolvrije- en vakantiedagen om 19u.
In navolging van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 januari 2023 en de gemeenteraadsbeslissing van 28 maart 2023 - jeugd - HHR Grabbel & Swap op het Plein - goedkeuring, wordt de werking van het Initiatief Buitenschoolse Kinderopvang (IBO), tijdens de maanden juli en augustus geïntegreerd in de werking van de Grabbel &Swap, die beiden doorgaan in GBS De Stip, Linden.
Vanaf 16 augustus tot en met 31 augustus vindt er geen Grabbel & Swap plaats, aangezien tijdens deze periode de accommodatie wordt schoongemaakt door de poetsfirma. Tijdens deze periode zal de werking van het IBO, onder de gewone vorm, plaatsvinden in de BKO lokalen van Pellenberg.
Het HHR (zie bijlage) werd in die zin aangepast onder punt 1.2.
Decreet Lokaal Bestuur
BOA decreet van 27 juni 2019 (de organisatie van de buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten)
Art. 25 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 2004 houdende de voorwaarden voor erkenning en attest van toezicht en het kwaliteitsbeleid voor de buitenschoolse gezinsopvang en groepsopvang.
Art. 30 van het subsidiebesluit van de Vlaamse regering van 16 mei 2014 voor buitenschoolse opvang: minima en maxima prijzen.
Gemeenteraadsbeslissing van 26 februari 2019: aanpassing van het huishoudelijk reglement van de buitenschoolse kinderopvang naar aanleiding van online inschrijvingssysteem
Gemeenteraadsbeslissing van 28 maart 2023 - jeugd - HHR Grabbel & Swap op het Plein - goedkeuring
Collegebeslissing van 30 januari 2023: integratie werking IBO - Grabbel
Rekening houdend met de indexering van de ouderbijdragen, wordt het bijgevoegde huishoudelijk reglement van de buitenschoolse kinderopvang aangepast. De ouderbijdragen - vermeld onder rubriek 3.1 - worden verhoogd met 9,68%.
Dit conform de normen van Opgroeien in verband met de financiële bijdrage van het gezin voor IBO's en het subsidiebesluit van de Vlaamse regering van 16 mei 2014.
De barema's voor sociaal tarief worden verhoudingsgewijs aangepast.
Op basis van de kindcijfers (zie bijlage) worden de openingsuren aangepast. Openingsuren tot 18.30 u, maken het bovendien mogelijk om de ochtend- en avondploeg te laten overlappen waardoor de begeleid(st)ers van de buitenschools kinderopvang het middagtoezicht in de scholen maximaal kunnen ondersteunen. Het zorgt bovendien voor een betere balans tussen werk en privé.
De integratie van het IBO met de Grabbel & Swap kadert volledig in de opdracht van het lokaal bestuur, zoals uitgeschreven in het BOA-decreet.
In 2019 werd het BOA-decreet - de organisatie van de buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten - goedgekeurd door het Vlaamse Parlement.
Het decreet BOA kent volgende opdrachten tot aan het lokaal bestuur:
- Het opnemen van de regierol als het gaat over BOA. Er wordt verwacht dat elk lokaal bestuur een beleid ontwikkelt binnen de strategische meerjarenplanning. Het volgt daarbij de doelstellingen van het decreet BOA.
- De besteding en verdeling van de van de beschikbare financiële, personele, logistieke en infrastructurele middelen.
De Vlaamse Overheid vraagt de lokale besturen om een lokaal buitenschools beleid uit te tekenen rond buitenschoolse kinderopvang en activiteiten (BOA), samen met de verschillende partners vanuit onderwijs, welzijn, cultuur, jeugd en sport.
Deze opdrachten worden vertaald naar twee Vlaamse beleidsprioriteiten:
- De regierol vervullen in functie van het geïntegreerd aanbod van buitenschoolse opvang en activiteiten en de samenwerking organiseren;
- De kleuteropvang met een kwaliteitslabel financieren.
De dagelijkse werking, zoals bepaald in het HHR van de Grabbelpas & Swap, dient als leidraad dienen voor beide initiatieven.
Zie Feiten en Context wat de aanpassing van de ouderbijdragen betreft.
De ouderbijdragen van de vakantieopvang van 1 juli tot en met 15 augustus worden gegenereerd door de Grabbelpas & Swap.
Enig artikel. Het aangepaste huishoudelijk reglement van de buitenschoolse kinderopvang - IBO Lubbeek en Binkom/ gemelde opvang Pellenberg en Linden, goed te keuren zoals voorgesteld en dit met ingang van 1 september 2023.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt voorgesteld om de jaarrekening 2022 met de volgende resultaten voor haar deel vast te stellen.
De geconsolideerde algemene jaarrekening 2022 voor de gemeente en het OCMW sluit af met een balanstotaal van 89.407.215 EUR en een overschot van 41.230 EUR. De budgettaire jaarrekening 2022 voor de gemeente en het OCMW sluit af met een beschikbaar budgettair resultaat van 19.353.822 EUR en een autofinancieringsmarge van 2.187.598 EUR.
