Notulen  gemeenteraad

FEITEN EN CONTEXT

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om akte te nemen van de tijdelijke verhindering van het mandaat van raadslid Ellen Lammens (CD&V).

Raadslid Ellen Lammens stuurde op 21 oktober 2021 een schrijven aan de voorzitter waarin zij de tijdelijke verhindering van haar mandaat meldt.

De onderbreking duurt tot van 18 november 2021 tot en met 2 maart 2022. Mevrouw Lammens is verhinderd gedurende deze periode omwille van ouderschapsverlof.

JURIDISCHE GRONDEN

Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 12 betreffende de tijdelijke verhindering van een raadslid

ARGUMENTATIE

De gemeenteraad dient akte te nemen van de tijdelijke verhindering van het mandaat van raadslid Ellen Lammens.

FINANCIEN

Geen financiële gevolgen.

FEITEN EN CONTEXT

Op vraag van de dienst Patrimonium wordt aan de gemeenteraad voorgesteld punt 2021/GR/175 van de dagorde te halen. Het agendapunt 'Twee gebruiksovereenkomsten erosie Kleine Rotstraat 2 en erosie Kleine Rotstraat 3 - (knelpuntengebied A - omgeving Kraaiwinkelbeek) - goedkeuring' wordt herwerkt tot één gebruiksovereenkomst voor de drie betrokken percelen. Deze wordt voorgelegd aan de gemeenteraad in november.

FEITEN EN CONTEXT

Op 17 september 2021 ontving de gemeente een schrijven van Ecowerf met de uitnodiging voor de buitengewone algemene vergadering van EcoWerf op woensdag 15 december 2021 om 19.30 uur in de kantoren van EcoWerf (vergaderzaal De Vunt), Aarschotsesteenweg 210 te 3012 Leuven.

JURIDISCHE GRONDEN

Het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40-42, 398, §1, 3° en artikel 427;

De statuten van Ecowerf;

Het wijzigingsdecreet van 14 juli 2021 (Decreet ter versterking van de lokale democratie) van het DLB hetgeen door het Vlaams parlement werd goedgekeurd en bekrachtigd door de Vlaamse regering op 16 juli jl. De meeste bepalingen hiervan zijn inwerking getreden op 14 augustus jl.

ARGUMENTATIE

Agenda buitengewone algemene vergadering:

1. Samenstelling van het bureau

2. Goedkeuring aandelenherverdeling o.g.v. art. 8 van de statuten

3. Goedkeuring statutenwijziging

4. Diversen

De lijst met de effecten van de nieuwe aandelenverhouding is als bijlage toegevoegd en is gebaseerd op het voorstel van de raad van bestuur van 25 november 2020 en 8 september 2021;

De statutenwijziging is als bijlage toegevoegd;

Omtrent agendapunt 2 en 3 dient een inhoudelijke beslissing genomen te worden:

Agendapunt 2: Goedkeuring aandelenherverdeling o.g.v. art. 8 statuten
Op grond van het bestaande artikel 8 van de statuten (ingeschreven tijdens de statutenwijziging van 23 juni 2021) zal een herverdeling van de aandelen gebeuren met een nieuwe aandeelhoudersverhouding tot gevolg. De herverdeling is aangewezen om een reële verhouding tussen aantal aandelen en inwonersaantallen te bekomen. Op de raad van bestuur van 25 november 2020 en 8 september 2021 is beslist om de onderlinge verhouding van de aandelen tussen de bestaande vennoten op basis van een objectieve parameter vast te leggen en dus te herverdelen. Deze herverdeling gebeurt idealiter op het moment dat de definitieve samenstelling van de vennootschap vast ligt, nl. op de (buitengewone) algemene vergadering van 15 december 2021.
De berekening van het aantal aandelen van de gemeentevennoten ziet er als volgt uit:
a) Het totaal aantal A-aandelen van EcoWerf gedeeld door het totaal aantal inwoners binnen het werkingsgebied van EcoWerf waarvan het resultaat gelijk is aan het aantal A-aandelen per inwoner binnen het werkingsgebied van EcoWerf;
b) Het inwonersaantal van de toetredende gemeente vermenigvuldigd met het aantal A-aandelen per inwoner binnen het werkingsgebied van EcoWerf, zoals berekend in sub a), hetgeen overeenstemt met het aantal A-aandelen dat zal toekomen aan de toetredende gemeente (en dat afgerond zal worden naar de lagere eenheid);
c) Het aantal A-aandelen dat aan de toetredende gemeente zal toekomen, vermenigvuldigd met de nominale waarde van de aandelen.
Op basis van de lijst in bijlage komt er een nieuwe aandelenverhouding tussen de gemeenten tot stand.
De verrekening met de gemeenten gebeurt als volgt: een aantal gemeenten moeten aandelen bijnemen, anderen moeten aandelen afstaan. Voor de gemeenten die extra aandelen verkrijgen, heeft EcoWerf bij de afrekening van boekjaar 2020 dit bedrag reeds ingehouden. Deze gemeenten dienen dus geen extra middelen hiervoor te voorzien. Voor gemeenten die aandelen moeten afstaan, zal EcoWerf de waarde terugstorten na de algemene vergadering van 15 december 2021.

Agendapunt 3: Goedkeuring voorstel statutenwijziging

• Toetreding van de stad Aarschot tot EcoWerf

Het gewijzigde artikel 19 .1 en het register van de deelnemers dat als bijlage aan de statuten is gevoegd faciliteren de toetreding van Aarschot tot EcoWerf.
De onderstaande aanpassingen in het kader van de toetreding zullen enkel ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene vergadering indien de stad Aarschot de beslissing tot toetreding tijdig aan EcoWerf overmaakt (opschortende voorwaarde).

• Clustervorming en vertegenwoordiging

Als vennoot zal Aarschot deelnemen aan het bestuur van de intergemeentelijke samenwerking. Gelet op het decreet over het lokale bestuur is de raad van
bestuur beperkt tot 15 leden. De gemeenten werden hiervoor opgedeeld in clusters. Aarschot wordt toegewezen aan de cluster Tielt-Winge/Bekkevoort en
zal bijgevolg voorzitter Rudi Beeken als bestuurder in de raad van bestuur aanduiden.

• Aandelen en kapitaal (register der deelnemers)

Het aantal aandelen bij een toetreding van een nieuwe gemeentevennoot wordt conform de statuten van EcoWerf als volgt berekend:

- Het totaal aantal A-aandelen van Ecowerf gedeeld door het totaal aantal inwoners binnen het werkingsgebied van EcoWerf waarvan het resultaat gelijk is aan het aantal
A-aandelen per inwoner binnen het werkingsgebied van Ecowerf;
- Het inwonersaantal van de toetredende gemeente vermenigvuldigd met het aantal A-aandelen per inwoner binnen het werkingsgebied van EcoWerf, zoals berekend in
sub a), hetgeen overeenstemt met het aantal A-aandelen dat zal toekomen aan de toetredende gemeente (en dat afgerond zal worden naar de lagere eenheid);
- Het aantal A-aandelen dat aan de toetredende gemeente zal toekomen, vermenigvuldigd met de nominale waarde van de aandelen, vormt het totaal in te
brengen kapitaal.
Voor de waardering van de aandelen is de nominale waarde vastgelegd op 10,84 euro (cfr. art. 6 statuten). Het aantal aandelen van de stad Aarschot zal conform bovenstaande vastgelegd worden.

