Voor het aanslagjaar 2023 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
De belasting wordt vastgesteld op 7,5% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar.
De belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen.
Decreet Lokaal Bestuur;
Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, meer bepaald de artikelen 464 tot en met 470/2;
De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.
Artikel 1. Voor het aanslagjaar 2023 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Art. 2. De belasting wordt vastgesteld op 7,5% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. De belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Art. 3. De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen.
Art. 4. Dit besluit af te kondigen en bekend te maken overeenkomstig het Vlaams Decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur.
Art. 5. Afschrift van huidige beslissing wordt, voor administratief gevolg, verzonden aan de FOD Financiën.