De voorzitter opent de zitting op 27/12/2023 om 18:40.
De zitting wordt geschorst om 18u45 voor de start van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.
De zitting wordt hervat na afloop van de Raad voor Maatschappelijk welzijn om 19u17.
Raadslid Sarah Delanoeije stuurde op 5 december 2022 een schrijven waarin zij de tijdelijke verhindering van haar mandaat meldt. De onderbreking duurt t.e.m. 26 december 2023. Op 26 november 2023 ontving algemeen directeur een nieuw medisch attest met een verlenging tot en met 31 december 2024. Mevrouw Delanoeije is verhinderd vanaf de melding aan de gemeente wegens ziekte.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, art. 7 en art. 12-15 betreffende de tijdelijke verhindering van een raadslid.
Ordonnantie tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet van 17 juli 2020, art. 5 § 3 het gemeenteraadslid dat omwille van palliatief verlof of verlof voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek familielid tot en met de tweede graad of van een zwaar ziek gezinslid, gedurende minimaal twaalf weken niet aanwezig wenst te zijn op de vergaderingen van de gemeenteraad en vervangen wil worden. Zij richt daartoe aan het college van burgemeester en schepenen een schriftelijk verzoek, vergezeld van een verklaring op erewoord waarin het raadslid zich bereid verklaart om bijstand of verzorging te verlenen. De naam van de patiënt wordt niet vermeld.
De gemeenteraad dient kennis te nemen van de tijdelijke verhindering van het mandaat van raadslid Sarah Delanoeije.
Geen financiële gevolgen.
Enig artikel. De gemeenteraad neemt kennis van de tijdelijke verhindering tot en met 31 december 2024 van mevrouw Sarah Delanoeije.
Mevrouw Sarah Delanoeije stuurde op 5 december 2022 een schrijven aan de gemeente waarin zij de tijdelijke verhindering van haar mandaat meldt en op 26 november 2023 een verlenging wegens ziekte tot en met december 2024.
In gevolge de tijdelijke verhindering van raadslid Sarah Delanoeije wordt het tijdelijke mandaat van de heer Piet Ritzen als vervangend raadslid verlengd tot 31 december 2024.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, art. 7, art. 12-15 en art. 47, betreffende de verhindering als gemeenteraadslid.
Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet (LPKD) van 8 juli 2011 art. 8, 58 en 169, betreffende opvolgers in de gemeenteraad.
Meneer Piet Ritzen heeft de eed afgelegd als plaatsvervangend raadslid tijdens de gemeenteraad van 20 december 2022 en heeft sinds die datum onafgebroken zijn mandaat waargenomen
Geen financiële gevolgen.
Enig artikel. De gemeenteraad neemt kennis van de verlenging van het vervangend mandaat van Piet Ritzen tot en met 31 december 2024.
De notulen van de gemeenteraad op 28 november 2023 dienen goedgekeurd te worden.
De nieuwe gemeentewet;
Het decreet over het Lokaal Bestuur;
De gemeenteraad dient de notulen goed te keuren.
Enig artikel. De gemeenteraad keurt de notulen van 28 november 2023 goed.
Het Agentschap Opgroeien lanceerde op 15 december 2023 een oproep voor nieuwe subsidies kinderopvang. Daar lokale besturen een belangrijke adviesrol hebben, maakten we een reglement beoordelingscriteria voor advies van de gemeente Lubbeek in geval van uitbreidingsronde Agentschap Opgroeien op. Om in aanmerking te komen voor de nieuwe subsidies dient het reglement vastgelegd in december. De raad wordt gevraagd om bij hoogdringendheid de goedkeuring van het reglement toe te voegen aan de dagorde.
Tevens wordt aan de raad gevraagd om het besluit over het doven van de straatverlichting in navolging van de burgerbevraging toe te voegen aan de dagorde.
Enig artikel. Beslist de agendapunten "Reglement beoordelingscriteria voor advies van de gemeente Lubbeek in geval van uitbreidingsronde Agentschap Opgroeien" en "Doven straatverlichting - burgerbevraging en aanpassing brandregime" toe te voegen aan de dagorde.
De e-mail van het Agentschap Opgroeien d.d. 15 december 2023 in verband met de oproep voor nieuwe subsidies kinderopvang werd in bijlage toegevoegd, alsook het ontwerp van reglement beoordelingscriteria voor advies van de gemeente Lubbeek in geval van uitbreidingsronde Agentschap Opgroeien.
Daar lokale besturen een belangrijke adviesrol hebben, raadde VVSG ons aan om zo snel mogelijk en uiterlijk voor 22 december 2023 de criteria te publiceren op de gemeentelijke website. De communicatiedienst publiceerde het bijgevoegde ontwerp van reglement beoordelingscriteria voor advies van de gemeente Lubbeek in geval van uitbreidingsronde Agentschap Opgroeien op de website, na positief advies van het LOK en onder voorbehoud van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad.
VVSG gaf aan dat de oproepen voor organisatoren vertrokken op 15 december 2023.
Decreet lokaal bestuur
Oproep van het Agentschap Opgroeien d.d. 15 december 2023 in verband met nieuwe subsidies kinderopvang
Positief advies van het LOK d.d. 22 december 2023 met betrekking tot het bijgevoegde reglement beoordelingscriteria voor advies van de gemeente Lubbeek in geval van uitbreidingsronde Agentschap Opgroeien, onder voorbehoud van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad.
Op aangeven en met ondersteuning van VVSG maakte we het bijgevoegde reglement beoordelingscriteria voor advies van de gemeente Lubbeek in geval van uitbreidingsronde Agentschap Opgroeien op. Het LOK gaf een positief advies op 22 december 2023. Zoals aangegeven onder 'Feiten & context' werd het op 22 december 2023 gepubliceerd op de gemeentelijke website, onder voorbehoud van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad.
Er werd voorafgaand aan de zitting een amendement ingediend door Liesbeth Smeyers namens de Groen fractie:
Onder artikel 3.1.4 Van het voorgestelde reglement de zin "Dit betekent dat de vertegenwoordiger van de betrokken opvanglocatie minstens tijdens de helft van de vergadering, georganiseerd op jaarbasis, aanwezig moet zijn."
Vervangen door : Dit betekent dat de vertegenwoordiger van de betrokken opvanglocatie minimum 1 x / jaar deelneemt aan de vergaderingen van het LOK.
Het amendement wordt ter zitting door de indiener ingetrokken en wordt derhalve niet gestemd.
Artikel 1. Het reglement beoordelingscriteria voor advies van de gemeente Lubbeek in geval van uitbreidingsronde Agentschap Opgroeien goed te keuren.
Art. 2. Het reglement bekend te maken overeenkomstig de artikelen 285, 286, 287 en 288 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De afgelopen jaren is het organiseren van muziekevenementen in openlucht moeilijker geworden. In verschillende steden en gemeenten ziet men dergelijke evenementen, in het bijzonder deze georganiseerd door lokale verenigingen, verdwijnen omwille van de financiële haalbaarheid. Het organiseren van deze evenementen wordt alsmaar kapitaalintensiever. De kosten voor artiesten stijgen maar ook de kosten in de rand van de organisatie, zoals beveiliging, nemen toe. Ook in Lubbeek heeft het gemeentebestuur alarmerende signalen ontvangen van organistoren van dergelijke evenementen. Zonder tussenkomst van de gemeente dreigen de bestaande initiatieven te verdwijnen.
De gemeente Lubbeek is van oordeel dat muziekevenementen in openlucht, die georganiseerd worden door lokale verenigingen, ook in de toekomst moeten blijven doorgaan. Deze evenementen zijn belangrijk voor het sociale weefsel alsook de uitstraling van de gemeente.
Om een antwoord te bieden op de financiële uitdagingen van de organisatie wenst de gemeente een reglement in te voeren om gedurende twee jaar een financiële impuls te geven aan de muziekevenementen in openlucht die georganiseerd worden door lokale verenigingen. Er wordt aan de raad een reglement voor impulssubsidie voorgelegd dat zal ingaan op 1 januari 2024 en loopt tot en met 31 december 2025.
Decreet lokaal bestuur
De gemeente Lubbeek is van oordeel dat muziekevenementen in openlucht die georganiseerd worden door lokale verenigingen ook in de toekomst moeten blijven doorgaan. Deze evenementen zijn belangrijk voor het sociale weefsel alsook de uitstraling van de gemeente.
Er wordt aan de raad een reglement voorgelegd dat zal ingaan op 1 januari 2024 en loopt tot en 31 december 2025. Met dit reglement willen we onze muziekevenementen in openlucht ondersteunen. De impulssubsidie dient om de sterk stijgende organisatiekosten te ondervangen. We bouwen zo ook een financiële buffer in tegen de slechte weersomstandigheden.
Er kan een subsidie verkregen worden voor de organisatie van een:
Om gesubsidieerd te worden dienen minstens vier muziekgroepen en/of soloartiesten en/of DJ’s geprogrammeerd te worden waarvan minimum één Lubbeekse uitvoerder. Onder Lubbeekse uitvoerder wordt verstaan dat het minstens één van de groepsleden in Lubbeek gedomicilieerd is.
Openlucht wordt in dit evenement gedefinieerd als een evenement waarbij het publiek bij minstens deze vier artiesten/DJ’s in openlucht het optreden bijwonen (dus niet onder een tent of tijdelijke constructie).
Het evenement heeft op een bereik van minimaal 250 bezoekers per dag waarvoor subsidie aangevraagd wordt.
De activiteiten moeten plaats vinden op Lubbeeks grondgebied.
Elke aanvrager komt maximaal één keer per jaar in aanmerking voor een impulssubsidie.
De subsidie bedraagt maximaal €7000 per dag. De totale ondersteuning per aanvrager bedraagt jaarlijks maximum 21.000 euro.
Er werden voorafgaand aan de zitting acht amendementen ingediend:
Door Liesbeth Smeyers namens Groen en Open VLD:
Amendement 1: In artikel 5 de zin “Het aanvraagformulier wordt ingediend bij de jeugddienst” te vervangen door “Het aanvraagformulier wordt ingediend bij de dienst vrije tijd”
Amendement 2: In artikel 3 de zin “VZW’s die gekoppeld zijn aan erkende Lubbeekse jeugdverenigingen en die erkende Lubbeekse jeugdverenigingen als enige begunstigde hebben” vervangen door “VZW’s die gekoppeld zijn aan bovenstaande erkende Lubbeekse verenigingen en die deze erkende Lubbeekse verenigingen als enige begunstigde hebben”
Amendement 3: In artikel 5 de zin “Het verstrekken van onjuiste inlichtingen kan leiden tot het terugvorderen van reeds uitbetaalde toelagen en uitsluiting van verder gebruik van dit reglement” vervangen door ”Het verstrekken van onjuiste inlichtingen of het niet voldoen aan wet- of regelgeving kan leiden tot het terugvorderen van reeds uitbetaalde toelagen en uitsluiting van verder gebruik van dit reglement”
Door Pascale Alaerts namens Open VLD en Groen:
Amendement 4: De zin in artikel 1 “ Openlucht wordt in dit evenement gedefinieerd als een evenement waarbij het publiek bij minstens deze 4 artiesten/DJ’s in openlucht het optreden bijwonen ( dus niet onder een tent of tijdelijke constructie ) vervangen door "Openlucht wordt in dit evenement ( reglement ? ) gedefinieerd als een evenement waarbij het publiek bij minstens 4 artiesten/DJ’s in openlucht het optreden bijwonen. Met openlucht wordt bedoeld niet in gebouwen of andere vaste, permanente constructies."
Amendement 5: In artikel 1 de zin “ Het evenement heeft een bereik van minimaal 250 bezoekers per dag waarvoor de subsidie wordt aangevraagd “ vervangen door "Het evenement wordt dagelijks door minimaal 250 personen bezocht, indien voor die dag subsidies werden aangevraagd."
Amendement 6: De zin in artikel 2 “ Elke aanvrager komt maximaal één keer per jaar in aanmerking voor een impulssubsidie “ vervangen door "Elke aanvrager komt maximaal één keer in aanmerking voor een impulssubsidie wat hetzelfde festival betreft."
Amendement 7: In artikel 2 de zin “ De subsidie bedraagt maximaal 7000 euro per dag. De totale ondersteuning per aanvrager bedraagt jaarlijks maximum 21.000 euro “ vervangen door: De subsidie bedraagt maximaal €3.500 per dag. De totale ondersteuning per aanvrager bedraagt jaarlijks maximaal €10.000"
Amendement 8: In artikel 4 de zin “ Indien blijkt dat de werkelijke kosten lager liggen dan het uitbetaalde budget, de subsidie niet werd aangewend voor het doel waarvoor ze gegeven werd" aanvullen met "of één van de andere toekenningsvoorwaarden niet werd nagekomen, zal het saldo niet of slechts gedeeltelijk uitbetaald worden (...)"
Amendement 8 wordt door de indiener ingetrokken tijdens de zitting.
Amendementen 1 tot en met 3 worden tijdens de zitting door de indiener ingetrokken.
Tijdens de zitting wordt één gemeenschappelijk amendement ingediend door Groen, Open VLD, NVA en CD&V (bijlage amendement gezamenlijk) waarbij voorgesteld wordt om het volledige artikel 1 te vervangen door een bijgewerkt artikel 1.
Kredieten voor dit reglement werden voorzien in de meerjarenplanaanpassing 2023/01.
Artikel 1. Het (geamendeerd) subsidiereglement - Impulssubsidie muziekevenementen in openlucht - wordt als volgt goedgekeurd:
Artikel. 1: Doel van het reglement
Dit reglement voorziet in de ondersteuning van de gemeente Lubbeek aan muziekevenementen in openlucht.
Er kan een subsidie verkregen worden voor de organisatie van een:
- Muziekoptreden van meerdere livegroepen / soloartiesten
- Muziekfestivals met livegroepen / soloartiesten
- Openluchtfuif met meerdere DJ’s, al dan niet gecombineerd met een live optreden.
Om gesubsidieerd te worden dienen minstens vier muziekgroepen en/of soloartiesten en/of DJ’s geprogrammeerd te worden waarvan minimum één Lubbeekse uitvoerder. Onder Lubbeekse uitvoerder wordt verstaan dat minstens één van de groepsleden in Lubbeek gedomicilieerd is.
Openlucht wordt in dit reglement gedefinieerd als een evenement waarbij het publiek bij minstens deze vier artiesten/DJ’s hoofdzakelijk in openlucht het optreden bijwoont (dus niet onder een tent of tijdelijke constructie).
Het evenement heeft een bereik van minimaal 250 bezoekers per dag waarvoor subsidie aangevraagd wordt.
De activiteiten moeten plaats vinden op Lubbeeks grondgebied.
Het is een open activiteit. Dit wilt zeggen dat iedereen die dit wilt kan deelnemen, al dan niet na het betalen van inkomgeld.
De activiteit moet op zich bestaan. Activiteiten gekoppeld aan bvb eetfestijnen, manifestaties of een kamp kunnen niet gesubsidieerd worden. Activiteiten die op zichzelf staan en bvb na een gewone werkingsactiviteit georganiseerd worden voor het grote publiek wel.
Muziekevenementen die reeds via andere gemeentelijke diensten worden gesubsidieerd komen niet in aanmerking voor ondersteuning via dit reglement.
Art. 2: Aanvragers
Volgende organisatoren kunnen een aanvraag indienen:
- Erkende Lubbeekse jeugdverenigingen
- Erkende Lubbeekse socio-culturele verenigingen
- Erkende Lubbeekse sportverenigingen
- Erkende Lubbeekse seniorenverenigingen
- VZW’s die gekoppeld zijn aan erkende Lubbeekse verenigingen zoals hierboven gespecifieerd en die deze erkende Lubbeekse verenigingen als enige begunstigde hebben
Elke aanvrager komt maximaal één keer per jaar in aanmerking voor een impulssubsidie.
De subsidie bedraagt maximaal €7000 per dag. De totale ondersteuning per aanvrager bedraagt jaarlijks maximum 21.000 euro.
Art. 3: Subsidiebedragen en subsidiabele kosten
De aanvrager ontvangt 50% van de gemaakte kosten binnen de perken zoals vastgesteld in artikel 2.
Enkel de volgende uitgaven komen in aanmerking voor subsidie:
- Gages en boekingskosten van de muziekgroepen en soloartiesten.
- SABAM
- P/A-installatie en/of lichtinstallatie
- Verzekering
- Drukwerk
- Huur materialen (toog, tenten, ..)
- Kosten voor professionele beveiligingsfirma’s
Alle andere kosten zijn ten laste van de organisatoren.
Art. 4: Procedure
De aanvraag voor de ondersteuning van een festival kan ten vroegste acht maanden en ten laatste twee maanden voor het festival ingediend worden.
De aanvragers dienen alle gevraagde inlichtingen en documenten over te maken via een aanvraagformulier.
Dit omvat de identiteit van de aanvrager (naam en adres van de vereniging), samenstelling van het
bestuur/de tijdelijke vereniging, een omschrijving van het project, een raming van de
geplande uitgaven en inkomsten, rekeningnummer,…
Het aanvraagformulier wordt ingediend bij de dienst vrije tijd, Gellenberg 16, 3210 Lubbeek en wordt binnen de maand ter goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Na een gunstige beslissing wordt 50% van het subsidiebedrag overgemaakt aan de organisator. Één maand voor het evenement wordt een volgende 30% van de subsidiëring overgemaakt indien er voor de eerste 50% al kosten kunnen bewezen worden.
Vier weken na afloop van het evenement dient de organisator alle gemaakte uitgaven te bewijzen aan de hand van facturen of betalingsbewijzen. Vervolgens zal na goedkeuring van het college het saldo van 20% worden overgemaakt.
Indien blijkt dat de werkelijke kosten lager liggen dan het uitbetaalde budget, of de subsidie niet werd aangewend voor het doel waarvoor ze gegeven werd, of één van de andere toekenningsvoorwaarden niet werd nagekomen zal het saldo niet of slechts gedeeltelijk uitbetaald worden of zal het verschil teruggevorderd worden zoals voorzien in artikel 7 van de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanbesteding van sommige toelagen.
Het verstrekken van onjuiste inlichtingen of het niet voldoen aan wet- of regelgeving kan leiden tot het terugvorderen van reeds uitbetaalde toelagen en uitsluiting van verder gebruik van dit reglement.
Op al het promotiemateriaal moet de aanvrager het logo van de gemeente Lubbeek vermelden. Het te gebruiken logo wordt aangeleverd door de gemeente Lubbeek en mag niet bewerkt worden.
Op een A4-affiche heeft het logo een minimale oppervlakte van 5x5 cm
Op een A3-affiche heeft het logo een minimale oppervlakte van 7,5x 7,5 cm
Op een A2-affiche heeft het logo een minimale oppervlakte van 10 x 10 cm.
Als het evenement vlaggen hangt dient er ook een van de gemeente Lubbeek te hangen, als er gewerkt wordt met LED boardings dient het logo van de gemeente vermeld te worden.
De steun van de gemeente Lubbeek wordt ook vermeld in alle perscommunicatie.