Het bedrag van de gemeentelijke tussenkomst wordt vastgesteld op het bedrag gelijk aan het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten van het boekjaar van het OCMW. Deze boeking is aangewezen om te vermijden dat het OCMW op termijn een negatief netto-actief zou krijgen. Dit is alzo verwerkt in de jaarrekening 2022 - conform de beslissing van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 29/06/2021 aangaande de jaarrekening 2020. De afspraak is dat wij deze berekeningswijze ook zullen hanteren voor de komende jaren hanteren. Het totaal van de opbrengsten voor het OCMW bedraagt voor boekjaar 2022 2.983.497 EUR Het totaal van de kosten voor het OCMW bedraagt voor het boekjaar 2022 4.440.329 EUR. Het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten voor het OCMW bedraagt voor het boekjaar 2022 -1.456.832 EUR, zijnde een tekort. Deze tussenkomst van de gemeente in het OCMW is enkel zichtbaar in de mutatiestaat van het netto-actief (schema T5: de toelichting bij de balans).
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt voorgesteld om de jaarrekening 2022 voor haar deel vast te stellen (zie schema J3: realisatie van de kredieten en schema T5: de toelichting bij de balans).
De jaarrekening vormt het sluitstuk van de jaarlijkse cyclus, waarbij gerapporteerd wordt over de inhoudelijke realisaties, de financiële gevolgen van het gevoerde beleid op budgettair en algemeen boekhoudkundig vlak en de totale financiële toestand van de gemeente en het OCMW. De verschillende deelrapporten zoals voorgeschreven in de BBC-regelgeving maken samen de jaarrekening uit.
De jaarrekening bestaat uit een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting. Zodra het bestuur het ontwerp van de jaarrekening aan de raadsleden bezorgt, stelt het hen ook de bijbehorende documentatie ter beschikking. Deze documentatie biedt de raadsleden achtergrondinformatie bij de jaarrekening.
Vanaf het meerjarenplan 2020-2025 maken de gemeente en haar OCMW geïntegreerde beleidsrapporten. In die context heeft het geen zin om nog een gemeentelijke bijdrage aan het OCMW te berekenen en te tonen in de beleidsrapporten. Beide besturen moeten het eens zijn over de te bereiken doelstellingen en de financiële haalbaarheid van hun gezamenlijk beleid. Conform artikel 274 van het decreet over het lokaal bestuur dient de gemeente er echter wel voor te zorgen dat het OCMW steeds zijn financiële verplichtingen kan nakomen. De regelgeving legt geen berekeningswijze, timing of procedure vast om het bedrag van de gemeentelijke tussenkomst vast te stellen. Er werden tussen gemeente en OCMW geen vaste afspraken gemaakt over de wijze waarop het bedrag van de tussenkomst wordt bepaald. Dit houdt in dat het bedrag dat in de beslissing over de jaarrekening is opgenomen het voorstel van het uitvoerend orgaan is. Indien de raden hierover dus geen afzonderlijk besluit nemen, is die beslissing impliciet vervat in de beslissing over de vaststelling van de jaarrekening waarin de tussenkomst in kwestie verwerkt is. Er wordt voorgesteld om het bedrag van de gemeentelijke tussenkomst vast te stellen op het bedrag gelijk aan het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten van het boekjaar van het OCMW. Deze boeking is aangewezen om te vermijden dat het OCMW op termijn een negatief netto-actief zou krijgen. Dit is alzo verwerkt in de jaarrekening 2022. Deze berekeningswijze zullen wij ook voor de komende jaren hanteren conform de beslissing van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 29/06/2021 aangaande de jaarrekening 2020.
Het totaal van de opbrengsten voor het OCMW bedraagt voor boekjaar 2022 2.983.497 EUR
Het totaal van de kosten voor het OCMW bedraagt voor het boekjaar 2022 4.440.329 EUR
Het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten voor het OCMW bedraagt voor het boekjaar 2022 -1.456.832 EUR, zijnde een tekort.
Dit tekort wordt aangezuiverd door de gemeentelijke tussenkomst. Deze tussenkomst van de gemeente in het OCMW is enkel zichtbaar in de mutatiestaat van het netto-actief (schema T5: de toelichting bij de balans).