• Aandelenherverdeling (register der deelnemer)

Op grond van het bestaande artikel 8 van de statuten zal een herverdeling van de aandelen gebeuren met een nieuwe aandeelhoudersverhouding tot gevolg.
Op de raad van bestuur van 25 november 2020 en gelet op vorig agendapunt is beslist om de onderlinge verhouding van de aandelen tussen de bestaande vennoten, en eventuele herverdeling, vast te leggen. Deze herverdeling gebeurt idealiter op het moment dat de definitieve samenstelling van de vennootschap vast ligt, nl. op de algemene vergadering van 15 december 2021. De herverdeling is aangewezen om een reële verhouding tussen aantal aandelen en inwonersaantallen te bekomen.
De toevoeging van Aarschot aan het register zal enkel ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene vergadering indien Aarschot de beslissing tot toetreding tijdig aan EcoWerf overmaakt (opschortende voorwaarde).

• Conformering wijzigingsdecreet/DLB

Voortijdige uittreding tijdens de duur van de vereniging:
In het DLB is de mogelijkheid tot een voortijdige uittrede ingeschreven, alsook de voorwaarden waaraan die uittrede moet voldoen. Het gewijzigde artikel 18 van de
statuten faciliteert deze wijziging. Het DLB voorziet de uittreding indien dit kadert in functie van de regiovorming en in functie van een fusieoperatie.
Gelet op de evolutie op het vlak van de herindeling van het bestuurlijke landschap door de vorming van regio's moet het voor een gemeente mogelijk zijn om in
overeenstemming met deze herindelingen uit te treden uit een dienstverlenende of een opdrachthoudende vereniging, op voorwaarde dat de deelgenoten daar met een
drievierdemeerderheid mee instemmen en er een eventuele schadevergoeding betaald wordt.
Gelet op de wetgeving en evolutie rond fusies kan een nieuwe gemeente beslissen dat in het geval dezelfde activiteit van gemeentelijk belang aan verschillende dienstverlenende of opdrachthoudende verenigingen is toevertrouwd, om die activiteit, voor haar gehele grondgebied, toe te vertrouwen aan één daarvan, op voorwaarde dat een gewone meerderheid van de andere deelnemende gemeenten daarmee instemt. De gemeente die uittreedt, vergoedt de schade die haar uittreding berokkent aan de dienstverlenende of opdrachthoudende verenigingen en aan de andere vennoten. De nieuwe gemeente kan er ook voor opteren om de betrokken activiteit voor het gehele grondgebied van de nieuwe gemeente geheel of gedeeltelijk in eigen beheer te nemen onder dezelfde voorwaarden als hier genoemd.

Mogelijkheid tot dubbel presentiegeld voorzitter EcoWerf:
Het gewijzigde artikel 45 van de statuten faciliteert het dubbele presentiegeld van de voorzitter zoals voorzien door het Decreet ter versterking van de lokale democratie. Het dubbel presentiegeld voor de voorzitter van een intergemeentelijk samenwerkingsverband werd niet overgenomen van het Gemeentedecreet in het Decreet over het lokale bestuur. Dit was een vergetelheid van de regelgever en er was dus niet langer een rechtsgrond waardoor het dubbel presentiegeld eveneens niet opgenomen kon worden in het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris. De regelgever zet dit met het wijzigingsdecreet opnieuw recht waardoor de situatie sinds 2004 opnieuw verdergezet kan worden. Het is echter niet mogelijk dat de voorzitter een dubbel presentiegeld cumuleert en zal dus persoonlijk dienen te kiezen bij welke vereniging dit zal gebeuren. Middels een verklaring op erewoord zal de voorzitter verklaren dat hij geen dubbel presentiegeld ontvangt in een andere dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging. Gelet op de extra inspanningen, verantwoordelijkheden en vertegenwoordigingsbevoegdheden van een voorzitter is het gerechtvaardigd dat hij voor deze functie een dubbel presentiegeld kan ontvangen na beslissing hiertoe van de raad van bestuur.

Presentiegeld voor vertrouwenspersonen van leden raad van bestuur:
In het DLB is een expliciete rechtsgrond ingeschreven voor de betaling van een presentiegeld aan de vertrouwenspersoon die een lid bijstaat van de raad van bestuur
van een dienstverlenende of een opdrachthoudende vereniging conform artikel 16 en 155 van het DLB. De mogelijkheid van het dubbelpresentiegeld is ook voorzien voor de vertrouwenspersoon.

Er zijn geen bezwaren voorhanden om de goedkeuring van de agendapunten te weigeren.

FEITEN EN CONTEXT

Gelet op het feit dat de gemeente Lubbeek voor één of meerdere activiteiten aangesloten is bij de opdrachthoudende vereniging PBE;

Gelet op het feit dat de gemeente Lubbeek per aangetekend schrijven van 22 september 2021 werd opgeroepen om deel te nemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van PBE die op 17 december 2021 plaatsheeft in “de Feestzaal van de Fluvius-gebouwen, Diestsesteenweg 126 te 3210 Lubbeek”;

Gelet op het feit dat een dossier met documentatiestukken aan de gemeente Lubbeek per brief van 22 september 2021 overgemaakt werd;

Gelet op het feit dat we heden geconfronteerd worden met het coronavirus COVID-19, waarbij het op heden niet vaststaat onder welke vorm deze Buitengewone Algemene Vergadering zal kunnen plaatsvinden;

Gelet op de huidige federale richtlijnen alsook de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op onderhavige bijeenkomst kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een digitale Buitengewone Algemene Vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken;

JURIDISCHE GRONDEN

De nieuwe gemeentewet;

Het decreet over het Lokaal Bestuur, artikel 432, alinea 3;

De statuten van PBE

ARGUMENTATIE

Ellen Lammens werd voorgedragen als kandidaat effectief vertegenwoordiger en Hugo Simoens als plaatsvervanger in de algemene vergadering tijdens de zitting van de gemeenteraad van januari 2019.

De agenda werd door de Raad van Bestuur op 13 september 2021 als volgt samengesteld:

1. Bespreking in het kader van artikel 432 van het Vlaams decreet lokaal bestuur van de te ontwikke-len activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2022 alsook van de door de Raad van Bestuur opgestelde begroting 2022.
2. Vaststelling van de uitkering overeenkomstig artikel 6:114 ev WVV.
3. (Neven)activiteiten – Aanvaarding wijziging deelnemerschap.
4. Statutaire benoemingen.
5. Statutaire mededelingen.