Personeelsleden van de gemeente aangesteld door de algemeen directeur hebben te allen tijde gratis toegang tot het evenement ten einde controle uit te oefenen op de besteding van de subsidies.
De aanvrager stelt zich in regel met SABAM, billijke vergoeding (indien van toepassing) en alle andere noodzakelijke vergunningen.
Art. 5: periode
Dit reglement loopt van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025.
Art. 6: Geschillen
Bij eventuele geschillen is het college van burgemeester en schepenen bevoegd.
Art 2. Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2024 en is gelding tot en met 31 december 2025.
Art 3. Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285, 286, 287 en 288 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Op 17 oktober 2023 werd door het centraal kerkbestuur Lubbeek de jaarrekening 2022 van het bestuur van de eredienst Sint-Kwinten Linden, met een exploitatieoverschot van 8.236,35 EUR en een investeringsoverschot van 114.900,00 EUR, ingediend.
Decreet Lokaal Bestuur
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 54 en 55
Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 39 tot en met 43
Ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 1 tot en met 12
Uit het bewijsstuk van de kastoestand op 31 december 2022 en de bijgevoegde afdrukken van de rekeninguittreksels kan opgemaakt worden dat het resultaat van de jaarrekening correct is.
Artikel 1. De jaarrekening 2022 van de kerkfabriek Sint-Kwinten Linden wordt gunstig geadviseerd met volgende kerncijfers:
Exploitatie-ontvangsten: 6.464,85 EUR
Exploitatie-uitgaven: 28.937,77 EUR
Overboekingen: 0,00 EUR
Exploitatie eigen financieel boekjaar: -22.472,92 EUR
Overschot/tekort 2021: 6.897,83 EUR
Exploitatietoelage: 23.811,44 EUR
Overschot/tekort exploitatie: 8.236,35 EUR
Investeringsontvangsten: 0,00 EUR
Investeringsuitgaven: 0,00 EUR
Overboekingen: 0,00 EUR
Investeringen eigen financieel boekjaar: 0,00 EUR
Overschot/tekort 2021: 114.900,00 EUR
Overschot/tekort investeringen: 114.900,00 EUR
Art. 2. Kennis te geven van dit besluit aan de penningmeester van de kerkfabriek Sint-Kwinten Linden, het centraal kerkbestuur Lubbeek, het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
Op 17 oktober 2023 werd door het centraal kerkbestuur Lubbeek de jaarrekening 2022 van het bestuur van de eredienst Sint-Bernardus Lubbeek, met een exploitatieoverschot van 147.144,97 EUR en een investeringstekort van 93.509,70 EUR, ingediend.
Decreet Lokaal Bestuur
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 54 en 55
Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 39 tot en met 43
Ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 1 tot en met 12
Uit het bewijsstuk van de kastoestand op 31 december 2022 en de bijgevoegde afdrukken van de rekeninguittreksels kan opgemaakt worden dat het resultaat van de jaarrekening correct is.
Artikel 1. De jaarrekening 2022 van de kerkfabriek Sint-Bernardus Lubbeek wordt gunstig geadviseerd met volgende kerncijfers:
Exploitatie-ontvangsten: 18.860,67 EUR
Exploitatie-uitgaven: 13.760,16 EUR
Overboekingen: 0,00 EUR
Exploitatie eigen financieel boekjaar: 5.100,51 EUR
Overschot/tekort 2021: 82.659,57 EUR
Exploitatietoelage: 59.384,89 EUR
Overschot/tekort exploitatie: 147.144,97 EUR
Investeringsontvangsten: 0,00 EUR
Investeringsuitgaven: 12.500,00 EUR
Overboekingen: 0,00 EUR
Investeringen eigen financieel boekjaar: -12.500,00 EUR
Overschot/tekort 2021: -81.009,70 EUR
Overschot/tekort investeringen: -93.509,70 EUR
Art. 2. Kennis te geven van dit besluit aan de penningmeester van de kerkfabriek Sint-Bernardus Lubbeek, het centraal kerkbestuur Lubbeek, het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
Op 17 oktober 2023 werd door het centraal kerkbestuur Lubbeek de jaarrekening 2022 van het bestuur van de eredienst Sint-Martinus Lubbeek, met een exploitatieoverschot van 129.206,22 EUR en een investeringstekort van 71.572,95 EUR, ingediend.
Decreet Lokaal Bestuur
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 54 en 55
Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 39 tot en met 43
Ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 1 tot en met 12
Uit het bewijsstuk van de kastoestand op 31 december 2022 en de bijgevoegde afdrukken van de rekeninguittreksels kan opgemaakt worden dat het resultaat van de jaarrekening correct is.
Artikel 1. De jaarrekening 2022 van de kerkfabriek Sint-Martinus Lubbeek wordt gunstig geadviseerd met volgende kerncijfers:
Exploitatie-ontvangsten: 7.160,76 EUR
Exploitatie-uitgaven: 106.417,21 EUR
Overboekingen: 0,00 EUR
Exploitatie eigen financieel boekjaar: -99.256,45 EUR
Overschot/tekort 2021: 123.455,75 EUR
Exploitatietoelage: 105.006,92 EUR
Overschot/tekort exploitatie: 129.206,22 EUR
Investeringsontvangsten: 90.000,00 EUR
Investeringsuitgaven: 441.263,60 EUR
Overboekingen: 0,00 EUR
Investeringen eigen financieel boekjaar: -351.263,60 EUR
Overschot/tekort 2021: 279.690,65 EUR
Overschot/tekort investeringen: -71.572,95 EUR
Art. 2. Kennis te geven van dit besluit aan de penningmeester van de kerkfabriek Sint-Martinus Lubbeek, het centraal kerkbestuur Lubbeek, het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
Op 17 oktober 2023 werd door het centraal kerkbestuur Lubbeek de jaarrekening 2022 van het bestuur van de eredienst Sint-Jan-Baptist Binkom, met een exploitatieoverschot van 44.667,11 EUR en een investeringsoverschot van 7.309,76 EUR, ingediend.
Decreet Lokaal Bestuur
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 54 en 55
Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 39 tot en met 43
Ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 1 tot en met 12
Uit het bewijsstuk van de kastoestand op 31 december 2022 en de bijgevoegde afdrukken van de rekeninguittreksels kan opgemaakt worden dat het resultaat van de jaarrekening correct is.
Artikel 1. De jaarrekening 2022 van de kerkfabriek Sint-Jan-Baptist Binkom wordt gunstig geadviseerd met volgende kerncijfers:
Exploitatie-ontvangsten: 22.288,08 EUR
Exploitatie-uitgaven: 56.396,41 EUR
Overboekingen: 0,00 EUR
Exploitatie eigen financieel boekjaar: -34.108,33 EUR
Overschot/tekort 2021: 59.280,01 EUR
Exploitatietoelage: 19.495,43 EUR
Overschot/tekort exploitatie: 44.667,11 EUR
Investeringsontvangsten: 158.677,05 EUR
Investeringsuitgaven: 137.289,71 EUR
Overboekingen: 0,00 EUR
Investeringen eigen financieel boekjaar: 21.387,34 EUR
Overschot/tekort 2021: -14.077,58 EUR
Overschot/tekort investeringen: 7.309,76 EUR
Art. 2. Kennis te geven van dit besluit aan de penningmeester van de kerkfabriek Sint-Jan-Baptist Binkom, het centraal kerkbestuur Lubbeek, het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
Op 17 oktober 2023 werd door het centraal kerkbestuur Lubbeek de jaarrekening 2022 van het bestuur van de eredienst Sint-Pieter Pellenberg, met een exploitatieoverschot van 7.929,68 EUR en een investeringstekort van 1.883,25 EUR, ingediend.
Decreet Lokaal Bestuur
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 54 en 55
Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 39 tot en met 43
Ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 1 tot en met 12
Uit het bewijsstuk van de kastoestand op 31 december 2022 en de bijgevoegde afdrukken van de rekeninguittreksels kan opgemaakt worden dat het resultaat van de jaarrekening correct is.
Artikel 1. De jaarrekening 2022 van de kerkfabriek Sint-Pieter Pellenberg wordt gunstig geadviseerd met volgende kerncijfers:
Exploitatie-ontvangsten: 58.966,82 EUR
Exploitatie-uitgaven: 37.045,94 EUR
Overboekingen: -21.000,00 EUR
Exploitatie eigen financieel boekjaar: 920,88 EUR
Overschot/tekort 2021: 7.008,80 EUR
Exploitatietoelage: 0,00 EUR
Overschot/tekort exploitatie: 7.929,68 EUR
Investeringsontvangsten: 158.969,93 EUR
Investeringsuitgaven: 180.720,37 EUR
Overboekingen: 21.000,00 EUR
Investeringen eigen financieel boekjaar: -750,44 EUR
Overschot/tekort 2021: -1.132,81 EUR
Overschot/tekort investeringen: -1.883,25 EUR
Art. 2. Kennis te geven van dit besluit aan de penningmeester van de kerkfabriek Sint-Pieter Pellenberg, het centraal kerkbestuur Lubbeek, het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
Door het centraal kerkbestuur Lubbeek werd de budgetwijziging 2023, samen met het geactualiseerd meerjarenplan 2020-2025, van de kerkfabriek Sint-Martinus Lubbeek ingediend.
Decreet Lokaal Bestuur;
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48, gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012;
Het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van 5 september 2008 en 14 december 2012;
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst, gewijzigd bij besluit van 5 september 2008 en 12 februari 2013;
Beslissing van de gemeenteraad van 20 december 2022 waarbij akte genomen wordt van het budget 2023 van het kerkbestuur Sint-Martinus Lubbeek;
Artikel 1. De gemeenteraad neemt akte van de budgetwijziging 2023 van het kerkbestuur van Sint-Martinus Lubbeek en keurt het geactualiseerd meerjarenplan 2020-2025 goed.
Art. 2. Afschrift van huidig besluit te bezorgen aan het kerkbestuur Sint-Martinus Lubbeek, het centraal kerkbestuur Lubbeek, het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en de gouverneur van de provincie Vlaams Brabant.
Door het centraal kerkbestuur Lubbeek werd de budgetwijziging 2023, samen met het geactualiseerd meerjarenplan 2020-2025, van de kerkfabriek Sint-Jan-Baptist Binkom ingediend.
Decreet Lokaal Bestuur;
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48, gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012;
Het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van 5 september 2008 en 14 december 2012;
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst, gewijzigd bij besluit van 5 september 2008 en 12 februari 2013;
Beslissing van de gemeenteraad van 20 december 2022 waarbij akte genomen wordt van het budget 2023 van het kerkbestuur Sint-Jan-Baptist Binkom;
Artikel 1. De gemeenteraad neemt akte van de budgetwijziging 2023 van het kerkbestuur van Sint-Jan-Baptist Binkom en keurt het geactualiseerd meerjarenplan 2020-2025 goed.
Art. 2. Afschrift van huidig besluit te bezorgen aan het kerkbestuur Sint-Jan-Baptist Binkom, het centraal kerkbestuur Lubbeek, het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
Op 27 oktober 2023 werden door het centraal kerkbestuur Lubbeek de budgetten 2024 van de kerkfabrieken Sint-Kwinten Linden, Sint-Bernardus Lubbeek, Sint-Martinus Lubbeek, Sint-Jan-Baptist Binkom en Sint-Pieter Pellenberg ingediend.
Decreet Lokaal Bestuur;
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48, gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012;
Het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van 5 september 2008 en 14 december 2012;
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst, gewijzigd bij besluit van 5 september 2008 en 12 februari 2013;
Beslissing van de gemeenteraad van 22 oktober 2019 waarbij het meerjarenplan 2020-2025 goedgekeurd werd;
De gemeenteraad heeft in zitting van 22 oktober 2019 het meerjarenplan 2020-2025 van het kerkbestuur Sint-Kwinten Linden goedgekeurd.
Het ingediende budget 2024, samen met de beleidsnota budget 2024, van het kerkbestuur Sint-Kwinten Linden met een gemeentelijke exploitatietoelage van 26.452,92 EUR werd goedgekeurd in de vergadering van de kerkraad van 26 september 2023.
De gemeentelijke exploitatietoelage in het budget 2024 past binnen het voornoemde goedgekeurde meerjarenplan.
Artikel 1. De gemeenteraad neemt akte van het budget 2024 van het kerkbestuur van Sint-Kwinten Linden, met een gemeentelijke exploitatietoelage van 26.452,92 EUR.
Art.2. Afschrift van huidig besluit te bezorgen aan het kerkbestuur Sint-Kwinten Linden, het centraal kerkbestuur Lubbeek en het Aartsbisdom Mechelen-Brussel.
Op 27 oktober 2023 werden door het centraal kerkbestuur Lubbeek de budgetten 2024 van de kerkfabrieken Sint-Kwinten Linden, Sint-Bernardus Lubbeek, Sint-Martinus Lubbeek, Sint-Jan-Baptist Binkom en Sint-Pieter Pellenberg ingediend.
Decreet Lokaal Bestuur;
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48, gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012;
Het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van 5 september 2008 en 14 december 2012;
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst, gewijzigd bij besluit van 5 september 2008 en 12 februari 2013;
Beslissing van de gemeenteraad van 22 oktober 2019 waarbij het meerjarenplan 2020-2025 goedgekeurd werd;
Beslissing van de gemeenteraad van 20 december 2022 waarbij het geactualiseerd meerjarenplan 2020-2025 goedgekeurd werd;
De gemeenteraad heeft in zitting van 22 oktober 2019 het meerjarenplan 2020-2025 van het kerkbestuur Sint-Bernardus Lubbeek goedgekeurd.
De gemeenteraad heeft in zitting van 20 december 2022 het geactualiseerd meerjarenplan 2020-2025 van het kerkbestuur Sint-Bernardus Lubbeek goedgekeurd.
Het ingediende budget 2024, samen met de beleidsnota budget 2024, van het kerkbestuur Sint-Bernardus Lubbeek met een gemeentelijke exploitatietoelage van 0,00 EUR werd goedgekeurd in de vergadering van de kerkraad van 7 juli 2023.
De gemeentelijke exploitatietoelage in het budget 2024 past binnen het voornoemde goedgekeurde meerjarenplan.
Artikel 1. De gemeenteraad neemt akte van het budget 2024 van het kerkbestuur van Sint-Bernardus Lubbeek , met een gemeentelijke exploitatietoelage van 0,00 EUR.
Art.2. Afschrift van huidig besluit te bezorgen aan het kerkbestuur Sint-Bernardus Lubbeek, het centraal kerkbestuur Lubbeek en het Aartsbisdom Mechelen-Brussel.
Op 27 oktober 2023 werden door het centraal kerkbestuur Lubbeek de budgetten 2024 van de kerkfabrieken Sint-Kwinten Linden, Sint-Bernardus Lubbeek, Sint-Martinus Lubbeek, Sint-Jan-Baptist Binkom en Sint-Pieter Pellenberg ingediend.
Decreet Lokaal Bestuur;
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48, gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012;
Het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van 5 september 2008 en 14 december 2012;
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst, gewijzigd bij besluit van 5 september 2008 en 12 februari 2013;
Beslissing van de gemeenteraad van 22 oktober 2019 waarbij het meerjarenplan 2020-2025 goedgekeurd werd;
Beslissing van de gemeenteraad van 24 november 2020 waarbij de meerjarenplanwijziging 2020-2025 goedgekeurd werd;
Beslissing van de gemeenteraad van 28 december 2021 waarbij de meerjarenplanwijziging 2020-2025 goedgekeurd werd;
Beslissing van de gemeenteraad van 27 december 2023 waarbij de meerjarenplanwijziging 2020-2025 goedgekeurd werd;
De gemeenteraad heeft in zitting van 22 oktober 2019 het meerjarenplan 2020-2025 van het kerkbestuur Sint-Martinus Lubbeek goedgekeurd.
De gemeenteraad heeft in zitting van 24 november 2020, 28 december 2021 en 27 december 2023 de meerjarenplanwijziging 2020-2025 goedgekeurd.
Het ingediende budget 2024, samen met de beleidsnota budget 2024, van het kerkbestuur Sint-Martinus Lubbeek met een gemeentelijke exploitatietoelage van 153.396,45 EUR en een gemeentelijke investeringstoelage van 25.000,00 EUR werd goedgekeurd in de vergadering van de kerkraad van 28 september 2023.
De gemeentelijke exploitatietoelage in het budget 2024 past binnen het voornoemde goedgekeurde meerjarenplan.
Artikel 1. De gemeenteraad neemt akte van het budget 2024 van het kerkbestuur van Sint-Martinus Lubbeek , met een gemeentelijke exploitatietoelage van 153.396,45 EUR en een gemeentelijke investeringstoelage van 25.000,00 EUR.
Art.2. Afschrift van huidig besluit te bezorgen aan het kerkbestuur Sint-Martinus Lubbeek, het centraal kerkbestuur Lubbeek en het Aartsbisdom Mechelen-Brussel.
Op 27 oktober 2023 werden door het centraal kerkbestuur Lubbeek de budgetten 2024 van de kerkfabrieken Sint-Kwinten Linden, Sint-Bernardus Lubbeek, Sint-Martinus Lubbeek, Sint-Jan-Baptist Binkom en Sint-Pieter Pellenberg ingediend.
Decreet Lokaal Bestuur;
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48, gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012;
Het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van 5 september 2008 en 14 december 2012;
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst, gewijzigd bij besluit van 5 september 2008 en 12 februari 2013;
Beslissing van de gemeenteraad van 22 oktober 2019 waarbij het meerjarenplan 2020-2025 goedgekeurd werd;
Beslissing van de gemeenteraad van 27 december 2023 waarbij de meerjarenplanwijziging 2020-2025 goedgekeurd werd;
De gemeenteraad heeft in zitting van 22 oktober 2019 het meerjarenplan 2020-2025 van het kerkbestuur Sint-Jan-Baptist Binkom goedgekeurd.
De gemeenteraad heeft in zitting van 27 december 2023 de meerjarenplanwijziging 2020-2025 van het kerkbestuur Sint-Jan-Baptist Binkom goedgekeurd.
Het ingediende budget 2024, samen met de beleidsnota budget 2024, van het kerkbestuur Sint-Jan-Baptist Binkom met een gemeentelijke exploitatietoelage van 42.375,67 EUR werd goedgekeurd in de vergadering van de kerkraad van 2 oktober 2023.
De gemeentelijke exploitatietoelage in het budget 2024 past binnen het voornoemde goedgekeurde meerjarenplan.
Artikel 1. De gemeenteraad neemt akte van het budget 2024 van het kerkbestuur van Sint-Jan-Baptist Binkom, met een gemeentelijke exploitatietoelage van 42.375,67 EUR.
Art.2. Afschrift van huidig besluit te bezorgen aan het kerkbestuur Sint-Jan-Baptist Binkom, het centraal kerkbestuur Lubbeek en het Aartsbisdom Mechelen-Brussel.
Op 27 oktober 2023 werden door het centraal kerkbestuur Lubbeek de budgetten 2024 van de kerkfabrieken Sint-Kwinten Linden, Sint-Bernardus Lubbeek, Sint-Martinus Lubbeek, Sint-Jan-Baptist Binkom en Sint-Pieter Pellenberg ingediend.