De gemeente en haar OCMW vormen samen één rapporteringsentiteit en maken een geïntegreerde jaarrekening. Juridisch blijven het echter twee afzonderlijke entiteiten. Daarom stemmen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn elk over hun deel van de gezamenlijke jaarrekening. Slechts in een aantal onderdelen van de jaarrekening komen de cijfers van de gemeente en het OCMW apart tot uiting: schema J3 (realisatie van de kredieten) en het schema T5 (de toelichting bij de balans - deel nettoactief). In de bewoordingen van artikel 249 §3 van het decreet lokaal over het lokaal bestuur wordt expliciet gesproken over het 'deel van het OCMW' en 'het deel van de gemeente'. Dit is vooral om duidelijk te maken dat de raad voor maatschappelijk welzijn eigenlijk geen uitspraak kan doen (of afzonderlijk kan stemmen) over elementen in de beleidsrapporten die exclusief tot de bevoegdheid van de gemeente behoren zoals bijvoorbeeld belastingen. De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn over het OCMW heeft dus enkel betrekking op de transacties van het OCMW die impliciet in de geïntegreerde jaarrekening zijn opgenomen. Hetzelfde geldt over de beslissing van de gemeenteraad over het deel van de gemeente. Daarna keurt de gemeenteraad het deel van de jaarrekening zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed en stelt zo de gezamenlijke jaarrekening van de gemeente en het OCMW definitief vast. Dat is nodig omdat de gemeente er nog steeds voor moet zorgen dat het OCMW zijn financiële verplichtingen kan voldoen. In theorie zou de gemeenteraad het deel van het OCMW niet kunnen goedkeuren als ze van oordeel is dat de financiële belangen van de gemeente worden geschaad.
De jaarrekening 2022 voor gemeente en OCMW wordt afgesloten met volgende resultaten:
- balanstotaal: 89.407.215 EUR
- overschot van het boekjaar - algemene boekhouding: 41.230 EUR
- beschikbaar budgettair resultaat: 19.353.822 EUR
- autofinancieringsmarge: 2.187.598 EUR
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikelen 171, 176, 249, 250, 251, 252, 260, 261, 262 en 274.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, en de latere wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Artikel 1. De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de jaarrekening 2022 gemeente en OCMW voor het deel OCMW vast. De staat van opbrengsten en kosten 2022 voor het OCMW heeft een tekort van 1.456.832 EUR, wat verwerkt wordt als een tussenkomst van de gemeente in het tekort van het boekjaar van het OCMW.
Art. 2. Dit besluit over de vaststelling van de jaarrekening 2022 gemeente en OCMW - deel OCMW wordt voor goedkeuring aan de gemeenteraad overgemaakt.
Art. 3. Het raadsbesluit zal conform de betreffende toezichtregeling aan de toezichthoudende overheid worden toegezonden.
De algemene jaarrekening 2022 voor de gemeente en het OCMW sluit af met een balanstotaal van 89.407.215 EUR en een overschot van 41.230 EUR. De budgettaire jaarrekening 2022 voor de gemeente en het OCMW sluit af met een beschikbaar budgettair resultaat van 19.353.822 EUR en een autofinancieringsmarge van 2.187.598 EUR.
Het bedrag van de gemeentelijke tussenkomst wordt vastgesteld op het bedrag gelijk aan het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten van het boekjaar van het OCMW. Deze boeking is aangewezen om te vermijden dat het OCMW op termijn een negatief netto-actief zou krijgen. Dit is alzo verwerkt in de jaarrekening 2022 - conform de beslissing van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 29/06/2021 aangaande de jaarrekening 2020. Deze berekeningswijze zullen wij ook voor de komende jaren hanteren. Het totaal van de opbrengsten voor het OCMW bedraagt voor boekjaar 2022 2.983.497 EUR. Het totaal van de kosten voor het OCMW bedraagt voor het boekjaar 2022 4.440.329 EUR. Het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten voor het OCMW bedraagt voor het boekjaar 2022 -1.456.832 EUR, zijnde een tekort. Deze tussenkomst van de gemeente in het OCMW is enkel zichtbaar in de mutatiestaat van het netto-actief (schema T5: de toelichting bij de balans).
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de jaarrekening 2022 voor haar deel vast te stellen (zie schema J3: realisatie van de kredieten en schema T5: de toelichting bij de balans).
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het deel OCMW van de jaarrekening 2022 zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed te keuren.
Hierdoor stelt de gemeenteraad de gezamenlijke jaarrekening van de gemeente en het OCMW definitief vast.
De jaarrekening vormt het sluitstuk van de jaarlijkse cyclus, waarbij gerapporteerd wordt over de inhoudelijke realisaties, de financiële gevolgen van het gevoerde beleid op budgettair en algemeen boekhoudkundig vlak en de totale financiële toestand van de gemeente en het OCMW. De verschillende deelrapporten zoals voorgeschreven in de BBC-regelgeving maken samen de jaarrekening uit.
De jaarrekening bestaat uit een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting. Zodra het bestuur het ontwerp van de jaarrekening aan de raadsleden bezorgt, stelt het hen ook de bijbehorende documentatie ter beschikking. Deze documentatie biedt de raadsleden achtergrondinformatie bij de jaarrekening.