FEITEN EN CONTEXT

Gelet op het feit dat de gemeente Lubbeek voor de activiteit riolering aangesloten is bij de opdrachthoudende vereniging Riobra; 

Gelet op het feit dat de gemeente Lubbeek per aangetekend schrijven van 23 september 2021 werd opgeroepen om deel te nemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Riobra die op 20 december 2021 plaatsheeft in de feestzaal van het Fluviusgebouw, Diestsesteenweg 126 te 3210 Lubbeek;  

Gelet op het feit dat een dossier met documentatiestukken aan de gemeente Lubbeek per brief van 23 september 2021 overgemaakt werd;

Gelet op het feit dat we heden geconfronteerd worden met het coronavirus COVID-19, waarbij het op heden niet vaststaat onder welke vorm deze Buitengewone Algemene Vergadering zal kunnen plaatsvinden; 

Gelet op de huidige federale richtlijnen alsook de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op onderhavige bijeenkomst kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een digitale Buitengewone Algemene Vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken;

JURIDISCHE GRONDEN

De nieuwe gemeentewet;

Het decreet over het Lokaal Bestuur, artikel 432, alinea 3;

De statuten van Riobra

ARGUMENTATIE

Ellen Lammens werd voorgedragen als kandidaat effectief vertegenwoordiger en Geert Bovyn als plaatsvervanger in de algemene vergadering tijdens de zitting van de gemeenteraad van januari 2019.

De agenda werd door de Raad van Bestuur op 9 september 2021 als volgt samengesteld:
 
1. Bespreking  in  het  kader  van  artikel  432  van  het  Vlaams  decreet  lokaal  bestuur  van  de  te  ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2022 alsook van de door de Raad van Bestuur opgestelde begroting 2022.

2. Vaststelling van de uitkering overeenkomstig artikel 6:114 ev WVV. 

3. (Neven)activiteiten – Aanvaarding wijziging deelnemerschap.

4. Statutaire benoemingen.

5. Statutaire mededelingen.

De Buitengewone Algemene Vergadering van Riobra zal plaatshebben op maandag 20 december 2021 om 18.00 uur in het Fluvius-gebouw te 3210 Lubbeek, Diestsesteenweg 126. 

FEITEN EN CONTEXT

Gelet op het feit dat de gemeente Lubbeek aangesloten is bij Fluvius Opdrachthoudende Vereniging;

Gelet op het feit dat de gemeente Lubbeek per aangetekend schrijven van 27 september 2021 werd opgeroepen om op digitale wijze deel te nemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging op 6 december 2021;

Gelet op het feit dat een dossier met documentatiestukken aan de gemeente Lubbeek per brief van 27 september 2021 overgemaakt werd;

JURIDISCHE GRONDEN

De nieuwe gemeentewet;

Het decreet over het Lokaal Bestuur, artikel 432, alinea 3

ARGUMENTATIE

Hugo Simoens werd voorgedragen als kandidaat effectief vertegenwoordiger en Raf De Canck als plaatsvervanger in de algemene vergadering tijdens de zitting van de gemeenteraad van januari 2019.

De agenda werd door de Raad van Bestuur van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging op 22 september 2021 als volgt samengesteld:

1. Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2022 alsook van het door de raad van bestuur opgestelde budget voor 2022.

2. Statutaire benoemingen.

3. Statutaire mededelingen.

FEITEN EN CONTEXT

Op 14 september 2021 ontving de gemeente een schrijven van IGO div met de uitnodiging voor de bijzondere algemene vergadering van IGO div op vrijdag 17 december 2021 om 17.30 uur op IGO.

JURIDISCHE GRONDEN

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en de bijhorende besluiten en omzendbrieven van de Vlaamse regering.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen.
De wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur
Het bestuursdecreet van 7 december 2018

ARGUMENTATIE

Gilberte Muls werd voorgedragen als kandidaat effectief vertegenwoordiger en Geert Bovyn als plaatsvervanger in de algemene vergadering tijdens de zitting van de gemeenteraad van januari 2019.

Agenda:
1. Goedkeuring verlenging IGO div (documenten 1, 2 en 3)
2. Goedkeuring toetreding nieuwe vennoten tot IGO div (documenten 4 en 5):
• Gemeente Overijse
• OCMW Overijse
• Gemeente Hoeilaart
• OCMW Hoeilaart
3. Goedkeuring statutenwijziging (documenten 6 en 7)

De termijn waarvoor IGO div werd opgericht, loopt af op 9 maart 2022. Aan de bijzondere algemene vergadering van 17.12.2021 wordt daarom gevraagd om de bestaansduur van IGO div te verlengen voor een nieuwe periode van 18 jaar vanaf 10 maart 2022.

Hiertoe werd aan de diensten feedback gevraagd over de samenwerking. De betrokken gemeentelijke diensten geven een positief advies en wensen de verlenging aan te gaan.

Door de creatie van de referentieregio’s voor intergemeentelijke samenwerking, werden Overijse en Hoeilaart toegevoegd aan de regio waarin IGO div actief. De lokale besturen van Overijse en Hoeilaart (zowel gemeente als OCMW) verzochten middels raadsbeslissingen officieel tot toetreding bij IGO div. De Raad van Bestuur van IGO div gaf groen licht om de vraag voor te leggen aan de vennoten. De RvB van IGO div stelt voor om de kandidaat-vennoten toe te laten tot IGO div en hen het gewoonlijke aantal aandelen te geven (3 aandelen per gemeente, 1 aandeel per OCMW).

IGO div wil tijdens de bijzondere algemene vergadering ook een statutenwijziging doorvoeren om de verlenging te verankeren in de statuten, de deelname van de nieuwe vennoten te regelen en enkele bepalingen te actualiseren.  

IGO div heeft bij de uitnodiging van de bijzondere algemene vergadering een verlengingsdossier gevoegd dat terugblikt op de werking van IGO div in de afgelopen periode én vooruitblikt op de werking na de verlenging. Tevens is het actuele strategisch plan en de realisatie daarvan toegevoegd. Het college van de vennoten kregen in de periode april – juni 2021 een mondelinge toelichting van het managementteam van IGO div. Alle raadsleden van de vennoten van IGO div waren ook in de mogelijkheid om een digitale infosessie te volgen op 24.09.2021.

Inzake de toetreding van de nieuwe leden, werden de respectievelijke raadsbeslissingen en een korte toelichting over de toetreding gevoegd.

Inzake de statutenwijziging werd een ontwerp van de nieuwe statuten bezorgd alsook een toelichting van de wijzigingen.

De raad van de gemeente Lubbeek was dus in staat om de agendapunten van de bijzondere algemene vergadering van IGO div op 17 december 2021 te bespreken en hiernavolgend standpunt in te nemen.

FEITEN EN CONTEXT

Op 13 oktober 2021 ontving de gemeente Lubbeek een schrijven van Interleuven met de uitnodiging voor de bijzondere algemene vergadering d.d. 15 december 2021, die zal doorgaan in de vergaderzaal van Interleuven, Brouwersstraat 6 te 3000 Leuven. Er kan ook digitaal deelgenomen worden.

