De dienst Gemeentelijke Infrastructuur en Milieubescherming kreeg in 2022 in het kader van het procesbeheer van de gemeente, de opdracht om een procesbeschrijving op te stellen met verbetervoorstellen m.b.t. het afleveren van een subsidie voor de aanplanting en het beheer van kleine landschapselementen, verder KLE genoemd.
Deze verbetervoorstellen werden geïntegreerd in het bijhorende gemeentelijk subsidiereglement en aanvraagformulier. Het aanvraagformulier en het subsidiereglement werden voor een betere hanteer- en leesbaarheid uit elkaar gehaald.
Verbeteringen in het aanvraagformulier:
• Toevoeging: opvraging e-mailadres van de aanvrager;
• Dubbele omschrijvingen/herhalingen werden verwijderd;
• Omschrijvingen werden geactualiseerd.
Verbeteringen in het subsidiereglement:
• Herstructurering van de inhoud/opbouw naar analogie met andere (aangepaste) subsidiereglementen (werkingssubsidies sport, jeugd, cultuur, senioren, internationale samenwerking) van het lokaal bestuur;
• Wijziging validatie:
o Autorisatie door het college van burgemeester en schepenen wordt vervangen door een administratieve goedkeuring (ondertekening) van het positief verslag van Regionaal Landschap Noord-Hageland (RLNH), door het afdelingshoofd Leefomgeving of zijn/haar plaatsvervangers;
o Bijkomende controle ter plaatse en advies na vaststelling van het diensthoofd wordt geschrapt
• Digitalisering van de aanvraag en het klassement:
o Digitaal aanvraagformulier met verplichte velden beschikbaar op de website. Een kopie wordt automatisch verstuurd naar milieudienst en RLNH;
o Onderzoek van mogelijkheid tot digitaal klassement in de toekomst - volgens klasseringsregels van de archivaris
Wijzigingen in functie van de verbetering van de communicatie tussen de verschillende diensten en de aanvragers:
• De aanvrager wordt verwittigd of/wanneer de aanvraag volledig is en ontvankelijk wordt verklaard;
• De goedkeuring van de aanvraag wordt via mail verzonden in plaats van met de post;
• Terugkoppeling door de financiële dienst na uitbetaling.
• De gemeentelijke archivaris zal worden geraadpleegd met het doel de KLE-dossiers in de toekomst digitaal te klasseren.
De aanpassingen en verbeteringen in het aanvraagformulier en het subsidiereglement werden voor advies voorgelegd aan het Regionaal Landschap Noord Hageland (RLNH). Op basis van de feedback van RLNH werden nog enkele correcties en praktische aanpassingen aangebracht in de tekst.
RLNH gaf ook een update door van de opsomming van de kleine landschapselementen die in aanmerking komen voor subsidie.
Er wordt voorgesteld om een indexaanpassing toe te passen op de uit te betalen bedragen. De bedragen in het huidige KLE-reglement dateren van 2008 en werden nooit geïndexeerd:
Berekening en voorstel indexaanpassing op basis van de bedragen van 2008:
Overzicht van de vergoedingen. De uitgevoerde werken worden als volgt vergoed | Artikel 6. | ||||
Freq. | Eenheid | Bedrag 2008 | Bedrag 2023 | voorstel afronding | |
Index januari (ref. 2004 = 100) | 108,84 | 156,48 | |||
Indexaanpassing (2023/2008) | nvt | 1,438 | |||
Aanleg haag | eenmalig | per m | € 1,50 | € 2,16 | € 2,10 |
Onderhoud haag | 1*/jaar | per m | € 0,85 | € 1,22 | € 1,20 |
Aanleg heg | eenmalig | per m | € 1,00 | € 1,44 | € 1,10 |
Onderhoud heg | 1*/3jaar | per m | € 0,75 | € 1,08 | € 1,00 |
Aanleg houtkant | eenmalig | per m² | € 0,25 | € 0,36 | € 0,40 |
Onderhoud houtkant | 1*/7jaar | per m² | € 0,85 | € 1,22 | € 1,20 |
Aanleg bomenrij | eenmalig | per boom | € 8,00 | € 11,50 | € 11,50 |
Onderhoud knotbomenrij | 1*/5jaar | per boom | € 5,00 | € 7,19 | € 7,20 |
Aanleg poel (50-100m2) | eenmalig | per poel | € 275,00 | € 395,37 | € 395,00 |
Onderhoud poel (50-100m2) | 1*/3jaar | per poel | € 137,50 | € 197,68 | € 200,00 |
Aanleg poel (+ 100m2) | eenmalig | per poel | € 325,00 | € 467,25 | € 470,00 |
Onderhoud poel (+100m2) | 1*/3jaar | per poel | € 162,50 | € 233,63 | € 235,00 |
Aanleg boomgaard | eenmalig | per boom | € 8,00 | € 11,50 | € 11,50 |
Onderhoud boomgaard | 1*/jaar | per boom | € 3,00 | € 4,31 | € 4,30 |
Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd.
Decreet Lokaal Bestuur.