Decreet Lokaal Bestuur;
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48, gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012;
Het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van 5 september 2008 en 14 december 2012;
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst, gewijzigd bij besluit van 5 september 2008 en 12 februari 2013;
Beslissing van de gemeenteraad van 22 oktober 2019 waarbij het meerjarenplan 2020-2025 goedgekeurd werd;
De gemeenteraad heeft in zitting van 22 oktober 2019 het meerjarenplan 2020-2025 van het kerkbestuur Sint-Pieter Pellenberg goedgekeurd.
Het ingediende budget 2024, samen met de beleidsnota budget 2024, van het kerkbestuur Sint-Pieter Pellenberg met een gemeentelijke exploitatietoelage van 3.083,56 EUR werd goedgekeurd in de vergadering van de kerkraad van 8 oktober 2023.
De gemeentelijke exploitatietoelage in het budget 2024 past binnen het voornoemde goedgekeurde meerjarenplan.
Artikel 1. De gemeenteraad neemt akte van het budget 2024 van het kerkbestuur van Sint-Pieter Pellenberg, met een gemeentelijke exploitatietoelage van 3.083,56 EUR.
Art.2. Afschrift van huidig besluit te bezorgen aan het kerkbestuur Sint-Pieter Pellenberg, het centraal kerkbestuur Lubbeek en het Aartsbisdom Mechelen-Brussel.
Op 27 oktober 2023 werd door het centraal kerkbestuur Lubbeek de coördinatie meerjarenplanwijzigingen ingediend.
Decreet Lokaal Bestuur
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 54 en 55
Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 39 tot en met 43
Ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 1 tot en met 12
Artikel 1. De gemeenteraad neemt akte van de ingediende coördinatie meerjarenplanwijzigingen 2020-2025 door het centraal kerkbestuur Lubbeek.
Art. 2. Afschrift van huidig besluit te bezorgen aan het centraal kerkbestuur Lubbeek en het Aartsbisdom Mechelen-Brussel.
Op 27 juni 2023 heeft de OCMW-raad de jaarrekening over het financiële boekjaar 2022 vastgesteld.
Op 27 juni 2023 heeft de gemeenteraad de jaarrekening over het financiële boekjaar 2022 vastgesteld.
Op 16 november 2023 heeft de gouverneur de jaarrekening over het financiële boekjaar 2022 goedgekeurd.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en in het bijzonder de artikelen 260 tot en met 262.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen, en in het bijzonder de artikelen 17 tot en met 26.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen, en in het bijzonder de artikelen 2 tot en met 4.
Enig artikel. De raden nemen kennis van het besluit van de gouverneur van 16 november 2023 waarbij de jaarrekening over het financiële boekjaar 2022 wordt goedgekeurd.
Het decreet van 22 december 2017 over het decreet lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005 bepalen dat de lokale besturen hun meerjarenplannen minstens één keer per jaar moeten aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Dat betekent dat de besturen hun meerjarenplan 2020 - 2025 in de loop van 2023 dienen aan te passen om de kredieten van 2024 vast te stellen. Als nodig kunnen daarbij ook de kredieten voor 2023 en de volgende jaren aangepast worden.
De periode van het meerjarenplan blijft altijd de periode, vermeld in artikel 254, tweede lid, maar de financiële nota beschrijft altijd de financiële consequenties voor ten minste drie toekomstige boekjaren. Vandaar dat het meerjarenplan 2020 - 2025 wordt uitgebreid met het jaar 2026.
Overeenkomstig artikel 16 van het Besluit van de Vlaamse Regering over de BBC van de lokale besturen is een meerjarenplan (of de aanpassing ervan) in evenwicht als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1) het geraamde beschikbaar budgettair resultaat (BBR) is per boekjaar groter dan of gelijk aan nul;
2) de geraamde autofinancieringsmarge (AFM) van het laatste boekjaar van de periode van het meerjarenplan is groter dan of gelijk aan nul.
Aangezien het toestandsevenwicht, het BBR, per boekjaar groter dan of gelijk aan nul moet zijn, moet dit zowel voor 2023, 2024, 2025 als voor 2026 het geval zijn.
Het lange termijn evenwicht, de AFM, echter moet groter dan of gelijk zijn aan nul in het laatste boekjaar van de periode van het meerjarenplan. Gelet op het feit dat het huidige meerjarenplan loopt van 2020 tot en met 2025, betekent dit dat dit evenwicht bereikt moet worden in 2025. De autofinancieringsmarge mag dus in 2026 negatief zijn.
In het voorgelegde voorstel van meerjarenplanaanpassing is aan beide evenwichtsparameters voldaan.
Hiervoor verwijzen wij naar het bijgevoegde M2-schema 'Staat van het financieel evenwicht'. Voor de jaren 2023, 2024, 2025 en 2026 hebben wij een positief beschikbaar resultaat. Voor 2025 bedraagt de autofinancieringsmarge 1.642.130 EUR. Bovendien hebben wij ook in 2026 een positieve autofinancieringsmarge van 1.139.468 EUR. Dit betekent dat de volgende beleidsploeg marge heeft voor nieuwe initiatieven en investeringen.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Het provinciedecreet van 9 december 2005;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen;
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen den de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen;
De omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020 - 2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus;
De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020 - 2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus
De meerjarenplanaanpassing geeft de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties weer voor het extern en intern te voeren beleid. Verder bevat het eveneens de financiële vertaling hiervan en de weergave hoe het bestuur het financieel evenwicht zal bewaren. De meerjarenplanaanpassing van gemeente en OCMW vormt een geïntegreerd geheel. De kredieten (op een hoog niveau vastgesteld) zijn gekoppeld aan doelstellingen, actieplannen en acties.
Het vaststellen van de beleidsrapporten behoort tot de exclusieve bevoegdheid van de raad. Met de vaststelling van de meerjarenplanaanpassing geeft de raad toestemming aan het college/vast bureau om de opgenomen uitgaven en ontvangsten te verrichten.
De meerjarenplanaanpassing 2020-2025 voldoet aan de evenwichtsvoorwaarden gesteld in het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017. Het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief en de geraamde autofinancieringsmarge op het einde van de planningsperiode (d.i. 2025) is minstens gelijk aan nul.
De financiële implicaties volgen uit de bijgevoegde beleidsrapporten.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt zijn deel van het meerjarenplan 2020-2025: aanpassing 2023/1 vast en stelt tevens de kredieten voor 2024 vast.
Art. 2
De gemeenteraad keurt het deel van het meerjarenplan 2020-2025 - Aanpassing 2023/1 - deel OCMW, zoals vastgesteld door de OCMW-raad, goed.
Art. 3
Door deze vaststelling wordt de aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025 in zijn geheel definitief goedgekeurd en zijn tevens de kredieten voor 2024 vastgesteld.
Art. 4
Dit dossier is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, geregeld door het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Voor het aanslagjaar 2024 worden er 614 gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven.
Artikel 464/1, 1° van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992;
Artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4 van het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit;
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van de belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente, gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven.
De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2024, onder beleidsitem 0020-00 en budgetrekening 7300000.
Artikel 1. Voor het aanslagjaar 2024 worden 614 gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven.
Art. 2. De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door de Vlaamse Belastingdienst.
Art. 3. Dit besluit af te kondigen en bekend te maken overeenkomstig het Vlaams Decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur.
Voor het aanslagjaar 2024 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
De belasting wordt vastgesteld op 7,5% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting gebeuren door het bestuur der directe belastingen, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Artikelen 464 tot en met 470/2 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992;
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van de inwoners van de gemeente, gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven.
De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2024, onder beleidsitem 0020-00 en budgetrekening 7301000.
Artikel 1. Voor het aanslagjaar 2024 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Art. 2. De belasting wordt vastgesteld op 7,5% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Art. 3. De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting gebeuren door het bestuur der directe belastingen, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Art. 4. Dit besluit af te kondigen en bekend te maken overeenkomstig het Vlaams Decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur.
Door de politiezone Lubbeek werd het bedrag van de gemeentelijke dotatie voor het dienstjaar 2024 medegedeeld.
De bijdrage werd berekend op basis van draagkracht en inwonersaantal en bedraagt 1.580.768,00 EUR.
Decreet Lokaal Bestuur;
Koninklijk besluit van 7 april 2005 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentenpolitiezone, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 augustus 2006, 29 juni 2008 en 8 maart 2009;
Artikel 1. De gemeenteraad keurt de dotatie voor het dienstjaar 2024 aan de politiezone Lubbeek, voor een bedrag van 1.580.768,00 EUR, goed.
Art. 2. De kredieten worden voorzien in het budget 2024 onder algemene rekening 6494000 - beleidsitem 0400-00.
Art. 3. Afschrift van huidige beslissing wordt verzonden aan de politiezone Lubbeek.
De begroting voor het dienstjaar 2024 van de hulpverleningszone Oost bevat de volgende gegevens betreffende de gemeentelijke dotatie 2024:
* exploitatietoelage bedraagt 687.359,00 EUR
* investeringstoelage bedraagt 64.485,00 EUR
Decreet Lokaal Bestuur;
De wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele bescherming, inzonderheid artikel 68;
De ministeriële omzendbrief van 14 augustus 2014 betreffende de gemeentelijke dotaties aan de hulpverleningszones - Criteria;
Artikel 1. De gemeenteraad neemt kennis van de bedragen, zoals opgenomen in de begroting dienstjaar 2024 van de hulpverleningszone Oost, van de gemeentelijke dotatie 2024 aan de hulpverleningszone Oost, namelijk 687.359,00 EUR als exploitatietoelage en 64.485,00 EUR als investeringstoelage.
Art. 2. De kredieten worden voorzien in het budget 2024 onder algemene rekening 6494000 en 6640000 - beleidsitem 0410-00.
Feiten en context
Elke leerling heeft recht op een inschrijving in de school of vestigingsplaats gekozen door zijn ouders. Het inschrijvingsrecht biedt een kader voor inschrijvingen in zeer uiteenlopende contexten: voor scholen gelegen binnen of buiten een LOP-gebied, met of zonder druk op de capaciteit.
Het inschrijvingsrecht maakt voor inschrijvingen voor schooljaar 2024-2025 een belangrijk onderscheid tussen scholen die niet willen kunnen weigeren op basis van capaciteit en scholen die wél willen kunnen weigeren omwille van capaciteit. Scholen die willen kunnen weigeren omwille van capaciteit, organiseren hun inschrijvingen via een aanmeldingsprocedure. Het schoolbestuur bepaalt uiterlijk op 15 februari van het voorafgaande schooljaar een capaciteit voor elke school en vestigingsplaats waarvoor het de inschrijvingen organiseert via een aanmeldingsprocedure. Daarnaast mag het schoolbestuur de capaciteit bepalen op het niveau van het kleuteronderwijs per geboortejaar en op het niveau van het lager onderwijs per leerjaar. Een inschrijving van een leerling in een school geldt voor de duur van de volledige schoolloopbaan in die school. Dit betekent dat ook de doorstroming van de kleuterschool naar de lagere school gegarandeerd moet zijn.
In GBS de STiP in Linden wordt er omwille van materiële en pedagogisch – didactische overwegingen een capaciteitsbepaling weerhouden.
Op de gemeenteraad van 20 december 2022 werd de capaciteit ( = het totaal aantal leerlingen dat een schoolbestuur per niveau ziet als het maximaal aantal leerlingen) voor de gemeentelijke basisschool de STiP te Linden als volgt bepaald en goedgekeurd:
Schooljaar 2023-2024
Totaal vestiging = 458 kinderen
Kleuterschool = 170 kleuters
Lagere school = 288 leerlingen
Voorstel is om deze capaciteit aan te houden en zeker niet te verhogen. Gezien de diversiteit in elke klasgroep en de zeer uiteenlopende noden is het tegenwoordig pedagogisch -didactisch een hele uitdaging voor één leerkracht om 24 leerlingen kwaliteitsvol onderwijs te bieden. Voor 24 leerlingen per klasgroep ontvangt de school ook voldoende subsidies om telkens 1 voltijdse leerkracht per klas aan te stellen.
De wijzigingen betreffen bijgevolg:
Onderstaand een overzicht:
Schooljaar 2024-2025
Totaal vestiging = 480 kinderen
Kleuterschool = 192 kleuters
Lagere school = 288 leerlingen
Decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 37/6/1 t.e.m. 37/70
Omzendbrief van 28 juni 2022: Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het gewoon basisonderwijs voor inschrijvingen voor het schooljaar 2023-2024 en volgende
Gemeenteraadsbeslissing van 12 december 2022: capaciteitsbepaling GBS de STiP Linden - inschrijvingen schooljaar 2023-2024
Schepencollegebeslissing van 20 november 2023: capaciteitsbepaling GBS de STiP Linden - digitale inschrijvingen schooljaar 2024-2025
Door op deze manier de capaciteit te bepalen kunnen de reeds ingeschreven leerlingen hun schoolloopbaan verder zetten in GBS de STiP Linden zonder in overcapaciteit te gaan. Verder wordt er nog de mogelijkheid geboden om nieuwe leerlingen in te schrijven. Door de aantallen op deze manier te bepalen voor schooljaar 2024-2025 houdt de school rekening met de budgettaire en infrastructurele mogelijkheden, de zorgnoden en met de pedagogische visie.
Geen financiële gevolgen
Artikel 1. De gemeenteraad bekrachtigt de capaciteitsbepaling van GBS de STiP Linden voor aanmeldingen en inschrijvingen voor schooljaar 2024-2025 zoals weergegeven in onderstaand overzicht:
Totaal vestiging = 480 kinderen
Kleuterschool = 192 kleuters
Lagere school = 288 leerlingen
Tijdens de energiecrisis van 2022 werd aan Fluvius gevraagd om op grondgebied van Lubbeek de straatverlichting te doven tussen 23u en 5u en dit op alle dagen van de week, behalve op vrijdag en zaterdag. Er zou een evaluatie volgen op het einde van 2023. Omdat de energieprijzen ondertussen terug gedaald zijn, is de financiële impact van de maatregel beperkt tot +-15000 euro per jaar. Daarnaast werd opgemerkt dat het thema van de straatverlichting bij de bevolking sterk leeft. Sommige burgers geven aan dat ze bij gedoofde straatverlichting een verhoogd onveiligheidsgevoel ervaren. Andere burgers geven dan weer aan dat ze tevreden zijn dat de verlichting niet langer onnodig brandt tijdens de nacht. Het schepencollege besloot een burgerbevraging te organiseren om een helder beeld te krijgen op het standpunt van de Lubbeekse bevolking. De bevraging vond plaats tijdens de tweede helft van november 2023.
Decreet Lokaal Bestuur
De burgerbevraging van november leverde 1660 antwoorden op:
- 33% van de burgers kiest ervoor dat de straatverlichting elke nacht de hele nacht blijft branden
- 49% kiest voor een regime waarbij de straatverlichting deels gedoofd wordt, behalve op vrijdag & zaterdag
- 22% kiest voor het doven van de verlichting tussen 23u en 5u
- 26% kiest voor het doven van de verlichting tussen 24u en 5u
- 18% kiest ervoor om de straatverlichting elke nacht de doven.
In het klimaatactieplan van de gemeente Lubbeek was reeds opgenomen dat de straatverlichting zou gedoofd worden 24u en 5u in het kader van de reductie van de CO2 uitstoot.
Artikel 1. De gemeenteraad neemt kennis van de resultaten van de burgerbevraging straatverlichting.
Art 2. De gemeenteraad vraagt aan Fluvius om het brandregime van de straatverlichting in Lubbeek aan te passen zodat de lichten voortaan gedoofd zijn tussen 24u en 5u en dit op alle dagen van de week, behalve op vrijdag en zaterdag, feestdagen en dagen voor een feestdag. Bij bijzondere gelegenheden en/of op aanvraag kan de burgemeester bij besluit beslissen om de verlichting op bijkomende dagen in het kader van de openbare veiligheid heel de nacht aan te laten.
De dienst Gemeentelijke Infrastructuur en Milieubescherming kreeg in 2022 in het kader van het procesbeheer van de gemeente, de opdracht om een procesbeschrijving op te stellen met verbetervoorstellen m.b.t. het afleveren van een subsidie voor de aanplanting en het beheer van kleine landschapselementen, verder KLE genoemd.
Deze verbetervoorstellen werden geïntegreerd in het bijhorende gemeentelijk subsidiereglement en aanvraagformulier. Het aanvraagformulier en het subsidiereglement werden voor een betere hanteer- en leesbaarheid uit elkaar gehaald.
Verbeteringen in het aanvraagformulier:
• Toevoeging: opvraging e-mailadres van de aanvrager;
• Dubbele omschrijvingen/herhalingen werden verwijderd;
• Omschrijvingen werden geactualiseerd.
Verbeteringen in het subsidiereglement:
• Herstructurering van de inhoud/opbouw naar analogie met andere (aangepaste) subsidiereglementen (werkingssubsidies sport, jeugd, cultuur, senioren, internationale samenwerking) van het lokaal bestuur;
• Wijziging validatie:
o Autorisatie door het college van burgemeester en schepenen wordt vervangen door een administratieve goedkeuring (ondertekening) van het positief verslag van Regionaal Landschap Noord-Hageland (RLNH), door het afdelingshoofd Leefomgeving of zijn/haar plaatsvervangers;
o Bijkomende controle ter plaatse en advies na vaststelling van het diensthoofd wordt geschrapt
• Digitalisering van de aanvraag en het klassement:
o Digitaal aanvraagformulier met verplichte velden beschikbaar op de website. Een kopie wordt automatisch verstuurd naar milieudienst en RLNH;
o Onderzoek van mogelijkheid tot digitaal klassement in de toekomst - volgens klasseringsregels van de archivaris
Wijzigingen in functie van de verbetering van de communicatie tussen de verschillende diensten en de aanvragers:
• De aanvrager wordt verwittigd of/wanneer de aanvraag volledig is en ontvankelijk wordt verklaard;
• De goedkeuring van de aanvraag wordt via mail verzonden in plaats van met de post;
• Terugkoppeling door de financiële dienst na uitbetaling.
• De gemeentelijke archivaris zal worden geraadpleegd met het doel de KLE-dossiers in de toekomst digitaal te klasseren.
De aanpassingen en verbeteringen in het aanvraagformulier en het subsidiereglement werden voor advies voorgelegd aan het Regionaal Landschap Noord Hageland (RLNH). Op basis van de feedback van RLNH werden nog enkele correcties en praktische aanpassingen aangebracht in de tekst.
RLNH gaf ook een update door van de opsomming van de kleine landschapselementen die in aanmerking komen voor subsidie.