Mevrouw Jolien Vissers werd in de gemeenteraad van 30 maart 2021 aangesteld als effectief vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Interleuven.

JURIDISCHE GRONDEN

De nieuwe gemeentewet;

Het decreet over het Lokaal Bestuur;

ARGUMENTATIE

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de agendapunten van de bijzondere vergadering van Interleuven d.d. 15 december 2021 goed te keuren.

Dagorde

1. Samenstelling van het bureau

2. Goedkeuring verslag algemene vergadering d.d. 16-06-2021

3. Strategie en te ontwikkelen activiteiten 2022

4. Begroting 2022

5. Vervanging leden raad van bestuur

6. Diversen

FEITEN EN CONTEXT

Op 15 oktober 2021 ontving de gemeente Lubbeek een schrijven van IGS Hofheide met de uitnodiging voor de buitengewone algemene vergadering d.d. 15 december 2021, dewelke zal doorgaan in het crematorium Hofheide, op woensdag 15 december 2021, om 20u.

Mevrouw Pascale Alaerts werd tijdens de gemeenteraad d.d. 30 januari 2019 aangeduid als kandidaat effectief vertegenwoordiger en mevrouw Rina Robben als plaatsvervanger in de algemene vergadering tot het einde van de legislatuur.

JURIDISCHE GRONDEN

De nieuwe gemeentewet;

Het decreet over het Lokaal Bestuur;

ARGUMENTATIE

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van IGS Hofheide goed te keuren:

Agenda:

1. Goedkeuring van het verslag van de gewone algemene vergadering van 23 juni 2021
2. Budget 2022 en meerjarenplanning
3. Tarieven vanaf 1/1/2022
4. Varia

FEITEN EN CONTEXT

Uit een rondvraag van Unizo blijkt dat lokale besturen bij aanbestedingen vaker niet dan wel voor lokale ondernemers kiezen. Zo heeft maar liefst 48 procent, of bijna de helft van de Vlaamse kmo's die in aanmerking komt, de afgelopen vijf jaar aan geen enkele overheidsopdracht deelgenomen. Hiervoor zijn vier belangrijke redenen, blijkt uit diezelfde rondvraag:

-          24% van de ondernemers zegt niet op de hoogte te zijn van de aanbesteding

-          22% wil wel intekenen, maar weet niet hoe eraan te beginnen

-          19% heeft schrik dat de overheid een trage betaler is

-          15% kijkt op tegen de te grote administratieve lasten

Die bekommernissen blijken in veel gevallen ook gegrond te zijn. Op dit moment organiseert slechts 19 procent van de gemeenten infosessies en niet meer dan 10 procent voorziet specifieke begeleiding voor intekenaars op aanbestedingen.

Wat ook veel lokale ondernemers afschrikt tot slot, is het grote belang dat wordt gehecht aan het criterium van de laagste prijs ten koste van criteria zoals klantenservice, nabijheid en bereikbaarheid.

Met “de lokale reflex” wil minister Bart Somers samen met Unizo lokale besturen daarom oproepen om vaker te kiezen voor lokale handelaars. Lokale handelaars zorgen immers voor kwaliteit, nabijheid en duurzaamheid. Ze spelen een cruciale rol in het sociale weefsel, zorgen voor levendige straten en kernen, voor tewerkstelling en sponsoring van lokale verenigingen. En daarnaast zorgt het uiteraard ook voor een terugverdieneffect. Veel van de middelen vloeien immers rechtstreeks terug naar de plaatselijke samenleving en economie.

ARGUMENTATIE

Die oproep is des te belangrijker nu de relance van economie en samenleving aan snelheid wint. Zeker aangezien de lokale besturen hierin een centrale rol spelen. De komende jaren zullen zij maar liefst 2 miljard meer uitgeven dan oorspronkelijk geraamd in de meerjarenplannen. Het brengt het totaal op 17,4 miljard euro, goed voor 35% van alle overheidsuitgaven. Als onze lokale besturen de handen in elkaar slaan met hun lokale handelaars, zullen zij en niemand anders de motor worden van het economisch herstel.

Minister Bart Somers heeft daarom alvast een draaiboek uitgeschreven met tips & tricks voor lokale besturen. Hij schuift daarbij vijf heel concrete acties naar voor:

1. Deel een overheidsopdracht op in verschillende opdrachten, zo bereik je meer lokale bedrijven. Of breng verschillende lokale kmo’s samen om een overheidsopdracht binnen te halen.
2. Laat prijscriteria minder doorwegen en leg meer de nadruk op dienstverlening. Lokale ondernemers hebben er immers meer belang bij, omwille van hun nabijheid tot de burger, om een betere dienst na verkoop te garanderen.
3. Zet in op communicatie en sensibilisering. Grote bedrijven zijn georganiseerd om openbare aanbestedingen op de voet te volgen. Kleinere bedrijven niet. Schrijf lokale bedrijven bijvoorbeeld actief aan om mee te dingen naar een aanbesteding. Zorg vervolgens voor begeleiding, ondersteuning en feedback als ze het niet zouden halen. In Gent kunnen lokale kmo’s zich registreren als “stadsleverancier” om uitgenodigd te worden voor overheidsopdrachten die niet voorafgaand bekend moeten worden gemaakt.
4. Vraag als lokaal bestuur geen referenties of hecht hier minder belang aan. Lokale ondernemingen en zeker start-ups hebben geen referenties, terwijl ze wel perfect in staat zijn om de opdracht goed uit te voeren.
5. Verkort waar mogelijk de betalingstermijnen. In tegenstelling tot grotere bedrijven, kunnen lokale kmo’s het zich vaak niet veroorloven om maanden te wachten op de betaling voor hun werk. Het remt hen af om mee te dingen naar een lokale overheidsopdracht.

Bij deze vragen wij de bevoegde schepen daarom of hij een overzicht kan geven van de aanbestedingen die deze legislatuur door lokale ondernemingen zijn binnengehaald.

En of er een plan is om meer lokale ondernemingen de kans te geven mee te dingen naar aanbestedingen. En indien ja, welke maatregelen er in dit plan vervat zitten.

FINANCIEN

Geen financiële gevolgen

FEITEN EN CONTEXT

Tegen 1 januari 2023 moeten sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM's) en sociale verhuurkantoren (SVK's) één woonactor worden met maar één speler per werkingsgebied: de woonmaatschappij.

Elke woonmaatschappij moet in een  uniek, niet-overlappend werkingsgebied opereren. Om deze werkingsgebieden te bepalen krijgen de lokale besturen een trekkersrol.

Ten laatste op 31 oktober 2021 kunnen de lokale besturen een voorstel van werkingsgebied indienen. Dit voorstel dient in onderling overleg met andere lokale besturen te zijn bereikt, besproken op het lokaal woonoverleg en is gedragen door de gemeenteraad.

De Vlaamse Regering wenst met de hervorming op basis van het principe één woonactor per gemeente, de dienstverlening te verhogen, de complementaire werking van de sociale verhuurkantoren en de sociale huisvestingsmaatschappijen te verenigen, de transparantie te verhogen en de regierol van het lokale bestuur te doen primeren evenals de lokale betrokkenheid en de zeggenschap te waarborgen.