Het besluit van de gemeenteraad in zitting van 20 december 2007
Het besluit van de gemeenteraad in zitting van 26 februari 2014 :
Het besluit van de gemeenteraad van 28 april 2020:
De uitgave is voorzien in de meerjarenplanning 2020-2025 onder het budgetjaar 2024 en 2025:
Er wordt jaarlijks een minimaal budget voorzien dat tijdig kan worden aangepast, indien het voorziene budget ontoereikend zou zijn.
code |
2024/GBB/0530-00/6491000/Gemeente/CBS/IP-GEEN |
Omschrijving |
Toegestane werkingssubsidies aan gezinnen |
Actie |
GBB-Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling |
Beleidsitem |
0530- Land-, tuin- & bosbouw |
Algemene rekening |
6491000 - Toegestane werkingssubsidies aan gemeenten |
Investeringsproject |
Geen |
|
|
Raming uitgavekrediet |
€2.500,00 |
Beschikbaar krediet |
€2.500,00 |
Voorziene raming/kostprijs/… |
€ |
|
|
Geraamde inkomsten of subsidies in het budgetjaar |
|
|
|
Aannemer/Leverancier/Instantie |
|
|
|
code |
2025/GBB/0530-00/6491000/Gemeente/CBS/IP-GEEN |
Omschrijving |
Toegestane werkingssubsidies aan gezinnen |
Actie |
GBB-Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling |
Beleidsitem |
0530- Land-, tuin- & bosbouw |
Algemene rekening |
6491000 - Toegestane werkingssubsidies aan gemeenten |
Investeringsproject |
Geen |
|
|
Raming uitgavekrediet |
€2.500,00 |
Beschikbaar krediet |
€2.500,00 |
Voorziene raming/kostprijs/… |
€ |
|
|
Geraamde inkomsten of subsidies in het budgetjaar |
|
|
|
Aannemer/Leverancier/Instantie |
|
|
|
Uitbetaald bedrag in 2023:
code |
2023/GBB/0530-00/6491000/Gemeente/CBS/IP-GEEN |
Omschrijving |
Toegestane werkingssubsidies aan gezinnen |
Actie |
GBB-Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling |
Beleidsitem |
0530- Land-, tuin- & bosbouw |
Algemene rekening |
6491000 - Toegestane werkingssubsidies aan gemeenten |
Investeringsproject |
Geen |
|
|
Raming uitgavekrediet |
€2.500,00 |
Beschikbaar krediet |
€1.323,40 |
Vastlegging bedrag… |
€1.176,60 |
|
|
Geraamde inkomsten of subsidies in het budgetjaar |
|
|
|
Aannemer/Leverancier/Instantie |
|
|
|
Artikel 1. Heft het gemeentelijk subsidiereglement voor de aanplanting en het onderhoud van Kleine Landschapselementen (KLE) zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2020 op.
Art.2. Verleent goedkeuring aan het aangepast gemeentelijk subsidiereglement voor de aanplanting en onderhoud van Kleine Landschapselementen (KLE) en zijn bijlagen als volgt:
Gemeentelijk subsidiereglement voor de aanplanting en het onderhoud van kleine landschapselementen
Artikel 1. Toepassingsgebied
De bepalingen in dit reglement zijn van toepassing op alle personen die een aanvraag indienen voor de aanplanting en/of het onderhoud van kleine landschapselementen.
Voor de toepassing van dit subsidiereglement wordt voor kleine landschapselementen de definitie van het natuurdecreet gehanteerd, zijnde: kleine landschapselementen zijn lijn- of puntvormige elementen met inbegrip van de bijhorende vegetaties waarvan het uitzicht, de structuur of de aard al dan niet resultaat zijn van menselijk handelen, en die deel uitmaken van de natuur. Dit reglement beperkt zich tot: hagen, heggen, houtkanten, (knot)bomenrijen, poelen en hoogstamboomgaarden.
Artikel 2. Voorwaarden
1. Gelegen zijn binnen de grenzen van de gemeente.
2. Gelegen zijn binnen of grenzend aan het landelijk gebied , zoals op het gewestplan afgebakend is:
3. De te subsidiëren lijn- en strookvormige landschapselementen dienen te bestaan uit streekeigen soorten die in bijlage 2 vermeld zijn. De subsidie voor de aanplant kan enkel worden aangewend voor plantgoed.
4. De werken gebeuren conform het natuurdecreet en de Code van Goede Natuurpraktijk voor het wijzigen van vegetatie en kleine landschapselementen (zie ook bijlage 3).
5. De gesubsidieerde aanplanting/aanleg dient minimaal gedurende tien jaar integraal en intact op dezelfde plaats te blijven staan, tenzij een dwingende reden van overmacht de aanvrager tot verwijdering dwingt (v.b. openbare werken, onteigening, rampen,…). Het verplaatsen, vellen of rooien of definitief verwijderen van het gesubsidieerde plantsoen is niet toegestaan, tenzij de nodige vergunningen zijn afgeleverd.
6. Er kan in geen geval cumulatie van subsidies, losstaand van dit reglement, plaatsvinden.
7. Het kleine landschapselement waarop de aanvraag betrekking heeft, wordt vermeld in de lijst met definities in bijlage 1.
Daarnaast zijn er ook een aantal specifieke bepalingen, afhankelijk van het soort kleine landschapselement en of de aanvraag een aanplant, dan wel een onderhoud betreft:
§1 - Voor de aanplant van een haag.