Er wordt voorgesteld om een indexaanpassing toe te passen op de uit te betalen bedragen. De bedragen in het huidige KLE-reglement dateren van 2008 en werden nooit geïndexeerd:
Berekening en voorstel indexaanpassing op basis van de bedragen van 2008:
Overzicht van de vergoedingen. De uitgevoerde werken worden als volgt vergoed | Artikel 6. | ||||
Freq. | Eenheid | Bedrag 2008 | Bedrag 2023 | voorstel afronding | |
Index januari (ref. 2004 = 100) | 108,84 | 156,48 | |||
Indexaanpassing (2023/2008) | nvt | 1,438 | |||
Aanleg haag | eenmalig | per m | € 1,50 | € 2,16 | € 2,10 |
Onderhoud haag | 1*/jaar | per m | € 0,85 | € 1,22 | € 1,20 |
Aanleg heg | eenmalig | per m | € 1,00 | € 1,44 | € 1,10 |
Onderhoud heg | 1*/3jaar | per m | € 0,75 | € 1,08 | € 1,00 |
Aanleg houtkant | eenmalig | per m² | € 0,25 | € 0,36 | € 0,40 |
Onderhoud houtkant | 1*/7jaar | per m² | € 0,85 | € 1,22 | € 1,20 |
Aanleg bomenrij | eenmalig | per boom | € 8,00 | € 11,50 | € 11,50 |
Onderhoud knotbomenrij | 1*/5jaar | per boom | € 5,00 | € 7,19 | € 7,20 |
Aanleg poel (50-100m2) | eenmalig | per poel | € 275,00 | € 395,37 | € 395,00 |
Onderhoud poel (50-100m2) | 1*/3jaar | per poel | € 137,50 | € 197,68 | € 200,00 |
Aanleg poel (+ 100m2) | eenmalig | per poel | € 325,00 | € 467,25 | € 470,00 |
Onderhoud poel (+100m2) | 1*/3jaar | per poel | € 162,50 | € 233,63 | € 235,00 |
Aanleg boomgaard | eenmalig | per boom | € 8,00 | € 11,50 | € 11,50 |
Onderhoud boomgaard | 1*/jaar | per boom | € 3,00 | € 4,31 | € 4,30 |
Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd.
Decreet Lokaal Bestuur.
Het besluit van de gemeenteraad in zitting van 20 december 2007
Het besluit van de gemeenteraad in zitting van 26 februari 2014 :
Het besluit van de gemeenteraad van 28 april 2020:
De uitgave is voorzien in de meerjarenplanning 2020-2025 onder het budgetjaar 2024 en 2025:
Er wordt jaarlijks een minimaal budget voorzien dat tijdig kan worden aangepast, indien het voorziene budget ontoereikend zou zijn.
code |
2024/GBB/0530-00/6491000/Gemeente/CBS/IP-GEEN |
Omschrijving |
Toegestane werkingssubsidies aan gezinnen |
Actie |
GBB-Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling |
Beleidsitem |
0530- Land-, tuin- & bosbouw |
Algemene rekening |
6491000 - Toegestane werkingssubsidies aan gemeenten |
Investeringsproject |
Geen |
|
|
Raming uitgavekrediet |
€2.500,00 |
Beschikbaar krediet |
€2.500,00 |
Voorziene raming/kostprijs/… |
€ |
|
|
Geraamde inkomsten of subsidies in het budgetjaar |
|
|
|
Aannemer/Leverancier/Instantie |
|
|
|
code |
2025/GBB/0530-00/6491000/Gemeente/CBS/IP-GEEN |
Omschrijving |
Toegestane werkingssubsidies aan gezinnen |
Actie |
GBB-Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling |
Beleidsitem |
0530- Land-, tuin- & bosbouw |
Algemene rekening |
6491000 - Toegestane werkingssubsidies aan gemeenten |
Investeringsproject |
Geen |
|
|
Raming uitgavekrediet |
€2.500,00 |
Beschikbaar krediet |
€2.500,00 |
Voorziene raming/kostprijs/… |
€ |
|
|
Geraamde inkomsten of subsidies in het budgetjaar |
|
|
|
Aannemer/Leverancier/Instantie |
|
|
|
Uitbetaald bedrag in 2023:
code |
2023/GBB/0530-00/6491000/Gemeente/CBS/IP-GEEN |
Omschrijving |
Toegestane werkingssubsidies aan gezinnen |
Actie |
GBB-Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling |
Beleidsitem |
0530- Land-, tuin- & bosbouw |
Algemene rekening |
6491000 - Toegestane werkingssubsidies aan gemeenten |
Investeringsproject |
Geen |
|
|
Raming uitgavekrediet |
€2.500,00 |
Beschikbaar krediet |
€1.323,40 |
Vastlegging bedrag… |
€1.176,60 |
|
|
Geraamde inkomsten of subsidies in het budgetjaar |
|
|
|
Aannemer/Leverancier/Instantie |
|
|
|
Artikel 1. Heft het gemeentelijk subsidiereglement voor de aanplanting en het onderhoud van Kleine Landschapselementen (KLE) zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2020 op.
Art.2. Verleent goedkeuring aan het aangepast gemeentelijk subsidiereglement voor de aanplanting en onderhoud van Kleine Landschapselementen (KLE) en zijn bijlagen als volgt:
Gemeentelijk subsidiereglement voor de aanplanting en het onderhoud van kleine landschapselementen
Artikel 1. Toepassingsgebied
De bepalingen in dit reglement zijn van toepassing op alle personen die een aanvraag indienen voor de aanplanting en/of het onderhoud van kleine landschapselementen.
Voor de toepassing van dit subsidiereglement wordt voor kleine landschapselementen de definitie van het natuurdecreet gehanteerd, zijnde: kleine landschapselementen zijn lijn- of puntvormige elementen met inbegrip van de bijhorende vegetaties waarvan het uitzicht, de structuur of de aard al dan niet resultaat zijn van menselijk handelen, en die deel uitmaken van de natuur. Dit reglement beperkt zich tot: hagen, heggen, houtkanten, (knot)bomenrijen, poelen en hoogstamboomgaarden.
Artikel 2. Voorwaarden
1. Gelegen zijn binnen de grenzen van de gemeente.
2. Gelegen zijn binnen of grenzend aan het landelijk gebied , zoals op het gewestplan afgebakend is:
3. De te subsidiëren lijn- en strookvormige landschapselementen dienen te bestaan uit streekeigen soorten die in bijlage 2 vermeld zijn. De subsidie voor de aanplant kan enkel worden aangewend voor plantgoed.
4. De werken gebeuren conform het natuurdecreet en de Code van Goede Natuurpraktijk voor het wijzigen van vegetatie en kleine landschapselementen (zie ook bijlage 3).
5. De gesubsidieerde aanplanting/aanleg dient minimaal gedurende tien jaar integraal en intact op dezelfde plaats te blijven staan, tenzij een dwingende reden van overmacht de aanvrager tot verwijdering dwingt (v.b. openbare werken, onteigening, rampen,…). Het verplaatsen, vellen of rooien of definitief verwijderen van het gesubsidieerde plantsoen is niet toegestaan, tenzij de nodige vergunningen zijn afgeleverd.
6. Er kan in geen geval cumulatie van subsidies, losstaand van dit reglement, plaatsvinden.
7. Het kleine landschapselement waarop de aanvraag betrekking heeft, wordt vermeld in de lijst met definities in bijlage 1.
Daarnaast zijn er ook een aantal specifieke bepalingen, afhankelijk van het soort kleine landschapselement en of de aanvraag een aanplant, dan wel een onderhoud betreft:
§1 - Voor de aanplant van een haag.
De nieuwe haag:
- heeft een aaneengesloten lengte van minstens 25m;
- bevat minstens 4 planten per lopende meter;
- bestaat uit plantgoed dat beantwoordt aan de kwaliteitseisen gangbaar op de markt;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in de soortenlijst van bijlage 2.
§2 - Voor het onderhoud van een haag.
De bestaande haag:
- heeft een hoogte van min. 1,25m en een breedte van min. 0,25m en een aaneengesloten lengte van 25m;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in de soortenlijst van bijlage 2.
Het onderhoud gebeurt:
- minstens 1 keer per jaar, maximum 2 keer per jaar;
- in de periode van 1 september tot 1 maart;
- volgens de code van goede natuurpraktijk. Zie bijlage 3.
§3 - Voor de aanplant van een heg.
De nieuwe heg:
- heeft een aaneengesloten lengte van minstens 25m;
- bevat minstens 2 planten per lopende meter;
- bestaat uit plantgoed dat beantwoordt aan de kwaliteitseisen gangbaar op de markt;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in de soortenlijst van bijlage 2.
§4 - Voor het onderhoud van een heg.
De bestaande heg:
- heeft een hoogte van min. 2m, een breedte van min. 1m en een aaneengesloten lengte van 50m;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in de soortenlijst van bijlage 2.
Het onderhoud gebeurt:
- om de 3 tot max. 10 jaar;
- in de periode van 1 september tot 1 maart;
- volgens de code van goede natuurpraktijk. Zie bijlage 3.
§5 - Voor de aanplant van een houtkant.
Een nieuwe houtkant:
- heeft een aaneengesloten lengte van min. 25m en een breedte van min. 5m;
- gebeurt in driehoeksverband met minstens 3 planten per 2 m2;
- bestaat uit plantgoed dat beantwoordt aan de kwaliteitseisen gangbaar op de markt;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in de soortenlijst van bijlage 2.
§6 - Voor het onderhoud van een houtkant.
De bestaande houtkant:
- heeft een minimumleeftijd van 10 jaar;
- heeft een aaneengesloten lengte van min. 25m, een breedte van min. 5m en max. 10m;
- bevat minstens 2 planten per 3 m2;
- bestaat uit plantgoed dat beantwoordt aan de kwaliteitseisen gangbaar op de markt;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in soortenlijst van bijlage 2.
Het onderhoud gebeurt:
- om de 5 tot 20 jaar (afhankelijk van de soorten);
- in de periode van 1 november tot 1 maart, het takhout dient voor 15 maart verwijderd te worden;
- over een maximum aaneengesloten lengte van 50m en niet meer dan 1/3de - 1/4de van de totale lengte;
- volgens de code van goede natuurpraktijk. Zie bijlage 3.
§7 – Voor de aanplant van een bomenrij.
Een nieuwe bomenrij:
- bestaat uit min. 10 bomen. De afstand tussen 2 bomen bedraagt voor knotbomen min. 5m, voor hoogstambomen min. 8m;
- bestaat uit plantgoed met een minimum stamomtrek van 8 cm;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in de soortenlijst van bijlage 2.
§8 – Voor het onderhoud van een bomenrij. Enkel geldig voor knotbomenrijen.
Een bestaande knotbomenrij:
- heeft een minimumleeftijd van 5 jaar;
- telt min. 10 bomen;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in soortenlijst van bijlage 2.
Het onderhoud gebeurt:
- na de bladval tot 1 maart, het takhout dient voor 15 maart verwijderd te worden;
- 1ste 5 jaar: 2*/jaar: vormsnoei zowel in winter als zomer;
- niet bij vorst strenger dan 5°C;
- volgens de code van goede natuurpraktijk. Zie bijlage 3.
§9 – Voor de aanleg van een poel.
Een nieuwe poel:
- heeft een grootte tussen 50 en 200m2 en een diepte van minstens 1m en hoogstens 2m;
- heeft minstens 1 oever, zijnde de naar het zuiden gerichte oever die zacht glooiend is. De hellingsgraad is minder dan 15°;
- heeft als functie veedrenkplaats en/of amfibieënpoel. Er mag geen water uit de poel onttrokken worden voor andere doeleinden dan deze.
De aanleg gebeurt in de periode van 1 augustus tot 1 november.
Het uitzetten van watervogels en gelijk welke vissoort evenals het aanplanten van beplanting is verboden.
§10 - Het onderhoud van een poel.
Een bestaande poel:
- heeft een grootte tussen 50m en 200m en een diepte van minstens 1m en hoogstens 2m;
- behoudt zijn oorspronkelijk grootte en diepte na de ruimingswerken (slib en plantenafval).
Het onderhoud gebeurt:
- gespreid over 2 jaar;
- om de 3 tot 7 jaar;
- in de periode van 1 augustus tot 1 november;
- volgens de code van goede natuurpraktijk. Zie bijlage 3.
§11 – Voor de aanplant van een hoogstamboomgaard.
Een nieuwe hoogstamboomgaard:
- bestaat uit min. 5 bomen. De aangeraden plantafstand tussen 2 bomen bedraagt voor:
- kerselaars en notelaars: 12m
- appelaars: 10m
- perelaars: 8m
- pruimelaars en kriekelaars: 7m
- bestaat uit plantgoed met een minimum stamomtrek van 8/10 cm;
-bestaat uit plantgoed met een takvrije stam van minimum 180 cm;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in de soortenlijst van bijlage 2.
§12 – Voor het onderhoud van een hoogstamboomgaard.
Een bestaande hoogstamboomgaard:
- bestaat uit min. 6 bomen;
- bestaat uit plantgoed opgenomen in de soortenlijst van bijlage 2 (streekeigen, oude rassen)
Het onderhoud gebeurt:
- jaarlijks;
-met een winter- of zomersnoei;
- voor kerselaars en pruimelaars: in de periode van 1 juli tot 1 oktober, of vlak na de pluk;
- voor appelaars en perelaars: wintersnoei van 1 februari tot 1 maart; zomersnoei van half juli tot eind september;
- voor notelaars: in de periode van 1 juni tot 1 september (enkel dood hout uit boom halen);
- volgens de code van goede natuurpraktijk. Zie bijlage 3.
Artikel 3. Doelstellingen
Het stimuleren van het behoud en het aanplanten van inheemse kleine landschapselementen om de biodiversiteit in ons ecosysteem te bevorderen.
Artikel 4. Aanvraagprocedure
De aanvraag gebeurt in twee stappen en kan fysiek of digitaal ingediend worden. Aanvraagformulier één wordt voor de aanvang van de werken ingevuld en ingediend, per post ter attentie van de milieudienst, digitaal via e-mail naar milieudienst@lubbeek.be of via het e-formulier op de website. Deze aanvraag is vergezeld van het kadastraal plan met aanduiding van de plaats van aanplanting/aanleg/onderhoud. Dit kan verkregen worden bij het lokaal bestuur.
Aanvraagformulier twee wordt uiterlijk een maand na afronding van de werken bezorgd aan het lokaal bestuur.
Artikel 5. Controle
Het lokaal bestuur doet beroep op het Regionaal Landschap Noord Hageland voor de controle vóór (alleen voor nieuwe aanvragen) en na de werken.
Artikel 6. Te verdelen bedragen
Het aanplanten, de aanleg en het onderhoud van kleine landschapselementen wordt door het lokaal bestuur gesubsidieerd via de daartoe goedgekeurde kredieten. Het maximum totaalbedrag per jaar per aanvrager bedraagt 500 euro.
Aanleg haag |
eenmalig |
per m |
€ 2,10 |
Onderhoud haag |
1*/jaar |
per m |
€ 1,20 |
Aanleg heg |
eenmalig |
per m |
€ 1,10 |
Onderhoud heg |
1*/3jaar |
per m |
€ 1,00 |
Aanleg houtkant |
eenmalig |
per m² |
€ 0,40 |
Onderhoud houtkant |
1*/7jaar |
per m² |
€ 1,20 |
Aanleg bomenrij |
eenmalig |
per boom |
€ 11,50 |
Onderhoud knotbomenrij |
1*/5jaar |
per boom |
€ 7,20 |
Aanleg poel (50-100m2) |
eenmalig |
per poel |
€ 395,00 |
Onderhoud poel (50-100m2) |
1*/3jaar |
per poel |
€ 200,00 |
Aanleg poel (+ 100m2) |
eenmalig |
per poel |
€ 470,00 |
Onderhoud poel (+100m2) |
1*/3jaar |
per poel |
€ 235,00 |
Aanleg boomgaard |
eenmalig |
per boom |
€ 11,50 |
Onderhoud boomgaard |
1*/jaar |
per boom |
€ 4,30 |
Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd.
Wanneer autochtoon plantgoed (met certificaat) gebruikt wordt voor de aanplant, worden deze bedragen vermeerderd met 15%.
Artikel 7. Uitbetaling
De uitbetaling gebeurt na een positief advies van Regionaal Landschap Noord Hageland en autorisatie van het afdelingshoofd Leefomgeving of zijn/haar plaatsvervangers.
Aanvragen waarbij de aanplanting of het onderhoud uitgevoerd wordt na 15 oktober, zullen geregistreerd, behandeld en eventueel uitbetaald worden in het daaropvolgende jaar.
Wanneer de aanplanting gebeurt in onderling overleg tussen de eigenaars of vruchtgebruikers op de scheiding van twee percelen wordt de toelage verdeeld tussen beide eigenaars of vruchtgebruikers in verhouding tot de gedragen last. Indien de toelage moet verdeeld worden, dienen beide eigenaars of vruchtgebruikers afzonderlijk een aanvraag in waarin zij vermelden welk percentage van de subsidie aan beide aanvragers toekomt.
Artikel 8. Beroep
Alle betwistingen aangaande dit reglement worden beslecht door het lokaal bestuur op advies van het Regionaal Landschap Noord-Hageland vzw (RLNH vzw).
Artikel 9. Sancties
Indien bij controle frauduleuze praktijken worden vastgesteld, vervalt de gehele subsidie.
Artikel 10. Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op ……………………………………2024
Bijlage 1: definities
‘Haag’: een lijnvormige aanplanting waarin struweelsoorten overheersen. Een haag heeft een compacte structuur die bij normaal onderhoud door een periodieke snoei van minstens 1 keer per jaar in vorm wordt gehouden.
‘Heg’: een lijnvormige aanplanting waarin struweelsoorten overheersen die vrij mogen uitgroeien en dus maar weinig wordt gesnoeid.
‘Houtkant’: elke lijnvormige strook grond, inbegrepen taluds, welke met bomen, struiken en kruiden begroeid is. De exploitatie bestaat uit hakhoutbeheer, zijnde een periodiek kappen van houtige gewassen tot aan de grond. Door het natuurlijk opslagvermogen van bepaalde loofboomsoorten worden dan op de stoof nieuwe loten gevormd.
‘Bomenrij’: een opeenvolging of aaneenschakeling van vormen van dezelfde soort, grootte en leeftijd, die (meestal) in een rechte lijn is geplaatst of gerangschikt. Knotbomen vallen eveneens onder dezelfde definitie. De knotboom is het resultaat van een bijzondere snoeiwijze.
‘Poel’: stilstaande zoetwaterplas waarbij de watervoorziening verzekerd wordt door grondwater, kwelwater, bronwater, hellingswater, slootwater of hemelwater. De poel bevat het ganse jaar water, met uitzondering van lange droogteperiodes.
‘Hoogstamboomgaard’: een oppervlakte grond met daarin hoogstammige fruitbomen. Bij fruitbomen spreekt men van hoogstamfruitbomen als deze een takvrije stam hebben van minimum 180 cm.
Hoogstamboom: Onder hoogstammige bomen wordt verstaan houtachtige gewassen die van nature tot stand komen of door menselijke tussenkomst worden gekweekt. Er wordt algemeen aangenomen dat hoogstammige bomen tussen maaiveld en kruin minimum 3 meter afstand meten." (KB 16.12.1981 tot bepaling van de werken en handelingen die vrijgesteld zijn van het eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar).
Bijlage 2: Soortenlijst
Fruitbomen
Pruim
Belle de Louvain: middelmatig tot groot; blauw; zeer goede drager; rustieke boom
Reine Claude D’Ouillins: groot, rond; geel, sappig zoet, eerste kwaliteit; alle toepassingen; zeer krachtige en vruchtbare rustieke boom.
