1. Voorgeschiedenis
Argumentatie GWD art. 3 & 4
Of de opheffing van de voorgenoemde gemeenteweg rekening houdt met de principes zoals opgenomen in artikels 3 en 4 van het decreet gemeentewegen werd getoetst aan volgende criteria:
(art. 3, Gemeentewegendecreet)
We kiezen ervoor om de bestaande wegen zo veel mogelijk te behouden waar nodig is te verleggen en waar het niet langer mogelijk is af te schaffen.
Door het verplaatsen van een deel van voetweg 32 blijft het wandelnetwerk intact. Door de weg te verleggen langs de west- en noordzijde van perceel 92S3., ontzien we ook maximaal het door de jaren bebost geraakte perceel dat vroeger nog weidegrond was.
(art. 4, Gemeentewegendecreet)
Algemeen belang
Bij de herwaardering van wegen opgenomen in de Atlas der Buurtwegen wil het bestuur planmatig en doordacht te werk gaan.
Een fijnmazig routenetwerk voor voetgangers is een cruciaal onderdeel van een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid. De herwaardering van deze voetweg komt tegemoet aan de behoefte van zachte mobiliteit.
Niet alleen blijft het alternatief via de losweg naar de watertoren bestaan, wat de kortste weg is, er is ook een mooi alternatief langs de perceelsgrens.
Uitzondering: verplaatsing, wijziging of opheffing
Door de verplaatsing langs de perceelsgrenzen kan het perceel beter gebruikt worden.
Voor wandelaars is de beleving van het nieuwe weggedeelte hetzelfde.
Eigen gemeentelijk afwegingskader
In het gemeentelijk actieplan staat voetweg 32 als af te schaffen. Het is een meerwaarde wanneer delen bewandelbaar zijn.
Conclusie
Rekening houdend met de hierboven aangehaalde argumenten is het duidelijk dat de voorgestelde opheffing op zich een uitzonderingsmaatregel is die niet lichtzinnig wordt genomen
De voorgestelde opheffing is niet strijdig met de doelstellingen en principes vermeld in artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen
Er is geen vermogensaanwas of latente meerwaarde geschat. De financiële impact van dit dossier blijft beperkt tot loutere dossierkosten voor de opmaak van het planmateriaal en het schattingsverslag
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om voetweg 32 te Linden gedeeltelijk te verplaatsen. Voetweg 32 splitst het kadastraal perceel afdeling 4, sectie B nr. 92S3 in het midden. De voetweg wordt verplaatst naar de perceelsgrens, zo blijft de verbinding bestaan en heeft de eigenaar het volledig gebruik van zijn perceel.
Art. 2. Het rooilijnplan tot gedeeltelijke verplaatsing van voetweg 32 te Linden, opgesteld door landmeter Jan Bogaerts, Ledigheidweg 34, 3210 Lubbeek, wordt voor voorlopige vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad van september.
Art.3. het schattingsverslag i.v.m. de gedeeltelijke verplaatsing van voetweg 32 te Linden, opgesteld door landmeter Dirk Vanderwegen, Rotpoelstraat 160, 3001 Heverlee, wordt voor voorlopige vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad van september.