De nieuwe haag:
- heeft een aaneengesloten lengte van minstens 25m;
- bevat minstens 4 planten per lopende meter;
- bestaat uit plantgoed dat beantwoordt aan de kwaliteitseisen gangbaar op de markt;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in de soortenlijst van bijlage 2.
§2 - Voor het onderhoud van een haag.
De bestaande haag:
- heeft een hoogte van min. 1,25m en een breedte van min. 0,25m en een aaneengesloten lengte van 25m;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in de soortenlijst van bijlage 2.
Het onderhoud gebeurt:
- minstens 1 keer per jaar, maximum 2 keer per jaar;
- in de periode van 1 september tot 1 maart;
- volgens de code van goede natuurpraktijk. Zie bijlage 3.
§3 - Voor de aanplant van een heg.
De nieuwe heg:
- heeft een aaneengesloten lengte van minstens 25m;
- bevat minstens 2 planten per lopende meter;
- bestaat uit plantgoed dat beantwoordt aan de kwaliteitseisen gangbaar op de markt;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in de soortenlijst van bijlage 2.
§4 - Voor het onderhoud van een heg.
De bestaande heg:
- heeft een hoogte van min. 2m, een breedte van min. 1m en een aaneengesloten lengte van 50m;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in de soortenlijst van bijlage 2.
Het onderhoud gebeurt:
- om de 3 tot max. 10 jaar;
- in de periode van 1 september tot 1 maart;
- volgens de code van goede natuurpraktijk. Zie bijlage 3.
§5 - Voor de aanplant van een houtkant.
Een nieuwe houtkant:
- heeft een aaneengesloten lengte van min. 25m en een breedte van min. 5m;
- gebeurt in driehoeksverband met minstens 3 planten per 2 m2;
- bestaat uit plantgoed dat beantwoordt aan de kwaliteitseisen gangbaar op de markt;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in de soortenlijst van bijlage 2.
§6 - Voor het onderhoud van een houtkant.
De bestaande houtkant:
- heeft een minimumleeftijd van 10 jaar;
- heeft een aaneengesloten lengte van min. 25m, een breedte van min. 5m en max. 10m;
- bevat minstens 2 planten per 3 m2;
- bestaat uit plantgoed dat beantwoordt aan de kwaliteitseisen gangbaar op de markt;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in soortenlijst van bijlage 2.
Het onderhoud gebeurt:
- om de 5 tot 20 jaar (afhankelijk van de soorten);
- in de periode van 1 november tot 1 maart, het takhout dient voor 15 maart verwijderd te worden;
- over een maximum aaneengesloten lengte van 50m en niet meer dan 1/3de - 1/4de van de totale lengte;
- volgens de code van goede natuurpraktijk. Zie bijlage 3.
§7 – Voor de aanplant van een bomenrij.
Een nieuwe bomenrij:
- bestaat uit min. 10 bomen. De afstand tussen 2 bomen bedraagt voor knotbomen min. 5m, voor hoogstambomen min. 8m;
- bestaat uit plantgoed met een minimum stamomtrek van 8 cm;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in de soortenlijst van bijlage 2.
§8 – Voor het onderhoud van een bomenrij. Enkel geldig voor knotbomenrijen.
Een bestaande knotbomenrij:
- heeft een minimumleeftijd van 5 jaar;
- telt min. 10 bomen;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in soortenlijst van bijlage 2.
Het onderhoud gebeurt:
- na de bladval tot 1 maart, het takhout dient voor 15 maart verwijderd te worden;
- 1ste 5 jaar: 2*/jaar: vormsnoei zowel in winter als zomer;
- niet bij vorst strenger dan 5°C;
- volgens de code van goede natuurpraktijk. Zie bijlage 3.
§9 – Voor de aanleg van een poel.
Een nieuwe poel:
- heeft een grootte tussen 50 en 200m2 en een diepte van minstens 1m en hoogstens 2m;
- heeft minstens 1 oever, zijnde de naar het zuiden gerichte oever die zacht glooiend is. De hellingsgraad is minder dan 15°;
- heeft als functie veedrenkplaats en/of amfibieënpoel. Er mag geen water uit de poel onttrokken worden voor andere doeleinden dan deze.
De aanleg gebeurt in de periode van 1 augustus tot 1 november.
Het uitzetten van watervogels en gelijk welke vissoort evenals het aanplanten van beplanting is verboden.
§10 - Het onderhoud van een poel.
Een bestaande poel:
- heeft een grootte tussen 50m en 200m en een diepte van minstens 1m en hoogstens 2m;
- behoudt zijn oorspronkelijk grootte en diepte na de ruimingswerken (slib en plantenafval).
Het onderhoud gebeurt:
- gespreid over 2 jaar;
- om de 3 tot 7 jaar;
- in de periode van 1 augustus tot 1 november;
- volgens de code van goede natuurpraktijk. Zie bijlage 3.
§11 – Voor de aanplant van een hoogstamboomgaard.
Een nieuwe hoogstamboomgaard:
- bestaat uit min. 5 bomen. De aangeraden plantafstand tussen 2 bomen bedraagt voor:
- kerselaars en notelaars: 12m
- appelaars: 10m
- perelaars: 8m
- pruimelaars en kriekelaars: 7m
- bestaat uit plantgoed met een minimum stamomtrek van 8/10 cm;
-bestaat uit plantgoed met een takvrije stam van minimum 180 cm;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in de soortenlijst van bijlage 2.
