De voorzitter opent de zitting op 25/06/2024 om 20:09.
De vergadering wordt geschorst om 20u18 om verder te gaan met de raad voor maatschappelijk welzijn.
De zitting wordt verdergezet om 20u37.
Raadslid Marijke Gidts (cd&v) stuurde op 10 juni 2024 een schrijven waarin zij haar ontslag als raadslid meedeelt.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, art. 7 en art. 12-15 betreffende het ontslag als gemeenteraadslid
De gemeenteraad dient kennis te nemen van het ontslag van raadslid Marijke Gidts.
Geen financiële gevolgen.
Enig artikel. De gemeenteraad neemt kennis van de ontslagname van Marijke Gidts als gemeenteraadslid.
Mevrouw Marijke Gidts, raadslid, stuurde op 10 juni 2024 een e-mail waarin zij haar ontslag als raadslid meedeelt.
In gevolge de ontslagname van Marijke Gidts stuurt de heer Paul Verbeek een schrijven waarin hij het mandaat als opvolger gemeenteraadslid aanvaardt.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, art. 7, art. 12-15 en art. 47 betreffende het ontslag als gemeenteraadslid.
Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet (LPKD) van 8 juli 2011, art. 8, 58 en 169 betreffende opvolgers in de gemeenteraad.
Decreet Lokaal Bestuur art. 6 § 7: de opvolgers die na de installatievergadering als gemeenteraadslid worden geïnstalleerd, nemen in volgorde van hun eedaflegging een rang in;
Omzendbrief KB/ABB 2018/3 betreffende de start van de lokale en provinciale bestuursperiode;
Memorie van toelichting bij artikel 6 § 7 van het Decreet Lokaal bestuur: de opvolgers die na de installatievergadering worden geïnstalleerd, sluiten op het einde aan. De opvolgers die als raadslid worden geïnstalleerd, worden onderaan de ranglijst bijgeschreven, volgens de datum van hun eedaflegging. Bijgevolg wordt de anciënniteit van de opvolger niet in acht genomen bij de bepaling van de rangorde.
Uit onderzoek van de geloofsbrieven van de heer Paul Verbeek door de gemeenteraad, zoals voorgeschreven in art. 6 § 3, art. 14 en art. 68 van het Decreet Lokaal Bestuur, blijkt dat de opvolger die wordt uitgenodigd heden de eed af te leggen, voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden.
De heer Paul Verbeek heeft verklaard dat hij zich niet in een situatie van onverenigbaarheid bevindt.
Na de eedaflegging wordt de tabel van rangorde van de gemeenteraadsleden vastgesteld als volgt :
Volgnr. |
Naam en voornamen raadsleden |
Anciënniteit als gemeenteraadslid |
Aantal bekomen stemmen bij de recentste gemeenteraadsverkiezing |
Opmerkingen |
1 |
Muls Gilberte Maria Hortentia |
02.01.2001 |
659 |
|
2 |
Pierson Jo An Julia |
02.01.2007 |
347 |
|
3 |
Simoens Hugo Maria Armand |
02.01.2007 |
536 |
Onderbreking 2013-2018 |
4 |
Francken Theo Jozef Elisabeth |
02.01.2013 |
2.435 |
|
5 |
Suffeleers Davy |
02.01.2013 |
422 |
|
6 |
Roskams Tania Antonia Deodora |
02.01.2013 |
410 |
|
7 |
Vangoidsenhoven Walter Louis Arthur |
02.01.2013 |
392 |
|
8 |
Alaerts Pascale Renée |
02.01.2013 |
350 |
|
9 |
Bovyn Geert Hendrik Cornelius |
02.01.2013 |
333 |
|
10 |
De Canck Rafaël Hubert Alice |
02.01.2013 |
267 |
|
11 |
Lammens Ellen Mieke Georges |
30.01.2013 |
390 |
|
12 |
Smeyers Elisabeth Cecilia Leander |
02.01.2019 |
490 |
|
13 |
Wouters An |
02.01.2019 |
307 |
|
14 |
Verheyden Pieter |
02.01.2019 |
301 |
|
15 |
Verbinnen Jeroen |
02.01.2019 |
276 |
|
16 |
Vanderzeypen Ivan Philomena François | 06.10.1999 | 176 | Onderbreking 02.01.2019 – 27.08.2019 |
17 | Van Goethem Benny Marcel Albin | 27.08.2019 | 157 | |
18 | De Winter-Pieters Tom |
02.01.2013 | 201 | Onderbreking 02.01.2019 – 21.10.2019 |
19 |
Robben Rina |
30.03.2021 |
204 |
|
20 |
Vervueren Lim |
31.08.2021 |
167 |
|
21 |
Ritzen Petrus Joseph Gerardus |
20.12.2022 |
119 |
|
22 |
Martine Dierickx |
28.02.2023 |
166 |
|
23 |
Paul Verbeek |
25.06.2024 |
126 |
Geen financiële gevolgen.
Artikel 1. De gemeenteraad keurt de geloofsbrieven van de heer Paul Verbeek goed.
Art. 2. De gemeenteraad neemt akte van de eedaflegging van de heer Paul Verbeek in de handen van de voorzitter.
Art. 3. De gemeenteraad neemt kennis van de nieuwe rangorde der raadsleden
De notulen van de gemeenteraad op 28 mei 2024 dienen goedgekeurd te worden.
De nieuwe gemeentewet;
Het decreet over het Lokaal Bestuur;
De gemeenteraad dient de notulen goed te keuren.
Enig artikel. De gemeenteraad keurt de notulen van 28 mei 2024 goed.
Omschrijving
De 32 bibliotheken in Oost-Brabant willen met het bovenlokaal project ‘Met de bib naar buiten’ een nieuwe inclusieve werking uitbouwen die een antwoord biedt op de vragen en noden rond geletterdheid en de digitale kloof van specifieke doelgroepen in onze referentieregio.
Het project wil de samenwerking van de bibliotheken als laagdrempelige cultuur- en kennishuizen versterken door in te zetten op een innovatief bovenlokaal project onder de brede titel van inclusie. Elke inwoner van Oost-Brabant moet kansen krijgen om zich te kunnen informeren, zichzelf te ontwikkelen en kunnen deelnemen aan de samenleving; dit wordt ook benoemd in het IFLA-UNESCO manifest over openbare bibliotheken.
Verschillende doelgroepen in onze regio missen deze kansen. Om hierin het verschil te kunnen maken, dienen de 32 bibliotheken van de referentieregio Oost-Brabant - wij werken voor de eerste maal op deze schaal samen - een nieuwe projectsubsidie voor bovenlokale cultuurprojecten bij de Vlaamse overheid (indieningsdatum 15/05/2024) en vervolgens ook bij LEADER Hageland+ (Subsidieprogramma voor plattelandsontwikkeling, indieningsdatum eind oktober 2024). Dit project overstijgt de mogelijkheden van elke afzonderlijke bibliotheek omdat het profiel en de lokale draagkracht erg verschillend zijn op het vlak van personeelsbezetting en beschikbare budgetten. Er worden dan ook middelen aangevraagd voor het werven van projectmedewerkers binnen dit specifieke project die, samen met de bibliotheken, zullen bouwen aan een sterk inhoudelijk aanbod, dat op maat bruikbaar zal zijn op lokaal vlak.
Doelstellingen
Het project zet in op drie belangrijke doelstellingen, nl. inclusie, kennisontwikkeling en ontmoeting. We merken vooral dat niet-bibliotheekgebruikers - vaak binnen de specifieke doelgroepen zoals personen met een migratieachtergrond, mensen in armoede, hoogbejaarden en jongeren uit kansarme gezinnen - minder goed de weg vinden naar de bibliotheken en daardoor niet de gelegenheid hebben om bij te leren of zich te ontwikkelen rond leesbevordering en (digitale) geletterdheid. Maar ook in de brede ‘stille massa’ van een lokale gemeenschap zijn er heel wat mensen waarvoor de bibliotheekwerking versterkend kan zijn.
Vanuit een positieve benadering, maakt dit project het mogelijk dat de bibliotheek naar buiten kan komen met een volledig nieuw, laagdrempelig aanbod, ontwikkeld met het oog op verschillende doelgroepen. De lokale bibliotheken gaan samen letterlijk naar buiten en naar de mensen, dichtbij en kleinschalig, op uiteenlopende plekken en locaties zoals buurt- en ontmoetingscentra, woonzorgcentra, dienstencentra, sociale woonwijken, jeugdhuizen, markten, kleine festivals of buurtfeesten, initiatieven vanuit jeugdwerk, enz.
Met het project komen we als bibliotheken op die manier op plaatsen waar een gemiddeld grotere concentratie is van mensen die we niet of te weinig bereiken.
Dit blijft niet bij eenmalige aanpak. Met de opgebouwde kennis en expertise zal de kennis rond inclusie, en het bereiken van de doelgroepen, inspelend op de specifieke noden in elke gemeente, verder in de werking van de bibliotheken worden geïntegreerd.
Deze mobiele aanpak van het project met nieuwe prototypes van laagdrempelig aanbod, 'buiten de muren' van de bibliotheek, sluit naadloos aan op de trend om meer vraag- en lokaal nood gestuurde dienstverlening aan te bieden.
Door de gemeenschappelijke uitbouw van een kadermethodiek, kan elke gemeente uit het aanbod gebruiken wat het best past bij de lokale eigenheid en noden. Er wordt ingezet op mobiele eenheden, activiteiten-/tentoonstellingsmodules en workshops. Dit is duurzaam doordat deze blijvend kunnen worden ingezet na afloop van het project en verder uitgerold en bijgestuurd kunnen worden voor de regio.
We spelen in op een andere aanpak van het bereiken van een doelpubliek, maar bouwen ook aan bibliotheken die een steeds bredere maatschappelijke rol opnemen, uiteraard rekening houdende met hun draagkracht.
Concreet werken de aangeworven medewerkers binnen het project o.a. nieuwe modules en workshops uit én begeleiden ze vrijwilligers en bibliotheekmedewerkers om hiermee ter plaatse aan de slag te gaan. Thematisch kan dit breed worden uitgebouwd, maar er is minstens aandacht voor toegang tot (lokale) kennis, het (digitaal) cultureel aanbod en literatuur.
Fasering van het project
- 2024:
- 2025:
Eigen inbreng van de bibliotheken
Binnen de projectmiddelen worden twee projectmedewerkers aangeworven, zodat de uitrol begeleid kan worden binnen het traject. Zo is er een inhoudelijke meerwaarde voor de bibliotheken, maar geen impact op de personeelsbelasting. Door de aanwerving van nieuwe projectmedewerkers moeten de bibliotheken geen eigen mensen inschakelen voor de opstart van dit project en worden ze begeleid bij de uitrol. Binnen het project worden de bibliotheken zoveel mogelijk ontzorgd. De belangrijkste impact zijn overlegmomenten bij de uitbouw van het project, opleiding en vorming van bibliotheekmedewerkers en -vrijwilligers en inzetten op gemeenschappelijke promotie, communicatie en planning.
Succesfactoren van het project zijn de haalbaarheid voor zowel de kleinste gemeente als de grootste stad van de regio, de expertisedeling binnen het versterkte bibliotheeknetwerk, het drempelverlagend karakter van de dienstverlening, de toegankelijkheid van het nieuwe aanbod, de verbinding met onze inwoners/burgers en de inclusie van alle inwoners via samenwerking van alle lokale bibliotheken in de deelnemende gemeenten. Dit wordt, naast lokale partners, mede mogelijk gemaakt door regionale partners van dit project zoals AVANSA , LINC vzw en SAAMO.
Als bijlage is een samenvatting van het dossier toegevoegd zoals ingediend bij de Vlaamse overheid. Het antwoord van de Vlaamse Overheid zal volgen rond half oktober.
Decreet lokaal bestuur
Decreet bovenlokaal cultuurbeleid
Zie 'Feiten en context'
De totale uitgaven voor dit project worden geraamd op 531.000,00 euro waarvan 40% of 212.400 euro eigen inbreng (o.a. gemeentelijke bijdragen van 0,05 euro/inwoner/jaar) voor de periode 2025-2026-2027, en een gevraagd subsidiebedrag bij Vlaanderen van 60% of 318.600,00 euro. De uitgaven zijn verspreid over de aanwerving van een voltijds projectcoördinator en een halftijdse projectmedewerker gedurende de driejarige looptijd van het project, de realisatie van de aankoop en uitbouw van mobiele eenheden, de ontwikkeling van materialen voor de verschillende modules, digitale middelen en promotie en communicatie.
De deelnemende gemeenten voorzien een bijdrage in de vorm van een eigen bijdrage van 0,05 euro/inwoner/jaar. Daarnaast zijn er het ter beschikking stellen van locaties, de inzet van eigen personeel voor het aanspreken van en samenwerken met lokale partners in functie van de geselecteerde doelgroep en het aanwenden van eigen promotiekanalen en -middelen.
Voor de gemeente Lubbeek komt de jaarlijkse bijdrage op +/- 750 euro en dit voor de periode 2025-2026-2027. Het bedrag is niet voorzien in het meerjarenplan.
Enig artikel. Onder voorbehoud van de goedkeuring van het project door de Vlaamse overheid, akkoord te gaan om deel te nemen aan het bovenlokaal cultuurproject ‘Met de bibliotheek naar buiten’ onder het Decreet bovenlokaal cultuurbeleid voor de periode 2025-2026-2027, onder de indieningstermijn van 15 mei 2024.
In Lubbeek is er een grote capaciteitsproblematiek voor kinderopvang van baby’s en peuters (0-3 jaar). De Vlaamse middelen volgen niet aan het gewenste tempo om dit tekort aan te pakken. De gemeente Lubbeek streeft ernaar om de reële nood aan kinderopvang te kunnen dekken. In het MJP staat dan ook het volgende:
- beleidsdoelstelling 2.1.: We zetten in op kwaliteitsvol, modern onderwijs en kinderopvang met alle kansen voor onze kinderen,
- actieplan 2.1.4.: We werken aan een kwaliteitsvolle kinderopvang en nemen hierin een regierol op
- actie 2.1.4.02: een starterspremie voorzien voor vergunde organisatoren van opvang voor baby's en peuters, opgenomen.
Voor de starterspremie is een bedrag van 6.000 euro voorzien.
Hierbij aansluitend wordt aan het college van burgemeester en schepenen en vervolgens aan de gemeenteraad, gevraagd om het bijgevoegde reglement (principieel) goed te keuren, dit binnen de kredieten opgenomen in het meerjarenplan.
De LOK-leden brachten eerder al positief advies uit.
Decreet Lokaal Bestuur artikel 40;
De nieuwe gemeentewet;
Zie 'feiten en context'.
In het MJP werd onder beleidsdoelstelling 2.1.: We zetten in op kwaliteitsvol, modern onderwijs en kinderopvang met alle kansen voor onze kinderen, actieplan 2.1.4.: We werken aan een kwaliteitsvolle kinderopvang en nemen hierin een regierol op - actie 2.1.4.02: een starterspremie voorzien voor vergunde organisatoren van opvang voor baby's en peuters, opgenomen.
Voor de starterspremie werd een bedrag van 6.000 euro per jaar voorzien.