Overwegende dat de Vlaamse regelgeving voorschrijft dat de gemeenten die samen een werkingsgebied wensen te vormen over minimaal 50% + 1 van de stemrechten beschikken. De overige stemrechten, zijnde maximaal 50% - 1, worden verdeeld over de publieke (Vlaams Gewest, Provincie) en de private aandeelhouders. Aan de gemeenten wordt gevraagd om bij hun voorstel tot afbakening van de toekomstige woonmaatschappij ook reeds in te gaan op de verdeling van de stemrechten tussen de lokale besturen en dit op basis van objectieve criteria in functie van het sociaal woonbeleid. Dit samen met een voorstel van een afbakening van een werkingsgebied.

De afbakening van de werkingsgebieden werd besproken op het Burgemeestersoverleg Oost-Brabant in de vergaderingen van 20 november 2020, 18 december 2020, 23 april 2021 en 18 juni 2021.

Tevens werden diverse besprekingen gehouden tussen lokale besturen onderling en tussen de lokale besturen en de woonactoren op het niveau van het voorliggend werkingsgebied.

Het voorstel tot afbakening van het werkingsgebied van de toekomstige woonmaatschappij 'Hageland' werd positief geadviseerd op het woonoverleg van 27 september 2021

Het voorstel werd besproken op het college van burgemeester en schepenen van 11 oktober 2021.

JURIDISCHE GRONDEN

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd, in bijzonder artikel 40 e.v.

Het ontwerpdecreet zoals aangenomen door het Vlaams Parlement d.d. 7 juli 2021 houdende wijzigingen van diverse decreten m.b.t. wonen, waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd.

De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 12 oktober 2020 - traject vorming woonmaatschappijen

ARGUMENTATIE

Het voorliggend voorstel van afbakening van een werkingsgebied 'Hageland' bestaat uit 18 deelnemende steden en gemeenten, die een sterke centrale organisatie wil combineren met een nabije en toegankelijke dienstverlening.

Er is sprake van een grotendeels gelijklopende sociaal -economische situatie in het werkingsgebied en de uitdagingen op het vlak van wonen en woonbeleid zijn in grote lijnen dezelfde. Zowel in de kleinstedelijke woonproblematiek als de uitdagingen van de meer landelijke woonsituatie in het werkingsgebied is gelijklopend.

Niettegenstaande deze coherentie wordt de keuze gemaakt om aandacht te hebben voor nabijheid, toegankelijkheid en specifieke situaties binnen een groot werkingsgebied.

De lokale besturen die het voorstel tot afbakening van het werkingsgebied 'Hageland' doen, zullen daarom de voordelen van een professionele, efficiënte centrale werking van één woonmaatschappij combineren met een interne opdeling  in zones (waarbij de gemeenten Begijnendijk, Bekkevoort, Glabbeek, Holsbeek, Lubbeek, Rotselaar, Tielt-Winge en Tremelo een zone 'Midden' vormen), met elk een eigen zonecomité, teneinde dicht bij de burgers te staan en kort op specifieke woonsituaties te kunnen inspelen.

De betrokken lokale besturen kiezen om zowel de continuïteit in de dienstverlening naar de burgers, als de werking en uitvoering van de in uitvoering zijnde of op stapel staande projecten te garanderen.

De woonmaatschappijen Cnuz, Diest Uitbreiding en SwaL zullen opgenomen worden in de nieuwe structuur.

De Sociale verhuurkantoren SVK Hageland en SVK WoonregT zullen opgenomen worden in de nieuwe structuur, en de activiteiten van SVK SPIT in Aarschot, Begijnendijk, Tremelo en Rotselaar zullen overgenomen worden.

Met het voorliggend voorstel omvat het werkingsgebied van de toekomstige Hagelandse woonmaatschappij 2874 sociale huurwoningen op 31 december 2020, 457 huurwoningen die op de private markt worden gehuurd en 649 geplande sociale huurwoningen. Deze woonmaatschappij met een aaneengesloten werkingsgebied voldoet aldus ruimschoots aan alle vereiste decretale bepalingen.

Dit voorstel van werkingsgebied zal worden overgemaakt via woonmaatschappijen@vmsw.be samen met het aanvraagformulier

Teneinde aan die vraag van de Vlaamse Regering te voldoen, hebben de betrokken lokale besturen een principeverklaring opgesteld waarin zowel de interne als de externe werkingsprincipes van de toekomstige woonmaatschappij 'Hageland' zijn opgenomen.

Deze principeverklaring wordt bij deze gemeenteraadsbeslissing gevoegd.

PRINCIPEVERKLARING HAGELANDSE WOONMAATSCHAPPIJ

1. Hagelandse woonmaatschappij voor de uitdagingen van de toekomst
Na grondig overleg tussen de lokale besturen en besturen van de Sociale Huisvestingsmaatschappijen, wordt voorgesteld om de betrokken maatschappijen en organisaties onder te brengen in één sterke, toekomstgerichte, Hagelandse Woonmaatschappij.  Deze Hagelandse woonmaatschappij combineert de sterkte van een centrale organisatie met de voordelen van een nabije en toegankelijke dienstverlening.
De betrokken gemeenten kiezen een Hagelands werkingsgebied dat 18 aaneengesloten gemeenten omvat.Dit is een bewuste keuze om de kwaliteit van de dienstverlening ten aanzien van burgers te garanderen en de continuïteit van de werking van de woonactoren mogelijk te maken. Het samengaan van deze 18 gemeenten zorgt voor een relatief eenvoudige overdracht van patrimonium en het behoud  en versterking van expertise en competenties van zowel de Sociale Huisvestingsmaatschappijen als de Sociale Verhuurkantoren. Alle lokale besturen benadrukken de continuïteit van de werking en de gegarandeerde uitvoering van lopende of geplande bouw- en verbouwingsdossiers van sociale woningen op hun grondgebied. Burgers mogen in geen geval ‘slachtoffer’ worden van deze bestuurlijke oefening. Het is integendeel de nadrukkelijke bedoeling om de dienstverlening nog te verbeteren. De nieuwe Hagelandse woonmaatschappij zal daarom zichtbaar aanwezig en aanspreekbaar zijn voor burgers en besturen. Ze zet in op goede dienstverlening, efficiëntie en expertise en bundelt daarvoor de krachten. Door de gekozen werkwijze, willen de lokale besturen de voordelen van een centraal bestuur combineren met nabijheid en maatwerk.
De nieuw op te richten woonmaatschappij is niet noodzakelijk beperkt tot deze 18 gemeenten. Indien andere, aangrenzende gemeenten met de Hagelandse Woonmaatschappij willen samenwerken, staan de  lokale besturen daar voor open.