Vanaf het meerjarenplan 2020-2025 maken de gemeente en haar OCMW geïntegreerde beleidsrapporten. In die context heeft het geen zin om nog een gemeentelijke bijdrage aan het OCMW te berekenen en te tonen in de beleidsrapporten. Beide besturen moeten het eens zijn over de te bereiken doelstellingen en de financiële haalbaarheid van hun gezamenlijk beleid. Conform artikel 274 van het decreet over het lokaal bestuur dient de gemeente er echter wel voor te zorgen dat het OCMW steeds zijn financiële verplichtingen kan nakomen. De regelgeving legt geen berekeningswijze, timing of procedure vast om het bedrag van de gemeentelijke tussenkomst vast te stellen. Er werden tussen gemeente en OCMW geen vaste afspraken gemaakt over de wijze waarop het bedrag van de tussenkomst wordt bepaald. Dit houdt in dat het bedrag dat in de beslissing over de jaarrekening is opgenomen het voorstel van het uitvoerend orgaan is. Indien de raden hierover dus geen afzonderlijk besluit nemen, is die beslissing impliciet vervat in de beslissing over de vaststelling van de jaarrekening waarin de tussenkomst in kwestie verwerkt is. Er wordt voorgesteld om het bedrag van de gemeentelijke tussenkomst vast te stellen op het bedrag gelijk aan het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten van het boekjaar van het OCMW. Deze boeking is aangewezen om te vermijden dat het OCMW op termijn een negatief netto-actief zou krijgen. Dit is alzo verwerkt in de jaarrekening 2022. Deze berekeningswijze zullen wij ook voor de komende jaren hanteren conform de beslissing van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 29/06/2021 aangaande de jaarrekening 2020.
Het totaal van de opbrengsten voor het OCMW bedraagt voor boekjaar 2022 2.983.497 EUR
Het totaal van de kosten voor het OCMW bedraagt voor het boekjaar 2022 4.440.329 EUR
Het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten voor het OCMW bedraagt voor het boekjaar 2022 -1.456.832 EUR, zijnde een tekort.
Dit tekort wordt aangezuiverd door de gemeentelijke tussenkomst. Deze tussenkomst van de gemeente in het OCMW is enkel zichtbaar in de mutatiestaat van het netto-actief (schema T5: de toelichting bij de balans).
De gemeente en haar OCMW vormen samen één rapporteringsentiteit en maken een geïntegreerde jaarrekening. Juridisch blijven het echter twee afzonderlijke entiteiten. Daarom stemmen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn elk over hun deel van de gezamenlijke jaarrekening. Slechts in een aantal onderdelen van de jaarrekening komen de cijfers van de gemeente en het OCMW apart tot uiting: schema J3 (realisatie van de kredieten) en het schema T5 (de toelichting bij de balans - deel nettoactief). In de bewoordingen van artikel 249 §3 van het decreet lokaal over het lokaal bestuur wordt expliciet gesproken over het 'deel van het OCMW' en 'het deel van de gemeente'. Dit is vooral om duidelijk te maken dat de raad voor maatschappelijk welzijn eigenlijk geen uitspraak kan doen (of afzonderlijk kan stemmen) over elementen in de beleidsrapporten die exclusief tot de bevoegdheid van de gemeente behoren zoals bijvoorbeeld belastingen. De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn over het OCMW heeft dus enkel betrekking op de transacties van het OCMW die impliciet in de geïntegreerde jaarrekening zijn opgenomen. Hetzelfde geldt over de beslissing van de gemeenteraad over het deel van de gemeente. Daarna keurt de gemeenteraad het deel van de jaarrekening zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed en stelt zo de gezamenlijke jaarrekening van de gemeente en het OCMW definitief vast. Dat is nodig omdat de gemeente er nog steeds voor moet zorgen dat het OCMW zijn financiële verplichtingen kan voldoen. In theorie zou de gemeenteraad het deel van het OCMW niet kunnen goedkeuren als ze van oordeel is dat de financiële belangen van de gemeente worden geschaad.
De jaarrekening 2022 voor gemeente en OCMW wordt afgesloten met volgende resultaten:
- balanstotaal: 89.407.215 EUR
- overschot van het boekjaar - algemene boekhouding: 41.230 EUR
- beschikbaar budgettair resultaat: 19.353.822 EUR
- autofinancieringsmarge: 2.187.598 EUR
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikelen 171, 176, 249, 250, 251, 252, 260, 261, 262 en 274.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, en de latere wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Artikel 1. De gemeenteraad stelt de jaarrekening 2022 gemeente en OCMW voor het deel gemeente vast. De staat van opbrengsten en kosten 2022 voor de gemeente heeft een overschot van 1.498.063 EUR, waarvan 1.456.832 EUR verwerkt wordt als de tussenkomst van de gemeente in het tekort van het OCMW en 41.231 EUR verwerkt wordt als het over te dragen overschot van het boekjaar.
Art. 2. De gemeenteraad keurt het deel OCMW van de jaarrekening 2022 gemeente en OCMW zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. De staat van opbrengsten en kosten 2022 voor het OCMW heeft een tekort van 1.456.832 EUR, wat verwerkt wordt als een tussenkomst van de gemeente in het tekort van het boekjaar van het OCMW.
Art. 3. De gemeenteraad stelt de gezamenlijke jaarrekening van de gemeente en OCMW definitief vast.
Art. 4. Het raadsbesluit zal conform de betreffende toezichtregeling aan de toezichthoudende overheid worden toegezonden.
Art. 5. De documenten van de jaarrekening 2022 gemeente en OCMW zullen via het digitaal loket aan de toezichthoudende overheid gerapporteerd worden.