Artikel 1. Het bijgevoegde reglement starterspremie Lubbeek - ondersteuning kinderopvang van baby’s en peuters goed te keuren.
Art. 2. Het reglement bekend te maken overeenkomstig artikel 286 van het decreet lokaal bestuur.
Het lokaal bestuur heeft een aantal belangrijke opdrachten in het kader van kinderopvang. Deze opdrachten moeten ertoe bijdragen dat er binnen de gemeente voldoende betaalbare, kwaliteitsvolle en toegankelijke kinderopvang is. Het lokaal bestuur krijgt bijvoorbeeld een belangrijke adviesrol toegeschreven van de Vlaamse overheid:
• In het kader van een uitbreidingsronde kinderopvang: de Vlaamse Regering kan beslissen om voor kinderopvang van baby’s en peuters bijkomende middelen vrij te maken. In de kinderopvang van baby’s en peuters gaat het dan over een uitbreiding van de subsidie voor inkomenstarief en/of de plussubsidie. Dit noemen we een ‘uitbreidingsronde in de kinderopvang’. Wanneer dit het geval is, lanceert het Agentschap Opgroeien een oproep. Organisatoren kinderopvang kunnen hierop intekenen en een aanvraag om de subsidie te krijgen indienen. Het Agentschap Opgroeien kan bij zo’n uitbreidingsronde aan elk lokaal bestuur vragen om een advies te formuleren over de aanvragen binnen de gemeente.
• In het kader van een vergunningsaanvraag: wanneer een organisator wil starten met kinderopvang of uitbreiden met een aanzienlijk aantal plaatsen kinderopvang moet hij hiervoor een vergunningsaanvraag indienen. Een belangrijke voorwaarde om vergund te worden is het advies bij het lokaal bestuur inwinnen.
De Vlaamse Regering wijzigde op 29 januari 2021 definitief een aantal besluiten met betrekking op kinderopvang en buitenschoolse opvang via het Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving over de voorwaarden en procedure in het kader van de toekenning van een vergunning of subsidie aan een organisator van kinderopvang en buitenschoolse opvangen over voorwaarden voor het lokaal bestuur in het kader van het lokaal beleid kinderopvang, waarbij onder andere ook de voorwaarde dat een organisator die een vergunning aanvraagt of wijzigt, een opportuniteitsadvies moet hebben.
De regelgeving voorzag namelijk al dat een organisator kinderopvang van baby’s en peuters die een vergunning voor een kinderopvanglocatie aanvraagt een advies moest vragen aan het lokaal bestuur. Het lokaal bestuur was niet verplicht dit advies te geven en de organisator was hier niet aan gebonden of verplicht dit advies af te wachten.
Door de wijzigingen zal het lokaal bestuur advies geven over de opportuniteit van de opvang én de organisator moet dit advies toevoegen bij de aanvraag vergunning (bij Opgroeien) door de organisator. Bovendien moet de organisator in de vergunningsaanvraag ook aangeven hoe hij met opmerkingen in het advies van het lokaal bestuur zal omgaan. Het opportuniteitsadvies van het lokaal bestuur moet een organisator er dus toe aanzetten om na te denken en voldoende informatie in te winnen over het feit of het opportuun is om een kinderopvang op te richten op de vooropgestelde locatie.
Zo ontstaat er, reeds voor de start van een nieuwe opvanglocatie, een dialoog tussen organisator en lokaal bestuur en krijgt de organisator inzicht in welke mate het lokaal bestuur eventuele problemen en kansen ziet voor de organisator, rekening houdend met de lokale context en de stedenbouwkundige situatie.
De finaliteit en opbouw van het opportuniteitsadvies is dus ook wezenlijk verschillend van het advies dat een lokaal bestuur kan geven bij een uitbreidingsronde voor kinderopvang.
• Met een opportuniteitsadvies geef je geen rangorde o.b.v. een score, maar geef je raad. Een opportuniteitsadvies is een vorm van ondersteuning aan ondernemers in jouw gemeente.
• Bij een advies bij uitbreiding kinderopvang spreek je o.b.v. objectieve criteria en een score en voorkeur uit over welke organisator de subsidies zou moeten krijgen. Dit onderscheid maakt dat je voor een opportuniteitsadvies een andere aanpak en andere aandachtspunten vooropstelt, dan de aanpak en criteria die je gebruikt bij een advies bij een oproep tot uitbreiding.
Een organisator moet een opportuniteitsadvies aanvragen voor:
• de opstart van een groepsopvang (niet voor gezinsopvang)
• de verhuis van een bestaande locatie binnen de gemeente
• de uitbreiding van een bestaande locatie vanaf 9 plaatsen
De verplichting geldt dus niet voor een uitbreiding tot 8 plaatsen.
De aanvraag van het opportuniteitsadvies bij het lokaal bestuur door een organisator bij de aanvraag van een vergunning kinderopvang is verplicht vanaf 1 januari 2022. Vanaf 1 januari 2022 zal een organisator die wil starten dus bij het lokaal bestuur aankloppen voor een opportuniteitsadvies en is het belangrijk dat het lokaal bestuur een algemeen kader klaar heeft om hierover advies te geven.
Over de opmaak van de procedure en de criteria moet het lokaal bestuur in elk geval het Lokaal Overleg Kinderopvang raadplegen voor advies. Als er geen Lokaal Overleg Kinderopvang is in een gemeente, of als er geen advies gevraagd werd door het lokaal bestuur over de adviesprocedure en de criteria, kan het lokaal bestuur geen (opportuniteits)advies verlenen.
De Lok-leden brachten reeds positief advies uit op de vergadering van 13 mei 2024.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 40;
De nieuwe gemeentewet;
Het Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters van 22 november 2013: zie art 2, 3° + art. 13.
Het Besluit van de Vlaamse Regering houdende de procedures voor de aanvraag en de toekenning van de vergunning en de subsidies voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters : zie art. 8. 1f + art. 9. 3°C + art 10 1b + art. 12. 4/1 + art. 52.
Het Besluit van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang: zie art. 7
Waarom een opportuniteitsadvies geven als lokaal bestuur?
Het hebben van een voldoende aanbod kinderopvang op het grondgebied van de gemeente is belangrijk: het zorgt ervoor dat jonge ouders arbeid en gezin kunnen combineren, helpt de activeringsdoelstelling van een OCMW mee realiseren en draagt bij tot de ontwikkeling van 4 juni 2021 - 5/19 jonge kinderen.
Het is daarbij belangrijk dat dit aanbod toegankelijk is voor de gezinnen in de gemeente en op een goede manier is gespreid over de gemeente. Door werk te maken van een goed advies aan ondernemers in de kinderopvang, draag je hiertoe bij. Je geeft advies over waar en hoe nieuwe plaatsen voor kinderopvang best gerealiseerd worden in jouw gemeente. Het is er een waardevol onderdeel van de ondersteuning die je als lokaal bestuur kan geven aan (startende) ondernemers kinderopvang is de gemeente.
Een kwaliteitsvol opportuniteitsadvies verhoogt de duurzaamheid van startende organisatoren kinderopvang, want een organisator weet goed waaraan hij of zij begint en een goed inzicht heeft in de lokale context. Dit maakt dat het de duurzaamheid van het aanbod in jouw gemeente vergroot.
Het doel van het opportuniteitsadvies ligt erin om in gesprek te gaan met de organisator over de noden binnen de gemeente, er inzicht in te geven en bezorgdheden te bespreken. Daarenboven zorgt dit voor een eerste contact tussen organisator en lokaal bestuur waardoor meer actieve samenwerking mogelijk wordt en een dialoog tussen organisator en lokaal bestuur over het kinderopvangaanbod binnen de gemeente. Het is dan aan de organisator om de afweging te maken in welke mate het zinvol is om met de opvang die hij voor ogen heeft van start te gaan en te bekijken in welke mate hij kan/wil inspelen op de noden die er zijn in de gemeente.
Wat betekent dit advies bij het Agentschap Opgroeien?
Vanaf 1 januari 2022 moet een organisator verplicht een opportuniteitsadvies toevoegen bij de vergunningsaanvraag. Het advies is niet bindend voor de organisator, noch voor het Agentschap Opgroeien.
Wel moet de organisator in zijn vergunningsaanvraag bij Opgroeien toelichten hoe hij met de opmerkingen van het lokaal bestuur in het opportuniteitsadvies zal omgaan of waarom hij een het advies van het lokaal bestuur naast zich neerlegt. Geef je als lokaal bestuur bijvoorbeeld aan dat er geen nood aan bijkomende opvang is op de locatie waar de organisator wil starten, moet de organisator motiveren in zijn vergunningsaanvraag hoe of waarom hij al dan niet rekening houdt met dat advies.
Met die aanpak wil het Agentschap Opgroeien nagaan of de organisator voldoende beleidsvoerend vermogen heeft om met de huidige lokale context om te gaan. Wil de organisator toch van start gaan omdat hij van mening is daar wel een waardevol initiatief uit te kunnen bouwen, dan zal Opgroeien de vergunningsaanvraag niet tegenhouden. Het advies van het lokaal bestuur is ondersteunend, niet bindend.
De bedoeling is dat de organisator aan de slag gaat met de informatie uit het advies, erover nadenkt en dit meeneemt bij de mogelijke opstart of uitbreiding van de opvang. Zo kunnen toekomstige moeilijkheden voorkomen worden en draag je als lokaal bestuur bij aan de duurzaamheid van het opvangaanbod binnen de gemeente.
Slechts in uitzonderlijke gevallen zal het Agentschap Opgroeien op basis van het eigen onderzoek beslissen om de vergunning niet toe te kennen aan de organisator als de organisator niet voldoende tegemoet komt aan de opmerkingen in het advies van het lokaal bestuur. Als bijvoorbeeld blijkt uit het advies van het lokaal bestuur dat de voorziene locatie stedenbouwkundig niet in orde is om er opvang te organiseren en de organisator gaat hierop niet in bij de vergunningsaanvraag, kan het agentschap Opgroeien de vergunning weigeren.
Geen financiële gevolgen
Artikel 1. Het reglement beoordelingscriteria over het opportuniteitsadvies bij opstart, verhuis en uitbreiding (zie bijlage), in het kader van een vergunningsaanvraag van een organisator van kinderopvang voor baby's en peuters, goed te keuren.
Art. 2. Het reglement bekend te maken overeenkomstig artikel 286 van het decreet lokaal bestuur.
De volgende verkiezingen voor de gelijktijdige vernieuwing van de provincieraden, de gemeenteraden en de stadsdistrictsraden vinden plaats op 13 oktober 2024. Op dezelfde datum worden in de gemeente Voeren en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, de schepenen, de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en van het vast bureau verkozen. Alle besturen moeten tijdig beschikken over de nodige informatie over het aantal te verkiezen mandaten.
De bevolkingscijfers per provincie en per gemeente op 1 januari 2024 zijn bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 14 februari 2024.
De volgende aantallen te verkiezen mandatarissen worden vastgesteld in de tabel, opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd:
1° het aantal te verkiezen gemeenteraadsleden per gemeente en, als een gemeente een principiële beslissing tot samenvoeging aan de Vlaamse Regering bekend heeft gemaakt, het aantal te verkiezen gemeenteraadsleden van de nieuwe gemeente;
2° het maximale aantal per gemeente te verkiezen schepenen, het maximale aantal schepenen van de nieuwe gemeente en het aantal per gemeente te verkiezen schepenen in de gemeente Voeren en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;
3° het aantal te verkiezen leden van de raad voor maatschappelijk welzijn in de gemeente Voeren en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;
4° het aantal te verkiezen leden van het vast bureau in de gemeente Voeren en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;
5° het aantal te verkiezen leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst per gemeente en het aantal te verkiezen leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst van de nieuwe gemeenten.
Enig artikel. De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de Vlaamse Regering inzake het aantal te verkiezen mandatarissen lokale en provinciale verkiezingen 2024.
Op 26 april 2024 werd door het centraal kerkbestuur Lubbeek de jaarrekening 2023 van het bestuur van de eredienst Sint-Kwinten Linden, met een exploitatieoverschot van 9.331,65 EUR, ingediend.
Decreet Lokaal Bestuur
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 54 en 55
Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 39 tot en met 43
Ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 1 tot en met 12
Uit het bewijsstuk van de kastoestand op 31 december 2023 en de bijgevoegde afdrukken van de rekeninguittreksels kan opgemaakt worden dat het resultaat van de jaarrekening correct is.
Artikel 1. De jaarrekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Kwinten Linden wordt gunstig geadviseerd met volgende kerncijfers:
Exploitatie-ontvangsten: 3.985,44 EUR
Exploitatie-uitgaven: 28.309,87 EUR
Overboekingen: 0,00 EUR
Exploitatie eigen financieel boekjaar: -24.324,43 EUR
Overschot/tekort 2022: 8.236,35 EUR
Exploitatietoelage: 25.419,73 EUR
Overschot/tekort exploitatie: 9.331,65 EUR
Investeringsontvangsten: 0,00 EUR
Investeringsuitgaven: 114.900,00 EUR
Overboekingen: 0,00 EUR
Investeringen eigen financieel boekjaar: -114.900,00 EUR
Overschot/tekort 2022: 114.900,00 EUR
Overschot/tekort investeringen: 0,00 EUR
Art. 2. Kennis te geven van dit besluit aan de penningmeester van de kerkfabriek Sint-Kwinten Linden, het centraal kerkbestuur Lubbeek, het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
Op 26 april 2024 werd door het centraal kerkbestuur Lubbeek de jaarrekening 2023 van het bestuur van de eredienst Sint-Bernardus Lubbeek, met een exploitatieoverschot van 159.146,67 EUR en een investeringstekort van 106.009,70 EUR, ingediend.
Decreet Lokaal Bestuur
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 54 en 55
Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 39 tot en met 43
Ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 1 tot en met 12
Uit het bewijsstuk van de kastoestand op 31 december 2023 en de bijgevoegde afdrukken van de rekeninguittreksels kan opgemaakt worden dat het resultaat van de jaarrekening correct is.
Artikel 1. De jaarrekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Bernardus Lubbeek wordt gunstig geadviseerd met volgende kerncijfers:
Exploitatie-ontvangsten: 19.213,34 EUR
Exploitatie-uitgaven: 26.085,18 EUR
Overboekingen: 0,00 EUR
Exploitatie eigen financieel boekjaar: -6.871,84 EUR
Overschot/tekort 2022: 147.144,97 EUR
Exploitatietoelage: 18.873,54 EUR
Overschot/tekort exploitatie: 159.146,67 EUR
Investeringsontvangsten: 0,00 EUR
Investeringsuitgaven: 12.500,00 EUR
Overboekingen: 0,00 EUR
Investeringen eigen financieel boekjaar: -12.500,00 EUR
Overschot/tekort 2022: -93.509,70 EUR
Overschot/tekort investeringen: -106.009,70 EUR
Art. 2. Kennis te geven van dit besluit aan de penningmeester van de kerkfabriek Sint-Bernardus Lubbeek, het centraal kerkbestuur Lubbeek, het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
Op 26 april 2024 werd door het centraal kerkbestuur Lubbeek de jaarrekening 2023 van het bestuur van de eredienst Sint-Martinus Lubbeek, met een exploitatieoverschot van 135.119,39 EUR en een investeringsoverschot van 26.215,46 EUR, ingediend.