De bestuurlijke organisatie van de Hagelandse Woonmaatschappij
In het bestuursorgaan (de raad van bestuur) kiezen de lokale besturen maximaal voor een evenredige vertegenwoordiging van elk lokaal bestuur. In een overgangsfase zullen de bestaande raden van bestuur van Cnuz en Diest Uitbreiding worden samengevoegd, aangevuld met een vertegenwoordiging van SWaL, een vertegenwoordiger van elk van de gemeenten die de zone ‘Midden’ vormen, een vertegenwoordiger van SVK Hageland en een vertegenwoordiger van SVK WoonregT.
Nadien geldt het principe van één vertegenwoordiger per lokaal bestuur. Teneinde aan de decretale bepalingen ter zake te voldoen en het maximum van 15 te bestuurders te respecteren, zullen de kleinste gemeenten elke drie jaar een vertegenwoordiger met stemrecht in de raad van bestuur krijgen en de andere drie jaar een waarnemer (zonder stemrecht) afvaardigen.
In onderling akkoord kunnen twee betrokken gemeenten uiteraard een andere regeling treffen.
Een andere mogelijkheid is dat de vijf steden met het grootste aantal sociale woningen voor zes jaar een vertegenwoordiger met stemrecht afvaardigen, en de andere steden en gemeenten vier jaar een vertegenwoordiger met stemrecht en twee jaar een waarnemer zonder stemrecht in de raad van bestuur.
In de overgangsfase blijven de private aandeelhouders vertegenwoordigd door de huidige bestuurders. Nadien kiezen de gemeenten ervoor 1 vertegenwoordiger namens de private aandeelhouders te voorzien in de Raad van Bestuur. De provincie Vlaams-Brabant krijgt de mogelijkheid een waarnemer zonder stemrecht af te vaardigen naar de Raad van Bestuur.
De onderlinge stemverhoudingen tussen de gemeenten in de Algemene Vergadering worden afgestemd naar een verdeling in verhouding tot het aantal sociale huurwoningen op het grondgebied van de gemeente (50 %) en het aantal inwoners van de gemeente (50 %).
De Hagelandse woonmaatschappij  wil werken dicht bij de inwoners en hun besturen, en voorziet daarom een interne werking in zones, waarbij de gemeenten Begijnendijk, Bekkevoort, Glabbeek, Holsbeek, Lubbeek, Rotselaar, Tielt-Winge en Tremelo een zone ‘Midden’ willen vormen. Voor elke zone zal een zonecomité worden opgericht, waarin een vertegenwoordiger van elke gemeente van de betreffende zone wordt afgevaardigd. Deze zonecomités zullen maximaal bevoegd zijn (door delegatie vanuit de raad van bestuur, advies aan de raad van bestuur, intensievere bespreking van lokale dossiers), zodat lokale besturen vinger aan de pols kunnen houden. Het zonecomité is onder meer bevoegd voor de toewijzing van woningen, binnen het kader van de Vlaamse regelgeving en van de tussen de gemeenten van de zone overlegde lokale toewijzingsreglementen. Binnen elke, nog af te bakenen zone, zullen de betreffende gemeenten van die zone samenwerken met betrekking tot specifieke woondossiers of huisvestingsproblematieken op hun grondgebied.
In elke zone wordt minimum één contactpunt voor de inwoners voorzien. In dit kantoor heeft de ‘zonale front-office’ zijn vaste plaats (medewerkers voor sociaal beleid, huurbegeleiding, verhuur, inschrijvingen, prospectiemedewerker private woningen, buurtbemiddeling,…).  Op die manier garandeert de nieuwe maatschappij de noodzakelijke nabijheid van de huisvestingsproblematiek en combineert ze professionalisering, expertise en competentiebundeling met nabijheid en maatwerk.

Verder traject en uitwerking
Door de krachten globaal te bundelen, worden ook de expertise en deskundigheid van de aanwezige woonactoren gebundeld en ter beschikking gesteld van het hele werkingsgebied. Concreet betekent dit dat aan de basis van de nieuwe woonmaatschappij een fusie ligt tussen SHM Cnuz, SHM Diest Uitbreiding en SHM SWal.
De inkanteling van de verschillende Sociale verhuurkantoren vraagt specifiek overleg en voorbereiding.
Zowel de betrokken gemeenten als de woonactoren zijn er zich van bewust dat dit een bijzonder ingrijpende oefening is tot integratie op tal van domeinen, zoals o.m. personeel, logistiek, ICT, patrimonium etc… Er zal dan ook intens overleg nodig zijn met alle betrokkenen om deze integratie optimaal voor te bereiden. Alle betrokkenen wensen de bewoners, kandidaat-bewoners en personeelsleden op een heldere en open manier op de hoogte te houden van deze integratie.

FEITEN EN CONTEXT

De mail van 22/4/2021 van An Devroey, projectmedewerkster namens Regionaal Landschap Dijleland vzw.
De bespreking in college van 7/6/2021 .
Het verkeerstechnisch advies VTA25/2021 van de politiezone d.d. 18/8/2021  :

Vooraf:
Art 71 - aanwijzingsborden :
F45b: doodlopende weg, uitgezonderd fietsers en voetgangers
Opmerking: de figuur F45(b) heeft geen dwingend karakter, ze zijn voor de weggebruikers louter een aanwijzing. De politie kan niet optreden voor voertuigen die toch doorrijden.
Sluipverkeer voorkomen kan men doen door eventueel app's zoals waze te contacteren om bepaalde straten als "ongeschikt voor voertuigen" te laten inschrijven in hun programma.
ln de conclusie van de dienst mobiliteit lezen we dat het geenszins de bedoeling is dat de weg door autoverkeer gebruikt wordt. Auto's horen niet thuis in het bos, evenals veroorzaakt autoverkeer schade aan de ondergrond. Kruisen is niet mogelijk.
Verder lezen wij dat er een "regime van uitgezonderd plaatselijk verkeer" van kracht is in de Kortrijkstraat, komende van de Kasteeldreef, doch is dit niet aangegeven in de straat zelf !
Via Geopunt zien we duidelijk dat het eigenlijk niet de bedoeling is dat beide straten (Kortrijksestraat en Kortrijkstraat) met elkaar verbonden zijn

ln praktijk is dit echter wel het geval

Situatie:

Vaststellingen ter plaatse:

Wij voerde vaststellingen ter plaatse uit en merken op dat de verharding van de weg stopt, maar dat er nog enkele huizen achterliggend zijn. Een voorbeeld hiervan is Kortrijksestraat huisnummer 381, 3010 Leuven. Zelfs op die locatie is het bijna niet meer mogelijk om nog te keren en men is dus bijna genoodzaakt om toch heel de holle weg door te rijden. De weg gaat over van kasseiverharding naar onverhard om aan de zijde van de Kasteeldreef weer te eindigen in asfalt.

De ondergrond van de holle weg is uitgespoeld door het water en diepe spoorvorming van voertuigen zichtbaar. Kruisen is zeker niet mogelijk.