§12 – Voor het onderhoud van een hoogstamboomgaard.
Een bestaande hoogstamboomgaard:
- bestaat uit min. 6 bomen;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in de soortenlijst van bijlage 2 (streekeigen, oude rassen)
Het onderhoud gebeurt:
- jaarlijks;
-met een winter- of zomersnoei;
- voor kerselaars en pruimelaars: in de periode van 1 juli tot 1 oktober, of vlak na de pluk;
- voor appelaars en perelaars: wintersnoei van 1 februari tot 1 maart; zomersnoei van half juli tot eind september;
- voor notelaars: in de periode van 1 juni tot 1 september (enkel dood hout uit boom halen);
- volgens de code van goede natuurpraktijk. Zie bijlage 3.
Artikel 3. Doelstellingen
Het stimuleren van het behoud en het aanplanten van inheemse kleine landschapselementen om de biodiversiteit in ons ecosysteem te bevorderen.
Artikel 4. Aanvraagprocedure
De aanvraag gebeurt in twee stappen en kan fysiek of digitaal ingediend worden. Aanvraagformulier één wordt voor de aanvang van de werken ingevuld en ingediend, per post ter attentie van de milieudienst, digitaal via e-mail naar milieudienst@lubbeek.be of via het e-formulier op de website. Deze aanvraag is vergezeld van het kadastraal plan met aanduiding van de plaats van aanplanting/aanleg/onderhoud. Dit kan verkregen worden bij het lokaal bestuur.
Aanvraagformulier twee wordt uiterlijk een maand na afronding van de werken bezorgd aan het lokaal bestuur.
Artikel 5. Controle
Het lokaal bestuur doet beroep op het Regionaal Landschap Noord Hageland voor de controle vóór (alleen voor nieuwe aanvragen) en na de werken.
Artikel 6. Te verdelen bedragen
Het aanplanten, de aanleg en het onderhoud van kleine landschapselementen wordt door het lokaal bestuur gesubsidieerd via de daartoe goedgekeurde kredieten. Het maximum totaalbedrag per jaar per aanvrager bedraagt 500 euro.
Aanleg haag |
eenmalig |
per m |
€ 2,10 |
Onderhoud haag |
1*/jaar |
per m |
€ 1,20 |
Aanleg heg |
eenmalig |
per m |
€ 1,10 |
Onderhoud heg |
1*/3jaar |
per m |
€ 1,00 |
Aanleg houtkant |
eenmalig |
per m² |
€ 0,40 |
Onderhoud houtkant |
1*/7jaar |
per m² |
€ 1,20 |
Aanleg bomenrij |
eenmalig |
per boom |
€ 11,50 |
Onderhoud knotbomenrij |
1*/5jaar |
per boom |
€ 7,20 |
Aanleg poel (50-100m2) |
eenmalig |
per poel |
€ 395,00 |
Onderhoud poel (50-100m2) |
1*/3jaar |
per poel |
€ 200,00 |
Aanleg poel (+ 100m2) |
eenmalig |
per poel |
€ 470,00 |
Onderhoud poel (+100m2) |
1*/3jaar |
per poel |
€ 235,00 |
Aanleg boomgaard |
eenmalig |
per boom |
€ 11,50 |
Onderhoud boomgaard |
1*/jaar |
per boom |
€ 4,30 |
Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd.
Wanneer autochtoon plantgoed (met certificaat) gebruikt wordt voor de aanplant, worden deze bedragen vermeerderd met 15%.
Artikel 7. Uitbetaling
De uitbetaling gebeurt na een positief advies van Regionaal Landschap Noord Hageland en autorisatie van het afdelingshoofd Leefomgeving of zijn/haar plaatsvervangers.
Aanvragen waarbij de aanplanting of het onderhoud uitgevoerd wordt na 15 oktober, zullen geregistreerd, behandeld en eventueel uitbetaald worden in het daaropvolgende jaar.
Wanneer de aanplanting gebeurt in onderling overleg tussen de eigenaars of vruchtgebruikers op de scheiding van twee percelen wordt de toelage verdeeld tussen beide eigenaars of vruchtgebruikers in verhouding tot de gedragen last. Indien de toelage moet verdeeld worden, dienen beide eigenaars of vruchtgebruikers afzonderlijk een aanvraag in waarin zij vermelden welk percentage van de subsidie aan beide aanvragers toekomt.
Artikel 8. Beroep
Alle betwistingen aangaande dit reglement worden beslecht door het lokaal bestuur op advies van het Regionaal Landschap Noord-Hageland vzw (RLNH vzw).
Artikel 9. Sancties
Indien bij controle frauduleuze praktijken worden vastgesteld, vervalt de gehele subsidie.
Artikel 10. Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op ……………………………………2024
Bijlage 1: definities
‘Haag’: een lijnvormige aanplanting waarin struweelsoorten overheersen. Een haag heeft een compacte structuur die bij normaal onderhoud door een periodieke snoei van minstens 1 keer per jaar in vorm wordt gehouden.
‘Heg’: een lijnvormige aanplanting waarin struweelsoorten overheersen die vrij mogen uitgroeien en dus maar weinig wordt gesnoeid.