Decreet Lokaal Bestuur
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 54 en 55
Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 39 tot en met 43
Ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 1 tot en met 12
Uit het bewijsstuk van de kastoestand op 31 december 2023 en de bijgevoegde afdrukken van de rekeninguittreksels kan opgemaakt worden dat het resultaat van de jaarrekening correct is.
Artikel 1. De jaarrekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Martinus Lubbeek wordt gunstig geadviseerd met volgende kerncijfers:
Exploitatie-ontvangsten: 24.970,90 EUR
Exploitatie-uitgaven: 141.625,06 EUR
Overboekingen: 0,00 EUR
Exploitatie eigen financieel boekjaar: -116.654,16 EUR
Overschot/tekort 2022: 129.206,22 EUR
Exploitatietoelage: 122.567,33 EUR
Overschot/tekort exploitatie: 135.119,39 EUR
Investeringsontvangsten: 829.061,38 EUR
Investeringsuitgaven: 731.272,97 EUR
Overboekingen: 0,00 EUR
Investeringen eigen financieel boekjaar: 97.788,41 EUR
Overschot/tekort 2022: -71.572,95 EUR
Overschot/tekort investeringen: 26.215,46 EUR
Art. 2. Kennis te geven van dit besluit aan de penningmeester van de kerkfabriek Sint-Martinus Lubbeek, het centraal kerkbestuur Lubbeek, het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
Op 26 april 2024 werd door het centraal kerkbestuur Lubbeek de jaarrekening 2023 van het bestuur van de eredienst Sint-Jan-Baptist Binkom, met een exploitatieoverschot van 65.276,81 EUR en een investeringsoverschot van 54.474,11 EUR, ingediend.
Decreet Lokaal Bestuur
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 54 en 55
Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 39 tot en met 43
Ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 1 tot en met 12
Uit het bewijsstuk van de kastoestand op 31 december 2023 en de bijgevoegde afdrukken van de rekeninguittreksels kan opgemaakt worden dat het resultaat van de jaarrekening correct is.
Artikel 1. De jaarrekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Jan-Baptist Binkom wordt gunstig geadviseerd met volgende kerncijfers:
Exploitatie-ontvangsten: 14.098,27 EUR
Exploitatie-uitgaven: 76.098,75 EUR
Overboekingen: 0,00 EUR
Exploitatie eigen financieel boekjaar: -62.000,48 EUR
Overschot/tekort 2022: 44.667,11 EUR
Exploitatietoelage: 82.610,18 EUR
Overschot/tekort exploitatie: 65.276,81 EUR
Investeringsontvangsten: 100.000,00 EUR
Investeringsuitgaven: 52.835,65 EUR
Overboekingen: 0,00 EUR
Investeringen eigen financieel boekjaar: 47.164,35 EUR
Overschot/tekort 2022: 7.309,76 EUR
Overschot/tekort investeringen: 54.474,11 EUR
Art. 2. Kennis te geven van dit besluit aan de penningmeester van de kerkfabriek Sint-Jan-Baptist Binkom, het centraal kerkbestuur Lubbeek, het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
Op 26 april 2024 werd door het centraal kerkbestuur Lubbeek de jaarrekening 2023 van het bestuur van de eredienst Sint-Pieter Pellenberg, met een exploitatieoverschot van 8.397,64 EUR en een investeringstekort van 254,09 EUR, ingediend.
Decreet Lokaal Bestuur
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 54 en 55
Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 39 tot en met 43
Ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 1 tot en met 12
Uit het bewijsstuk van de kastoestand op 31 december 2023 en de bijgevoegde afdrukken van de rekeninguittreksels kan opgemaakt worden dat het resultaat van de jaarrekening correct is.
Artikel 1. De jaarrekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Pieter Pellenberg wordt gunstig geadviseerd met volgende kerncijfers:
Exploitatie-ontvangsten: 56.026,65 EUR
Exploitatie-uitgaven: 38.058,69 EUR
Overboekingen: -17.500,00 EUR
Exploitatie eigen financieel boekjaar: 467,96 EUR
Overschot/tekort 2022: 7.929,68 EUR
Exploitatietoelage: 0,00 EUR
Overschot/tekort exploitatie: 8.397,64 EUR
Investeringsontvangsten: 12.661,56 EUR
Investeringsuitgaven: 28.532,40 EUR
Overboekingen: 17.500,00 EUR
Investeringen eigen financieel boekjaar: 1.629,16 EUR
Overschot/tekort 2022: -1.883,25 EUR
Overschot/tekort investeringen: -254,09 EUR
Art. 2. Kennis te geven van dit besluit aan de penningmeester van de kerkfabriek Sint-Pieter Pellenberg, het centraal kerkbestuur Lubbeek, het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
De jaarrekening vormt het sluitstuk van de jaarlijkse cyclus, waarbij gerapporteerd wordt over de inhoudelijke realisaties, de financiële gevolgen van het gevoerde beleid op budgettair en algemeen boekhoudkundig vlak en de totale financiële toestand van de gemeente en het OCMW. De verschillende deelrapporten zoals voorgeschreven in de BBC-regelgeving maken samen de jaarrekening uit.
De jaarrekening bestaat uit een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting. Zodra het bestuur het ontwerp van de jaarrekening aan de raadsleden bezorgt, stelt het hen ook de bijbehorende documentatie ter beschikking. Deze documentatie biedt de raadsleden achtergrondinformatie bij de jaarrekening.
Vanaf het meerjarenplan 2020-2025 maken de gemeente en haar OCMW geïntegreerde beleidsrapporten. In die context heeft het geen zin om nog een gemeentelijke bijdrage aan het OCMW te berekenen en te tonen in de beleidsrapporten. Beide besturen moeten het eens zijn over de te bereiken doelstellingen en de financiële haalbaarheid van hun gezamenlijk beleid. Conform artikel 274 van het decreet over het lokaal bestuur dient de gemeente er echter wel voor te zorgen dat het OCMW steeds zijn financiële verplichtingen kan nakomen. De regelgeving legt geen berekeningswijze, timing of procedure vast om het bedrag van de gemeentelijke tussenkomst vast te stellen. Er werden tussen gemeente en OCMW geen vaste afspraken gemaakt over de wijze waarop het bedrag van de tussenkomst wordt bepaald. Dit houdt in dat het bedrag dat in de beslissing over de jaarrekening is opgenomen het voorstel van het uitvoerend orgaan is. Indien de raden hierover dus geen afzonderlijk besluit nemen, is die beslissing impliciet vervat in de beslissing over de vaststelling van de jaarrekening waarin de tussenkomst in kwestie verwerkt is. Er wordt voorgesteld om het bedrag van de gemeentelijke tussenkomst vast te stellen op het bedrag gelijk aan het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten van het boekjaar van het OCMW. Deze boeking is aangewezen om te vermijden dat het OCMW op termijn een negatief netto-actief zou krijgen. Dit is alzo verwerkt in de jaarrekening 2023. Deze berekeningswijze zullen wij ook voor de komende jaren hanteren conform de beslissing van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 29/06/2021 aangaande de jaarrekening 2020.
Het totaal van de opbrengsten voor het OCMW bedraagt voor boekjaar 2023 3.173.476 EUR
Het totaal van de kosten voor het OCMW bedraagt voor het boekjaar 2023 4.521.975 EUR
Het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten voor het OCMW bedraagt voor het boekjaar 2023 -1.348.499 EUR, zijnde een tekort.
Dit tekort wordt aangezuiverd door de gemeentelijke tussenkomst. Deze tussenkomst van de gemeente in het OCMW is enkel zichtbaar in de mutatiestaat van het netto-actief (schema T5: de toelichting bij de balans).
De gemeente en haar OCMW vormen samen één rapporteringsentiteit en maken een geïntegreerde jaarrekening. Juridisch blijven het echter twee afzonderlijke entiteiten. Daarom stemmen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn elk over hun deel van de gezamenlijke jaarrekening. Slechts in een aantal onderdelen van de jaarrekening komen de cijfers van de gemeente en het OCMW apart tot uiting: schema J3 (realisatie van de kredieten) en het schema T5 (de toelichting bij de balans - deel nettoactief). In de bewoordingen van artikel 249 §3 van het decreet lokaal over het lokaal bestuur wordt expliciet gesproken over het 'deel van het OCMW' en 'het deel van de gemeente'. Dit is vooral om duidelijk te maken dat de raad voor maatschappelijk welzijn eigenlijk geen uitspraak kan doen (of afzonderlijk kan stemmen) over elementen in de beleidsrapporten die exclusief tot de bevoegdheid van de gemeente behoren zoals bijvoorbeeld belastingen. De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn over het OCMW heeft dus enkel betrekking op de transacties van het OCMW die impliciet in de geïntegreerde jaarrekening zijn opgenomen. Hetzelfde geldt over de beslissing van de gemeenteraad over het deel van de gemeente. Daarna keurt de gemeenteraad het deel van de jaarrekening zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed en stelt zo de gezamenlijke jaarrekening van de gemeente en het OCMW definitief vast. Dat is nodig omdat de gemeente er nog steeds voor moet zorgen dat het OCMW zijn financiële verplichtingen kan voldoen. In theorie zou de gemeenteraad het deel van het OCMW niet kunnen goedkeuren als ze van oordeel is dat de financiële belangen van de gemeente worden geschaad.
De jaarrekening 2023 voor gemeente en OCMW wordt afgesloten met volgende resultaten:
- balanstotaal: 93.285.720 EUR
- overschot van het boekjaar - algemene boekhouding: 3.245.930 EUR
- beschikbaar budgettair resultaat: 21.448.040 EUR
- autofinancieringsmarge: 4.862.654 EUR
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikelen 171, 176, 249, 250, 251, 252, 260, 261, 262 en 274.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, en de latere wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Artikel 1. De gemeenteraad stelt de jaarrekening 2023 gemeente en OCMW voor het deel gemeente vast. De staat van opbrengsten en kosten 2023 voor de gemeente heeft een overschot van 1.498.063 EUR, waarvan 1.456.832 EUR verwerkt wordt als de tussenkomst van de gemeente in het tekort van het OCMW en 41.231 EUR verwerkt wordt als het over te dragen overschot van het boekjaar.
Art. 2. De gemeenteraad keurt het deel OCMW van de jaarrekening 2023 gemeente en OCMW zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. De staat van opbrengsten en kosten 2023 voor het OCMW heeft een tekort van 1.456.832 EUR, wat verwerkt wordt als een tussenkomst van de gemeente in het tekort van het boekjaar van het OCMW.
Art. 3. De gemeenteraad stelt de gezamenlijke jaarrekening van de gemeente en OCMW definitief vast.
Art. 4. Het raadsbesluit zal conform de betreffende toezichtregeling aan de toezichthoudende overheid worden toegezonden.
Art. 5. De documenten van de jaarrekening 2023 gemeente en OCMW zullen via het digitaal loket aan de toezichthoudende overheid gerapporteerd worden.
Art. 6. De jaarrekening 2023 wordt binnen de 10 dagen na de vaststelling gepubliceerd op de website met de publicatiedatum.
Lokaal bestuur Lubbeek werkt met provisierekeningen. Er is echter geen eenduidige werking: voor het OCMW is er geen reglement en het reglement van de gemeente is niet up to date.
Het ontbreken van een duidelijk kader leidt ertoe dat het onduidelijk is wat de verwachtingen zijn en waarop er gecontroleerd moet worden. Daarom is het nodig om een nieuw reglement rond het gebruik van de provisierekeningen te schrijven.
Dit reglement geldt voor het ganse lokaal bestuur.
Het reglement neemt naast de provisierekeningen ook het gebruik van kredietkaarten op.
De tankkaarten maken geen deel uit van dit reglement: een gespecialiseerde firma zal de tankkaarten beheren en factureert de afnames aan het lokaal bestuur.
Dit reglement neemt wel op wat de procedure is indien een tankkaart niet correct wordt gebruikt.
Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 272§1, 2e lid kunnen provisies ter beschikking worden gesteld aan personeelsleden voor het betalen van geringe exploitatie-uitgaven die voor de goede werking van de dienst onmiddellijk moeten worden gedaan, indien het organisatiebeheersingssysteem daarvoor een regeling bevat.
geen impact
Artikel 1: De gemeenteraad keurt het bijgaand reglement goed.
Artikel 2: De gemeenteraad geeft de opdracht aan de dienst financiën om de nodige stappen te nemen ter uitvoering ervan.
ARTIKEL 1: PRINCIPE
Op basis van het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 272§1, 2e lid kunnen provisies ter beschikking worden gesteld aan personeelsleden voor het betalen van geringe exploitatie-uitgaven, indien het organisatiebeheersingssysteem daarvoor een regeling bevat.
Onder geringe exploitatie-uitgaven wordt verstaan het betalen van uitgaven in omstandigheden die noodzakelijk zijn voor het normaal functioneren van de diensten, en waarbij uitstel de dienstverlening kan hypothekeren. Het gaat om uitgaven waarvan de schuldeiser en het bedrag vooraf niet kan worden aangeduid, en er hierdoor niet de normale betalingsprocedure (bestelaanvraag, bestelbon, factuur) van de gemeente/het OCMW kan gevolgd worden.
De provisie wordt toegekend aan een dienst, het afdelingshoofd is de verantwoordelijke van de provisie.
ARTIKEL 2: OPENING VAN DE PROVISIE
De volgende provisierekeningen zijn reeds aanwezig op het bestuur en worden via dit besluit opnieuw vastgesteld:
entiteit |
Omschrijving |
bedrag |
Gemeente |
dienst infrastructuur |
1 500 |
Gemeente |
school Binkom |
600 |
Gemeente |
school Linden |
600 |
Gemeente |
school Pellenberg |
600 |
Gemeente |
BKO |
600 |
Gemeente |
cultuur, sport en jeugd |
600 |
OCMW |
dienstencentrum |
600 |
OCMW |
dringende steun SD |
5 000 |
Bijkomende provisierekeningen kunnen door de algemeen directeur worden toegekend. bij de toekenning van de provisie wordt de dienst gespecifieerd en de verantwoordelijke (functie en naam) alsook het bedrag van de provisie. Dit gebeurt na advies van de financieel directeur.
Indien de beslissing van de algemeen directeur afwijkt van het advies van de financieel directeur, dan wordt de beslissing voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen/vast bureau.
ARTIKEL 3: OMVANG VAN DE PROVISIE
Een provisie kan maximaal 5.000 euro bedragen.
ARTIKEL 4: GEBRUIK VAN DE PROVISIE
De provisie wordt steeds ter beschikking gesteld via een zichtrekening. De financieel directeur staat in voor het openen van de rekening en het provisioneren ervan.
De provisie kan aangewend worden door via de rekening overschrijvingen te doen of door betalingen met een bankkaart. Het afdelingshoofd beslist welke medewerkers van de dienst mogen beschikken over een bankkaart om een beroep te doen op de provisie. Er kunnen dus verschillende kaarten, op naam van verschillende personeelsleden, gekoppeld zijn aan één provisierekening.