RC Crottée: middelmatig; geel-groen met rode stippen; zeer zoet buitengewoon aroma; allereerste kwaliteit; zwak tot variabel dragend.
Conducta (RC D’Althan): groot, rond; zeer mooi paars-rose; fijn, goudgeel, sappig, zoet vlees, zeer sterkgroeiend; zeer vruchtbaar; rustieke boom voor gunstige bodems.
Enkele Altesse: middelmatig tot klein; violet; geel-groen, sappig vlees van allereerste kwaliteit voor taarten en drogen; zeer vruchtbare, oude variëteit, aardt overal.
Dubbele Altesse: groot; blauw-zwart; vast, groen vlees, eerste kwaliteit; zeer vruchtbaar; rustieke boomgaardvariëteit
Drap d’Or Esperen: middelmatig dik; goudgeel; matig vast, geel vlees; eerste kwaliteit.
Palokes: allerkleinste, rond, blauw pruimpje; dubbel zo groot als de sleedoorn.
Kers
Bigareau Cardinaels: groot; bruin-rood;vast,sappig,knappend vlees; groeikrachtige,gezonde, rustieke oude boomgaardvariëteit
Hedelfinger Riesenkirsche: zeer groot ;donkerrood-zwart; zeer groeikrachtig en vruchtbaar; (foutief “Bruine Bigaro” genoemd); tamelijk bestand tegen barsten; goede handelsvariëteit
Appel
Dubbele Bellefleur: groot, geel-rood gestreept; vast, geel, matig sappig, aangenaam smakend. Groeikrachtige rustieke boomgaardvariëteit.
Keuleman: middelmatig hoog, groen-rood; vast; zuur, weinig sappig; keuken en sapbereiding; gezonde, groeikrachtige, rustieke boomgaardvariëteit
Dubbele sterappel: groot; karmijnrood met grijze stippen; wit vlees met pittig aroma; gezonde rustieke boomgaardvariëteit.
Jacques Lebel: groot; geel-groen; zacht wit vlees, saprijk, ideale compoteappel;
Gezonde en krachtige groeier, rustieke boomgaardvariëteit.
Grijze Reinette: middelmatig; grauw-bruin; sappig, zachtzuur, fijn aroma; krachtige gezonde, rustieke boomgaardvariëteit.
Transparante de Croncels: groot; geel met lichtrood; zeer sappig, eersteklasse fruit voor zijn periode, boomgaardvariëteit.
Gravensteiner: middelgroot; geel met rode strepen; vast,wit, sappig, fris, fijn aroma; goede groeier; rustieke boom.
Rabau: middelgroot; grijs-bruin; groenig vlees, zuurzoet, saprijk met aangenaam aroma; krachtige, weerstandbiedende, rustieke boom.
Eysdender Klumpke: middelmatig; groen-rood; vast, wit-groen, zoet-zuur vlees; groeikrachtige, gezonde, vruchtbare, rustieke boomgaardvariëteit.
Sterappel: middelgroot; karmijnrood met grijze stippen; wit-rood met uitzonderlijk aroma.
Kattekop (Calville de Saint-Sau): stevige calville, rustieke boomvariëteit uit Vlaanderen; gezonde, groeikrachtige, vruchtbare variëteit, grote vrucht.
Pomme de Rose: karmijnrode vrucht met grijze sterretjes; prachtig uitzicht; krachtige groei; mooie, rustieke kruinen; goed bewarend, vlug melig.
Peer
Dubbel Flip: groot; goed smeltend, sappig, aromatisch vlees; groeikrachtige, rustieke boomgaardvariëteit
Clapp’s Favourite: groot, citroengeel; fijn smeltend, goed zoet met aangename smaak
Comtesse de Paris: middelmatig dik; fijn sappig; goede wintervrucht, laat te plukken; middelmatige groeikracht, zeer vruchtbare rustieke boom.
Saint Remy: zeer dik; groen; wit zeer hard vlees; enorm bewaarvermogen, z.g. stoofpeer; goede dracht en groei; rustieke boom, voldoet zelfs op matige bodems.
Triomphe de Vienne: zeer groot, lang peervormig; geel-bruin; wit fijn, smeltend, zoet aroma; goede dracht en groei, voor alle vormen geschikt; eerste kwaliteit
Koolstok: allereerst rijpende variëteit, zeer mooi uitzicht doch weinig smaak; stevige, weinig eisende rustieke boomgaardvariëteit, piramedale kruin.
Legipont: middelmatig dik; groen – geel; fijn, zeer smeltend, sappig vlees; groeikrachtige, vruchtbare rustieke boomgaardvariëteit; piramedale kruin. 3
Marie Louise Delcourt: dik; smeltend; allereerste kwaliteit, vroege-goede opbrengst, windvast; zeer vruchtbare boom.
Calebasse Bosc: tamelijk groot, langgerokken; fijn, vast, sappig, zeer zoet, allereerste kwaliteit; voor alle vormen geschikt.
Triomphe de Jodoigne: zeer dik; smeltend; eerste kwaliteit; zeer sappig, zoet; vroege dracht; groeikrachtige en vruchtbare boom, warme standplaats.
Jefkenspeer: middelgroot; bruin; sappig, zoet; goede en regelmatige dracht; oude rustieke variëteit; windvast; sterke groei; schurftresistent.
Brabantse fruitbomen (lijst Nationale Boomgaardenstichting)
Batard |
Appel |
|
Peer |
Belle Fleur Large Mouche |
Appel |
Begijnpeer |
Peer |
Berglander |
Appel |
Beurré d' Amanlis |
Peer |
Bismarck |
Appel |
Beurré Diel |
Peer |
Blooskers |
Appel |
Beurré Giffard |
Peer |
Brabantse Bellefleur |
Appel |
Beurré Hardy |
Peer |
Bunting |
Appel |
Bonne Louise d'Avranches |
Peer |
Cooreman |
Appel |
Bruine Kriekpeer |
Peer |
Court Pendu Rosat |
Appel |
Calebasse à la Reine |
Peer |
Dijzelingen |
Appel |
Calebasse Bosc |
Peer |
Dubbele Bellefleur |
Appel |
Calebasse de Tirlemont |
Peer |
Eysdener Klumke |
Appel |
Canadapeer |
Peer |
Franse Bellefleur |
Appel |
Catilac |
Peer |
Franse Reinette |
Appel |
Claps Favourite |
Peer |
Grauweinigen |
Appel |
Comtesse de Paris |
Peer |
Gravensteiner |
Appel |
De Curé |
Peer |
Grijze Franse Reinette |
Appel |
Diksteel |
Peer |
Grijze winterreinette |
Appel |
Doyenne de Comice |
Peer |
Ijzerappel |
Appel |
Dubbel Flip |
Peer |
Jacques Lebel |
Appel |
Durondeau |
Peer |
Kattekop |
Appel |
Emile d'Heyst |
Peer |
Keïng |
Appel |
Franciscuspeer |
Peer |
Keuleman |
Appel |
Heerenpeer = Maagdenpeer |
Peer |
Klumpke |
Appel |
Jefkespeer |
Peer |
Newton Wonder |
Appel |
Kanapinpeer |
Peer |
Peerappel |
Appel |
Kattestaart |
Peer |
Pomme de Rose |
Appel |
Kerstdagpeer |
Peer |
Posson de France |
Appel |
Koolstok |
Peer |
Rabau |
Appel |
Légipont |
Peer |
Rambour d'Automne |
Appel |
Marie Louise d'Uccle |
Peer |
Rambour d'Hiver |
Appel |
Nec Plus Meuris |
Peer |
Reinette Baumann |
Appel |
Nouveau Poiteau |
Peer |
Reinette de France |
Appel |
Peersnoer |
Peer |
Reinette Descardre |
Appel |
Saint Remy |
Peer |
Reinette Dorée |
Appel |
Triomphe de Jodoigne |
Peer |
Reinette Hernaut |
Appel |
Williams Bon-Chrétien |
Peer |
Reinette Vurenveld |
Appel |
Williams Duchesse |
Peer |
Schone Van Boskoop |
Appel |
Winter of Bakpeer |
Peer |
Sletsing |
Appel |
Winterkeizerin |
Peer |
Snelappel |
Appel |
Zaanpeer |
Peer |
Speeckaert |
Appel |
Zomerkeizerin |
Peer |
Speelappel |
Appel |
Belle de Louvain |
Pruim |
Sterappel |
Appel |
Bleue de Belgique |
Pruim |
Streeping |
Appel |
Conducta |
Pruim |
Transparant Blanche |
Appel |
Dubbele bakpruim |
Pruim |
Transparant de Croncels |
Appel |
Enkele bakpruim |
Pruim |
Winterbanana |
Appel |
Mirabelle de Nancy |
Pruim |
Wittekens |
Appel |
Monsieur Hatif |
Pruim |
Bigarreau Esperen |
Kers |
Palokes |
Pruim |
Bigarreau Napoleon |
Kers |
Queen Victoria |
Pruim |
Bigarreau van Schrieck |
Kers |
Reine Claude crottée |
Pruim |
Brabanders |
Kers |
Kleine Waalse |
Kriek |
Hedelfinger |
Kers |
Noordkriek |
Kriek |
Lindekers |
Kers |
Schaarbeekse kriek |
Kriek |
Schneiders SpäteKnorpelkirsche |
Kers |
Reine Claude d'Oullins |
Pruim |
Zwarte Krakers |
Kers |
Sainte Catherine |
Pruim |
|
|
Washington |
Pruim |
Bijlage 3: Uittreksel uit de omzendbrief van het natuurdecreet : Definities en richtlijnen voor het beheer
Opschrift: Omzendbrief betreffende algemene maatregelen inzake natuurbehoud en wat de voorwaarden voor het wijzigen van vegetatie en kleine landschapselementen betreft volgens het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.
1.2.4 Poelen
Wat ?
Poelen zijn kleine, ondiepe watermassa's met weinig of geen stroming in het water. Ze zijn doorgaans ondiep en in tegenstelling tot de in 5.2.3 genoemde stilstaande waters kunnen waterplanten zich over de hele oppervlakte vestigen. De meeste poelen zijn door de mens gegraven of onder menselijke invloed ontstaan (veedrinkputten, bomkraters, uitgravingen, enzovoort). Dezelfde kenmerken als bij de andere stilstaande waters bepalen welke organismen in een poel kunnen voorkomen. In het bijzonder voor amfibieën zijn poelen van belang.
Voor het normale onderhoud van poelen gelden dezelfde doelstellingen en maatregelen als vermeld bij de stilstaande waters. Bijkomende normale onderhoudswerken zijn:
- als de verlanding al te ver is gevorderd, kan men de poel hergraven in het najaar (september-oktober), waarbij men een deel van de bestaande watervegetatie en de bestaande oevervegetatie spaart;
- de grazige begroeiing rond de poel maait men en voert men af in de late zomer of de vroege herfst; maait men vroeger, dan laat men het maaisel enkele dagen liggen vooraleer het af te voeren;
- het onderhoud van de moerassige begroeiing rond de poel voert men uit zoals weergegeven in het deel 'moerassen en waterrijke gebieden';
- als er veel poelen op een korte afstand van elkaar aanwezig zijn, kan men het onderhoud variëren en verschillende stadia in stand houden (permanent waterhoudende/ aan de rand droogvallende poel, beschaduwde/onbeschaduwde poel, kleine/grote poel, enzovoort);
- onder meer met het oog op de verbreidingsmogelijkheden voor amfibieën handhaaft men in de nabije omgeving van de poel een zo groot mogelijke oppervlakte (vochtig) grasland en zo veel mogelijk vochtige greppels, grachten, struiken, houtkanten en natte ruigtes.
1.2.10 Houtkanten, houtwallen, bomenrijen, heggen, hagen
Wat ?
Houtkanten, houtwallen, bomenrijen, heggen en hagen zijn lijnvormige begroeiingen met houtgewas. Ze doen gewoonlijk dienst als veekering, als windvanger, als perceelsscheiding of ze hebben een andere gebruiksfunctie.
Houtkanten groeien spontaan uit of worden periodiek als hakhout gekapt. Houtwallen zijn houtkanten die op een verhoogde plaats staan. Bomenrijen zijn meestal één, soms twee of drie bomen breed en staan gewoonlijk op regelmatige afstand van elkaar. Een bijzondere vorm van bomen, die vaak langs perceelsscheidingen of sloten staan, zijn knotbomen. Door het periodiek kappen van de takken op een bepaalde hoogte boven de grond, ontstaan knoesten waaruit telkens weer nieuwe takken groeien. Meestal gaat het om wilgen, soms om elzen, populieren, eiken of essen. Heggen en hagen zijn lijnvormige begroeiingen waarin struweelsoorten overheersen. Heggen groeien breed uit, hagen worden met een korte omlooptijd geschoren of geknipt. In heggen en hagen overheersen gewoonlijk doornstruiken, meestal meidoorn of sleedoorn.
Het normale onderhoud van houtkanten, houtwallen, bomenrijen, heggen en hagen is niet te intensief qua omlooptijd anders kan het houtgewas uitgeput geraken en afsterven.
Houtkanten die spontaan uitgroeien vergen weinig onderhoud:
- men dicht de gaten die bij het afsterven van het houtgewas ontstaan en men kiest daarvoor doorgaans de soorten die al in de houtkant aanwezig zijn; de beste plantperiode is het najaar;
- men bemest de houtkant niet;
- men behandelt de houtkant niet met bestrijdingsmiddelen;
- men laat de houtkant niet begrazen;
- men brandt de houtkant niet.
Bij het gebruik van een houtkant als hakhout is het zinvol dat te blijven doen.
De maatregelen van het normale onderhoud zijn:
- men zet de staken af tot aan de grond, waardoor het hakhout verjongt;
- houtkanten van ten minste 50 meter lang, zet men per kapbeurt voor ten hoogste 1/3de van de lengte af of men spreidt de kapbeurt over 3 opeenvolgende jaren;
- de omlooptijd voor het afzetten van de staken bedraagt 8 tot 10 jaar (voor elzen en wilgen) of tot 30 jaar (voor hardhoutsoorten);
- men verricht de onderhoudswerken in de periode van 1 november tot 1 maart;
- men verwijdert doorgaans het hakhout en dan voor 15 maart;
- men kan een deel van het hakhout ter plaatse op een stapel laten liggen als schuilplaats voor kleine dieren;
- men dicht de gaten die bij het afsterven van het houtgewas ontstaan en men kiest daarvoor doorgaans de soorten die al in de houtkant aanwezig zijn; de beste plantperiode is het najaar;
- men bemest de houtkant niet;
- men behandelt de houtkant niet met bestrijdingsmiddelen;
- men laat de houtkant niet begrazen;
- men brandt de houtkant niet.
Het normale onderhoud van houtwallen is gelijk aan dat van houtkanten.
Het normale onderhoud van bomenrijen, als het niet om knotbomen gaat, is het eventueel periodiek snoeien van de bomen. De volgende maatregelen zijn van belang:
- men snoeit de bomen op de grens tussen takkrans en tak, zonder de stam te beschadigen of een stuk van de tak te laten staan; het gebruik van wondbehandelingsmiddelen is overbodig;
- men verwijdert per snoeibeurt ten hoogste 1/5 van de takken van een boom en men neemt een verhouding kruin/stam in acht van 2/3 bij bomen in de jeugdgroei en van 3/2 bij oudere bomen;
- men verricht de onderhoudswerken in de periode van 1 november tot 1 maart;
- men verwijdert doorgaans het snoeihout en dan voor 15 maart;
- men kan een deel van het snoeihout ter plaatse op een stapel laten liggen als schuilplaats voor kleine dieren;
- men bemest de bomen niet;
- men behandelt de bomen niet met bestrijdingsmiddelen;
- men brandt de bomen niet.
De normale onderhoudswerkzaamheden voor knotbomen zijn:
- men zet de staken periodiek af onder een schuine hoek tot aan de stam (de knoest); de schuine hoek is van belang om het regenwater van het snijvlak af te voeren;
- de omlooptijd voor het afzetten van de staken bedraagt 4 tot 6 jaar;
- men verricht de onderhoudswerken in de periode van 1 november tot 1 maart;
- men verwijdert doorgaans het knothout en dan voor 15 maart;
- men kan een deel van het knothout ter plaatse op een stapel laten liggen als schuilplaats voor kleine dieren;
- men vervangt dode knotbomen in een rij en men kiest daarvoor doorgaans de soorten die al in de rij aanwezig zijn; de beste plantperiode is het najaar;
Men neemt hierbij een tak van een geknotte boom, zaagt hem af op 2,5 meter en duwt hem 60 cm in de grond; van de kant die in de grond terechtkomt, kan men wat reepjes bast verwijderen om de wortelvorming te stimuleren;
- men bemest de knotbomen niet;
- men behandelt de knotbomen niet met bestrijdingsmiddelen;
- men brandt de knotbomen niet.
Het normale onderhoud van heggen is gelijkaardig aan dat van houtkanten die spontaan uitgroeien:
- men dicht de gaten die bij het afsterven van het houtgewas ontstaan en men kiest daarvoor doorgaans de soorten die al in de heg aanwezig zijn;
- men bemest de heg niet;
- men behandelt de heg niet met bestrijdingsmiddelen;
- men brandt de heg niet.
Voor hagen zijn de volgende zaken bij het normale onderhoud van belang:
- men snoeit de haag jaarlijks of tweejaarlijks of men laat de haag spontaan uitgroeien tot een heg:
- als men snoeit, dan in de periode van 1 november tot 1 maart;
- men verwijdert het snoeisel vóór 15 maart;
- men dicht de gaten die bij het afsterven van het houtgewas ontstaan en men kiest daarvoor doorgaans de soorten die al in de haag aanwezig zijn;
- men bemest de haag niet;
- men behandelt de haag niet met bestrijdingsmiddelen;
- men brandt de haag niet.
1.2.12 Hoogstamboomgaarden
Wat ?
Hoogstamboomgaarden hebben naast hun functie voor de fruitproductie ook een landschappelijke betekenis ze vormen een leefgebied voor diverse organismen (slaap- en broedplaats voor vogels, schuil- en eetplaats voor
ongewervelden, foerageerplaats voor egel en wezel, enzovoort). In (oude) hoogstamboomgaarden groeien vaak ook bijzonder zeldzame fruitvariëteiten, die op het punt staan te verdwijnen en in de ondergroei van de hoogstammen handhaaft zich vaak een soortenrijke kruidenvegetatie.
De normale onderhoudswerken voor hoogstamboomgaarden zijn:
- men onderhoudt de fruitbomen door periodieke snoei (zomer en/of wintersnoei) en men laat eventueel een deel van het gesnoeide hout op een hoopje op het perceel liggen als schuil- en broedplaats voor dieren;
- men vervangt dode fruitbomen door nieuwe hoogstammen, waarbij men de aanplant tegen vraat beschermt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Art.3. Maakt het reglement bekend overeenkomstig artikel 186 en 187 van het gemeentedecreet.
De ontwerpopdracht voor de opdracht “School Kasteel de Maurissens - perceel 1 en 2” werd gegund aan INTERLEUVEN CVBA (Leuven).