‘Houtkant’: elke lijnvormige strook grond, inbegrepen taluds, welke met bomen, struiken en kruiden begroeid is. De exploitatie bestaat uit hakhoutbeheer, zijnde een periodiek kappen van houtige gewassen tot aan de grond. Door het natuurlijk opslagvermogen van bepaalde loofboomsoorten worden dan op de stoof nieuwe loten gevormd.
‘Bomenrij’: een opeenvolging of aaneenschakeling van vormen van dezelfde soort, grootte en leeftijd, die (meestal) in een rechte lijn is geplaatst of gerangschikt. Knotbomen vallen eveneens onder dezelfde definitie. De knotboom is het resultaat van een bijzondere snoeiwijze.
‘Poel’: stilstaande zoetwaterplas waarbij de watervoorziening verzekerd wordt door grondwater, kwelwater, bronwater, hellingswater, slootwater of hemelwater. De poel bevat het ganse jaar water, met uitzondering van lange droogteperiodes.
‘Hoogstamboomgaard’: een oppervlakte grond met daarin hoogstammige fruitbomen. Bij fruitbomen spreekt men van hoogstamfruitbomen als deze een takvrije stam hebben van minimum 180 cm.
Hoogstamboom: Onder hoogstammige bomen wordt verstaan houtachtige gewassen die van nature tot stand komen of door menselijke tussenkomst worden gekweekt. Er wordt algemeen aangenomen dat hoogstammige bomen tussen maaiveld en kruin minimum 3 meter afstand meten." (KB 16.12.1981 tot bepaling van de werken en handelingen die vrijgesteld zijn van het eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar).
Bijlage 2: Soortenlijst
Fruitbomen
Pruim
Belle de Louvain: middelmatig tot groot; blauw; zeer goede drager; rustieke boom
Reine Claude D’Ouillins: groot, rond; geel, sappig zoet, eerste kwaliteit; alle toepassingen; zeer krachtige en vruchtbare rustieke boom.
RC Crottée: middelmatig; geel-groen met rode stippen; zeer zoet buitengewoon aroma; allereerste kwaliteit; zwak tot variabel dragend.
Conducta (RC D’Althan): groot, rond; zeer mooi paars-rose; fijn, goudgeel, sappig, zoet vlees, zeer sterkgroeiend; zeer vruchtbaar; rustieke boom voor gunstige bodems.
Enkele Altesse: middelmatig tot klein; violet; geel-groen, sappig vlees van allereerste kwaliteit voor taarten en drogen; zeer vruchtbare, oude variëteit, aardt overal.
Dubbele Altesse: groot; blauw-zwart; vast, groen vlees, eerste kwaliteit; zeer vruchtbaar; rustieke boomgaardvariëteit
Drap d’Or Esperen: middelmatig dik; goudgeel; matig vast, geel vlees; eerste kwaliteit.
Palokes: allerkleinste, rond, blauw pruimpje; dubbel zo groot als de sleedoorn.
Kers
Bigareau Cardinaels: groot; bruin-rood;vast,sappig,knappend vlees; groeikrachtige,gezonde, rustieke oude boomgaardvariëteit
Hedelfinger Riesenkirsche: zeer groot ;donkerrood-zwart; zeer groeikrachtig en vruchtbaar; (foutief “Bruine Bigaro” genoemd); tamelijk bestand tegen barsten; goede handelsvariëteit
Appel
Dubbele Bellefleur: groot, geel-rood gestreept; vast, geel, matig sappig, aangenaam smakend. Groeikrachtige rustieke boomgaardvariëteit.
Keuleman: middelmatig hoog, groen-rood; vast; zuur, weinig sappig; keuken en sapbereiding; gezonde, groeikrachtige, rustieke boomgaardvariëteit
Dubbele sterappel: groot; karmijnrood met grijze stippen; wit vlees met pittig aroma; gezonde rustieke boomgaardvariëteit.
Jacques Lebel: groot; geel-groen; zacht wit vlees, saprijk, ideale compoteappel;
Gezonde en krachtige groeier, rustieke boomgaardvariëteit.
Grijze Reinette: middelmatig; grauw-bruin; sappig, zachtzuur, fijn aroma; krachtige gezonde, rustieke boomgaardvariëteit.
Transparante de Croncels: groot; geel met lichtrood; zeer sappig, eersteklasse fruit voor zijn periode, boomgaardvariëteit.
Gravensteiner: middelgroot; geel met rode strepen; vast,wit, sappig, fris, fijn aroma; goede groeier; rustieke boom.
Rabau: middelgroot; grijs-bruin; groenig vlees, zuurzoet, saprijk met aangenaam aroma; krachtige, weerstandbiedende, rustieke boom.
Eysdender Klumpke: middelmatig; groen-rood; vast, wit-groen, zoet-zuur vlees; groeikrachtige, gezonde, vruchtbare, rustieke boomgaardvariëteit.
Sterappel: middelgroot; karmijnrood met grijze stippen; wit-rood met uitzonderlijk aroma.
Kattekop (Calville de Saint-Sau): stevige calville, rustieke boomvariëteit uit Vlaanderen; gezonde, groeikrachtige, vruchtbare variëteit, grote vrucht.
Pomme de Rose: karmijnrode vrucht met grijze sterretjes; prachtig uitzicht; krachtige groei; mooie, rustieke kruinen; goed bewarend, vlug melig.