Art. 6. De jaarrekening 2022 wordt binnen de 10 dagen na de vaststelling gepubliceerd op de website met de publicatiedatum.
Op 31 mei 2022 heeft de gemeenteraad het retributiereglement collectieve opvang Oekraïense oorlogsvluchtelingen in voormalige kloostersite Lubbeek goedgekeurd.
Het zomerhuis werd definitief gesloten op 1 januari 2023 en bijgevolg waren er geen bewoners meer.
Vanaf 1 januari 2023 werden er dan ook geen nieuwe facturen meer opgemaakt.
Decreet Lokaal Bestuur
Besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne
Decreet van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne
Besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2022 tot toekenning van een subsidie aan lokale besturen voor het creëren van bijkomende opvangplaatsen voor de tijdelijk ontheemden uit Oekraïne
Enig artikel De gemeenteraad beslist om het retributiereglement van 31 mei 2022 betreffende de collectieve opvang Oekraïense oorlogsvluchtelingen in voormalige kloostersite Lubbeek op te heffen.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om voor de periode met ingang van 1 september 2023 en eindigend op 31 augustus 2024 een gemeentelijke retributie gevestigd wordt op prestaties van het gemeentelijk onderwijs goed te keuren.
Voor het begin van elk schooljaar wordt het schoolreglement, daar waar nodig, aangepast aan de nieuwe regelgeving en de op dat ogenblik geldende afspraken over de bijdrageregeling. In het schoolreglement zijn deze tarieven opgenomen onder hoofdstuk 3.4 §4 'Bijdrageregeling'. Basisscholen moeten een bijdrageregeling vaststellen met een opgave van de verschillende categorieën kosten waarvoor een tussenkomst van de ouders kan gevraagd worden.
De voorgestelde tarieven gaan in op 1 september 2023 en eindigen op 31 augustus 2024.
De retributies voor het gemeentelijk onderwijs worden vastgesteld als volgt:
Kleuteronderwijs:
- soep: € 0,50
- warme maaltijd (enkel hoofdschotel): € 3,20
- leerlingenvervoer (woonplaats - schoolvervoer voor Pellenberg en Binkom) : gratis
- boekentoppers kleuters 4boeken /Boektoppers 7 boeken + cd: €20/ € 35
- watergewenning 3de kleuterklas per beurt in zwembad Kessel-lo: € 1,50
- ééndaagse uitstap: de reële kostprijs wordt aangerekend.
Lager onderwijs:
- soep: € 0,50
- warme maaltijd (enkel hoofdschotel): € 3,60
- schooldrank water/ melk: €1
- leerlingenvervoer jaarabonnement (woonplaats - schoolvervoer voor Pellenberg en Binkom): € 56
- leerlingenvervoer prijs per rit (woonplaats - schoolvervoer voor Pellenberg en Binkom): € 2,5
- boekentoppers lager: €20
- National Geographic junior(basic/extra): € 37/€47
- zomerbingel/ vakantiekalender: € 8/ € 12
- Mol en beer-krant: €17,90
- nieuwjaarsbrieven: € 0,80
- aankoop badmuts in zwembad Tienen (verplicht vanuit het zwembad): €2,50
- zwemmen per beurt in zwembad Tienen: €1,1
- zwemmen per beurt in zwembad Kessel-lo: € 1,80
- ééndaagse uitstap: de reële kostprijs wordt aangerekend.
- meerdaagse uitstap: het restbedrag na tussenkomst van de gemeente, het oudercomité en de opbrengsten van activiteiten georganiseerd door de school wordt aangerekend.
Deze retributie is verschuldigd door de ouders of wettelijke voogd van het kind dat gebruik maakt van boven vermelde diensten of goederen.
Gemeentedecreet artikel 42 en 43
Decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en later wijzigingen, artikel 28 en 37
Omzendbrief BaO/2002/1 - informatie bij de eerste inschrijving en schoolreglement
Collegebeslissing 5 juni 2023 Retributiereglement voor het gemeentelijk onderwijs - schooljaar 2023-2024
Artikel 1. De gemeenteraad keurt goed dat er voor de periode met ingang van 1 september 2023 en eindigend op 31 augustus 2024 een gemeentelijke retributie gevestigd wordt op prestaties van het gemeentelijk onderwijs.
Art 2. De retributies voor het gemeentelijk onderwijs worden vastgesteld als volgt:
Kleuteronderwijs:
- soep: € 0,50
- warme maaltijd (enkel hoofdschotel): € 3,20
- schooldrank melk: € 0,40
- leerlingenvervoer (woonplaats - schoolvervoer voor Pellenberg en Binkom): gratis
- boekentoppers kleuters 4 boeken /Boektoppers 7 boeken + cd: € 20,00 / € 35,00
- watergewenning 3de kleuterklas per beurt in zwembad Kessel-lo: € 1,50
- ééndaagse uitstap: de reële kostprijs wordt aangerekend.