In het kader van deze opdracht werd een bestek met nr. 320.105-1 opgesteld door de ontwerper.
Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 23 januari 2023 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “School Kasteel de Maurissens - perceel 1 en 2 - Perceel 1 (Ruwbouw-afbouw)” aan REYNDERS B & I nv (Houthalen-Helchteren) tegen het nagerekende en verbeterde offertebedrag van 5.448.340,94 euro (excl. btw) of 5.775.241,40 euro (incl. 6% btw).
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 320.105-1.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 15 mei 2023 goedkeuring aan de aanvangsdatum van deze opdracht, zijnde 12 juni 2023.
Situatieschets (Perceel 1 - Ruwbouw-afbouw) op 24 november 2023 over de geplande uitwerking van de achtergevel van de nieuwbouw school Pellenberg, na een overleg met de ontwerper Interleuven en de brandweer:
Naar aanleiding van het hoogteverschil achteraan (zie foto) is er gekeken om de branddeur die in de polyvalente ruimte lag te elimineren. Na overleg met Interleuven en de brandweer is er bevestigd dat deze niet noodzakelijk was daar er nog voldoende andere evacuatie mogelijkheden zijn. Door nu het raampartij door te trekken kan er onder het raam een volledige waterdichtingsslab voorzien worden om zo een betere waterdichting te garanderen. Door de eliminatie van de deur dienen er ook geen L-elementen geplaatst te worden om de doorgang naar het achterliggend pad te overbruggen.
Plannen en foto in bijlage.
Deze wijziging werd ter kennisname voorgelegd op 27 november 2023 maar vereist goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen.
Decreet Lokaal Bestuur
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
Koninklijk besluit van 14 februari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten Art. 38/1. Een wijziging mag zonder nieuwe plaatsingsprocedure worden doorgevoerd, voor door de oorspronkelijke opdrachtnemer te verrichten aanvullende werken, leveringen of diensten die noodzakelijk zijn geworden en die niet in de oorspronkelijke opdracht waren opgenomen, indien de verandering van opdrachtnemer:
De prijsverhoging die het gevolg is van de wijziging mag evenwel niet hoger zijn dan vijftig procent van de waarde van de oorspronkelijke opdracht. Indien er verscheidene opeenvolgende wijzigingen worden doorgevoerd, geldt deze beperking voor de waarde van elke wijziging. Dergelijke opeenvolgende wijzigingen mogen niet worden gebruikt om de wetgeving inzake overheidsopdrachten te omzeilen. Het onderhavige lid is niet van toepassing op de opdrachten die worden geplaatst door aanbestedende entiteiten die activiteiten uitoefenen in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten als bedoeld in titel III van de wet.
Voor de berekening van het in het tweede lid bedoelde bedrag wordt, voor zover de opdracht een indexeringsclausule bevat, de geactualiseerde waarde als referentiewaarde gehanteerd.
Het besluit van de gemeenteraad van 26 oktober 2016 :
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 18 april 2017 :
Het besluit van de gemeenteraad van 26 maart 2019 :
Het besluit van de gemeenteraad van 30 december 2019 :
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 14 april 2020 :
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 10 augustus 2020 :
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 3 november 2021:
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 27 december 2021:
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 3 januari 2022:
Het besluit van de gemeenteraad van 25 januari 2022:
Het besluit van de gemeenteraad van 28 juni 2022:
Het besluit van de gemeenteraad van 22 november 2022:
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 23 december 2022:
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 12 juni 2023:
De uitgaven werden voorzien in de meerjarenplanning 2020 - 2025.
code |
2023/2.1.1.01/0800-03/2210207/GEMEENTE/CBS/IP-003 |
Omschrijving |
gebouwen |
Actie |
2.1.1.01 |
Beleidsitem |
0800-03 |
Algemene rekening |
2210207 |
Investeringsenveloppe |
IP-003 |
|
|
Voorzien uitgavekrediet 2023 |
5.168.511,68 euro |
Beschikbaar krediet 2023 |
- 1.206.705,08 euro er werd reeds een budget van 6.000.000,00 euro vastgelegd voor de aannemer |
Uitgaven | Perceel 1: |
Voorzien uitgavekrediet 2024 |
5.134.705,00 euro |
Beschikbaar krediet 2024 |
5.134.705,00 euro |
Voorziene raming/kostprijs/… |
5.775.241,40 euro |
|
|
Geraamde inkomsten of subsidies in het budgetjaar |
|
|
|
Aannemer/Leverancier/Instantie |
Reynders B & I nv |
|
|
Visum
De financieel directeur verleende een gunstig visum af op 18 januari 2023.
Enig artikel. Bekrachtigt de goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen van 4 december 2023 over een aanpassing van de achtergevel van de nieuwbouw school Pellenberg, met name de eliminatie van de branddeur in de polyvalente ruimte omdat na overleg met de ontwerper Interleuven en de brandweer, werd vastgesteld dat:
De stuurgroep van de interlokale vereniging ‘Hartje Hageland WEST’ keurde in de zitting van 8 maart 2023 het jaarverslag van het werkingsjaar 2022 goed.
Het beheerscomité van de interlokale vereniging ‘Hartje Hageland’ keurde in de zitting van 19 juni 2023 het jaar- en financieel verslag van het werkingsjaar 2022 goed.
Het jaarverslag beschrijft de gerealiseerde activiteiten zoals opgenomen in het subsidiedossier van Wonen in Vlaanderen en het subsidiedossier van de provincie Vlaams-Brabant. Het financieel verslag geeft een overzicht van de inkomsten en uitgaven van het project.
Het decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur
Het besluit van de Vlaamse Codex Wonen 2021. Dit besluit regelt o.m. de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid
Het ministerieel besluit van 12 december 2019 houdende de toekenning van subsidies aan de interlokale vereniging ‘Hartje Hageland WEST’ voor de periode 2020-2025
Het provinciaal reglement voor het ondersteunen van projecten die het lokaal woonbeleid uitvoeren zoals bedoeld in het besluit van de Vlaamse Codex Wonen 2021
Het besluit van de bestendige deputatie van 24 juni 2021 houdende de toekenning van een subsidie aan Hartje Hageland WEST voor de uitvoering van een lokaal woonbeleid
De gemeenteraadsbeslissing van 25 juni 2019 betreffende de oprichting van de interlokale vereniging met statutaire draagkracht ‘Hartje Hageland WEST’ voor de vorming van een regionaal samenwerkingsverband inzake woonbeleid
Conform de statuten van het intergemeentelijk samenwerkingsverband ‘Hartje Hageland WEST’ dient de gemeenteraad het jaarverslag en het financieel verslag goed te keuren.
Wonen in Vlaanderen en de provincie Vlaams-Brabant evalueren jaarlijks de resultaten van de vooropgestelde doelstellingen. De evaluatie gebeurt aan de hand van het jaarverslag en de vergaderingen van de stuurgroep die door beiden worden bijgewoond. De evaluatienota van Wonen in Vlaanderen wordt mee in rekening gebracht bij de evaluatie door de provincie Vlaams Brabant.
Op 3 mei 2023 werd de evaluatienota d.d. 19 april 2023 van Wonen in Vlaanderen ontvangen. De basisactiviteiten en aanvullende activiteiten werden positief geëvalueerd. Dit betekent dat Wonen in Vlaanderen het voorziene subsidiebedrag volledig zal uitbetalen.
Op 30 augustus 2023 werd een mailbericht ontvangen van de provincie. De verantwoording van het werkingsjaar 2022 van het IGS Hartje Hageland WEST werd goed ontvangen en goedgekeurd door de provincie. Dit wil betekenen dat de doelstellingen werden behaald en dat er geen subsidies worden teruggevorderd.
Omdat alle doelstellingen werden behaald en hierdoor alle mogelijke subsidies werden ontvangen, kan het werkingsjaar 2022 met een positief saldo van 25.437.83 euro worden afgesloten.
Het beheerscomité van Hartje Hageland van 19 juni 2023 adviseert om het positief saldo bij te houden als reserve. Dit omwille van volgende redenen:
- De subsidies van de provincie en Wonen in Vlaanderen worden niet geïndexeerd.
- De subsidies worden slechts uitbetaald indien de doelstellingen gerealiseerd zijn. Het beheerscomité merkt op dat de subsidiërende overheden steeds hogere eisen stellen voor de realisaties van de doelstellingen. Door veranderende regelgeving zijn een aantal vooropgestelde doelen niet meer haalbaar. Vanaf 2023 zullen minder subsidies ontvangen worden bij Wonen in Vlaanderen.
- De inflatie van 2022 maakt dat de loonkosten en werkingskosten buitengewoon zijn gestegen. Ramingsbedragen voor 2023-2025 tonen dat het project Hartje Hageland een tekort zal hebben op de personeelsmiddelen (indexaties), waardoor de reserve nodig zal zijn om deze tekorten op te vangen.
Artikel 1. Het jaarverslag en het financieel verslag 2022 van het werkingsjaar 2022 van het IGS (intergemeentelijk samenwerkingsverband) Hartje Hageland West worden goedgekeurd.
Art. 2. De gemeenteraad gaat akkoord dat de financiële overschotten worden bijgehouden bij de projectvereniging, zodat deze kunnen ingezet worden om de loonkosten van het huidige personeelsbestand op te vangen in de komende werkingsjaren.
Jana Schobyn, Luka Duerinckx en Kwinten Verlaeckt, respectievelijk voorzitter, secretar¡s en penningmeester van Scouts & Gidsen St.-Kwinten Linden, Wolvendreef 3, 3210 Linden, hebben een officiële aanvraag tot de verwerving van een investeringssubsidie ingediend.
Het betreft een aanvraag voor het subsidiëren van de volgende werken:
- vervanging van de dubbele buitendeur aan de achterzijde van het gebouw;
- het gebouw opnieuw in overeenstemming brengen met de brandveiligheidsvoorschriften van het nieuwe Vlaamse logiedecreet;
- voorzien van een bijkomende bergingsruimte.
Het bedrag voor deze werken wordt geraamd op 29.928,57 euro (excl. BTW).
Voor de voorziene investering ten bedrage van 36.213,57 euro (incl. BTW) kan volgens Art. 6§2 van het "Reglement betreffende gewone onderhouds- en werkingskosten en investeringen aangaande plaatselijke jeugdwerkinitiatieven", een toelage van maximum 32.592,21 euro verkregen worden.
Decreet Lokaal Bestuur.
Betoelagingsreglement gewone onderhouds- & werkingskosten en investeringen aangaande plaatselijke jeugdwerkinitiatieven, goedgekeurd door de gemeenteraad van 27 augustus 2003, gewijzigd door de beslissingen van de gemeenteraad van 26 mei 2010 en 29 augustus 2012.
Beslissing van de gemeenteraad van 13 maart 1991: controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen en aangepast in de zitting van24 april 1991.
Brandveiligheid: het is opportuun om het gebouw in overeenstemming te brengen met de brandveiligheidsvoorschriften van het vernieuwde Vlaams logiedecreet, aangezien er heel wat jongerenactiviteiten en groepsovernachtingen plaatsvinden.
Onderhoud: aangezien de bouwaanvraag dateert van mei 2002, is het logisch dat het gebouw door het jarenlange intensieve gebruik hier en daar vormen van slijtage begint te vertonen. In het kader hiervan is de dubbele buitendeur aan de achterzijde van het gebouw dringend aan vervanging toe om de algemene veiligheid en toegankelijkheid van het gebouw verder te kunnen waarborgen.
Berging: de scoutsgroep investeert reeds jarenlang in de aankoop van duurzaam kampeermateriaal. Deze investering in materiaal resulteert echter in een structureel gebrek aan opbergruimte. Door de aankoop van een nieuwe opbergcontainer zou het materiaal droog en proper kunnen opgeborgen worden.
De uitgaven worden voorzien in het exploitatie- en investeringsbudget.
Actienummer |
GBB/2024 |
Beleidscode (omschrijving en nummer) | Infrastructuur en faciliteiten ten behoeve van kinderen en jongeren - 0752-00 |
Algemene rekening + omschrijving | 6640000 - Toegestane investeringssubsidies |
Bedrag uitgave inclusief BTW | maximum 90% van 36.213,57 euro |
Aannemer/leverancier/instantie | Toelage aan Scouts & Gidsen St.-Kwinten Linden |
Geraamde inkomsten of subsidies in het budgetjaar | - |
Enig artikel. Een investeringstoelage ten bedrage van 32.592,21 euro te voorzien in het meerjarenplan 2024 voor Scouts & Gidsen St.-Kwinten Linden, Wolvendreef 3, 3210 Linden voor het uitvoeren van volgende werken:
- vervanging van de dubbele buitendeur aan de achterzijde van het gebouw;
- het gebouw opnieuw in overeenstemming brengen met de brandveiligheidsvoorschriften van het nieuwe Vlaamse logiedecreet;
- voorzien van een bijkomende bergingsruimte.
Karel Ulrix, Noelys Spruyt en Tuur Gijsbers, respectievelijk voorzitter, secretar¡s en penningmeester van Chiro Crescendo Pellenberg, Ganzendries 5, 3212 Pellenberg, hebben een officiële aanvraag tot de verwerving van een investeringssubsidie voor het aanleggen van het buitenterrein voor de bovenvermelde jeugdvereniging ingediend.
Het bedrag voor het aanleggen van het terrein wordt geraamd op 19.627,00 euro (excl. BTW).
Voor de voorziene investering ten bedrage van 20.804,62 euro (incl. BTW) kan volgens Art. 6§2 van het "Reglement betreffende gewone onderhouds- en werkingskosten en investeringen aangaande plaatselijke jeugdwerkinitiatieven", een toelage van maximum 18.724,16 euro verkregen worden.
Decreet Lokaal Bestuur.
Betoelagingsreglement gewone onderhouds- & werkingskosten en investeringen aangaande plaatselijke jeugdwerkinitiatieven, goedgekeurd door de gemeenteraad van 27 augustus 2003, gewijzigd door de beslissingen van de gemeenteraad van 26 mei 2010 en 29 augustus 2012.
Beslissing van de gemeenteraad van 13 maart 1991 controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen en aangepast in de zitting van24 april 1991.
Het is opportuun om te investeren in een propere, hygiënische en veilige buitenomgeving waar de kinderen en jongeren veilig kunnen spelen en materiaal proper kan weggezet worden.
De uitgaven worden voorzien in het exploitatie- en investeringsbudget.
Actienummer |
GBB/2024 |
Beleidscode (omschrijving en nummer) | Infrastructuur en faciliteiten ten behoeve van kinderen en jongeren - 0752-00 |
Algemene rekening + omschrijving | 6640000 - Toegestane investeringssubsidies |
Bedrag uitgave inclusief BTW | maximum 90% van 20.804,62 euro |
Aannemer/leverancier/instantie | Toelage aan Chiro Crescendo Pellenberg |
Geraamde inkomsten of subsidies in het budgetjaar | - |
Enig artikel. Een investeringstoelage ten bedrage van 18.724,16 euro te voorzien in het meerjarenplan 2024 voor Chiro Crescendo Pellenberg, Ganzendries 5, 3212 Pellenberg, voor het aanleggen van het buitenterrein.
Historiek
1 Voorgeschiedenis
2. Motivatie behandeling buurtweg nr. 35 te Pellenberg
Het plan en schattingsverslag werden samengevoegd tot een dossier voor verlegging van Buurtweg 35 uit de Atlas der Buurtwegen van Pellenberg.
Door de wijziging van deze gemeentewegen zijn geen nutsleidingen die op private eigendommen zullen liggen.
3. Huidige toestand buurtweg nr. 35 te Pellenberg
4. Gewenste toestand buurtweg nr. 35 Pellenberg
5. Aftoetsen beslissing aan de artikels 3 en 4 van het gemeentedecreet
6. Overleg met met de eigenaars
Er werd met de betrokken eigenaars overlegd om tot een gedragen oplossing te komen.
Met brief dd. 19/9/2023 worden de eigenaars ingelicht over de concrete procedure en de berekening van meer- of minwaarde.
7. Voorlopige vaststelling door de gemeenteraad
Het Rooilijnplan i.v.m. de verlegging van buurtweg 35 te Pellenberg werd voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 september 2023
8. Advies/Openbaar onderzoek
-Artikel 17§2 van het decreet houdende de gemeentewegen legt een openbaar onderzoek van 30 dagen en bekendmaking op, nadat het ontwerp van grafisch plan tot afschaffing van een gemeenteweg voorlopig werd vastgesteld door de gemeenteraad.
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 02/10/2023 beslist om het openbaar onderzoek i.v.m. Rooilijnplan tot verlegging van Buurtweg 35 te Pellenberg te organiseren van 9 oktober 2023 tot en met 9 november 2023.
Het PV van sluiting vermeldt volgend bezwaarschrift:
Er werd geen bezwaar ingediend tegen de verlegging van buurtweg 35 te Pellenberg.
-Artikel 17§4 van het decreet houdende de gemeentewegen stelt dat de deputatie en het departement het gemeentebestuur binnen de termijn van het openbaar onderzoek een advies bezorgen over de overeenstemming van het ontwerp van grafisch plan met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4.
Er werd vanwege de Deputatie en het Departement geen advies ontvangen, zodat overeenkomstig artikel 17§4, tweede alinea, aan de adviesvereiste mag worden voorbij gegaan.
Definitieve vaststelling door de gemeenteraad
Artikel 17§5. De gemeenteraad stelt binnen de zestig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk grafisch plan definitief vast. Bij de definitieve vaststelling van het gemeentelijk grafisch plan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde gemeentelijk grafisch plan alleen wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op de bezwaren en opmerkingen die tijdens het openbaar onderzoek geformuleerd zijn, of eruit voortvloeien.
Beoordeling bezwaarschrift(en) en adviezen
Er werd geen bezwaarschrift ingediend.
De principes en doelstellingen die dienaangaande in het decreet gemeentewegen worden opgeworpen (artikels 3 en 4), zijn gerespecteerd bij de afschaffing van buurtweg 35 te Pellenberg.
Het Rooilijnplan tot verlegging van buurtweg 35 te Pellenberg en bijhorend schattingsverslag worden voor definitieve goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Het gemeentedecreet, meer bepaald artikel 43, dat de bevoegdheden van de gemeenteraad vastlegt.
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur
De wet op de buurtwegen van 10 april 1841 gewijzigd bij de wet van 20 mei 1863 en 9 augustus 1948. Deze wet is afgeschaft, maar de Atlassen der Buurtwegen werden als juridische basis behouden via artikel 85 van het decreet gemeentewegen.
Het besluit van de gemeenteraad van 30 april 2014 in verband met de goedkeuring van de dading met Dhr. Van Damme.
Het besluit van de gemeenteraad van 26 september 2018 in verband met de goedkeuring van het trage wegen actieplan
Het besluit van de deputatie van 10 januari 2019 in verband met de goedkeuring van het trage wegen actieplan
Het gemeentedecreet van 3 mei 2019 van kracht sinds 1 september 2019. De procedure voor de wijziging van gemeentewegen wordt geschreven in afdeling 2 ‘ procedurele bepalingen over gemeentelijke rooilijnplannen ‘ – de artikels 16 tot 19. Het toetsingskader of de algemene doelstellingen ter beoordeling van het voornemen om gemeentewegen te wijzigingen is opgenomen in artikels 3 en 4 van het decreet gemeentewegen.