Peer
Dubbel Flip: groot; goed smeltend, sappig, aromatisch vlees; groeikrachtige, rustieke boomgaardvariëteit
Clapp’s Favourite: groot, citroengeel; fijn smeltend, goed zoet met aangename smaak
Comtesse de Paris: middelmatig dik; fijn sappig; goede wintervrucht, laat te plukken; middelmatige groeikracht, zeer vruchtbare rustieke boom.
Saint Remy: zeer dik; groen; wit zeer hard vlees; enorm bewaarvermogen, z.g. stoofpeer; goede dracht en groei; rustieke boom, voldoet zelfs op matige bodems.
Triomphe de Vienne: zeer groot, lang peervormig; geel-bruin; wit fijn, smeltend, zoet aroma; goede dracht en groei, voor alle vormen geschikt; eerste kwaliteit
Koolstok: allereerst rijpende variëteit, zeer mooi uitzicht doch weinig smaak; stevige, weinig eisende rustieke boomgaardvariëteit, piramedale kruin.
Legipont: middelmatig dik; groen – geel; fijn, zeer smeltend, sappig vlees; groeikrachtige, vruchtbare rustieke boomgaardvariëteit; piramedale kruin. 3
Marie Louise Delcourt: dik; smeltend; allereerste kwaliteit, vroege-goede opbrengst, windvast; zeer vruchtbare boom.
Calebasse Bosc: tamelijk groot, langgerokken; fijn, vast, sappig, zeer zoet, allereerste kwaliteit; voor alle vormen geschikt.
Triomphe de Jodoigne: zeer dik; smeltend; eerste kwaliteit; zeer sappig, zoet; vroege dracht; groeikrachtige en vruchtbare boom, warme standplaats.
Jefkenspeer: middelgroot; bruin; sappig, zoet; goede en regelmatige dracht; oude rustieke variëteit; windvast; sterke groei; schurftresistent.
Brabantse fruitbomen (lijst Nationale Boomgaardenstichting)
Batard |
Appel |
|
Peer |
Belle Fleur Large Mouche |
Appel |
Begijnpeer |
Peer |
Berglander |
Appel |
Beurré d' Amanlis |
Peer |
Bismarck |
Appel |
Beurré Diel |
Peer |
Blooskers |
Appel |
Beurré Giffard |
Peer |
Brabantse Bellefleur |
Appel |
Beurré Hardy |
Peer |
Bunting |
Appel |
Bonne Louise d'Avranches |
Peer |
Cooreman |
Appel |
Bruine Kriekpeer |
Peer |
Court Pendu Rosat |
Appel |
Calebasse à la Reine |
Peer |
Dijzelingen |
Appel |
Calebasse Bosc |
Peer |
Dubbele Bellefleur |
Appel |
Calebasse de Tirlemont |
Peer |
Eysdener Klumke |
Appel |
Canadapeer |
Peer |
Franse Bellefleur |
Appel |
Catilac |
Peer |
Franse Reinette |
Appel |
Claps Favourite |
Peer |
Grauweinigen |
Appel |
Comtesse de Paris |
Peer |
Gravensteiner |
Appel |
De Curé |
Peer |
Grijze Franse Reinette |
Appel |
Diksteel |
Peer |
Grijze winterreinette |
Appel |
Doyenne de Comice |
Peer |
Ijzerappel |
Appel |
Dubbel Flip |
Peer |
Jacques Lebel |
Appel |
Durondeau |
Peer |
Kattekop |
Appel |
Emile d'Heyst |
Peer |
Keïng |
Appel |
Franciscuspeer |
Peer |
Keuleman |
Appel |
Heerenpeer = Maagdenpeer |
Peer |
Klumpke |
Appel |
Jefkespeer |
Peer |
Newton Wonder |
Appel |
Kanapinpeer |
Peer |
Peerappel |
Appel |
Kattestaart |
Peer |
Pomme de Rose |
Appel |
Kerstdagpeer |
Peer |
Posson de France |
Appel |
Koolstok |
Peer |
Rabau |
Appel |
Légipont |
Peer |
Rambour d'Automne |
Appel |
Marie Louise d'Uccle |
Peer |
Rambour d'Hiver |
Appel |
Nec Plus Meuris |
Peer |
Reinette Baumann |
Appel |
Nouveau Poiteau |
Peer |
Reinette de France |
Appel |
Peersnoer |
Peer |
Reinette Descardre |
Appel |
Saint Remy |
Peer |
Reinette Dorée |
Appel |
Triomphe de Jodoigne |
Peer |
Reinette Hernaut |
Appel |
Williams Bon-Chrétien |
Peer |
Reinette Vurenveld |
Appel |
Williams Duchesse |
Peer |
Schone Van Boskoop |
Appel |
Winter of Bakpeer |
Peer |
Sletsing |
Appel |
Winterkeizerin |
Peer |
Snelappel |
Appel |
Zaanpeer |
Peer |
Speeckaert |
Appel |
Zomerkeizerin |
Peer |
Speelappel |
Appel |
Belle de Louvain |
Pruim |
Sterappel |
Appel |
Bleue de Belgique |
Pruim |
Streeping |
Appel |
Conducta |
Pruim |
Transparant Blanche |
Appel |
Dubbele bakpruim |
Pruim |
Transparant de Croncels |
Appel |
Enkele bakpruim |
Pruim |
Winterbanana |
Appel |
Mirabelle de Nancy |
Pruim |
Wittekens |
Appel |
Monsieur Hatif |
Pruim |
Bigarreau Esperen |
Kers |
Palokes |
Pruim |
Bigarreau Napoleon |
Kers |
Queen Victoria |
Pruim |
Bigarreau van Schrieck |
Kers |
Reine Claude crottée |
Pruim |
Brabanders |
Kers |
Kleine Waalse |
Kriek |
Hedelfinger |
Kers |
Noordkriek |
Kriek |
Lindekers |
Kers |
Schaarbeekse kriek |
Kriek |
Schneiders SpäteKnorpelkirsche |
Kers |
Reine Claude d'Oullins |
Pruim |
Zwarte Krakers |
Kers |
Sainte Catherine |
Pruim |
|
|
Washington |
Pruim |
Bijlage 3: Uittreksel uit de omzendbrief van het natuurdecreet : Definities en richtlijnen voor het beheer
Opschrift: Omzendbrief betreffende algemene maatregelen inzake natuurbehoud en wat de voorwaarden voor het wijzigen van vegetatie en kleine landschapselementen betreft volgens het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.