De financiële dienst zal het afdelingshoofd 1 keer per jaar een overzicht bezorgen van alle kaarten die met betrekking tot de provisierekening in omloop zijn. Het is de verantwoordelijkheid van het afdelingshoofd om op basis van deze lijst te evalueren of alle kaarten nog relevant zijn en indien nodig over te gaan tot de schrapping ervan.
Indien een kaarthouder de organisatie verlaat is het de verantwoordelijkheid van het afdelingshoofd om op dat moment de bankkaart in ontvangst te nemen en over te maken aan de financiële dienst, die de kaart zal vernietigen.
Het is niet toegelaten om cash geld af te halen met de provisierekening met uitzondering van de provisierekening 'dringende steun SD'.
ARTIKEL 5: VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN HET AFDELINGSHOOFD
Het afdelingshoofd is persoonlijk verantwoordelijk voor het beheer van de toegekende provisie. Hij/zij dient er steeds voor te zorgen dat het aan hem/haar toegekende bedrag kan verantwoord worden door de som van 2 componenten:
- Het saldo op de zichtrekening,
- De verantwoordingsstukken van de gemaakte uitgaven.
ARTIKEL 6: BEWIJS VAN DE UITGAVEN
Het afdelingshoofd dienst voor elke uitgave een geldig verantwoordingsstuk te bekomen. Mogelijke verantwoordingsstukken zijn:
- Een kasticket
- Een voldane factuur
- Een kostennota
- Een verklaring op eer van het afdelingshoofd met detail van uitgave en de rede waarom geen ander verantwoordingsstuk kon bekomen worden.
Op elk verantwoordingsstuk moet de datum en het bedrag vermeld staan.
ARTIKEL 7: AANZUIVEREN PROVISIE
Indien het afdelingshoofd na gedane uitgaven zijn provisie wil aanzuiveren gebruikt hij/zij hiervoor een standaard formulier dat ter beschikking wordt gesteld door de dienst financiën. Dit afrekenblad wordt samen met de verantwoordingsstukken bezorgd aan de dienst financiën. Het afrekenblad moet per uitgave bevatten:
- Het volgnummer (dit volgnummer wordt ook op het verantwoordingsstuk vermeld)
- De leverancier
- Het bedrag
- De budgetsleutel.
Het afrekenblad wordt ondertekend door het afdelingshoofd.
Minstens eens per kwartaal moet de aanzuivering van de provisie aangevraagd worden, zodat de uitgaven tijdig kunnen toegewezen worden aan de budgetten van de dienst.
De dienst financiën verifieert de aangeleverde verantwoordingsstukken en maakt de aansluiting met de ter beschikking gestelde provisie. Bij aanvaarding van de uitgaven wordt het bedrag overgeschreven op de provisierekening. Hiervoor is de dubbele handtekening vereist.
Indien bepaalde gedane uitgaven niet door de dienst financiën zijn aanvaard, of indien de aansluiting met de gestelde provisie niet kan worden gemaakt, wordt de procedure in artikel 8 gevolgd.
ARTIKEL 8: PROCEDURE BIJ VASTSTELLEN VERSCHIL/ONEIGENLIJK GEBRUIK/ MISBRUIK/ VERLIES/ DIEFSTAL
Bij vaststelling van een verschil wordt dit verschil op duidelijke wijze door het afdelingshoofd ingeschreven op het afrekenblad dat aan de dienst financiën wordt bezorgd.
Indien de dienst financiën oneigenlijk gebruik van de provisie vaststelt, zal de financieel directeur hierover overleg plegen met het betreffende afdelingshoofd.
Bij vermoedens van misbruik kan door de financieel directeur een verslag opgemaakt worden. Dit verslag wordt overgemaakt aan de algemeen directeur, die het zal agenderen op het betreffende orgaan. De algemeen directeur kan de nodige maatregelen nemen, zoals daar zijn het afnemen van de provisie.
Indien een afdelingshoofd een verlies of diefstal vaststelt, worden de algemeen directeur en de financieel directeur onmiddellijk op de hoogte gebracht. In samenspraak met de algemeen directeur doet het afdelingshoofd aangifte bij de lokale politie. Een kopie van de aangifte wordt bezorgd aan de financieel directeur.
De financieel directeur gaat over tot de verificatie van de provisierekening om het totale tekort vast te stellen en maakt hiervan een verslag op. Hij staat in voor het blokkeren van de kaart indien nodig.
De algemeen directeur agendeert het dossier op het college van burgemeester en schepenen/vast bureau, die een beslissing neemt betreffende de aansprakelijkheid en het tekort.
ARTIKEL 9: GEBRUIK KREDIETKAART
Voor de goede werking van de dienst kan het aangewezen zijn om over een kredietkaart te beschikken. Enkel de algemeen directeur en de financieel directeur komen in aanmerking voor een kredietkaart.
De kaart wordt toegekend op naam en niet op dienst. De houder, kaartnummer en bankrekening waaraan de kaart gelinkt is wordt ingeschreven in een register, dat door de financieel directeur bijgehouden wordt.
De uitgaven kunnen via de kredietkaart gebeuren indien deze uitgaven op geen andere manier kunnen gebeuren. Voorbeelden zijn:
- de hostingkosten van bepaalde social media,
- online aankopen,
- aankopen in het buitenland,
- representatiekosten,
- …
De uitgaven van de kaart worden maandelijks door de bank afgehouden van de zichtrekening. De bank stelt de verzamelstaat ter beschikking aan de dienst financiën. Het is aan de kaarthouder om op dat moment alle verantwoordingsstukken te bezorgen aan de dienst financiën. Het is aangewezen om op de verantwoordingsstukken te noteren waarop de uitgave betrekking heeft.
Het is niet toegelaten om met de kredietkaart cash geld af te halen.
De financiële dienst agendeert de uitgavenstaat van de kredietkaart op het college van burgemeester en schepenen.
Bij misbruik, verlies of diefstal wordt er een verslag opgemaakt en geagendeerd op het bevoegde orgaan, die een beslissing neemt betreffende de aansprakelijkheid en het tekort. Het verslag wordt door de algemeen directeur opgemaakt indien het de financieel directeur betreft, en vice versa.
ARTIKEL 10: TANKKAARTEN
Voor de goede werking van de dienst kan het aangewezen zijn om over een tankkaart te beschikken. Het systeem van de tankkaarten valt niet onder het reglement van de provisierekeningen.
De tankkaarten zullen aangeboden worden door een gespecialiseerde organisatie. De gebruiker van de tankkaart zal een afsprakennota ondertekenen over het gebruik ervan.
Indien er misbruik wordt vastgesteld zal de algemeen directeur hierover een verslag opmaken. Dit verslag wordt geagendeerd op het bevoegde orgaan, die een beslissing neemt betreffende de aansprakelijkheid en het tekort.
We hebben het geluk om in een mooie en recent gebouwde school te mogen werken. Jammer dat de speelplaats een vrij ingesloten ruimte is met weinig groen en kleur. Samen met de leerkrachten beschilderden we enkele jaren geleden de buitenmuur van de gymzaal om het geheel aan de kleuterzijde op te vrolijken. Het leerkrachtenteam, in samenwerking met het oudercomité toverde deze witte muren om in een kindvriendelijk en kleurrijk decor.
Het volgende project dat we wensen aan te gaan is het opwaarderen van de zwarte buitenvlakken tussen de boven- en benedenverdieping van de lagere school. Spijtig genoeg zijn deze vlakken volledig uitgekleurd door de zon en vertonen ze duidelijke barsten waardoor ze een verwaarloosde indruk geven. Mogelijk draagt de donkere kleur ook bij aan het hitteprobleem tijdens de zomermaanden. Door met heldere kleuren te werken kan dit project misschien al een minimale bijdrage leveren aan de opwarming van de klassen.
We willen deze vlakken naar analogie met 'tour elentrik' verrijken met streetart, een kunststijl die we meer en meer in musea terug zien alsook bij de gerenommeerde veilinghuizen.
Op deze manier kunnen we van deze donkere plekken een ware blikvanger maken en mogelijk ook een educatieve waarde geven waarvan elke gebruiker van de school kan genieten.
Mogelijke (educatieve) voorstellen:
Natuurlijke elementen: vb de gevel van een gebouw in Lyon langs de A7 (https://www.mur-manteau.fr/renovation#ROWERP )
1) vb lokale fauna en flora in de kijker te zetten. Mogelijke artiesten waarmee we kunnen werken Tuzq (https://tuzq.be/ ) Bird Obg ( https://www.bramdeceurt.com/street-art.html ) en Smok ( https://smok.be/ ) Adele renault( https://www.adelerenault.com/publicart )
2) of wiskundige principes zoals spiegelen en patronen alsook perspectief (dat meer bij Muvo past) een plaatsje te geven. Mogelijke artiest Astro ( https://astrograff.com/) 1010 ( https://www.moma.co.uk/1010-street-artist/)
Omdat streetart een bijzondere techniek vergt en het project een degelijk resultaat vraagt, willen we een verbintenis aangaan met treepack die een sterk netwerk uitbouwden van interne en externe artiesten die deze techniek goed beheersen en die willen aansluiten bij de visie en de context van de school: de afbeeldingen moeten een meerwaarde bieden aan de omgeving en het schoolgebouw en moeten passen binnen de onderwijscontext voor lagere schoolkinderen.
Ik ontving het voorstel van een gulle schenker die onze school een warm hart toedraagt en samenwerkt met treepack. Deze persoon, die ik ten volle vertrouw in het gedane voorstel, wenst anoniem dit project te sponsoren. De schenker zal alle kosten dragen, zowel materialen, benodigde gekeurde stellingen als de aanstelling en vergoeding van enkele kunstenaars die de uitvoering voor hun rekening willen nemen onder de gestelde voorwaarden.
Er wordt, nadat ik een goedkeuring ontvang van het college, een ontwerp gemaakt samen met de kunstenaars en voorgelegd aan mij waarna ik het op mijn beurt aan het college kan voorleggen indien jullie dit wensen.
Ik denk dat dit een eenmalige kans is om gedeeltelijk de buitenschil van de school kosteloos te verfraaien en vraag jullie goedkeuring om dit project te volbrengen.
in de 2 laatste weken van augustus.
De schenker zal een formulier ' erkenning van een materiële schenking' aan het gemeentebestuur overmaken voor de start van de werken.
Decreet Lokaal Bestuur
Schepencollegebeslissing van 13 mei 2024: opwaarderen gevel GBS de STiP Linden
Een unieke kans om de buitengevel van de school, kant speelplaats, KOSTELOOS door bedreven kunstenaars in streetart te verfraaien.
Geen financiële gevolgen - materiële schenking aan de gemeente.
Artikel 1.De gemeenteraad aanvaardt de materiële schenking voor het aanbrengen van streetart op de zwarte vlakken van de buitengevel van GBS de STiP Linden.
Art.2. Deelt het besluit mee aan de directeur van GBS de STiP Linden.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2023 tot wijziging van diverse besluiten betreffende het woonbeleid stelt dat vanaf 1 juni een vergoeding kan gevraagd worden voor het uitvoeren van een conformiteitsonderzoek. Daarmee vervalt de vergoeding voor een conformiteitsattest.
Het retributiereglement conformiteitsattesten goedgekeurd op 28 december2021 waarbij een vergoeding wordt gevraagd voor het afleveren van een conformiteitsattest en niet voor het uitvoeren van een conformiteitsonderzoek moet worden aangepast.
In deze nieuwe ontwerpversie wordt verwezen naar dit reglement en het wordt ook in een artikel opgeheven.
Er wordt een bedrag van 90 euro voorgesteld. Het maximum toelaatbare bedrag voor deze retribrutie is 200 euro.
Het bedrag van 62,50 euro kan ook behouden worden
De financiële toestand van de gemeente verantwoordt de instelling en heffing van deze retributie.
Vanaf 1 juni 2024 wordt een vergoeding gevraagd voor het uitvoeren van een conformiteitsonderzoek. Daarmee vervalt de vergoeding voor het conformiteitsattest. De Vlaamse regering trekt in haar besluit van 8 december 2023 het maximale bedrag dat de gemeente mag aanrekenen voor het uitvoeren van conformiteitsonderzoeken op tot de werkelijke kostprijs, met een maximum van 200 euro. Dit bedrag kan jaarlijks geïndexeerd worden en dit de eerste maal op 1 januari 2025.
Het retributiereglement confomiteitsattesten goedgekeurd op 28 december 2021 waarbij een vergoeding wordt gevraagd voor het afleveren van een conformiteitsattest en niet voor het uitvoeren van een conformiteitsonderzoek moet worden aangepast.
Voor levering van een in dit reglement bedoelde prestatie of dienst door de gemeente in het individueel belang of voordeel van diegene die gebruik maakt van die dienst of prestatie is een redelijke vergoeding in verhouding tot de kostprijs van de geleverde prestatie of dienst onder de vorm van een retributie aangewezen.
Er moet voor de in dit retributiereglement vooropgestelde tarieven rekening worden gehouden met de economische realiteit en de daadwerkelijke kostprijs voor het onderzoek naar de woningkwaliteit (gekoppeld aan tarieven die worden opgelegd door andere overheidsinstanties en eigen administratieve (verwerkings)kosten en tijdsbesteding).
Daarnaast wil de gemeente de kwaliteit van het woningpatrimonium op de private huurmarkt verbeteren.
De vergoeding wordt gevraagd per onderzochte woning en dus per opgemaakt technisch verslag. Voor een kamerwoning is dit dus een vergoeding per kamer. De gemeente mag geen vergoeding aanrekenen voor het eerste conformiteitsonderzoek in het kader van een waarschuwingsprocedure of een procedure tot ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring.
Dit zorgt dat:
Het Besluit van de Vlaamse regering van 8 december 2023 tot wijzigingen van diverse besluiten betreffende woonbeleid bepaalt de maximale vergoedingen die kunnen vastgesteld worden voor het uitvoeren van een conformiteitsonderzoek. Dit bedrag kan jaarlijks geïndexeerd worden en dit de eerste maal op 1 januari 2025. De gemeente kan een lager bedrag vaststellen.
De administratieve dienst stelt voor om een vergoeding aan te rekenen in volgende gevallen:
1. Voor het tweede conformiteitsonderzoek (hercontrole) in kader van de procedure van het verzoek tot afgifte van een conformiteitsattest, vermeld in artikel 3.7, §1, eerste lid van de Vlaamse Codex Wonen.
2. Voor het uitvoeren van een conformiteitsonderzoek in kader van een melding van herstel in volgende gevallen:
• Een melding van herstel van eerder vastgestelde gebreken in de loop van een procedure om een woning ongeschikt of onbewoonbaar te verklaren, met toepassing van artikel 3.12 van de Vlaamse Codex Wonen.
• Een melding van herstel in de waarschuwingsprocedure als vermeld in artikel 3.10, derde lid van de Vlaamse Codex Wonen.
Artikel 3.3 van de Vlaamse Codex Wonen stelt dat de gemeente geen vergoeding mag vragen voor de volgende conformiteitsonderzoeken:
• Het conformiteitsonderzoek na een melding als vermeld in artikel 3.10, eerste lid.
• Het conformiteitsonderzoek na een verzoek om een woning ongeschikt of onbewoonbaar te verklaren met toepassing van artikel 3.13.