Een volledige fysieke scheiding aanbrengen behoord tot de mogelijkheden, maar is niet aangewezen daar er toch wat verkeer is van recreatieve fietsers en mogelijk een doorgang noodzakelijk blijft voor het bosbeheer.
Het lijkt het ons aangewezen om te werken met de borden F99C enF101C. Waardoor men aan het onverharde deel een andere definitie zal toekennen en voertuigen verkeer (deels) uitgesloten wordt.
Deze situatie is wel afdwingbaar en beperkt het voertuigenverkeer tot "aangelande".

Schematisch voorbeeld:

Aan de kant van Plein zouden we de borden F99C en F10LC al plaatsen aan de overgang in ondergrond, alwaar de weg ook nog eens versmald. Recht op doorgang naar de achterliggende woningen blijft behouden.
Het verkeer voor bosbeheer, huisvuilophaling en hulpdiensten blijft mogelijk.
KB t/12/1975 artikel 22 octies, voor meer uitleg en de definitie bij gebruík van F99C.
Voetgangers en fietsers mogen de volledige breedte gebruiken van de weg en de snelheid wordt begrenst op 30km/h.
Deze toestand lijkt ons het best aan te sluiten bij dit type weg en beperkt het doorgaand verkeer

Besluit:

Wij adviseren om de toestand concreet aan te pakken, ondanks dit enkele borden en een aanvullend reglement meer zal opleveren. Halve en niet handhaafbare maatregelen zorgen bij de burger alleen voor wrevel.
Wil men aan al de doelstellingen voldoen dient men verder te gaan als louter het plaatsen van een figuur F45b.
Aangezien de locatie deels op Leuven ligt, zal men ook aldaar de nodige aanvullingen moeten doen in
het reglement en borden plaatsen op hun grondgebied.
Opmerking: het bord F101C mag aan de achterzijde van het bord F99C geplaatst worden, hierdoor kan men het aantal palen en borden in het straatbeeld beperken. Het bord F101C komt hierdoor wel links van de weg staan, maar dit doet geen afbreuk aan de wettelijke plaatsingsvoorwaarden.

De bespreking in college van 30/08/2021 "Vraag Regionaal Landschap Dijleland: holle weg Kortrijk(se)straat Leuven/Lubbeek: advies
VTA PZ Lubbeek kennisname"

JURIDISCHE GRONDEN

Artikel 12 van de wet politie op het wegverkeer van 16 maart 1968.
Alle verbodsbepalingen zullen door middel van gepaste opschriften en verkeersborden ter kennis gebracht worden van de weggebruikers.

Artikel 186 van het gemeentedecreet.
Reglementen en verordeningen van de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester worden niet meer bekend gemaakt via aanplakbrief, maar door publicatie op de gemeentelijke website, met vermelding van datum waarop ze werden aangenomen en de datum waarop ze op de website bekendgemaakt worden.

Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Dit decreet bepaalt de modaliteiten van de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens, de gegevensbank van de aanvullende reglementen en de berekening van de termijnen.

Koninklijk besluit van 1 december 1975.
Dit besluit handelt over het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009.
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de modaliteiten van de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.

Ministerieel besluit van 11 oktober 1976.
Dit besluit bepaalt de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.

Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009.
Deze omzendbrief omschrijft de totstandkoming van een aanvullend reglement op initiatief van een gemeente.

Algemeen politiereglement van de gemeente Lubbeek.

De nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988;

Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017;

ARGUMENTATIE

De dienst Mobiliteit onderzocht het voorstel en adviseert gunstig.
We stellen voor om de gemeenteraad een aanvullend reglement te laten aannemen over de Kortrijkstraat.
Op de locaties aangeven in het politieadvies dienen dan de overeenkomstige borden te worden voorzien in aanvullend reglement.

De mobiliteitsambtenaar bekijkt ook de Waze, Openstreetmap OSM applicaties en doet eventuele gewenste aanpassingen

FINANCIEN

Er zijn geen financiële gevolgen.

FEITEN EN CONTEXT

Vlaanderen en de lokale besturen slaan, d.m.v. het Lokaal Energie- en Klimaatpact de handen in elkaar om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken. Aan de hand van concrete en herkenbare werven (zie hieronder) wil men inzetten op krachtdadig beleid. Er wordt hierbij ingezet op een gelijktijdige bottom-up en top-down aanpak. Beide actoren, de Vlaamse overheid en de lokale besturen geven aan werk te maken van concrete engagementen zoals hieronder vermeld:

Lokale besturen engageren zich om:

• Het Burgemeestersconvenant 2030 te ondertekenen en uit te werken;
• Een gemiddelde jaarlijkse primaire energiebesparing van minstens 2,09% te realiseren in hun eigen gebouwen (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed);
• Een reductie van de CO2-uitstoot van hun eigen gebouwen en technische infrastructuur met 40% in 2030 ten opzichte van 2015 te realiseren;
• Tegen ten laatste 2030 de openbare verlichting te verLEDden;
• Het draagvlak voor hernieuwbare energie te verhogen, geen heffing op hernieuwbare energie installaties in te voeren en bestaande, zoals de heffing op pylonen van windmolens, af te bouwen tegen ten laatste 2025;
• Lokale warmte- en sloopbeleidsplannen op te maken;
• Burgers, bedrijven en verenigingen te stimuleren om samen met het lokaal bestuur de concrete en zichtbare streefdoelen uit de 4 werven van het Pact te behalen.

De Vlaamse overheid engageert zich om:

• Via het Netwerk Klimaat professionele ondersteuning te bieden aan de lokale besturen, zoals bepaald in het subsidiebesluit en de werkprogramma’s;
• Via andere partners binnen de Vlaamse overheid (bv. VEB met het SURE2050-project voor het publiek patrimonium) lokale besturen projectmatige ondersteuning te bieden;
• Samen met de lokale besturen actief mee te werken aan het elimineren van de mogelijke hindernissen die lokale besturen ondervinden in het realiseren van de ambities binnen dit Pact;
• Haar eigen voorbeeldfunctie in te vullen en relevante actoren te overtuigen om het Pact te ondertekenen;
• In samenspraak met het middenveld, onderzoeksinstellingen en de verschillende sectororganisaties de wederzijdse engagementen i.h.k.v. het Pact op te volgen en te stroomlijnen;
• Aan lokale besturen (en/of andere actoren) de beleidsmaatregelen, voorzien door de Vlaamse, Federale en Europese begroting, actief en stelselmatig te promoten die nuttig kunnen zijn om mee de doelstellingen van het Pact te realiseren. Onder potentiële inbreng van de Vlaamse overheid in hoofdstuk 4 wordt dit waar mogelijk geconcretiseerd;
• Ter bijkomende ondersteuning van de klimaatpactacties van de gemeenten die het Pact ondertekenen, in een extra jaarlijks budget van 10.000.000 euro, evenals een vast gedeelte van de vrij beschikbare middelen binnen het Vlaams klimaatfonds, te voorzien. Deze budgettaire engagementen kunnen aangepast worden in functie van het algemeen begrotingsbeleid.