1.2.4 Poelen
Wat ?
Poelen zijn kleine, ondiepe watermassa's met weinig of geen stroming in het water. Ze zijn doorgaans ondiep en in tegenstelling tot de in 5.2.3 genoemde stilstaande waters kunnen waterplanten zich over de hele oppervlakte vestigen. De meeste poelen zijn door de mens gegraven of onder menselijke invloed ontstaan (veedrinkputten, bomkraters, uitgravingen, enzovoort). Dezelfde kenmerken als bij de andere stilstaande waters bepalen welke organismen in een poel kunnen voorkomen. In het bijzonder voor amfibieën zijn poelen van belang.
Voor het normale onderhoud van poelen gelden dezelfde doelstellingen en maatregelen als vermeld bij de stilstaande waters. Bijkomende normale onderhoudswerken zijn:
- als de verlanding al te ver is gevorderd, kan men de poel hergraven in het najaar (september-oktober), waarbij men een deel van de bestaande watervegetatie en de bestaande oevervegetatie spaart;
- de grazige begroeiing rond de poel maait men en voert men af in de late zomer of de vroege herfst; maait men vroeger, dan laat men het maaisel enkele dagen liggen vooraleer het af te voeren;
- het onderhoud van de moerassige begroeiing rond de poel voert men uit zoals weergegeven in het deel 'moerassen en waterrijke gebieden';
- als er veel poelen op een korte afstand van elkaar aanwezig zijn, kan men het onderhoud variëren en verschillende stadia in stand houden (permanent waterhoudende/ aan de rand droogvallende poel, beschaduwde/onbeschaduwde poel, kleine/grote poel, enzovoort);
- onder meer met het oog op de verbreidingsmogelijkheden voor amfibieën handhaaft men in de nabije omgeving van de poel een zo groot mogelijke oppervlakte (vochtig) grasland en zo veel mogelijk vochtige greppels, grachten, struiken, houtkanten en natte ruigtes.
1.2.10 Houtkanten, houtwallen, bomenrijen, heggen, hagen
Wat ?
Houtkanten, houtwallen, bomenrijen, heggen en hagen zijn lijnvormige begroeiingen met houtgewas. Ze doen gewoonlijk dienst als veekering, als windvanger, als perceelsscheiding of ze hebben een andere gebruiksfunctie.
Houtkanten groeien spontaan uit of worden periodiek als hakhout gekapt. Houtwallen zijn houtkanten die op een verhoogde plaats staan. Bomenrijen zijn meestal één, soms twee of drie bomen breed en staan gewoonlijk op regelmatige afstand van elkaar. Een bijzondere vorm van bomen, die vaak langs perceelsscheidingen of sloten staan, zijn knotbomen. Door het periodiek kappen van de takken op een bepaalde hoogte boven de grond, ontstaan knoesten waaruit telkens weer nieuwe takken groeien. Meestal gaat het om wilgen, soms om elzen, populieren, eiken of essen. Heggen en hagen zijn lijnvormige begroeiingen waarin struweelsoorten overheersen. Heggen groeien breed uit, hagen worden met een korte omlooptijd geschoren of geknipt. In heggen en hagen overheersen gewoonlijk doornstruiken, meestal meidoorn of sleedoorn.
Het normale onderhoud van houtkanten, houtwallen, bomenrijen, heggen en hagen is niet te intensief qua omlooptijd anders kan het houtgewas uitgeput geraken en afsterven.
Houtkanten die spontaan uitgroeien vergen weinig onderhoud:
- men dicht de gaten die bij het afsterven van het houtgewas ontstaan en men kiest daarvoor doorgaans de soorten die al in de houtkant aanwezig zijn; de beste plantperiode is het najaar;
- men bemest de houtkant niet;
- men behandelt de houtkant niet met bestrijdingsmiddelen;
- men laat de houtkant niet begrazen;
- men brandt de houtkant niet.
Bij het gebruik van een houtkant als hakhout is het zinvol dat te blijven doen.