De administratieve dienst stelt voor om ook geen vergoeding aan te rekenen in volgende gevallen:
Zowel de hoofdentiteit als de bijkomende entiteit (zorgwonen) worden gecontroleerd op de voorwaarden zoals beschreven in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening onder het zorgwonen. Tegelijkertijd wordt er nagekeken of de hoofdwoning en de zorgwoning veilig zijn en voldoen aan de minimale kwaliteitsnormen zoals gedefinieerd in de Vlaamse Codex Wonen.
Eigenaars die aan de woonmaatschappij verhuren hebben minder huuropbrengsten dan bij verhuur op de private huurmarkt. Door het uitvoeren van gratis conformiteitsonderzoeken worden deze eigenaars beloond.
Het terbeschikkingstelling van dergelijke woningen voor een kwetsbare doelgroep mag niet afhangen van het al dan niet betalen van een vergoeding voor het uitvoeren van een conformiteitsonderzoek. De huisvestingsmogelijkheden zijn immers beperkt.
Er zijn geen direct-toewijsbare financiële gevolgen. Deze retributie geldt als een billijke vergoeding voor levering van een in het reglement bedoelde prestatie of dienst door de gemeente in het individueel belang of voordeel van diegene die gebruik maakt van die dienst of prestatie. De geraamde inkomsten uit deze retributie worden opgenomen in het meerjarenplan.
Artikel 1. De gemeenteraad neemt kennis van het voorstel tot een nieuw retributiereglement voor de uitvoering van een conformiteitsonderzoek woningkwaliteit als volgt:
Artikel 1 – Duurtijd en belastbaar voorwerp of belastbaar feit
Voor een termijn startend op 1 juli 2024 en eindigend op 31 december 2025, behoudens tussenkomende wijzigingen goedgekeurd door de gemeenteraad, wordt een retributie geheven op het uitvoeren van een conformiteitsonderzoek woningkwaliteit.
Een aanvraag voor het uitvoeren van een conformiteitsonderzoek gebeurt schriftelijk. Een aanvraag tot opheffing van een besluit tot ongeschikt en/of onbewoonbaarheid geldt eveneens als aanvraag voor het uitvoeren van een conformiteitsonderzoek.
Er wordt een vergoeding gevraagd vanaf het TWEEDE conformiteitsonderzoek (HERCONTROLE) in kader van de procedure van het verzoek tot afgifte van een conformiteitsattest, vermeld in artikel 3.7, §1, eerste lid van de Vlaamse Codex Wonen.
Er wordt een vergoeding gevraagd voor het uitvoeren van een conformiteitsonderzoek in kader van een melding van herstel in volgende gevallen:
Artikel 2 – Tarief
De retributie wordt bepaald als volgt:
● Voor een conformiteitsonderzoek van een woning: 90 euro per zelfstandige woning. Met een zelfstandige woning wordt zowel een alleenstaande woning bedoeld als een appartement. Een appartementsgebouw bestaat uit verschillende zelfstandige woningen.
● Voor een conformiteitsonderzoek van een kamerwoning: 90 euro per kamer.
Artikel 3 – Vrijstellingen
Van de retributie wordt vrijgesteld:
Artikel 4 -Betalingsmodaliteiten
De retributie ontstaat op het ogenblik van het uitvoeren van een conformiteitsonderzoek. De retributie wordt geïnd door overschrijving na ontvangst van een betalingsuitnodiging door de dienst financiën. De retributie dient betaald te zijn binnen 7 werkdagen na verzending van de betalingsuitnodiging.
Artikel 5 - Bekendmaking
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het lokaal
bestuur en treedt in werking op 1 juli 2024.
Artikel 6 - Uitvoering
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.
Artikel 7:
De gemeenteraad heft op datum van 1 juli 2024 het retributiereglement van 28 december 2021 betreffende de afgifte conformiteitsattesten op.
Artikel 8 - Toezicht
Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur.
Art. 2. Het retributiereglement voor de uitvoering van een conformiteitsonderzoek woningkwaliteit wordt goedgekeurd.
Aanleiding
Met de vorming van de nieuwe woonmaatschappijen trad op 1 januari 2024 ook een nieuw toewijsmodel in werking. De Vlaamse overheid schetste een breed kader waarbinnen de woonmaatschappijen 1 of meer toewijzingsraden dienen op te richten die aan de slag kunnen gaan om tot een concrete invulling te komen voor het toewijzen van woningen. De woonmaatschappijen dienden het initiatief te nemen om deze toewijzingsraden op te richten en zitten de toewijzingsraden voor.
Alle gemeenten van het (deel)werkingsgebied dienen vertegenwoordigd te zijn in de toewijzingsraad.
Relevante huisvestings- en welzijnsactoren kunnen zichzelf aanmelden om er deel van uit te maken.
De toewijzingsraad heeft een beleidsmatige opdracht en een operationele opdracht. Dit wordt geregeld in artikel 6.23 van het BVCW.
Beleidsmatige opdracht
De toewijzingsraad stelt een ontwerp van toewijzingsreglement op. Hierin kunnen bepalingen over de verstrenging van de langdurige woonbinding (pijler 1) en bepalingen voor specifieke doelgroepen (pijler 3) worden opgenomen. De leden van de toewijzingsraad streven hierbij naar consensus. Als er geen consensus is, kunnen de deelnemende gemeenten van de toewijzingsraad specifiek voor hun gemeenten over deze bepalingen beslissen.
Voor het opnemen van een bepaling over de langdurige woonbinding met het (deel)werkingsgebied is in ieder geval consensus tussen de gemeenten van het (deel)werkingsgebied vereist.
Operationele opdracht
De toewijzingsraad staat ook in voor de praktische uitvoering van de regels die betrekking hebben op de versnelde toewijzingen (pijler 2) en de toewijzingen aan specifieke doelgroepen (pijler 3). De toewijzingsraad kan afspraken maken over de werkwijze met betrekking tot de aanmelding en begeleiding van kandidaat-huurders en huurders. Deze afspraken worden opgenomen in het huishoudelijk reglement van de toewijzingsraad.
Woonmaatschappij KANVAZ
Het werkingsgebied van KANVAZ omvat 18 gemeenten. In overleg met de lokale besturen werden er 3 deelwerkingsgebieden afgebakend binnen het werkingsgebied van KANVAZ.
In elk deelwerkingsgebied werd een zonecomité opgericht dat tevens fungeert als toewijzingsraad en de bovenvermelde beleidsmatige opdracht heeft een toewijscomité opgericht waaraan de toewijzingsraad de bovenvermelde operationele opdracht zal delegeren.
Zowel de zonecomités als de toewijscomités zijn sinds het najaar 2023 actief.
Opmaak ontwerp toewijzingsreglement en bijhorend huishoudelijk reglement
In kader van de beleidsmatige opdracht van elk zonecomité dient de gemeenteraad een beslissing te nemen over het ontwerp van toewijzingsreglement, opgemaakt door het zonecomité Noordoost en het bijhorende huishoudelijk reglement.
Bij de opmaak van het toewijzingsreglement is er lokaal maatwerk mogelijk voor enerzijds het instellen van een strengere woonbindingsvoorwaarde (pijler 1) en anderzijds voor het afbakenen van specifieke doelgroepen (pijler 3).
De gemeenteraad kan echter enkel het ontwerp van toewijzingsreglement amenderen voor wat betreft de bepalingen van strengere woonbinding en de specifieke doelgroepen in haar eigen gemeente.
De woonmaatschappij dient het goedgekeurde toewijzingsreglement aan de minister te bezorgen opdat hij zijn vernietigingstoezicht kan uitoefenen. Vervolgens dient de woonmaatschappij het goedgekeurde toewijzingsreglement te integreren in het intern huurreglement van de woonmaatschappij.
Daarnaast schrijft de regelgeving ook voor dat de woonmaatschappij de gemeente op de hoogte brengt van de beslissingen met betrekking tot de versnelde toewijzingen (pijler 2) opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Het zonecomité Noordwest van 12 maart 2024 werden volgende bepalingen in het ontwerp van toewijzingsreglement besproken. Het zonécomite stelt voor om volgende bepalingen op te nemen in het toewijsreglement:
Langdurige woonbinding met het werkingsgebied
In alle zonecomités van KANVAZ werd bij consensus beslist dat na de langdurige woonbinding van de kandidaat-huurder met de gemeente ook rekening wordt gehouden met de langdurige woonbinding van de kandidaat-huurder met de deelwerkingsgebieden binnen elk zonecomité van KANVAZ.
Strengere woonbinding
De lokale besturen van het zonecomité Noordwest van KANVAZ wensen in heel het deelwerkingsgebied eenzelfde strenger criterium te voorzien die de standaard langdurige woonbinding voorafgaat, zijnde een voorrang aan kandidaat-huurders die ooit 10 jaar onafgebroken in de gemeente hebben gewoond of nog steeds wonen
Het zonecomité Noordwest wenst achtereenvolgens volgende standaardregels toe te passen bij toewijzing:
Specifieke doelgroepen
Binnen het zonecomité Noordwest wensen de gemeentes Rotselaar, Holsbeek en Tremelo een aantal woningen aan te duiden voor specifieke doelgroepen:
De volgende specifieke doelgroep werd opgenomen in een doelgroepenplan en zal zoals voorheen toegewezen kunnen worden aan specifieke woningen in Rotselaar:
Artikel 1. De gemeenteraad neemt kennis van het ontwerp van toewijzingsreglement zoals opgemaakt door het zonecomité Noordwest van KANVAZ en keurt dit toewijzingsreglement goed.
Art. 2. De gemeenteraad neemt, via het huishoudelijk reglement in bijlage, kennis van de genomen beslissingen door Woonmaatschappij KANVAZ met betrekking tot de versnelde toewijzingen (pijler 2).
Art. 3. Deze beslissing wordt overgemaakt aan de woonmaatschappij KANVAZ.
De stuurgroep van de interlokale vereniging ‘Hartje Hageland’ keurde in de zitting van 30 november 2023 het jaarverslag 2023 van IGS Hartje Hageland goed.
Het beheerscomité van de interlokale vereniging ‘Hartje Hageland’ keurde in de zitting van 19 juni 2023 het financieel verslag 2023 van IGS Hartje Hageland goed.
In het jaarverslag staan de gerealiseerde activiteiten beschreven zoals opgenomen in het subsidiedossier van Wonen Vlaanderen. De basisactiviteiten werden volledig uitgevoerd. De aanvullende activiteiten werden grotendeels gerealiseerd.
Uit het financieel verslag blijkt dat er meer opbrengsten zijn dan uitgaven. De reden hiervoor is:
- De personeelsuitgaven zijn lager dan begroot. Langdurige afwezige personeelsleden zijn slechts deels vervangen. Bovendien zijn de personeelskosten van de vervangers goedkoper.
- Meer subsidies ontvangen dan voorzien. Tegenover de realisatie van basisactiviteiten en aanvullende activiteiten staat een subsidiebedrag van Wonen Vlaanderen. Voor de aanvullende subsidie werd 80% van de basissubsidie aangevraagd, terwijl in de begroting slechts met 60% rekening werd gehouden. Dit was voor het geval dat er aanvullende activiteiten niet gerealiseerd zouden worden. De niet gerealiseerde activiteiten worden door Wonen Vlaanderen verrekend in 2019.
De resterende financiële middelen worden aangewend voor de verrekening van Wonen Vlaanderen in 2019 en de opbouw van een sociaal passief.
De stuurgroep/beheerscomité van de interlokale vereniging ‘Hartje Hageland WEST’ keurde in de zitting van 5 maart 2024 het jaar- en financieel verslag van het werkingsjaar 2023 goed.
Het jaarverslag beschrijft de gerealiseerde activiteiten zoals opgenomen in het subsidiedossier van Wonen in Vlaanderen en het subsidiedossier van de provincie Vlaams-Brabant. Het financieel verslag geeft een overzicht van de inkomsten en uitgaven van het project.
Het decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur.
Het besluit van de Vlaamse Codex Wonen 2021. Dit besluit regelt o.m. de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid.
Het ministerieel besluit van 12 december 2019 houdende de toekenning van subsidies aan de interlokale vereniging ‘Hartje Hageland WEST’ voor de periode 2020-2025.
Het provinciaal reglement voor het ondersteunen van projecten die het lokaal woonbeleid uitvoeren zoals bedoeld in het besluit van de Vlaamse Codex Wonen 2021.
Het besluit van de bestendige deputatie van 24 juni 2021 houdende de toekenning van een subsidie aan Hartje Hageland WEST voor de uitvoering van een lokaal woonbeleid.
De gemeenteraadsbeslissing van 25 juni 2019 betreffende de oprichting van de interlokale vereniging met statutaire draagkracht ‘Hartje Hageland WEST’ voor de vorming van een regionaal samenwerkingsverband inzake woonbeleid.
Conform de statuten van het intergemeentelijk samenwerkingsverband ‘Hartje Hageland West’ dient de gemeenteraad het jaarverslag en het financieel verslag goed te keuren.
Wonen in Vlaanderen en de provincie Vlaams-Brabant evalueren jaarlijks de resultaten van de vooropgestelde doelstellingen. De evaluatie gebeurt aan de hand van het jaarverslag en de vergaderingen van de stuurgroep die door beiden overheden worden bijgewoond. De evaluatienota van Wonen in Vlaanderen wordt mee in rekening gebracht bij de evaluatie door de provincie Vlaams Brabant.
Op 17 april 2024 werd de evaluatienota van Wonen in Vlaanderen ontvangen. De basisactiviteiten en aanvullende activiteiten werden positief geëvalueerd. Voor de aanvullende activiteit AA1_3 inspelend op de maatschappelijke noden een instrument uitwerken en toepassen dat alternatieve woonvormen mogelijk maakt, werden geen subsidies meer ontvangen. De toepassing van het instrument ‘zorgwonen’ was slechts subsidieerbaar (2020-2022). Omdat er geen andere invulling werd gegeven aan deze activiteit, wordt een subsidievermindering toegepast.
HReeds bij de financiële planning van 2020-2025 werd rekening gehouden met deze subsidievermindering. Deze vermindering heeft geen gevolgen op de financiële afrekening van 2023.
Omdat alle doelstellingen werden behaald en hierdoor alle mogelijke subsidies werden ontvangen, kan het werkingsjaar 2023 met een positief saldo van 18.161,75 euro worden afgesloten.
Het beheerscomité/stuurgroep van Hartje Hageland van 5 maart 2024 adviseert om het positief saldo bij te houden als reserve. Dit omwille van volgende redenen:
- De subsidies van de provincie en Wonen in Vlaanderen worden niet geïndexeerd.
- De subsidies worden slechts uitbetaald indien de doelstellingen gerealiseerd zijn. Het beheerscomité merkt op dat de subsidiërende overheden steeds hogere eisen stellen voor de realisaties van de doelstellingen. Waardoor men rekening moet houden met subsidievermindering.
- De inflatie van 2022 maakt dat de loonkosten en werkingskosten buitengewoon zijn gestegen. Ramingsbedragen voor 2023-2025 tonen dat het project Hartje Hageland een tekort zal hebben op de personeelsmiddelen (indexaties), waardoor de reserve nodig zal zijn om deze tekorten op te vangen.