Lager onderwijs:
- soep: € 0,50
- warme maaltijd lager (enkel hoofdschotel): € 3,60
- schooldrank melk: € 0,40
- leerlingenvervoer jaarabonnement (woonplaats - schoolvervoer voor Pellenberg en Binkom): € 56,00
- leerlingenvervoer prijs per rit (woonplaats - schoolvervoer voor Pellenberg en Binkom): € 2,50
- boekentoppers lager: € 20,00
- National Geographic junior(basic/extra): € 37,00 / € 47,00
- zomerbingel/ vakantiekalender: € 8,00 / € 12,00
- Mol en beer-krant: € 17,90
- nieuwjaarsbrieven: € 0,80
- aankoop badmuts in zwembad Tienen (verplicht vanuit het zwembad): € 2,50
- zwemmen per beurt in zwembad Tienen: € 1,10
- zwemmen per beurt in zwembad Kessel-lo: € 1,80
- ééndaagse uitstap: de reële kostprijs wordt aangerekend.
- meerdaagse uitstap: het restbedrag na tussenkomst van de gemeente, het oudercomité en de opbrengsten van activiteiten georganiseerd door de school wordt aangerekend.
Art 3. De retributie is verontschuldigd door de ouders of de wettelijke voogd van het kind dat gebruik maakt van bovenvermelde diensten of goederen.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de vakanties en schoolvrije dagen voor GBS De Stip Linden, GBS De Stip Binkom en SCHOOL3212 Pellenberg goed te keuren.
De vigerende onderwijswetgeving
De vakanties en schoolvrije dagen voor GBS De STip Linden, GBS De STip Binkom en School 3212 Pellenberg worden als volgt bepaald:
Vakanties:
Herfstvakantie: van 30 oktober tot en met 5 november 2023
Kerstvakantie: van 25 december 2023 tot en met 7 januari 2024
Krokusvakantie: van 12 februari tot en met 16 februari 2024
Paasvakantie: van 1 april tot en met 14 april 2024
Dag van de Arbeid: woensdag 1 mei 2024
Hemelvaart: 9 en 10 mei 2024
Pinkstermaandag: 20 mei 2024
Zomervakantie: van 1 juli tot en met 31 augustus 2024
Facultatieve verlofdagen voor GBS de STiP Linden, GBS de STiP Binkom en school 3212 Pellenberg:
maandag 2 oktober 2023
maandag 4 maart 2024
Pedagogische studiedagen GBS De STip Binkom:
donderdag 14 september 2023
woensdag 29 november 2023
woensdag 17 januari 2024
woensdag 20 maart 2024
Pedagogische studiedagen GBS De STip Linden:
donderdag 14 september 2023
een woensdag in november 2023:nog verder af te spreken met de externe organisatie
woensdag 31 januari 2024
woensdag, 20 maart 2024
Pedagogische studiedagen School 3212 Pellenberg:
donderdag 14 september 2023
woensdag 6 december 2023
maandag 18 maart 2024
Het advies van de schoolraad van 14 juni 2023 wordt nog toegevoegd.
Decreet basisonderwijs 25 februari 1997, artikel 50
Besluit van de Vlaamse Regering van 17 april 1991 tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs en in het deeltijds onderwijs georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap artikel 4
Collegebeslissing 5 juni 2023 Jaarlijkse vakantie en schoolvrije dagen - GBS De STip Linden, GBS De STip Binkom en school 3212 Pellenberg - Schooljaar 2023-2024
Voor de vakanties en de schoolvrije dagen van schooljaar 2023-2024 werd rekening gehouden met de wettelijke bepalingen en legden de schooldirecteurs Karin Bunckens GBS De STiP Linden, An Courant GBS De STiP Binkom en Kristien Clits school 3212 Pellenberg de overige dagen in onderling overleg vast.
Artikel 1. Het schoolbestuur stelt de vakanties en de schoolvrije dagen van GBS De STiP Linden, GBS De STiP Binkom en school 3212 Pellenberg als volgt vast:
Herfstvakantie: van 30 oktober tot en met 5 november 2023
Kerstvakantie: van 25 december 2023 tot en met 7 januari 2024
Krokusvakantie: van 12 februari tot en met 16 februari 2024
Paasvakantie: van 1 april tot en met 14 april 2024
Dag van de Arbeid: woensdag 1 mei 2024
Hemelvaart: 9 en 10 mei 2024
Pinkstermaandag: 20 mei 2024
Zomervakantie: van 1 juli tot en met 31 augustus 2024
Facultatieve verlofdagen voor GBS de STiP Linden, GBS de STiP Binkom en school 3212 Pellenberg:
maandag 2 oktober 2023
maandag 4 maart 2024
Pedagogische studiedagen GBS De STip Binkom:
donderdag 14 september 2023
woensdag 29 november 2023
woensdag 17 januari 2024
woensdag 20 maart 2024
Pedagogische studiedagen GBS De STip Linden:
donderdag 14 september 2023
een woensdag in november 2023:nog verder af te spreken met de externe organisatie
woensdag 31 januari 2024
woensdag, 20 maart 2024
Pedagogische studiedagen School 3212 Pellenberg:
donderdag 14 september 2023
woensdag 6 december 2023
maandag 18 maart 2024
Art. 2. Deelt dit besluit mee aan de directies.