De maatregelen van het normale onderhoud zijn:
- men zet de staken af tot aan de grond, waardoor het hakhout verjongt;
- houtkanten van ten minste 50 meter lang, zet men per kapbeurt voor ten hoogste 1/3de van de lengte af of men spreidt de kapbeurt over 3 opeenvolgende jaren;
- de omlooptijd voor het afzetten van de staken bedraagt 8 tot 10 jaar (voor elzen en wilgen) of tot 30 jaar (voor hardhoutsoorten);
- men verricht de onderhoudswerken in de periode van 1 november tot 1 maart;
- men verwijdert doorgaans het hakhout en dan voor 15 maart;
- men kan een deel van het hakhout ter plaatse op een stapel laten liggen als schuilplaats voor kleine dieren;
- men dicht de gaten die bij het afsterven van het houtgewas ontstaan en men kiest daarvoor doorgaans de soorten die al in de houtkant aanwezig zijn; de beste plantperiode is het najaar;
- men bemest de houtkant niet;
- men behandelt de houtkant niet met bestrijdingsmiddelen;
- men laat de houtkant niet begrazen;
- men brandt de houtkant niet.
Het normale onderhoud van houtwallen is gelijk aan dat van houtkanten.
Het normale onderhoud van bomenrijen, als het niet om knotbomen gaat, is het eventueel periodiek snoeien van de bomen. De volgende maatregelen zijn van belang:
- men snoeit de bomen op de grens tussen takkrans en tak, zonder de stam te beschadigen of een stuk van de tak te laten staan; het gebruik van wondbehandelingsmiddelen is overbodig;
- men verwijdert per snoeibeurt ten hoogste 1/5 van de takken van een boom en men neemt een verhouding kruin/stam in acht van 2/3 bij bomen in de jeugdgroei en van 3/2 bij oudere bomen;
- men verricht de onderhoudswerken in de periode van 1 november tot 1 maart;
- men verwijdert doorgaans het snoeihout en dan voor 15 maart;
- men kan een deel van het snoeihout ter plaatse op een stapel laten liggen als schuilplaats voor kleine dieren;
- men bemest de bomen niet;
- men behandelt de bomen niet met bestrijdingsmiddelen;
- men brandt de bomen niet.
De normale onderhoudswerkzaamheden voor knotbomen zijn:
- men zet de staken periodiek af onder een schuine hoek tot aan de stam (de knoest); de schuine hoek is van belang om het regenwater van het snijvlak af te voeren;
- de omlooptijd voor het afzetten van de staken bedraagt 4 tot 6 jaar;
- men verricht de onderhoudswerken in de periode van 1 november tot 1 maart;
- men verwijdert doorgaans het knothout en dan voor 15 maart;
- men kan een deel van het knothout ter plaatse op een stapel laten liggen als schuilplaats voor kleine dieren;
- men vervangt dode knotbomen in een rij en men kiest daarvoor doorgaans de soorten die al in de rij aanwezig zijn; de beste plantperiode is het najaar;
Men neemt hierbij een tak van een geknotte boom, zaagt hem af op 2,5 meter en duwt hem 60 cm in de grond; van de kant die in de grond terechtkomt, kan men wat reepjes bast verwijderen om de wortelvorming te stimuleren;
- men bemest de knotbomen niet;
- men behandelt de knotbomen niet met bestrijdingsmiddelen;
- men brandt de knotbomen niet.
Het normale onderhoud van heggen is gelijkaardig aan dat van houtkanten die spontaan uitgroeien:
- men dicht de gaten die bij het afsterven van het houtgewas ontstaan en men kiest daarvoor doorgaans de soorten die al in de heg aanwezig zijn;
- men bemest de heg niet;
- men behandelt de heg niet met bestrijdingsmiddelen;
- men brandt de heg niet.
Voor hagen zijn de volgende zaken bij het normale onderhoud van belang:
- men snoeit de haag jaarlijks of tweejaarlijks of men laat de haag spontaan uitgroeien tot een heg:
- als men snoeit, dan in de periode van 1 november tot 1 maart;
- men verwijdert het snoeisel vóór 15 maart;
- men dicht de gaten die bij het afsterven van het houtgewas ontstaan en men kiest daarvoor doorgaans de soorten die al in de haag aanwezig zijn;
- men bemest de haag niet;
- men behandelt de haag niet met bestrijdingsmiddelen;
- men brandt de haag niet.
1.2.12 Hoogstamboomgaarden
Wat ?
Hoogstamboomgaarden hebben naast hun functie voor de fruitproductie ook een landschappelijke betekenis ze vormen een leefgebied voor diverse organismen (slaap- en broedplaats voor vogels, schuil- en eetplaats voor
ongewervelden, foerageerplaats voor egel en wezel, enzovoort). In (oude) hoogstamboomgaarden groeien vaak ook bijzonder zeldzame fruitvariëteiten, die op het punt staan te verdwijnen en in de ondergroei van de hoogstammen handhaaft zich vaak een soortenrijke kruidenvegetatie.
De normale onderhoudswerken voor hoogstamboomgaarden zijn:
- men onderhoudt de fruitbomen door periodieke snoei (zomer en/of wintersnoei) en men laat eventueel een deel van het gesnoeide hout op een hoopje op het perceel liggen als schuil- en broedplaats voor dieren;
- men vervangt dode fruitbomen door nieuwe hoogstammen, waarbij men de aanplant tegen vraat beschermt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Art.3. Maakt het reglement bekend overeenkomstig artikel 186 en 187 van het gemeentedecreet.