Artikel 1. Het jaarverslag en het financieel verslag van het werkingsjaar 2023 van het IGS (intergemeentelijk samenwerkingsverband) Hartje Hageland West worden goedgekeurd.
Art. 2. De gemeenteraad gaat akkoord dat de financiële overschotten worden bijgehouden bij de projectvereniging zodat deze kunnen ingezet worden om de loonkosten van het huidige personeelsbestand op te vangen in de komende werkingsjaren.
Voor de ontwikkeling van de toekomstige verkaveling Hazeput zullen er nieuwe straten aangelegd worden. Deze straten moeten een straatnaam krijgen.
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 4 maart 2024 de keuze gemaakt om in de nieuwe verkaveling Hazeput de volgende vrouwennamen vast te stellen:
-Anna Wierinckx- Smets (1915 - 1996)
Anna Smets-Wierinckx is geboren op 22 september 1915 te Tielt. Ze overleed te Leuven op 3 januari 1996.
Op 29 december 1970 werd ze benoemd tot burgemeester van Pellenberg.
Ze bleef in functie tot aan de gemeenteraadsverkiezingen van 10 oktober 1976.
Anna Wierinckx-Smets is de enige vrouw in de rij van de burgemeesters van de fusiegemeente Lubbeek.
Het is pas sedert 1921 dat vrouwen burgemeester kunnen worden.
Voorgesteld wordt om de rode straat van de verkaveling de "Anna Wierinckx straat" te noemen.
Martine Tanghe (1955 - 2023)
Martine Tanghe betekende veel voor de inwoners van Vlaanderen.
Ze werd geboren in het Oost-Vlaamse Bellem maar groeide op in Bissegem bij Kortrijk. Ze studeerde Germaanse filologie aan de KU Leuven. Later ging ze in Lubbeek wonen.
Ze werd journaliste en nieuwslezer, eerst bij BRT, later VRT. Haar passie voor het Algemeen Nederlands werd overal geprezen. Ze kreeg er allerlei prijzen en onderscheidingen voor. Als nieuwslezer werd ze “het gezicht van het VRT journaal”. Tijdens haar loopbaan werkte ze mee aan heel wat programma’s.
Voorgesteld wordt om de blauwe straat van de verkaveling de "Martine Tanghe straat" te noemen.
-Elisabeth Scheys (1808 -1880). (zuster Catharina)
Kwam uit een vooraanstaande religieuze familie, waardoor zij de mogelijkheden had om een klooster te stichten.
Geboren in Lubbeek op 26 oktober 1808, als dochter van Philip Jacobus Scheys en Anna Geens.
Ze was als kind al zeer godsdienstig en vroom. Ze ging op kostschool in Hoegaarden, bij de Zusters van Vereniging me het Heilig Hart.
Ze voelde zich geroepen tot het kloosterleven en trad in als postulante bij de gasthuiszusters van Leuven. Wegens haar zwakke gezondheid werd ze geweigerd.
Terug in Lubbeek deed ze veel voor de armen, noodlijdenden, zieken. Ze ondersteunde de Lubbeekse parochie ( o.a. de vergroting van de kerk Sint-Martinus) financieel met haar ruime middelen. Ze stichtte de Mariacongregatie te Lubbeek.
Ze was op zoek naar een levenswijze “tot meerdere eer van God en tot welzijn van de naaste”.
Ze had een voorkeur voor de dominicanerorde.
Na een lange voorbereiding richtte ze het klooster te Lubbeek op in 1866, op 24 september.
Voorgesteld wordt om de gele straat van de verkaveling de "Elisabeth Scheys straat" te noemen.
-Amelia De Ruyter (1840-1908). (Zuster Dominica)
Medestichteres van het klooster te Lubbeek.
Zij behoorde, samen met Veronica Coosemans, tot de eerste twee postulanten van het klooster van de dominicanessen.
Haar vader, Petrus, was onderwijzer en koster te Lubbeek. De familie De Ruyter was een welgestelde familie. De familie schonk, tussen 1909 en 1913, een glasraam aan de kerk van Lubbeek Sint-Bernard met de voorstelling van Sint-Dominicus die de rozenkrans ontvangt van O.-L.-Vrouw.
Toen in 1874 het eerste bijhuis gesticht werd in Vertrijk werd zij er overste.
Amelia De Ruyter was dus medestichteres van het klooster te Lubbeek , samen met Elisabeth Scheys en Veronica Coosemans. Na de dood van zuster Catharina werd zij er 2de priorin.
In 1866 richtte zij, samen met zuster Rosa, de meisjesschool op.
Zij stierf op 7 november 1908 na een lange pijnlijke ziekte.
Voorgesteld wordt om de groene straat (deel 2) van de verkaveling de "Amelia De Ruyter straat" te noemen.
-Veronica Coosemans (1836-1912). (Zuster Rosa)
Derde stichteres van het klooster van de dominicanessen te Lubbeek.
Haar grootvader, Guillaume Coosemans, was burgemeester te Linden van 1819 tot 1931. Later werd hij burgemeester te Kessel-Lo. In Kessel-Lo is een straat naar hem vernoemd. Dit gezin woonde in het historische huis, Den Engel, op de Plein te Linden. Dat huis bestaat nog steeds.
Haar ouders waren Franciscus Anna Oliviers. Ze waren pachters van de 2de grootste hoeve van Lubbeek, nl. ’t Hof Van Dieven of Dievenhof. De eigenaar was M. d’Udekem-d’Acoz.
Als postulant volgde zij een geestelijke opleiding bij de Zusters van de H. Vincentius a Paulo in Opwijk. Zij was de 3de zuster in het klooster te Lubbeek.
Tussen 1909 en 1913 betaalde zij een statie in de kruisweg in de kerk van Lubbeek Sint-Bernard.
Zij was lid van verschillende religieuze verenigingen.
Zij gaf les aan de kinderen.
Voorgesteld wordt om de groene straat (deel 1) van de verkaveling de "Veronica Coosemans straat" te noemen.
Maria Dechamps ( 6 januari 1908-27 februari 1986)
Woonde in Lubbeek rechtover het ziekenhuis.
Was een zeer geëngageerd verpleegster bij het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn.
Tijdens Wereldoorlog II speelde zij een zeer belangrijke rol bij het onderduiken van Joodse kinderen in Lubbeek.
Tijdens WO II was zij een vertrouweling en medewerker van Eerwaarde heer René Ceuppens die op dat moment aalmoezenier van de weerstand was in de zone Leuven en verbindingsman tussen kardinaal Van Roey en het Geheim Leger. Hij ging zich steeds meer toeleggen op de hulp aan Joodse kinderen. In Lubbeek kon hij een van zijn belangrijke connecties aanspreken: Maria Dechamps. Zijn broer Joris Ceuppens, tijdens WO II tijdelijk onderpastoor in Lubbeek, zocht eveneens mee naar schuilplaatsen voor Joodse kinderen. Maria Dechamps werkte intensief met hem mee.
Voorgesteld wordt om de bordeaux straat van de verkaveling de "Maria Dechamps straat" te noemen
-Anita Huybens (1949-2008)
Anita Huybens kreeg de Ereprijs Cultuur in 2006.
Zij was een uitzonderlijke dame: een brok enthousiasme, een vat vol humor en intensiteit, een culturele ziel . Veel engagement, verbondenheid, charisma!
Ze was een “influencer avant la lettre”, die vooral zelf de handen uit de mouwen stak en niet aarzelde “hogere” regionen in te schakelen om haar engagement te voltooien.
Zij was keramiste. Haar levendige en warme persoonlijkheid uitte zij in maskers, steenmannetjes, enz. Vooral haar rode klaprozen kregen in Lubbeek en omstreken een heel speciale plaats en betekenis.
Haar uitgesproken sociaal engagement krijgt vorm in haar project APOPO.
Voorgesteld wordt om het pleintje van de verkaveling de naam "Anita Huybens pleintje" te noemen.
Dit voorstel werd voorgelegd aan de Heemkundige kring voor eenduidig en eensluidend advies zodat de straatnamen voor definitieve goedkeuring aan de gemeenteraad kunnen voorgelegd worden.
De voorzitter van de Heemkring Lubbeek stuurde op 18 maart 2024 een mail. Het bestuur staat achter de naamkeuze en heeft voor elke naam een kort tekstje met uitleg bijgevoegd (zie bijlage).
Deze naamgeving past eveneens in het streven naar meer vrouwelijke straatnamen die verwijzen naar vrouwen die voor de gemeente van betekenis zijn geweest.
Het college heeft op 3 juni 2024 beslist om deze straatnamen ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
Decreet Lokaal Bestuur
Het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de openbare wegen en pleinen
Het decreet van 1 juli 1987 houdende wijziging van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen
Het decreet van 4 februari 1987 tot wijziging van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen
Het decreet van 29 november 2020 houdende wijziging van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen
Het decreet van 16 juli 2021 tot wijziging van diverse decreten wat betreft versterking van de lokale democratie
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 4 maart 2024 beslist om voor de straatnaamgeving in de toekomstige verkaveling Hazeput de volgende vrouwennamen voor te stellen: Anna Wierinckx, Martine Tanghe, Elizabeth Scheys, Amelia De Ruyter, Veronica Coosemans, Maria Dechamps en Anita Huybens. Deze naamgeving past in het streven van meer vrouwelijke namen die verwijzen naar vrouwen die voor de gemeente van betekenis zijn geweest. In zitting van 3 juni 2024 besliste het college om deze namen ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
Art. 2. De heemkring van Lubbeek staat achter deze naamkeuze en heeft voor deze 7 namen een toelichting gegeven.
Art. 3. Deze 7 straatnamen worden gekoppeld aan de 6 straten en het pleintje van de verkaveling Hazeput zoals voorgesteld op het inplantingsplan van de verkaveling Hazeput.
Art. 4. De gemeenteraad gaat principieel akkoord om de hiernavolgende straten in de verkaveling Hazeput als volgt te benoemen.
-de blauwe straat de "Martine Tanghe straat" te noemen;
-de rode straat de "Anna Wierinckx" straat" te noemen;
-de groene straat deel 1 de "Veronica Coosemansstraat" te noemen;
-de groene straat deel 2 de "Amelia De Ruyterstraat " te noemen;
-de gele straat de "Elisabeth Scheys straat" te noemen;
-de bordeaux straat de "Maria Deschamps straat" te noemen.
Art. 5. Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast om een openbaar onderzoek te starten volgens de richtlijnen van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen.
Lokale besturen zijn wettelijk verplicht om een DPO (of functionaris gegevensbescherming) aan te wijzen en een gedetailleerd informatieveiligheidsplan te maken inclusief stappenplan met maatregelen om de veiligheid te verhogen.
Op de raadszitting van 28 juni 2022 werd Naomi Van Dingenen vanwege VERA aangewezen als DPO voor zowel de gemeentelijke als de OCMW-diensten, doch zij is niet langer werkzaam bij/voor VERA, en bijgevolg zullen andere personen van IT-Punt deze functie opnemen.
- Decreet Lokaal Bestuur
- Algemene Verordening Gegevensbescherming van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (art. 37 – 39)
- Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens afdeling 5 art. 63-65
- Decreet van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende het elektronisch bestuurlijk gegevensverkeer, zoals gewijzigd bij het AVG-decreet van 8 juni 2018
- de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid
- het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid
Op 22 oktober 2019 besliste de gemeenteraad om toe te treden tot IT-Punt waarvan de dienstverlening van een DPO-functionaris gegevensbescherming een onderdeel is.
Aanbeveling 04/2017 van 24 mei 2017 van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer (CBPL) betreffende de aanwijzing van een functionaris voor gegevensbescherming in toepassing van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en in het bijzonder de toelaatbaarheid van de cumulatie van deze functie met andere functies (CO-AR-2017-008), vermeldt dat ze de betrokken verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers adviseren hun keuze alsook de functie van functionaris voor gegevensbescherming te documenteren.
Eén van de primaire factoren waaraan informatieveiligheid en GDPR nood hebben is continuïteit. De keuze voor IT-Punt heeft het voordeel dat zij beschikken over een team van DPO’s, allemaal werkende bij lokale besturen die met deze materie bezig zijn en bij afwezigheid van de aangestelde DPO dringende gevallen tijdelijk counteren.
Geen financiële gevolgen
Enig artikel. Goedkeuring van de aanstelling van IT-Punt (VERA) als functionaris voor gegevensbescherming (DPO) voor de gemeentelijke- en ocmw-diensten van het lokaal bestuur Lubbeek.
Gezien de plaatsing van een laadpaal op de locatie Gemeentestraat 34 te Lin is er de noodzaak om ook deze parkeervakken in te richten voor elektrische wagens.
Nieuwe gemeentewet (KB 24/06/1988)
decreet over het lokaal bestuur van 22/12/2017
wet betreffende de politie over het wegverkeer (wegverkeerswet - Wet van 16 maart 1968)
wegcode - Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
code van de wegbeheerder - ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens
decreet betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens (16 mei 2008)
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens van 23 januari 2009
Er zijn geen financiële gevolgen.
Artikel 1. Het aanvullend politiereglement voor de Gemeentestraat aan te vullen als volgt:
Op de twee parkeervlakken aan de laadpaal met georeferentie 50.89375, 4.77245 op Gemeentestraat 34, geldt :
- het parkeren is toegelaten voor elektrische wagens.
Dit wordt aangeduid door verkeerstekens:
E9a
Onderbord elektrisch
Art. 2.
Dit aanvullend reglement treed in werking vanaf 1 juli 2024.
Art. 3.
Dit aanvullend reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig art. 286 en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Art. 4.
Dit aanvullend reglement wordt overgemaakt aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid ter kennisgeving.
Op 8 maart 2023 werd een nieuw rechtspositiebesluit gepubliceerd in het Belgisch staatsblad. Dit nieuwe kaderbesluit geeft aan lokale besturen meer vrijheid op het vlak van de regels inzake werving en selectie, salarissen, toelagen en vergoedingen en het wijzigt ook de regels inzake verloven en afwezigheden.
Het BOC d.d. 03 mei 2024 waar de rechtspositieregeling besproken werd met de vakbonden.
Het verslag van het BOC d.d. 3 mei 2024 met het protocol van akkoord.(bijlage)
Het CBS d.d. 06 mei 2024 hier werd de rechtspositieregeling besproken met de opmerkingen van de vakbonden.
Het MAT d.d. 29 mei 2024 geeft positief advies over de nieuwe rechtspositieregeling.
Het BVR RPR 20 Januari 2023
Het Decreet lokaal bestuur artikel 40 - 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn.
Het lokaal bestuur Lubbeek wenst haar rechtspositieregeling aan te passen om gebruik te maken van de opportuniteiten gecreëerd door het nieuwe BVR RPR en zich daarmee aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden in de arbeidsmarkt.
Met de voorliggende wijzingen wenst het lokaal bestuur:
- Een dynamischer wervings- en selectiebeleid mogelijk te maken
- Bij aanwerving of bevordering betere financiële voorwaarden te kunnen aanbieden (zonder af te wijken van de bestaande salarisschalen)
- Het GESCO statuut te regulariseren zodat de medewerkers binnen dit statuut niet langer uitgesloten zijn van bevordering of interne mobiliteit.