De afgelopen jaren werden door de gemeente Lubbeek een aantal engagementen goedgekeurd die een aanzet geven voor het invullen van de doelstellingen voor het SECAP.
Door het klimaatengagement Vlaams-Brabant in het kader van het CoM2030 te ondertekenen (Beslissing CBS 9/9/2019), engageert de gemeente zich om:
• minder CO2 uit te stoten (40% CO2-reductie). Door energie te besparen, het gebruik van fossiele brandstoffen af te bouwen, in te zetten op hernieuwbare energie en door te kiezen voor efficiënte, schone technieken;
• de effecten van de klimaatverandering, zoals hitte, droogte en wateroverlast, te milderen;
• alle relevante achteren te betrekken bij de opmaak en de uitvoering van het lokaal klimaatbeleid;
• zelf het goede voorbeeld te geven.
Door het goedkeuren van deelname aan het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0 door de gemeenteraad (Gemeenteraad 26/10/2021) engageerde de gemeente Lubbeek zich om
Op 25/2/2020 werd de beslissing genomen om de samenwerkingsovereenkomst met de provincie Vlaams-Brabant te ondertekenen om het SECAP te laten opmaken door de diensten van de provincie. Het SECAP wordt voor goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
• Art. 2 Decreet Lokaal Bestuur: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”
• De internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.
• Het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken.
• Het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030.
• Het Regeerakkoord Vlaamse Regering 2019-2024: Ook de Vlaamse en lokale overheden nemen hun verantwoordelijkheid en geven het goede voorbeeld. Net zoals de Vlaamse Overheid zullen gemeenten, steden, intercommunales, OCMW’s, provincies en autonome gemeentebedrijven worden gevraagd dat zij hun broeikasgassen met 40% reduceren in 2030 ten opzichte van 2015 en vanaf 2020 per jaar een energiebesparing van 2,09% realiseren op het energieverbruik van hun gebouwenpark (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed).
• Het provinciaal klimaatbeleidsplan 2040 waarin gesteld wordt dat de provincie Vlaams-Brabant samen met gemeenten, bedrijven, kennisinstellingen, middenveld en burgers wil evolueren naar een klimaatneutraal en klimaatbestendig Vlaams-Brabant tegen 2040.
• Het ondertekenen door de gemeente Lubbeek van het Vlaams-Brabants klimaatengagement in het kader van het burgemeestersconvenant 2030, met het engagement tot een 40% CO2-reductie en het werken aan een mildering van de effecten van klimaatverandering, niet in het minst door het geven van het goede voorbeeld. (Beslissing CBS 9/9/2019)
• Het goedkeuren van deelname aan het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0 door de gemeenteraad (Gemeenteraad 26/10/2021).
• Het ondertekenen door de gemeente Lubbeek van het Burgemeestersconvenant 2030, aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen. [datum? Beslissing CBS?]
• Goedkeuring overeenkomst opmaak SECAP door de provincie Vlaams Brabant (GR 25/2/2020)
• Goedkeuring deeldoelstellingen mitigatie (CBS 28/11/2022)
• Principieel goedkeuren actielijsten om door te sturen voor advies aan GECORO en MAR (CBS 15/5/2023)
• Positief advies MAR (29/5/2023), met suggesties ivm verder participatietraject.
Op 25/2/2020 werd de beslissing genomen om de samenwerkingsovereenkomst met de provincie Vlaams-Brabantte ondertekenen om het SECAP te laten opmaken door de diensten van de provincie. In de bijlage bij de samenwerkingsovereenkomst werden de principes en beleidsdoelstellingen vastgelegd.
Voor de opmaak van het ontwerp klimaatactieplan baseerde de provincie zich op de resultaten van enkele workshops die in 2021 georganiseerd werden voor gemeentelijke mandatarissen en vertegenwoordigers van de diensten
Uit deze workshops kwam als algemene doelstellingen naar voor:
“Lubbeek streeft naar een drastische vermindering van de CO2-uitstoot en wil maatregelen nemen om de gevolgen van de klimaatverandering op haar grondgebied te temperen.”
Voor mitigatie werd dit:
Voor adaptatie:
Voor de verschillende deeldomeinen uit de bijlage van de samenwerkingsovereenkomst werden tijdens de workshops doelstellingen ontwikkeld.
In 2022-2023 werd verder gewerkt op het ontwerp dat de provincie had opgemaakt.
Meer dan 300 acties uitvoeren is onmogelijk voor de gemeente. Er werd dus een selectie gemaakt op basis van enkele beleidsmatige keuzes.
1. Daartoe kreeg elke acties enkele labels toebedeeld:
2. Met deze gegevens kon een selectie gemaakt worden:
Zo kwamen we tot een lijst van 180 acties. Deze werden gescreend om na te gaan of dit geheel een coherent geheel kan vormen waarbij we willen gaan voor:
- Een klimaatactieplan dat inzet op de verschillende onderdelen (mitigatie, adaptatie, ruimtelijke ordening);
- Waarbij verschillende doelgroepen worden aangesproken;
- We gebruik maken van een mix van instrumenten;
- Mitigatie-acties een zo hoog mogelijke impact hebben.