Het besluit van de gemeenteraad van 26 september 2023 in verband met het Rooilijnplan tot gedeeltelijke verlegging van buurtweg 35 te Pellenberg - voorlopige vaststelling
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 02/10/2023 in verband met het Rooilijnplan tot gedeeltelijke verlegging van buurtweg 35 te Pellenberg - openbaar onderzoek van 9 oktober 2023 tot en met 9 november 2023
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 20 november 2023 in verband met PV van sluiting van het openbaar onderzoek betreffende het Rooilijnplan tot gedeeltelijke verlegging van buurtweg 35 te Pellenberg.
Argumentatie
Het trage wegen actieplan zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 september 2018 houdt een uitgebreid toetsingskader in. Daarenboven werd het plan van aanpak onderworpen aan een participatietraject zodat zowel aan de toenmalige adviesraden als aan de inwoners de kans tot inzage, bezwaar, advies en bijsturing werd gegeven. Het plan dan aanpak werd goedgekeurd en bekrachtigd door de deputatie.
Het trage wegen actieplan heeft een zeer grote synergie, zonder te beweren dat het dit vervangt met wat het decreet gemeentewegen beschrijft in hoofdstuk 2 ”gemeentelijk beleidskader en actieplannen”. Het decreet gemeentewegen werd van kracht nadat de gemeente Lubbeek het trage wegen actieplan goedkeurde (26 september 2018)
Voor de realisatie van het trage wegen actieplan en het nakomen van de verplichtingen uit de dading is het wenselijk dat een aantal gemeentewegen worden afgeschaft/verplaatst omdat het tracé zoals opgenomen in de Atlas der Buurtwegen niet (meer) overeenstemt met de ligging van de voetweg op het terrein.
Voetwegen die potentieel hebben om aan de huidige en toekomstige zachte mobiliteit te voldoen, worden bij voorkeur verlegd en op deze gedeeltelijk nieuwe locatie geopend zodat er duidelijkheid en juridische zekerheid voor alle betrokkenen ontstaat.
De gemeenteraad is van oordeel dat dit toetsingskader een correcte leidraad is ter beoordeling van dit dossier, meer bepaald ter beoordeling van het beleidskader zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van het decreet gemeentewegen.
Er werd geen bezwaar ingediend tijdens het openbaar onderzoek maandag 9 oktober 2023 tot en met donderdag 9 november 2023 i.v.m. de Rooilijnplan tot verlegging van buurtweg 35 te Pellenberg.
De principes en doelstellingen die dienaangaande in het decreet gemeentewegen worden opgeworpen (artikels 3 en 4), zijn gerespecteerd bij de verlegging van buurtweg 35 te Pellenberg. Het Rooilijnplan plan i.v.m. de verlegging van buurtweg 35 te Pellenberg en het bijhorend schattingsverslag kan definitief vastgesteld worden.
Argumentatie GWD art. 3 & 4
Of de opheffing van de voorgenoemde gemeenteweg rekening houdt met de principes zoals opgenomen in artikels 3 en 4 van het decreet gemeentewegen werd getoetst aan volgende criteria:
(art. 3, Gemeentewegendecreet)
We kiezen ervoor om de bestaande wegen zo veel mogelijk te behouden waar nodig is te verleggen en waar het niet langer mogelijk is af te schaffen.
Voor het eerste deel vanaf de Meistraat verleggen we de voetweg op de nu bestaande boswegen van het bos van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Voor het tweede deel verleggen we Voetweg 35 naast de rand van het bos en aan de rand van het agrarische gebied. Zo kan het waardevol agrarisch gebied maximaal gebruikt worden voor landbouw en ontzien we tegelijkertijd het bos. Het wandelnetwerk blijft intact.
(art. 4, Gemeentewegendecreet)
Algemeen belang
Bij de herwaardering van wegen opgenomen in de Atlas der Buurtwegen wil het bestuur planmatig en doordacht te werk gaan.
Een fijnmazig routenetwerk voor voetgangers is een cruciaal onderdeel van een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid. De herwaardering van deze voetweg komt tegemoet aan de behoefte van zachte mobiliteit.
Uitzondering: verplaatsing, wijziging of opheffing
Het verplaatsen van voetweg 35 zorgt ervoor dat de voorziene functies in de percelen ongehinderd kunnen worden uitgeoefend, wat niet onbelangrijk is in een landelijke gemeente als Lubbeek. Door het verplaatsen van de weg wordt wel een gelijkaardige verbinding voorzien.
Eigen gemeentelijk afwegingskader
Hoewel in het gemeentelijk actieplan voorzien was om trage weg 35 open te houden, achten wij het voorzien van een gelijkwaardige trage verbinding door de verlegging van de weg verenigbaar met de geest van dit plan.
Conclusie
Rekening houdend met de hierboven aangehaalde argumenten is het duidelijk dat de voorgestelde opheffing op zich een uitzonderingsmaatregel is die niet lichtzinnig wordt genomen.
De voorgestelde opheffing is niet strijdig met de doelstellingen en principes vermeld in artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen.
Er is geen vermogensaanwas of latente meerwaarde geschat. De financiële impact van dit dossier blijft beperkt tot de loutere dossierskosten voor de opmaak van het planmateriaal en het schattingsverslag.
Art.1. De gemeenteraad gaat definitief akkoord om voetweg 35 te Pellenberg, gelegen aan de Lostraat van Pellenberg, te verleggen langs de perceelgrenzen en op de weg door het bos van het Agentschap Natuur en Bos, zoals dit is weergegeven op het rooilijnplan tot verlegging van voetweg 35 te Pellenberg, opgemaakt door landmeter Geert Menten voor landmeterskantoor lntertopo, Halensebaan 688, 3290 Diest.
Art. 2. De gemeenteraad stelt het ontwerp van rooilijnplan tot verlegging van voetweg 35 te Pellenberg, opgesteld door landmeter Geert Menten, voor landmeterskantoor lntertopo, Halensebaan 688, 3290 Diest definitief vast.
Art. 3. De gemeenteraad stelt het schattingsverslag met de voorgestelde meer/minwaarde bij de verlegging voetweg 35 te Pellenberg, opgesteld door landmeter Rudi De Winter, voor landmeterskantoor Intertopo, Halensebaan 68B, 3290 Diest, definitief vast.
Art. 4. Het college wordt gelast met de uitvoering van dit besluit overeenkomstig art. 18 en 19 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.
Art. 5. Tegen deze beslissing kan binnen een termijn van 30 dagen een administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse overheid, overeenkomstig art. 24 en art. 25 van het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019.
Art. 6. Op onderhavig besluit zijn de bepalingen van het algemeen bestuurlijk toezicht, opgenomen in het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen van toepassing.
Historiek
1 Voorgeschiedenis
2. Motivatie behandeling buurtweg nr. 19 te Pellenberg
Buurtweg 19 te Pellenberg is opgenomen in de Atlas der Buurtwegen van Pellenberg.
3. Huidige toestand buurtweg nr. 19 te Pellenberg
4. Gewenste toestand buurtweg nr. 19 Pellenberg
Door de wijziging van deze gemeentewegen zijn geen nutsleidingen die op private eigendommen zullen liggen.
5. Aftoetsen beslissing aan de artikels 3 en 4 van het gemeentedecreet
6. Overleg met met de eigenaars
Er werd met de betrokken eigenaars overlegd om tot een gedragen oplossing te komen.
Met brief dd. 19/9/2023 worden de eigenaars ingelicht over de concrete procedure en de berekening van meer- of minwaarde.
7. Voorlopige vaststelling door de gemeenteraad
Het rooilijnplan i.v.m. de gedeeltelijk verplaatsing van buurtweg 19 te Pellenberg werd voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 september 2023
8. Advies/Openbaar onderzoek
-Artikel 17§2 van het decreet houdende de gemeentewegen legt een openbaar onderzoek van 30 dagen en bekendmaking op, nadat het ontwerp van rooilijnplan tot verplaatsing van een gemeenteweg voorlopig werd vastgesteld door de gemeenteraad.
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 02/10/2023 beslist om het openbaar onderzoek i.v.m. rooilijnplan tot gedeeltelijke verlegging van Buurtweg 19 te Pellenberg te organiseren van 9 oktober 2023 tot en met 9 november 2023.
Het PV van sluiting vermeldt geen bezwaarschrift:
Er werd geen bezwaar ingediend tegen de gedeeltelijke verlegging van buurtweg 19 te Pellenberg.
Artikel 17§4 van het decreet houdende de gemeentewegen stelt dat de deputatie en het departement het gemeentebestuur binnen de termijn van het openbaar onderzoek een advies bezorgen over de overeenstemming van het ontwerp van grafisch plan met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4.
Er werd vanwege de Deputatie en het Departement geen advies ontvangen, zodat overeenkomstig artikel 17§4, tweede alinea, aan de adviesvereiste mag worden voorbij gegaan.
Definitieve vaststelling door de gemeenteraad
Artikel 17§5. De gemeenteraad stelt binnen de zestig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk rooilijnplan definitief vast. Bij de definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde gemeentelijk rooilijnplan alleen wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op de bezwaren en opmerkingen die tijdens het openbaar onderzoek geformuleerd zijn, of eruit voortvloeien.
Beoordeling bezwaarschrift(en) en adviezen
Er werd geen bezwaarschrift ingediend.
De principes en doelstellingen die dienaangaande in het decreet gemeentewegen worden opgeworpen (artikels 3 en 4), zijn gerespecteerd bij de afschaffing van buurtweg 19 te Pellenberg.
Het Rooilijnplan tot gedeeltelijke verlegging van buurtweg 19 te Pellenberg en bijhorend schattingsverslag worden voor definitieve goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Het gemeentedecreet, meer bepaald artikel 43, dat de bevoegdheden van de gemeenteraad vastlegt.
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur
De wet op de buurtwegen van 10 april 1841 gewijzigd bij de wet van 20 mei 1863 en 9 augustus 1948. Deze wet is afgeschaft, maar de Atlassen der Buurtwegen werden als juridische basis behouden via artikel 85 van het decreet gemeentewegen.
Het besluit van de gemeenteraad van 30 april 2014 in verband met de goedkeuring van de dading met Dhr. Van Damme.
Het besluit van de gemeenteraad van 26 september 2018 in verband met de goedkeuring van het trage wegen actieplan
Het besluit van de deputatie van 10 januari 2019 in verband met de goedkeuring van het trage wegen actieplan
Het gemeentedecreet van 3 mei 2019 van kracht sinds 1 september 2019. De procedure voor de wijziging van gemeentewegen wordt geschreven in afdeling 2 ‘ procedurele bepalingen over gemeentelijke rooilijnplannen ‘ – de artikels 16 tot 19. Het toetsingskader of de algemene doelstellingen ter beoordeling van het voornemen om gemeentewegen te wijzigingen is opgenomen in artikels 3 en 4 van het decreet gemeentewegen.
Het besluit van de gemeenteraad van 26 september 2023 in verband met het Rooilijnplan tot gedeeltelijke verlegging van buurtweg 19 te Pellenberg - voorlopige vaststelling
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 2/10/2023 in verband met het Rooilijnplan tot gedeeltelijke verlegging van buurtweg 19 te Pellenberg - openbaar onderzoek van 9 oktober 2023 tot en met 9 november 2023
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 20 november 2023 in verband met PV van sluiting van het openbaar onderzoek betreffende het Rooilijnplan tot gedeeltelijke verlegging van buurtweg 19 te Pellenberg.
Er werd geen bezwaar ingediend tijdens het openbaar onderzoek maandag 9 oktober 2023 tot en met donderdag 9 november 2023 i.v.m. de Rooilijnplan tot Gedeeltelijk verplaatsen van buurtweg 19 te Pellenberg.
De principes en doelstellingen die dienaangaande in het decreet gemeentewegen worden opgeworpen (artikels 3 en 4), zijn gerespecteerd bij de gedeeltelijke verlegging van buurtweg 19 te Pellenberg. Het Rooilijnplan plan i.v.m. de gedeeltelijke verlegging van buurtweg 19 te Pellenberg en het bijhorend schattingsverslag kan definitief vastgesteld worden.
De eventuele vermogensaanwas of latente meerwaarde per perceel zoals geschat door landmeterskantoor Intertopo BVBA, Halensebaan 6B, 3290 Diest is beschreven in het bijgevoegde schattingsverslag.
De financiële impact van dit dossier ten laste van de gemeente blijft beperkt tot dossierkosten voor de opmaak van het planmateriaal en de opmaak van het schattingsverslag.
Artikel 1. Het ontwerp van rooilijnplan tot gedeeltelijke verlegging van buurtweg 19 te Pellenberg, opgesteld door Geert Menten, landmeter voor landmeterskantoor Intertopo BVBA, Halensebaan 6B, 3290 Diest, wordt definitief vastgesteld.
Art. 2. Akkoord te gaan om buurtweg 19 te Pellenberg gedeeltelijk te verleggen zoals aangeduid op het definitief Rooilijnplan.
Art. 3. Het schattingsverslag ter bepaling van de meer- of minderwaarde bij de gedeeltelijke verlegging van buurtweg 19 te Pellenberg, opgesteld door landmeter Rudi De Winter voor landmeterskantoor Intertopo BVBA, Halensebaan 6B, 3290 Diest wordt definitief vastgesteld.
Art. 4. Tegen deze beslissing kan binnen een termijn van 30 dagen een administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse overheid, overeenkomstig art.24 en art.25 van het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019.
Art. 5. Het college te gelasten met de uitvoering van dit besluit overeenkomstig art.18 en art.19 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 met de afhandeling van de gedeeltelijke verplaatsing van voetweg 19 te Pellenberg.
Art. 6. Op onderhavig besluit zijn de bepalingen van het algemeen bestuurlijk toezicht, opgenomen in het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen van toepassing.
Motivatie behandeling voetweg nr. 38 te Pellenberg
de gemeente Lubbeek neemt het initiatief om, met akkoord van de eigenaars het nodige afschaffingsdossier op te stellen
Huidige toestand van voetweg nr. 38 te Pellenberg
Voor het deel van voetweg 38 gelegen tussen de Lostraat en de Boschstraat in Bierbeek ligt de voetweg volgens de ligging van de Atlas der Buurtwegen op de kadastrale percelen: 167R, 138E, 139H, 140A, 163C, 141C, 141B, 141A, 143B, 143G, 162C, 162B, 159,156C, 144B, 153B, 151B, 144A, 147A. ln dit deel is de weg open en toegankelijk.
Voor het deel van voetweg 38 gelegen tussen de Lostraat en de Meistraat ligt de voetweg op de kadastrale percelen: 84N, 84C, 84D, 40N2 en verder in het openbaar domein tot aan de Meistraat. Deze voetweg wordt nu anders gebruikt dan hij getekend is in de Atlas der Buurtwegen. Op sommige delen is hij een beetje drassig.
Voetweg 38 in Pellenberg werd opgenomen in de dading met de heer Van Damme als te behandelen voetweg.
Voetweg 38 te Pellenberg werd opgenomen in het trage actieplan op de kaart categorie 1 (te behandelen voor 2025). ln het trage wegen actieplan werd voorgesteld om voetweg 38 deels te openen en deels af te schaffen.
Ruimtelijke kadering van de weg
Voetweg 38 in Pellenberg ligt volgens het origineel gewestplan Leuven (7/4/1977) in Landschappelijk waardevol agrarisch gebied (code 00-0901) en in natuurgebied (code 00_0701) voor het deel door het bos op de percelen van ANB.
Gewenste toestand van voetweg nr. 38 te Pellenberg
voor het deel van voetweg 38 gelegen tussen de Lostraat te Lubbeek en de Boschstraat in Bierbeek wordt de voetweg behouden op de kadastrale percelen 167R, 138E, 139H, 140A, 163C, 141C, 141B, 141A, 143B, 143G, 162C, L628,159, 156C, 144B, 153B, 1518, 144A, 147A.
Op de kadastrale percelen 159, 156C en 1538 wordt de voetweg gedeeltelijk afgeschaft (bouwperceel en afsluiting draad). Op het kadastraal perceel 144B wordt de voetweg gedeeltelijk geopend (landbouwperceel). Door de kleine wijziging van de voetweg tussen de Lostraat en de Boschstraat in Bierbeek toegankelijk.
Voor het deel van voetweg 38 gelegen tussen de Lostraat en de Meistraat blijft de voetweg op de huidige toestand behouden op de kadastrale percelen 84N, 84C en 84D. Op het kadastraal perceel 84N wordt de voetweg voor een klein deeltje verplaatst op hetzelfde perceel. De voetweg ligt volgens de Atlas in de gracht en wordt nu naast de gracht verplaatst. Op het perceel 40N 2 wordt de voetweg afgeschaft en wordt de voetweg deels geopend op het perceel 84D en op het openbaar domein.
Door de kleine wijziging aan dit deel van de blijft de verbinding tussen de Lostraat en de Meistraat toegankelijk.
Door de wijziging van deze gemeentewegen zijn geen nutsleidingen die op private eigendommen zullen liggen.
Procedure
Het rooilijnplan tot gedeeltelijke verplaatsing en versmalling van voetweg 38 te Pellenberg werd voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 september 2023.
Het openbaar onderzoek ging door van maandag 9 oktober 2023 tot en met donderdag 9 november 2023.
Er werd een PV van sluiting opgesteld op 9 november 2023. Er werden twee bezwaarschriften ingediend. De bezwaarindieners betwisten de ligging van voetweg 38 op hun perceel overeenkomstig het plan van landmeterskantoor Intertopo. Daarnaast waren er nog bezwaren in verband met de visualisering en het gebruik van de trage weg. Deze punten worden hier overgenomen, besproken en weerlegd.
Er werd vanwege de Deputatie en het Departement geen advies ontvangen, zodat overeenkomstig artikel 17§4, aan de adviesvereiste mag worden voorbijgegaan.
Artikel 17§5 stelt dat de gemeenteraad binnen de zestig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk grafisch plan definitief vaststelt. Bij de definitieve vaststelling van het plan kunnen ten opzicht van het voorlopig vastgestelde plan alleen wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op de bezwaren en opmerkingen die tijdens het openbaar onderzoek geformuleerd zijn, of eruit voortvloeien.