- De regels rond interne mobiliteit te versoepelen, met name bevordering mogelijk maken na 2 jaar bestuursanciënniteit en behoud van het resultaat van een capaciteitstest gedurende 5 jaar.
- De laatste nieuwe regels inzake verloven, afwezigheden en werkhervatting na ziekte op te nemen.
- De leesbaarheid en transparantie van de rechtspositieregeling te bevorderen door gehele tekst te herschrijven.
Na overleg met de vakbonden op 3 mei 2024 werden de volgende punten bijkomende onderzocht:
Worden door het bestuur weerhouden en zijn opgenomen in de aangepaste rechtspositieregeling:
Artikel 172: geldelijke anciënniteit onbeperkt laten meenemen uit de privé sector (nu beperkt tot 12 jaar)
Beide vakbonden vragen dat personeelsleden die reeds in dienst zijn en hierdoor benadeeld zouden worden, éénmalig een herziening van de geldelijke anciënniteit kunnen aanvragen. De budgetimpact hiervan zou beperkt zijn maar op deze manier waardeert men bestaande werknemers evenwaardig met nieuwe en wordt onnodige frustratie vermeden.
De administratie onderzocht de impact en bevestigt dat deze beperkt is en niet opweegt tegen het risico om het signaal te geven dat bestaande ervaring minder gewaardeerd wordt dan nieuwe ervaring. De vraag wordt ingewilligd.
Artikel 233§2: het verschil tussen het publiek verlofstelsel (gemeente) en het privaat stelsel (OCMW)
De vakbonden vragen om voor alle personeelsleden het publiek stelsel toepassen. Dit betekend een éénmalige kost maar levert daarna een jaarlijkse besparing van ongeveer 2% op. De budgetimpact is op de lange termijn positief.
Dit werd door de administratie bevestigd en de vraag wordt ingewilligd.
Worden door het bestuur NIET weerhouden en zijn NIET opgenomen in de aangepaste rechtspositieregeling:
Artikel 224$2: tweede pensioenpijler voor contractuele personeelsleden is momenteel 2,5%
Er wordt gevraagd om dit op te trekken naar 3%. ACOD geeft aan dat dit mogelijks kan gecompenseerd worden door een korting van 50% op de responsabiliseringsbijdrage.
Deze stelling kon niet bevestigd worden waardoor het voorstel niet weerhouden wordt.
Artikel 233§1: het verschil in verlof tussen verzorgenden (26 dagen) en alle andere personeelsleden (35 dagen)
Zowel ACOD en ACV zijn verrast dat het lokaal bestuur Lubbeek de kans niet grijpt om het verlofstelsel voor verzorgend personeel gelijk te trekken. Deze discriminatie binnen het eigen personeelsbestand is onbegrijpelijk. Binnen binnen één en dezelfde organisatie krijgen medewerkers die exact hetzelfde werk doen fundamenteel verschillende arbeidsvoorwaarden. De wettelijke beperking die hier vroeger op bestond is opgeheven. Doorheen de ganse RPR bespreking claimt Lubbeek haar positie op de arbeidsmarkt te willen optimaliseren. Het is onbegrijpelijk dat Lubbeek deze kans laat liggen. Temeer omdat het bestuur binnen deze doelgroep nu reeds worstelt met haar succes op de arbeidsmarkt. Heel wat andere besturen hebben reeds besloten het verlof gelijk te schakelen. Lubbeek zal haar positie op de arbeidsmarkt alleen maar verder verzwakken.
Het bestuur is van oordeel dat dit thema moet aangesneden worden in een breder debat over de arbeidsvoorwaarden van de doelgroep en bij uitbreiding de personeelsformatie. Een dergelijke diepgaande analyse kon binnen het tijdsbestek van de RPR herziening niet gemaakt worden. Een beslissing hierover wordt ten vroegste genomen na de gemeenteraadsverkiezingen van 2024.
Geen financiële gevolgen
Artikel 1. de rechtspositieregeling van gemeente en OCMW wordt goedgekeurd
Art 2. de rechtspositieregeling treedt in werking vanaf 1 juli 2024
Art 3. de rechtspositieregeling wordt bekendgemaakt via de website, de raadpleegomgeving en via het intranet voor het personeel
De gemeenteraad keurde in zitting van 27 juni 2023 het huishoudelijk reglement schoolbus goed. In onderhavig besluit werden de tarieven opgenomen voor schooljaar 2023 - 2024. Het huishoudelijk reglement dient bijgevolg te worden aangepast met de tarieven voor schooljaar 2024 - 2025 en volgende.
De tarieven voor schooljaar 2023 - 2024 werden als volgt bepaald:
Tarieven
Jaarabonnement 56 €
Trimestrieel abonnement 25 €
Jaarabonnement 56 €
Trimestrieel abonnement 25 €
Er wordt voorgesteld om de tarieven te behouden voor schooljaar 2024 - 2025 en volgende schooljaren. De tarieven kunnen jaarlijks geïndexeerd worden.
Artikel 1. Het huishoudelijk reglement en retributie voor de organisatie van het leerlingenvervoer vanaf schooljaar 2024 - 2025 wordt als volgt goedgekeurd:
Artikel 1. Organisator en verantwoordelijke
§1. Het gemeentebestuur van Lubbeek is de organisator van het leerlingenvervoer.
Rechtsvorm: Lokaal bestuur
Ondernemingsnummer: BE 0207.521.996
Adres: Gellenberg 16, 3210 Lubbeek
Telefoon: 016 47 97 00
E-mail: info@lubbeek.be
Website: www.lubbeek.be
§2. Verantwoordelijke
De deskundige onderwijs voor het lokaal bestuur en behoudt het overzicht voor het leerlingenvervoer.
Telefoon: 016/ 47 97 28
E-mail: onderwijs@lubbeek.be
Artikel 2. Onderaanneming
Het leerlingenvervoer wordt georganiseerd via onderaanneming.
Artikel 3. Kwetsbare gezinnen
Kwetsbare gezinnen, gekend bij het OCMW van Lubbeek krijgen in geval van overcapaciteit voorrang.
Artikel 4. Beleid
§1. Informatie betreffende de ritten
Het leerlingenvervoer wordt georganiseerd op grondgebied van Groot-Lubbeek. De aangrenzende gemeenten worden niet bediend.
De route wordt 3 keer per jaar opnieuw uitgetekend na elk trimester. Dit hangt sterk af van het aantal inschrijvingen die we ontvangen. Het is dus mogelijk dat het uur van ophalen of terugbrengen lichtjes kan wijzigen. Dit wordt op voorhand gecommuniceerd. Er wordt zoveel mogelijk gewerkt met veilige opstapplaatsen. Afspraken hieromtrent worden verder in het reglement behandeld.
§ 2. Ochtendrit
De ochtendrit start tussen 7.00 u en 7.30u. Het exacte uur wordt voorafgaand aan de ouders individueel gecommuniceerd. Er wordt naar gestreefd elk kind ten laatste om 8.40u op school af te zetten. Het exacte verloop is echter afhankelijk van externe factoren zoals de verkeersomstandigheden. Indien een kind te vroeg toekomt op school zal het naar de kinderopvang worden gebracht.
§ 3. Avondrit
De start van de avondrit is afhankelijk van het einduur van de school:
Er wordt een inschatting gemaakt aan de hand van planningssoftware om welke uur elk kind toekomt aan zijn afstapplaats. Het exacte uur wordt voorafgaand aan de ouders individueel gecommuniceerd. De avondrit eindigt altijd in Sint-Martinusschool Lubbeek, waar de kinderen die niet afgezet konden worden, kunnen wachten op hun ouders in de buitenschoolse kinderopvang.
§ 4. Locaties
De schoolbus stopt bij 3 scholen:
In welke volgorde de scholen aangedaan worden hangt af van het aantal inschrijvingen en de route.
Artikel 5. Inschrijven voor leerlingenvervoer
§1. Centraal inschrijfsysteem
Om de inschrijvingen te organiseren wordt gewerkt we met een centraal inschrijfsysteem via Ticketgang. Er worden 2 opties aangeboden: inschrijven voor een volledig schooljaar of inschrijven per trimester. De inschrijvingen blijven open gedurende een bepaalde periode of tot alle plaatsen bezet zijn.
Intekenen voor een volgend trimester zal enkel mogelijk zijn als er nog plaatsen op de bus beschikbaar zijn. Er wordt niet gewerkt met voorrang. Een inschrijving voor een trimester geeft geen voorrang om in te schrijven voor een volgend trimester.
§2. Intekenperiode
Er kan op 3 momenten tijdens het schooljaar ingetekend voor het leerlingenvervoer:
In juli zal het inschrijfsysteem opengesteld worden vanaf 1 juli tot 31 juli. Er kan dat ingetekend worden voor het volgende schooljaar en dit voor
o Een volledig jaar (september – juni)
o Het eerste trimester (september – december)
Van 1 november tot 30 november zal het inschrijfsysteem opengesteld worden om in te tekenen voor het tweede trimester (januari tot maart) voor zover er nog beschikbare plaatsen zijn.
Van 1 februari tot 28 februari zal het inschrijfsysteem opengesteld worden om in te tekenen voor het laatste trimester (april tot juni) voor zover er nog beschikbare plaatsen zijn.
Ouders die voor een jaarabonnement opteerden hoeven niet elk trimester opnieuw in te schrijven.
§3. Wachtlijsten
Er zijn zowel voor de ochtendroute, avondroute en de optie voor beide een beperkt aantal plaatsen voorzien. Het systeem voorziet een wachtlijst in chronologische volgorde. Wij contacteren u van zodra er een plaats vrijkomt.
§4. Engagement
Indien men een plaats op de schoolbus reserveert, engageert men zich ertoe om op de effectief gekozen dagen en ritten wekelijks gebruik te maken van de bus.
Indien wordt vastgesteld dat een kind nauwelijks gebruik maakt van de schoolbus, kan het contract eenzijdig verbroken worden zonder terugbetaling en kan de gereserveerde plaats op de bus opnieuw opengesteld worden voor andere kinderen.
Artikel 6. Opstapplaatsen
Vanaf schooljaar 2023 - 2024 wordt er gewerkt met vaste opstapplaatsen.
§1. Locatie van de opstapplaatsen
Er wordt per kind gezocht naar de meest dichtstbijzijnde opstapplaats rekening houdend met het domicilieadres van het kind. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van de bushaltes van ‘De Lijn’. Voor kinderen die u buiten Lubbeek wonen, wordt gevraagd het kind naar de dichtstbijzijnde opstapplaats op grondgebied van Groot-Lubbeek te brengen. Er wordt een opstapplaats toegewezen, waar men het kind ’s morgens naartoe brengt en ’s avonds afhaalt. De opstapplaats wordt bij het begin van de periode gecommuniceerd aan de ouders. Er kan niet gewisseld worden van opstapplaats tijdens een lopende periode.
§ 2. Verantwoordelijkheden & afspraken
Het uur van ophalen wordt in het begin van het schooljaar gecommuniceerd. Het kind dient 5 minuten voor het ophaaluur aanwezig te zijn aan de opstapplaats. De bus zal nooit de opstapplaats vroeger verlaten dan het aangegeven uur. Indien men te laat is aan de opstapplaats zal de bus zijn route verderzetten en dient de ouder zijn kind zelf naar school te brengen.
Na school dient er altijd iemand te wachten aan de opstapplaats om het kind af te halen. De persoon die het kind ophaalt dient minstens 5 minuten voor het afhaaluur aanwezig te zijn aan de halte. De bus zal nooit de afstapplaats vroeger verlaten dan het aangegeven uur. Indien er niemand aanwezig is om het kind op te vangen, en er is geen expliciete toestemming dat het kind alleen naar huis mag gaan, zal de bus het kind meenemen en naar de buitenschoolse kinderopvang van Sint-Martinusschool brengen. Het kind kan dan daar worden opgehaald. Er dient dan ook een bijdrage te worden betaald voor de tijd dat uw kind in de kinderopvang verblijft.
Indien het kind zich zelfstandig van en naar de opstapplaats mag begeven dient de ouder of voogd een mail of aangetekende brief te sturen naar de verantwoordelijke met een gehandtekende en schriftelijke verklaring waarin hij/zij hiervoor toestemming. Dit geldt zowel voor ’s morgens als ’s avonds.
Indien het regelmatig voorkomt dat de ouder of voogd niet op de afgesproken tijdstippen aanwezig is aan de opstapplaats, dan kan het contract eenzijdig verbroken worden zonder terugbetaling en zal de gereserveerde plaats van het kind opnieuw opengesteld worden voor andere kinderen.
Elke burger is verantwoordelijk voor het ordelijk houden van de opstapplaats. Er wordt geen afval gedumpt noch worden de opstapplaatsen gevandaliseerd.
De busbegeleider mag de bus niet verlaten. De busbegeleider controleert de aan- en afwezigheden en geeft dit door aan de verantwoordelijke.
Ook tijdens tussenstoppen aan de scholen mag de busbegeleider de bus niet verlaten. Een leerkracht wacht de kinderen op en brengt deze de school binnen.
Niet overal op grondgebied van Groot-Lubbeek zijn de lijnhaltes even goed vertegenwoordigd. In zones waar dit niet het geval is, wordt gekozen voor centrale punten die evenzeer gelden als veilige opstapplaats. Dezelfde regels blijven gelden.
Artikel 7. Afwezigheden
§1. Het kind is ziek
De verantwoordelijke van de gemeente dient zo snel mogelijk op de hoogte te worden gebracht. De ouder of voogd dient ook nog steeds zelf de school te verwittigen.
Het attest dient binnen één week bezorgd te worden aan de verantwoordelijke. Dit geeft geen enkel recht op een terugbetaling.
Artikel 7. Ouderbijdrage
§1. Tarieven vanaf schooljaar 2023-2024
Jaarabonnement 56 €
Trimestrieel abonnement 25 €
Jaarabonnement 56 €
Trimestrieel abonnement 25 €
Deze tarieven zijn onder voorbehoud van wijzigingen en kunnen jaarlijks geïndexeerd worden.
Er worden geen tarieven per rit bepaald. Er wordt betaald voor een volledige periode, ongeacht het aantal ritten.
§2. Facturatie
De verschuldigde bijdrage wordt onmiddellijk voldaan bij de inschrijving in Ticketgang. Er wordt achteraf, in normale omstandigheden, geen factuur meer bezorgd.
De vergoeding maakt geen deel uit van de scherpe maximumfactuur.
§3. Korting sociaal tarief
Er is geen korting voor sociaal tarief.
Artikel 8. Verzekering
Uw kind is verzekerd via:
Deze ligt ter inzage in de school of via het gemeentehuis op het secretariaat. In geval van een ongeval, dient de verantwoordelijk van de gemeente en de school gecontacteerd te worden.
Artikel 9. Klachten
Klachten worden behandeld via het klachtenreglement.
De ouders verklaren bij het intekenen op het leerlingenvervoer via Ticketgang dat zij het huishoudelijk reglement volledig doorgenomen hebben voorafgaand aan de inschrijving en zich akkoord stellen met de inhoud.
Art. 2. Het huishoudelijk reglement inzake voor- en naschools leerlingenvervoer treedt in werking op 1 juli 2024. Het besluit van de gemeenteraad van 27 juni 2023 inzake de goedkeuring van het huishoudelijk reglement wordt opgeheven.
