Het decreet van 22 december 2017 over het decreet lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005 bepalen dat de lokale besturen hun meerjarenplannen minstens één keer per jaar moeten aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Dat betekent dat de besturen hun meerjarenplan 2020 - 2025 in de loop van 2023 dienen aan te passen om de kredieten van 2024 vast te stellen. Als nodig kunnen daarbij ook de kredieten voor 2023 en de volgende jaren aangepast worden.
De periode van het meerjarenplan blijft altijd de periode, vermeld in artikel 254, tweede lid, maar de financiële nota beschrijft altijd de financiële consequenties voor ten minste drie toekomstige boekjaren. Vandaar dat het meerjarenplan 2020 - 2025 wordt uitgebreid met het jaar 2026.
Overeenkomstig artikel 16 van het Besluit van de Vlaamse Regering over de BBC van de lokale besturen is een meerjarenplan (of de aanpassing ervan) in evenwicht als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1) het geraamde beschikbaar budgettair resultaat (BBR) is per boekjaar groter dan of gelijk aan nul;
2) de geraamde autofinancieringsmarge (AFM) van het laatste boekjaar van de periode van het meerjarenplan is groter dan of gelijk aan nul.
Aangezien het toestandsevenwicht, het BBR, per boekjaar groter dan of gelijk aan nul moet zijn, moet dit zowel voor 2023, 2024, 2025 als voor 2026 het geval zijn.
Het lange termijn evenwicht, de AFM, echter moet groter dan of gelijk zijn aan nul in het laatste boekjaar van de periode van het meerjarenplan. Gelet op het feit dat het huidige meerjarenplan loopt van 2020 tot en met 2025, betekent dit dat dit evenwicht bereikt moet worden in 2025. De autofinancieringsmarge mag dus in 2026 negatief zijn.
In het voorgelegde voorstel van meerjarenplanaanpassing is aan beide evenwichtsparameters voldaan.
Hiervoor verwijzen wij naar het bijgevoegde M2-schema 'Staat van het financieel evenwicht'. Voor de jaren 2023, 2024, 2025 en 2026 hebben wij een positief beschikbaar resultaat. Voor 2025 bedraagt de autofinancieringsmarge 1.642.130 EUR. Bovendien hebben wij ook in 2026 een positieve autofinancieringsmarge van 1.139.468 EUR. Dit betekent dat de volgende beleidsploeg marge heeft voor nieuwe initiatieven en investeringen.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Het provinciedecreet van 9 december 2005;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen;
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen den de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen;
De omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020 - 2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus;
De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020 - 2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus
De meerjarenplanaanpassing geeft de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties weer voor het extern en intern te voeren beleid. Verder bevat het eveneens de financiële vertaling hiervan en de weergave hoe het bestuur het financieel evenwicht zal bewaren. De meerjarenplanaanpassing van gemeente en OCMW vormt een geïntegreerd geheel. De kredieten (op een hoog niveau vastgesteld) zijn gekoppeld aan doelstellingen, actieplannen en acties.
Het vaststellen van de beleidsrapporten behoort tot de exclusieve bevoegdheid van de raad. Met de vaststelling van de meerjarenplanaanpassing geeft de raad toestemming aan het college/vast bureau om de opgenomen uitgaven en ontvangsten te verrichten.
De meerjarenplanaanpassing 2020-2025 voldoet aan de evenwichtsvoorwaarden gesteld in het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017. Het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief en de geraamde autofinancieringsmarge op het einde van de planningsperiode (d.i. 2025) is minstens gelijk aan nul.
De financiële implicaties volgen uit de bijgevoegde beleidsrapporten.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt zijn deel van het meerjarenplan 2020-2025: aanpassing 2023/1 vast en stelt tevens de kredieten voor 2024 vast.
Art. 2
De gemeenteraad keurt het deel van het meerjarenplan 2020-2025 - Aanpassing 2023/1 - deel OCMW, zoals vastgesteld door de OCMW-raad, goed.
Art. 3
Door deze vaststelling wordt de aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025 in zijn geheel definitief goedgekeurd en zijn tevens de kredieten voor 2024 vastgesteld.
Art. 4
Dit dossier is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, geregeld door het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.