Het gemeentedecreet, meer bepaald artikel 43, dat de bevoegdheden van de gemeenteraad vastlegt
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur
De wet op de buurtwegen van 10 april 1841 gewijzigd bij de wet van 20 mei 1863 en 9 augustus 1948. Deze wet is afgeschaft, maar de Atlassen der Buurtwegen werden als juridische basis behouden via artikel 85 van het decreet gemeentewegen
Het besluit van de gemeenteraad van 30 april 2014 in verband met de goedkeuring van de dading met Dhr. Van Damme
Het besluit van de gemeenteraad van 26 september 2018 in verband met de goedkeuring van het trage wegen actieplan
Het besluit van de deputatie van 10 januari 2019 in verband met de goedkeuring van het trage wegen actieplan
Het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 van kracht sinds 1 september 2019. De procedure voor de wijziging van gemeentewegen wordt geschreven in afdeling 2 'procedurele bepalingen over gemeentelijke rooilijnplannen' - de artikels 16 tot 19. Het toetsingskader of de algemene doelstellingen ter beoordeling van het voornemen om gemeentewegen te wijzigen is opgenomen in artikels 3 en 4 van het decreet gemeentewegen
Het besluit van de gemeenteraad van 26 september 2023 i.v.m. voetweg 38 - rooilijnplan tot gedeeltelijke verplaatsing en versmalling van voetweg 38 te Pellenberg - voorlopige vaststelling
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 2/10/2023 in verband met voetweg 38 - rooilijnplan tot gedeeltelijke verplaatsing en versmalling van voetweg 38 te Pellenberg - openbaar onderzoek van 9 oktober 2023 tot en met 9 november 2023
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 20 november 2023 in verband met PV van sluiting van het openbaar onderzoek betreffende het rooilijnplan tot gedeeltelijke verplaatsing en versmalling van voetweg 38 te Pellenberg.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 18 december 2023 in verband met de weerlegging van de bezwaren betreffende het rooilijnplan tot gedeeltelijke verplaatsing en versmalling van voetweg 38 te Pellenberg.
Een bezwaarindiener meldt dat hij akkoord kan gaan met het plan wanneer:
- iedere betrokken eigenaar akkoord gaat
In deze procedure werden de eigenaars aangeschreven met de expliciete vraag om een schriftelijk akkoord. Hier kregen wij van 2 percelen de expliciete goedkeuring.
Vervolgens kwam het openbaar onderzoek wat ook kenbaar gemaakt werd via aangetekende brieven aan de betrokken eigenaars. Zij kregen de kans om bezwaar aan te tekenen. Wij gaan ervan uit dat eigenaars die geen expliciete goedkeuring gaven, maar ook geen bezwaar indienen, impliciet akkoord gaan met de regeling.
- de grenspalen op en langs de voetweg zichtbaar gemaakt worden en dat verdwenen/beschadigde palen vervangen worden.
De grenspalen duiden een eigendom aan. Het bevestigen van een trage weg wijzigt niets aan de eigendomssituatie.
- er een duidelijke bewegwijzering komt bij elke richtingsverandering van de voetweg.
Dit om te voorkomen dat gebruikers van de voetweg door de landbouwteelten lopen of rijden. Er zijn zelfs mensen die over mijn erf lopen richting Langelostraat. Ik heb dit proberen te verhinderen door een afspanning te plaatsen maar men blijft er overheen klauteren zelfs met rugzak. Als mijn tarwe of gerst 20 cm hoog staat, is dat voor sommigen een prachtig grasland om in te spelen al dan niet met de honden. Anderen lopen gewoon azimut (de kortste weg in rechte lijn) door mijn gewassen. Als je dan vraagt om uit de teelt te komen begint men te schelden, te dreigen met politie, enz.
We begrijpen dat dit uiterst vervelend en ongewenst gedrag is, dat we zeker niet wensen te stimuleren. Op de voorstellen die de bezwaarindiener doet, kunnen we niet allemaal ingaan. Hieronder lijsten we op wat we als gemeente wél doen hiervoor.
Voor de bebording van de trage wegen heeft de gemeente Lubbeek ingetekend op het aanbod van de provincie Vlaams-Brabant. Een keer per jaar (augustus-september) kunnen wij nieuwe borden bestellen voor de wegen die recent goedgekeurd zijn. Deze borden zijn specifiek bedoeld voor smalle, onverharde wegen. Meer informatie is op deze site te vinden: https://www.vlaamsbrabant.be/nl/mobiliteit-en-verkeer/trage-wegen/samenaankoop-naambordjes-voor-trage-wegen#:~:text=In%20meer%20dan%2030%20van,iedereen%20ze%20permanent%20mag%20gebruiken.
Wanneer de weg voldoende gebruikt wordt, zal hij ook zichtbaarder worden. Wij gaan ervan uit dat niet elke richtingswijziging zichtbaar moet worden gemaakt. We wensen hier ook de afweging te maken tussen duidelijkheid en landschapsvervuiling door te veel borden. Normalerwijze wordt een bord aangebracht bij het begin en het einde van de voetweg.
- er aan het begin, zowel kant Lostraat als kant Bosstraat Korbeek-Lo, van voetweg 38:
a) een verbodsbord geplaatst wordt voor gemotoriseerde voertuigen (bromfiets, crossmoto, quad, enz)
Er kunnen na evaluatie ten alle tijden bijkomende maatregelen genomen worden. Maar het is af te raden om verbodsborden te plaatsen voor zaken die al door de algemene wegcode verboden zijn. Een voetweg van 1.65 is niet bedoeld voor gemotoriseerd verkeerd.
Door het pad 1.65m breed te voorzien en in natuurlijke staat te laten wordt het minder geschikt voor gemotoriseerde voertuigen.
b) een bord geplaatst wordt met volgende vragen aan de gebruikers:
- gelieve geen afval op en naast de voetweg achter te laten
Er is in het gemeentelijk Gasreglement (GAS5) van toepassing
https://www.lubbeek.be/gemeentelijke-administratieve-sancties-gas
Het achterlaten van afval is strafbaar met een administratieve geldboete van maximum 350 €
De gemeente voert regelmatig communicatie en sensibilisatie, laatst nog rond hondenuitwerpselen.
- gelieve op de voetweg te blijven en niet over de landbouwpercelen te lopen of te rijden
In het algemeen moeten mensen rekening houden met het respecteren van privé-eigendom dat geldt ook voor akkers en landbouwactiviteiten. Het is belangrijk om de rechten van grondeigenaren te respecteren. Dit zou algemeen gekend moeten zijn.
We kunnen daar over sensibiliseren en communiceren. Het plaatsen van borden, die verder geen enkele juridisch waarde hebben, is te vermijden het zou tot visuele vervuiling leiden en een inflatie van verkeersborden ( dit soort bord is in de wegcode niet voorzien). Voor de leesbaarheid van het wegbeeld wordt dat niet gedaan.
- de voetweg vanaf april tot oktober maandelijks gemaaid wordt, zo niet zullen de gebruikers door de landbouwgewassen blijven lopen.
De gemeente werkt voor het onderhoud van de Trage Wegen samen met IGO. Voetweg 38 wordt vanaf goedkeuring mee opgenomen in het onderhoudsprogramma.
De voetwegen worden 2x per jaar gemaaid, meestal eerste beurt begin juni, 2de maaibeurt rond begin september. Dit jaar was uitzonderlijk een zeer nat jaar waardoor het gras een snellere begroeiing had. Dit is een beheerregime dat ook in andere gemeentes gehandhaafd wordt.
Discussie over de ligging van de weg
Bezwaarindiener 1 stuurt met zijn bezwaar ook een landmetersplan mee van landmeter Bladt, dd1996. Op dit plan is te zien dat de voetweg te paard ligt op de percelen. Bezwaarindiener meent dat dit op de plannen van de gemeente niet zo is. Echter het plan van landmeter Bladt bevestigt de meting van Intertopo. We zullen bezwaarindiener 1 uitnodigen om dit verder toe te lichten.
Bezwaarindiener 2 stuurde een verkoopsaffiche mee waarop er met een stippellijntje wordt aangeduid dat er een voetweg is, ogenschijnlijk alleen op het naburig perceel. Dergelijke verkoopsaffiche is echter geen officieel geldig landmetersplan. Op basis van het plan van Intertopo en de bevestigende meting van landmeter Bladt, zal bezwaarindiener 2 eveneens worden uitgenodigd om de exacte ligging toe te lichten.
Conclusie
De aangebrachte bezwaren zijn geen reden om niet verder te gaan met de huidige procedure.
Artikel 1. Kennis te nemen van de inhoud van de bezwaren die werden ingediend tegen het rooilijnplan gedeeltelijke verplaatsing en versmalling van voetweg 38 te Pellenberg.
Art. 2. Definitieve vaststelling van het ontwerp van rooilijnplan tot gedeeltelijke verplaatsing en versmalling van voetweg 38 te Pellenberg.
Art. 3. De gemeenteraad stelt het schattingsverslag met de voorgestelde meer/minwaarde bij de gedeeltelijke verplaatsing en versmalling van voetweg 38 te Pellenberg, opgesteld door landmeter Rudi De Winter, voor landmeterskantoor Intertopo, Halensebaan 68B, 3290 Diest, definitief vast.
Art. 4. Het college wordt gelast met de uitvoering van dit besluit overeenkomstig art. 18 en 19 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.
Art. 5. Tegen deze beslissing kan binnen een termijn van 30 dagen een administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse overheid, overeenkomstig art. 24 en art.25 van het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019.
Art. 6. Op onderhavig besluit zijn de bepalingen van het algemeen bestuurlijk toezicht, opgenomen in het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen van toepassing
Motivatie behandeling buurtweg 17 en voetwegen 33 en 34 te Linden
Huidige toestand buurtweg 17 en voetwegen 33 en 34 te Linden
Buurtweg 17 loopt door de bestaande verkaveling en is reeds meer dan 30 jaar niet meer gebruikt. De voetweg is ook niet meer zichtbaar.
Voetweg 17 in Linden werd niet opgenomen in de dading met de heer Van Damme. Voetwegen 33 en 34 in Linden werden wel opgenomen in de dading met de heer Van Damme als te behandelen voetweg.
Voetweg 17 te Linden werd opgenomen in het trage wegen actieplan op de kaart categorie 2 (te behandelen tussen 2025 en 2030). In het trage wegen actieplan werd voorgesteld om voetweg 17 af te schaffen. Voetweg 33 en 34 te Linden werd opgenomen in het trage wegenactieplan op de kaart categorie 2 (te behandelen tussen 2025 en 2030). In het trage wegen actieplan werd voorgesteld om voetweg 33 en 34 af te schaffen.
Ruimtelijke kadering van de wegen
Het niet af te schaffen deel van voetweg 17 ligt in Natuurgebied (code 00_0701) volgens hetzelfde gewestplan.
Gewenste toestand Buurtweg 17 en voetwegen 33 en 34 te Linden
Procedure
Het rooilijnplan tot gedeeltelijke afschaffing van buurtweg 17, gedeeltelijke verplaatsing van voetweg 33 en gedeeltelijke verplaatsing van voetweg 34 van de Atlas der Buurtwegen in Linden werd voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 24 oktober 2023.
Het openbaar onderzoek ging door van 10 november tot en met 12 december 2023.
Er werd een Pv van sluiting opgesteld op 14 december 2023.
Er werd geen bezwaarschrift ingediend.
Het gemeentedecreet, meer bepaald artikel 43, dat de bevoegdheden van de gemeenteraad vastlegt
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur
De wet op de buurtwegen van 10 april 1841 gewijzigd bij de wet van 20 mei 1863 en 9 augustus 1948. Deze wet is afgeschaft, maar de Atlassen der Buurtwegen werden als juridische basis behouden via artikel 85 van het decreet gemeentewegen
Het besluit van de gemeenteraad van 30 april 2014 in verband met de goedkeuring van de dading met Dhr. Van Damme
Het besluit van de gemeenteraad van 26 september 2018 in verband met de goedkeuring van het trage wegen actieplan
Het besluit van de deputatie van 10 januari 2019 in verband met de goedkeuring van het trage wegen actieplan
Het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 van kracht sinds 1 september 2019. De procedure voor de wijziging van gemeentewegen wordt geschreven in afdeling 2 'procedurele bepalingen over gemeentelijke rooilijnplannen' - de artikels 16 tot 19. Het toetsingskader of de algemene doelstellingen ter beoordeling van het voornemen om gemeentewegen te wijzigen is opgenomen in artikels 3 en 4 van het decreet gemeentewegen
Het besluit van de gemeenteraad van 24 oktober 2023 i.v.m. voetwegen 17, 33 en 34 - rooilijnplan tot gedeeltelijke afschaffing van buurtweg 17, gedeeltelijke verplaatsing van voetweg 33 en gedeeltelijke verplaatsing van voetweg 34 van de Atlas der Buurtwegen in Linden - voorlopige vaststelling
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 30 oktober 2023 in verband met de opening van het openbaar onderzoek voor voetwegen 17, 33 en 34 te Linden
Het besluit van het college van Burgemeester en schepenen van 18 december 2023 in verband met het PV van sluiting van het openbaar onderzoek.
Er werd geen bezwaar ingediend tegen het rooilijnplan tot gedeeltelijke afschaffing van buurtweg 17, gedeeltelijke verplaatsing van voetweg 33 en gedeeltelijke verplaatsing van voetweg 34 in Linden.
Het rooilijnplan tot gedeeltelijke afschaffing van buurtweg 17, gedeeltelijke verplaatsing van voetweg 33 en gedeeltelijke verplaatsing van voetweg 34 in Linden wordt voor definitieve vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad van december
Artikel 1. De gemeenteraad gaat definitief akkoord om de rooilijn van buurtweg 17 van de Atlas Der Buurtwegen t.h.v. Steenveldstraat, perceel 56N en Olmendreef 4 te bepalen in het perceel 56K, om voetweg 33 en 34 gedeeltelijk te verplaatsen naar de perceelgrens in het perceel 56K en om buurtweg 17 af te schaffen op de kadastrale percelen 56N, 56S, 60F 60 H en 58R.
Art. 2. De gemeenteraad stelt het ontwerp van rooilijnplan buurtweg 17 van de Atlas Der Buurtwegen t.h.v. Steenveldstraat, perceel 56N en Olmendreef 4, het grafisch plan tot gedeeltelijke afschaffing van buurtweg 17 uit de Atlas Der Buurtwegen t.h.v. de Olmendreef-Kortrijkstraat, het rooilijnplan gedeeltelijke verplaatsing van voetweg nr. 33 van de Atlas der Buurtwegen t.h.v. Steenveldstraat en het rooilijnplan gedeeltelijke verplaatsing van voetweg 34 uit de Atlas Der Buurtwegen t.h.v. de Eikenstraat, opgesteld door landmeter Jan Bogaerts, Ledigheidweg 34, 3210 Lubbeek definitief vast.
Art. 3. De gemeenteraad stelt het schattingsverslag opgesteld door Landmeter Dirk Vanderwegen, Rotpoelstraat 160, 3001 Heverlee, definitief vast.
Art. 4. Het college wordt gelast met de uitvoering van dit besluit overeenkomstig art. 18 en 19 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.
Art. 5. Tegen deze beslissing kan binnen een termijn van 30 dagen een administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse overheid, overeenkomstig art. 24 en art.25 van het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019.
Art. 6. Op onderhavig besluit zijn de bepalingen van het algemeen bestuurlijk toezicht, opgenomen in het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen van toepassing
De Vlaamse Overheid heeft een nieuwe raamovereenkomst uitgeschreven en opengesteld onder bestek nr. 2019/HFB/OP/59092 "Aanmaken, verdelen, beheren en innen van
elektronische maaltijdcheques" (en ecocheques) en treedt hierbij op als opdrachtencentrale voor onder meer lokale besturen.
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen
en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36, en inzonderheid artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Regelgeving: bevoegdheid (bijzonder)
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Als gevolg van het schaalvoordeel van zo'n raamovereenkomst, is de dienstverleningskost die aan de leverancier van de maaltijdcheques moet worden betaald gevoelig lager dan de dienstverleningskost die lokale besturen zouden betalen wanneer zij zelf een opdracht uitschrijven voor de toekenning van maaltijdcheques.
Daarom wordt voorgesteld om toe te treden tot de raamovereenkomst van de Vlaamse Overheid.
De raamovereenkomst legt de basisvoorwaarden vast voor de opdracht en heeft een looptijd van 48 maanden van 1 juli 2020 tot 30 juni 2024. De looptijd van een deelopdracht binnen de raamovereenkomst bedraagt ook 48 maanden.
Na goedkeuring van deze beslissing dient de deelopdracht besteld of geplaatst te worden binnen de raamovereenkomst bij de gekozen dienstverlener door middel van een concreet instapformulier. Hiertoe zal de goedkeuring worden gevraagd aan het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau in latere besluitvorming.
In dit instapformulier zal de nodige informatie geregeld worden ten behoeve van een vlotte uitvoering van de opdracht. De deelopdracht kan ook worden geplaatst voor de toekenning van ecocheques. De Vlaamse overheid voorzag hiertoe de mogelijkheid in haar raamovereenkomst. De toetreding voor de toekenning van ecocheques tot de raamovereenkomst van de Vlaamse overheid heeft voor het bestuur het voordeel dat ook daarvoor door de schaalgrootte een lagere dienstverleningskost moet worden betaald. Voor het personeel heeft de toetreding het voordeel dat de maaltijdcheques en ecocheques op dezelfde elektronische betaalkaart kunnen worden opgeladen.
Volgende bepalingen zijn van toepassing op de raamovereenkomst:
- Aanbestedende overheid: Vlaamse Overheid
- Duur: 48 maanden
- Wijze van prijsbepaling: opdracht tegen prijslijst
- Leiding en toezicht: Vlaamse Overheid
- Algemene betalingsmodaliteiten: rechtstreekse facturatie door en rechtstreekse betaling aan dienstverlener
De uitgave voor de beheerskosten maaltijdcheques is voorzien in het exploitatiebudget van 2024 en volgende jaren.
De uitgave voor de ecocheques is voorzien in het exploitatiebudget van 2024 en volgende jaren.
Artikel 1. Lokaal bestuur Lubbeek wenst vanaf 1 januari 2024 toe te treden tot de raamovereenkomst onder bestek nr. 2019/HFB/OP/59092 - openbare aanbesteding
uitgeschreven door de Vlaamse Overheid, voor het leveren van elektronische maaltijdcheques en ecocheques.
Volgende bepalingen zijn van toepassing op de raamovereenkomst:
- Aanbestedende overheid: Vlaamse Overheid
- Duur: 48 maanden
- Wijze van prijsbepaling: opdracht tegen prijslijst
- Leiding en toezicht: Vlaamse Overheid
- Algemene betalingsmodaliteiten: rechtstreekse facturatie door en rechtstreekse betaling aan dienstverlener
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering van dit besluit.
Raadslid Liesbeth Smeyers (Groen) stelt een vraag aan schepen Davy Suffeleers en de burgemeester Theo Francken over de Villa Marie Philomène:
Ik had graag de stand van zaken geweten qua navraag bij de bevoegde ambtenaar zodat we weten of we dit punt in januari opnieuw kunnen indienen.
De burgemeester antwoordt: het dossier is lopende maar er is nog geen concrete uitkomst.
Raadslid Alaerts (Open VLD) stelt een vraag aan het college van burgemeester en schepenen over het verslag van de wijkvergaderingen:
Herhaling vraag GR september en november!
Op de GR van november werd zeer overtuigd bevestigd dat we dit eindelijk in december gingen ontvangen.
Krijgen we dit verslag dus nog morgen of overmorgen?
De burgemeester antwoordt: het is bijna klaar en zal ter kennis gegeven worden op de raad van januari.
De voorzitter sluit de zitting op 27/12/2023 om 23:21.
Namens gemeenteraad,
Klaas Gutschoven
Algemeen directeur
Ellen Lammens
Voorzitter