Voor het begin van elk schooljaar wordt het schoolreglement, daar waar nodig, aangepast aan de nieuwe regelgeving en de op dat ogenblik geldende afspraken over de bijdrageregeling. In het schoolreglement zijn deze tarieven opgenomen onder hoofdstuk 3.4 §4 'Bijdrageregeling'. Basisscholen moeten een bijdrageregeling vaststellen met een opgave van de verschillende categorieën kosten waarvoor een tussenkomst van de ouders kan gevraagd worden.
De voorgestelde tarieven gaan in op 1 september 2024 en eindigen op 31 augustus 2025.
De retributies voor het gemeentelijk onderwijs worden vastgesteld als volgt
Kleuteronderwijs:
- soep: € 0,50
- warme maaltijd (enkel hoofdschotel): € 3,20
- watergewenning 3de kleuterklas per beurt in zwembad Kessel-lo: € 1,50
- ééndaagse uitstap: de reële kostprijs wordt aangerekend.
Lager onderwijs:
- soep: € 0,50
- warme maaltijd (enkel hoofdschotel): € 3,60
- schooldrank water/ melk: € 0,50
- Mol en beer-krant: €20
- kangoeroewedstrijd: €3,50
- nieuwjaarsbrieven: € 0,80
- aankoop badmuts in zwembad Tienen (verplicht vanuit het zwembad): €2,50
- zwemmen per beurt in zwembad Tienen: €1,1
- zwemmen per beurt in zwembad Kessel-lo: € 1,80
- ééndaagse uitstap: de reële kostprijs wordt aangerekend.
- meerdaagse uitstap: het restbedrag na tussenkomst van de gemeente, het oudercomité en de opbrengsten van activiteiten georganiseerd door de school wordt aangerekend.
Deze retributie is verschuldigd door de ouders of wettelijke voogd van het kind dat gebruik maakt van boven vermelde diensten of goederen.
Gemeentedecreet artikel 42 en 43
Decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en later wijzigingen, artikel 28 en 37
Omzendbrief BaO/2002/1 - informatie bij de eerste inschrijving en schoolreglement
Collegebeslissing 3 juni 2024 Retributiereglement voor het gemeentelijk onderwijs - schooljaar 2024-2025
Artikel 1. De gemeenteraad keurt goed dat er voor de periode met ingang van 1 september 2024 en eindigend op 31 augustus 2025 een gemeentelijke retributie gevestigd wordt op prestaties van het gemeentelijk onderwijs.
Art. 2. De retributies voor het gemeentelijk onderwijs worden vastgesteld als volgt:
Kleuteronderwijs:
- soep: € 0,50
- warme maaltijd (enkel hoofdschotel): € 3,20
- watergewenning 3de kleuterklas per beurt in zwembad Kessel-lo: € 1,50
- ééndaagse uitstap: de reële kostprijs wordt aangerekend.
Lager onderwijs:
- soep: € 0,50
- warme maaltijd (enkel hoofdschotel): € 3,60
- schooldrank water/ melk: €0,5
- Mol en beer-krant: €20
- kangoeroewedstrijd: €3,50
- nieuwjaarsbrieven: € 0,80
- aankoop badmuts in zwembad Tienen (verplicht vanuit het zwembad): €2,50
- zwemmen per beurt in zwembad Tienen: €1,1
- zwemmen per beurt in zwembad Kessel-lo: € 1,80
- ééndaagse uitstap: de reële kostprijs wordt aangerekend.
- meerdaagse uitstap: het restbedrag na tussenkomst van de gemeente, het oudercomité en de opbrengsten van activiteiten georganiseerd door de school wordt aangerekend.
Art. 3. De retributie is verschuldigd door de ouders of de wettelijke voogd van het kind dat gebruik maakt van bovenvermelde diensten of goederen.
De gemeente ontving op 21 mei 2024 de oproeping voor de algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding NV - in vereffening op 26 juni 2024. (bijlage)
Deze bijlage maakt integraal deel uit van het besluit.
Agenda:
1. Bespreking van de werkzaamheden van de vereffenaars over het boekjaar 2023
2. Bespreking van de jaarrekening over het boekjaar 2023
3. Bespreking van het jaarverslag van de vereffenaars over het boekjaar 2023 inclusief beschrijving van de vooruitgang van de vereffening en redenen waarom de vereffening nog niet kon worden afgesloten
4. Bespreking van het verslag van de commissaris over de jaarrekening over het boekjaar 2023
5. Vraagstelling
Het schepencollege heeft in zitting van 3 juni 2024 de agenda goedgekeurd en een afgevaardigde gemandateerd voor de vergadering.
Decreet Lokaal Bestuur
Nieuwe gemeentewet
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de agendapunten van de Gemeentelijke Holding NV - in vereffening op 26 juni 2024 goed te keuren.
Raf De Canck werd voorgedragen als kandidaat effectief vertegenwoordiger met Hugo Simoens als plaatsvervanger.
Artikel 1. Keurt de agenda van de algemene vergadering van Gemeentelijke Holding NV - in vereffening op 26 juni 2024 goed.
Art. 2. Mandateert raadslid Raf De Canck met als plaatsvervanger Hugo Simoens om de agendapunten goed te keuren.
Art. 3. Bezorgt een afschrift van deze beslissing en de ingevulde volmacht aan de Gemeentelijke Holding NV - in vereffening.
De gemeente ontving op 27 mei 2024 de oproeping voor de algemene vergadering van VVOG op 14 juni 2024. (bijlage)
Deze bijlage maakt integraal deel uit van het besluit.
Dagorde:
17.30 uur: Onthaal
18.00 uur: Verwelkoming
18.05 uur: Statutaire mededelingen aan de Algemene Vergadering (cfr. Art. 22 van de statuten - www.vvog.info/statuten): Financieel verslag
• voorstelling balans en resultatenrekening 2023
• toelichting door de bedrijfsrevisor en commentaar door de directeur
• kwijtschelding aan de leden van het Bestuursorgaan
Begroting 2024 (goedkeuring)
• voorstelling en toelichting
Vaststelling van de contributie voor 2025 (goedkeuring)
Jaarverslag 2023 (goedkeuring)
Statutenwijziging (Intern reglement)
19.05 uur . : Mondeling verslag door de directeur (stemming)
19.10 uur . Nieuws uit de VVOG
19.15 uur : Jouw mening telt [ Zoemsessie: 'Landelijk openbaargroen-beleid' 19.45 uur Netwerkmoment - Uitgebreide receptie
Het schepencollege heeft in zitting van 3 juni 2024 de agenda goedgekeurd en een afgevaardigde gemandateerd voor de vergadering.
Decreet Lokaal Bestuur
Nieuwe gemeentewet
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de agendapunten van de VVOG op 14 juni 2024 goed te keuren.
Martine Dierickx werd voorgedragen als kandidaat effectief vertegenwoordiger met Geert Bovyn als plaatsvervanger.
Artikel 1. Keurt de agenda van de algemene vergadering van VVOG op 14 juni 2024 goed.
Art. 2. Mandateert raadslid Martine Dierickx met als plaatsvervanger Geert Bovyn om de agendapunten goed te keuren.
Art. 3. Bezorgt een afschrift van deze beslissing aan VVOG.
De gemeente ontving op 3 juni 2024 de uitnodiging voor de buitengewone algemene vergadering van CREADIV op 16 september 2024. (bijlage)
Deze bijlage maakt integraal deel uit van het besluit.
Agenda:
1. Kennisneming en bespreking van volgende verslagen :
-Het bijzonder verslag van het bestuursorgaan opgesteld overeenkomstig artikel 7:179, § 1, 1e lid juncto en artikel 7:197, § 1, 1e lid van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (hierna “WVV”) aangaande de inbreng in natura met uitgifte van aandelen;
-Het verslag van de commissaris van de Vennootschap opgesteld overeenkomstig artikel 7:179, § 1, tweede lid juncto artikel 7:197, § 1, tweede lid WVV aangaande de inbreng in natura met uitgifte van aandelen.
2. Resoluties :
-Inbreng in natura met uitgifte van aandelen
PBE OV heeft de intentie om de schuldvordering op CREADIV nv uit te keren aan haar deelnemende aandeelhouders.
In ruil worden nieuwe aandelen van CREADIV nv uitgegeven. Dit aan de waarde van het scheidingsaandeel van CREADIV per 31/12/2022, namelijk 247,00 euro/aandeel.
-Aanpassing van de statuten overeenkomstig de te nemen resoluties
-Bijzondere volmacht
Decreet Lokaal Bestuur
Nieuwe gemeentewet
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van CREADIV op 16 september 2024 goed te keuren.
De heer Patrick Lippens werd voorgedragen als kandidaat effectief vertegenwoordiger en Tom De Winter-Pieters als plaatsvervanger in de algemene vergadering tot het einde van de legislatuur.
Artikel 1. Keurt de agenda van de buitengewone algemene vergadering van CREADIV op 16 september 2024 goed.
Art. 2. Mandateert Patrick Lippens met als plaatsvervanger Tom De Winter-Pieters om de agendapunten goed te keuren.
Art. 3. Bezorgt een afschrift van deze beslissing aan CREADIV.
De opkomst voor de verkiezingen voor de gemeenteraad is voor het eerst op vrijwillige basis. Om de participatie van de inwoners aan de verkiezingen te stimuleren, kan de gemeente acties ondernemen om de inwoners op het belang van deze verkiezingen te wijzen en om eventuele drempels weg te werken.
N.v.t.
Een lokaal bestuur staat dicht bij de burger. Heel wat beslissingen van het lokale bestuur hebben een directe impact op het leven van de inwoners. Daarom is het ontzettend belangrijk om mensen te motiveren om te gaan stemmen. Zo voelen ze zich ook nadien beter vertegenwoordigd door het beleid.
De kiezers motiveren en informeren kan door:
1. Wervend op te roepen bij de informatieverstrekking over de verkiezingen.
Zoals voor de verkiezingen van juni 2024 zal de gemeente binnenkort opnieuw op de website informatie verstrekken over de lokale verkiezingen. We vragen dat ze hierbij ook een wervende oproep doet om mensen warm te maken om te gaan stemmen.
Dit kan zowel op de website, als op haar social media, alsook in geschreven publicaties zoals het gemeentelijk informatieblad.
2. Motivering tot en ondersteuning van registratie van niet-Belgen.
We stellen voor dat de gemeente een brief verstuurt naar de stemgerechtigde niet-Belgen in de gemeente om hen te informeren over het stemrecht voor de lokale verkiezingen en hoe men zich hiervoor kan aanmelden. De gemeente organiseert zich hierop zodat mensen de nodige ondersteuning kunnen krijgen. Dit kan via een speciale zitdag of door een ambtenaar expliciet aan te stellen die hierbij kan helpen of gewoon algemeen aan het bevolkingsloket. Als voorbeeld is een brief die de gemeente Halle aan niet-Belgen heeft verstuurd (bijgevoegd).
Voor al deze acties is meer info te vinden op:
- Waarom gaan stemmen? (iedersstemtelt.be)
- Hoe stemmen? (iedersstemtelt.be)
- Brede campagne ABB wijst burgers op belang van hun stem | Vlaanderen.be
3. Fysieke drempels weg te werken
We vragen aan de gemeente om te bekijken welke fysieke drempels mensen ervaren om te gaan stemmen: hoe bereikbaar is de stemlocatie? Geraak ik er zonder wagen? Is het
gebouw toegankelijk? Kan ik ter plaatse ondersteuning krijgen?
Voor minder mobiele burgers is dit essentieel om nog te kunnen gaan stemmen.
We vragen dat de gemeente vervolgens maatregelen neemt omtrent de belangrijkste en mogelijk aan te pakken drempels. Inspiratie voor lokale overheden om deze drempels aan te pakken kan je vinden op deze pagina.
Kosten voor aanmaken en versturen van een brief niet-Belgen. Eventuele kosten om de fysieke drempels te verlagen.
Artikel 1. De gemeenteraad besluit om inwoners te motiveren tot deelname aan de lokale verkiezingen door:
a. een wervende oproep te plaatsen op de startpagina van de website van de gemeente Lubbeek, inclusief verwijzing naar aanvullende informatie.
b. In algemene publicaties van de gemeente in de periode voorafgaand aan de verkiezingen in oktober een wervende oproep tot deelname aan de verkiezingen te plaatsen.
Art. 2. Inwoners die niet de Belgische nationaliteit hebben, maar wel deel kunnen nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen in oktober, ontvangen tijdig een brief met informatie hoe men zich kan aanmelden voor deelname aan deze verkiezingen.
Art. 3 De gemeente bekijkt welke fysieke drempels er zouden kunnen zijn en zoekt oplossingen voor de voornaamste drempels.
Raadslid Lim Vervueren (Groen) stelt een vraag aan schepen Tania Roskams over Batt Mobility:
Vraag over de interesse van de gemeente voor het promoten van deelauto’s?
Schepen Roskams antwoordt: er is inderdaad contact geweest met deze dienstverlener. Het concept in interessant aangezien de organisatie faciliterend optreedt. De gemeente wil dit concept verder ondersteunen.
Batt Mobility gaat zelf ook initiatieven nemen die de gemeente mee wil faciliteren.
Raadslid Liesbeth Smeyers (Groen) stelt een vraag aan schepen Tania Roskams over de vuilbak aan het bushokje Ledigheid:
Wanneer wordt de vuilbak aan het bushokje Ledigheid op de Staatsbaan geplaatst? Deze zou al besteld zijn in januari 2023.
Zie eerdere vraag op de GR van 31 januari 2023: "Schepen Roskams antwoordt: er was vroeger een vuilbakje dat gevandaliseerd werd. Er is inmiddels een nieuw vuilbakje besteld." waar de vuilbak snel beloofd werd.
Raadslid Liesbeth Smeyers (Groen) stelt een vraag aan het schepencollege over de verkiezingen:
Is er een evaluatie gemaakt van de nieuwe verdeling van de kiezers over de stembureaus bij de verkiezingen? En kan dat indien nodig aangepast worden tegen oktober (of was dit enkel zo opgelegd voor de nationale verkiezingen?)
Schepen Suffeleers antwoordt: de geografische verdeling tussen de kiesbureaus was opgelegd vanuit Vlaanderen. Hetzelfde systeem zal ook gebruikt worden voor de lokale verkiezingen in oktober. We zoeken met onze diensten naar manieren om dit op lokaal niveau beter op te vangen.
Raadslid Liesbeth Smeyers (Groen) stelt een vraag aan schepen Davy Suffeleers over de stavaza werken Schubbeek, Geestbeek, Broekstraat:
Loopt alles volgens planning?
Schepen Suffeleers antwoordt: de meeste werven lopen op schema. Het lijkt soms of de werken stilliggen, maar dat heeft te maken met de afwisseling van verschillende aannemers en opdrachtgevers. Het is gelijkaardig als de bouw van en woning. Daar sluit ook niet elke aannemer meteen aan op de vorige. De timing van de werken zal bezorgd worden via email.
De voorzitter sluit de zitting op 25/06/2024 om 23:10.
Namens gemeenteraad,
Klaas Gutschoven
Algemeen directeur
Ellen Lammens
Voorzitter