- En vooral: dat het plan gerealiseerd kan worden
Dit is een heel omvangrijk plan waarvan het resultaat nauw zal samenhangen met een voldoende opvolging en rapportage. Enkele handvaten i.v.m. rapportage worden aangereikt. Voorgesteld wordt om jaarlijks inhoudelijk te rapporteren aan de GR.
Een discussiepunt is ook de participatie bij de uitvoering. De MAR is vragende partij voor een verdere participatie (advies 29/5/2023).
Het voorstel zou zijn om de participatie in te vullen als volgt:
Geen visum vereist
De financiële implicaties van het goedgekeurde SECAP worden jaarlijks geëvalueerd in het kader van de aanpassing van het meerjarenplan de gemeente en het OCMW.
Artikel 1. De Commissie verleent een positief advies aan het SECAP
Art. 2. Het SECAP wordt voor goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad
De gemeente Lubbeek ondertekende het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0 ondertekende op 26/10/2021 en dient jaarlijks te rapporteren over de voortgang.
De gemeente Lubbeek ondertekende het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0 ondertekende op 26/10/2021.
Binnen het Lokaal Energie- en Klimaatpact dient een jaarlijkse inhoudelijke rapportering met betrekking tot de voortgang opgemaakt worden. Deze rapportage wordt goedgekeurd door de gemeenteraad en ingediend bij Agentschap Binnenlands Bestuur. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het Lokaal Klimaatpactportaal, waar de Vlaamse overheid de monitoring van de doelstellingen bijhoudt.
Het ondertekenen door de gemeente Lubbeek van het Burgemeestersconvenant 2030, aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen;
Het Lokaal Energie- en Klimaatpact van de Vlaamse Regering en de Vlaamse steden en gemeenten van 4 juni 2021 aangaande het verbintenissen engagement inzake de algemenen engagementen en de vier werven behoudend 16 specifieke doelstellingen.
Art. 2 van het Decreet Lokaal Bestuur: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”
De jaarlijks verplichte rapportage werd opgemaakt volgens het sjabloon van de Vlaamse overheid en wordt ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.
Geen financiële gevolgen
Artikel 1: De Commissie neemt kennis van de rapportering 2022 in verband met het Lokaal Energie- en Klimaatpact.
Art. 2:Deze rapportering zal ter kennisgeving en bespreking voorgelegd worden aan de gemeenteraad.
Op vraag van het college wordt Regionet uitgenodigd om wat uitleg te geven over de werking van Regionet Leuven. En over de aanvraag nieuw strategisch project.
Het project Regionet Leuven omvat de vervoerregio van Leuven en komt ruwweg overeen met het gebied tussen het Brussels Gewest en de provincie Limburg.
Vlaams-Brabant en de ruime regio rond Leuven staan voor grote demografische en economische uitdagingen, wat onlosmakelijk verbonden is met de groeiende mobiliteitsproblemen waarmee de regio nu al kampt. Het Federaal Planbureau voorspelt voor de Leuvense regio 12% meer inwoners tegen 2030 (minimumscenario). Dit betekent dat de regio afstevent op een toename van 15% tot 30% extra wegverkeer tegen 2030. Om het wegverkeer te stabiliseren op het huidige niveau zouden de verplaatsingen met openbaar vervoer of fiets moeten verdubbelen (en zou het wegverkeer moeten dalen met 20%).
Regionet Leuven zet daarom in op de uitbouw van een netwerk van hoogwaardig openbaar vervoer en (snelle) fietsverbindingen in de Leuvense regio, als hefboom voor een duurzame ruimtelijke ordening. Concreet wordt voorgesteld om de verwachte bevolkingsgroei hoofdzakelijk te bundelen aan de haltes van hoogwaardige openbaar vervoersassen. De bundeling van woningen en bijhorende voorzieningen binnen deze hoogwaardige openbare corridors moet zorgen voor de nodige kritische massa voor openbaar vervoer, zodat dit op een economisch verantwoorde manier kan uitgebouwd worden (als tegengewicht voor de huidige autodominantie) en vergroot het draagvlak voor de uitbouw van dagelijkse voorzieningen in de woonkernen. Om de regionale openbaarvervoersstructuur in het globale netwerk in te kunnen passen, worden ook aangrenzende gemeenten over de provinciegrenzen en gewestgrenzen heen meegenomen.
Meer info op https://omgeving.vlaanderen.be/nl/regionet-leuven
Decreet Lokaal Bestuur;
De nieuwe gemeentewet;
Geen financiële gevolgen
Enig artikel. Kennis te nemen van de toelichting over de werking en de aanvraag tot nieuw strategisch project door Regionet Leuven bij het departement Omgeving.
De voorzitter sluit de zitting op 13/06/2023 om 22:39.
Namens commissie beleidsdomeinen,
Klaas Gutschoven
Algemeen directeur
Raf De Canck
Voorzitter