Door de ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact geeft de gemeente aan actie te ondernemen om de doelstellingen vermeldt in de onderstaande werven waar te maken[1]:

1. 1.     Laten we een boom opzetten

• Eén boom extra per Vlaming tegen 2030 (+6,6 miljoen bomen extra vanaf 2021 t.e.m. 2030)
• 1/2de meter extra haag of geveltuinbeplanting per Vlaming tegen 2030 (+3.300 km extra vanaf 2021 t.e.m. 2030)
• Eén extra natuurgroenperk per 1000 inwoners tegen 2030 (= 6.600 perken van 10 m² vanaf 2021 t.e.m. 2030)

1. 2.     Verrijk je wijk

• 50 collectief georganiseerde energiebesparende renovaties per 1.000 wooneenheden vanaf 2021 t.e.m. 2030;
• 1 coöperatief/participatief hernieuwbaar energieproject per 500 inwoners tegen 2030 die samen voor een totaal geïnstalleerd vermogen zorgen van 216 MW vanaf 2021 t.e.m. 2030 (+12.000 projecten in 2030)

1. 3.     Elke buurt deelt en is duurzaam bereikbaar

• Per 1.000 inwoners 1 “toegangspunt” voor een (koolstofvrij) deelsysteem tegen 2030 (=6.600 toegangspunten);
• Per 100 inwoners 1 laadpunt tegen 2030 (=66.000 laadpunten);
• 1 m nieuw of structureel opgewaardeerd fietspad extra per inwoner vanaf 2021 t.e.m. 2030

1. 4.     Water het nieuwe goud

• 1m² ontharding per inwoner vanaf 2021 t.e.m. 2030 (= 6,6 miljoen m² ontharding);
• Per inwoner 1m³ extra opvang van hemelwateropvang voor hergebruik, buffering en infiltratie voor regenwater vanaf 2021 t.e.m. 2030 (=6,6 miljoen m³ extra regenwater dat wordt opgevangen voor hergebruik of infiltratie)

JURIDISCHE GRONDEN

• Art. 2 Decreet Lokaal Bestuur: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”

• De internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.

• Het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken.

• Het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030.

• Het Regeerakkoord Vlaamse Regering 2019-2024: Ook de Vlaamse en lokale overheden nemen hun verantwoordelijkheid en geven het goede voorbeeld. Net zoals de Vlaamse Overheid zullen gemeenten, steden, intercommunales, OCMW’s, provincies en autonome gemeentebedrijven worden gevraagd dat zij hun broeikasgassen met 40% reduceren in 2030 ten opzichte van 2015 en vanaf 2020 per jaar een energiebesparing van 2,09% realiseren op het energieverbruik van hun gebouwenpark (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed).

• Het ondertekenen door de gemeente Lubbeek van het Burgemeestersconvenant 2030, aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen.

ARGUMENTATIE

Het is wenselijk dat de gemeente het Lokaal Energie- en Klimaatpact ondertekent en de gewenste en mogelijke acties uitvoert. Bijgevolg heeft de gemeente recht op financiële ondersteuning van de Vlaamse overheid d.m.v. trekkingsrecht.  

FEITEN EN CONTEXT

De gemeente Lubbeek wil erosiebestrijdende maatregelen uitoefenen op het kadastraal perceel afdeling 1, sectie A, nr. 178P en 178R (erosie Kleine Rotstraat 2 gebruiker Brants en eigenaar Stas) en op het perceel afdeling 1, sectie A nrs. 179K2 en 179C3 (erosie Kleine Rotstraat 3 gebruiker Boomkwekerijen Van Goidsenhoven en eigenaar Van Goidsenhoven -Vanhove).

De gebruiksovereenkomst heeft betrekking op dat deel van het hierboven beschreven perceel, waarop de gemeente Lubbeek tijdelijke erosiebestrijdende maatregelen wenst uit te voeren.

De uitvoering van deze overeenkomst is gekoppeld aan de opschortende voorwaarde van het verkrijgen door de gemeente van de nodige subsidies van de hogere overheid ingevolgen het provinciaal reglement voor het toekennen van subsidies voor de uitvoering van kleinschalige erosiebestrijdingsmiddelen.Indien niet aan deze voorwaarde wordt voldaan binnen een tijdsbestek van 12 maanden te rekenen vanaf de datum van ondertekening van huidige overeenkomst, dan zal deze overeenkomst als nietig en onbestaande beschouwd worden.

De gebruiker en de eigenaar verlenen aan de gemeente de toelating om op het bovenvermeld perceel  een tijdelijke kleinschalige erosiebestrijdingsmaatregel aan te leggen.

De totaal ingenomen vlakte voor de tijdelijke erosiemaatregel (erosie Kleine Rotstraat 2) bedraagt ongeveer 50 m² en bestaat uit een houthakseldam met een lengte van 50 meter (een breedte van ongeveer 1 meter en een hoogte van ongeveer 1 meter). Bij de uitvoering kan in onderling overleg van deze lengte afgeweken worden.

De houthakseldam wordt in een L-vorm aangelegd onderaan de akker en zo kort mogelijk tegen de talud. Hiervoor wordt een bestaande partij grond vermengd met steenpuin afgegraven en afgevoerd door de gemeente.

e totaal ingenomen vlakte voor de tijdelijke erosiemaatregel (erosie Kleine Rotstraat 3) bedraagt ongeveer 58 m² en bestaat uit een houthakseldam met een lengte van 58 meter (een breedte van ongeveer 1 meter en een hoogte van ongeveer 1 meter). Bij de uitvoering kan in onderling overleg van deze lengte afgeweken worden.

De houthakseldam wordt onderaan de akker aangelegd zo kort mogelijk tegen de houtkant. Hiervoor wordt een bestaande partij grond vermengd met steenpuin afgegraven en afgevoerd door de gemeente.

Alle partijen engageren zich om een meer definitieve erosiebestrijdingsmaatregel uit te werken indien de houthakseldam niet voldoende erosiebesrijdend werkt.

De looptijd van de overeenkomst bedraagt 10 jaari, tenzij de genomen tjidelijke erosiebestrijdingsmaatregelen vervangen worden door andere maatregelen met een meer definitief karakter.

De gemeente Lubbeek draagt de kosten van de houthakseldam en verbindt zich ertoe om voor het beheer ervan de volgende bepalingen na te leven gedurende de duur van de overeenkomst:

-de houthakseldam bij te vullen met hakselhout indien de opvulhoogte minder dan 50 cm bedraagt;

-de houthakseldam te herstellen bij eventuele beschadiging door derden, tenzij ze veroorzaakt wordt door de gebruiker van het perceel.

-aan de gebruiker en aan de eigenaar van het bovenvermeld perceel wordt geen vergoeding betaald door de gemeente.

De gebruiker van het perceel verbindt zich ertoe om voor het beheer van de houthakseldam de volgende bepalingen na te leven gedurende de duur van de overeenkomst.

-de gebruiker mag het onkruid in en rond de houthakseldam verwijderen;

-de gebruiker zal de houthakseldam herstellen bij eventuele beschadiging door hem of door een aangesteld persoon door hem;

-de gebruiker zal het sediment dat zich achter de houthakseldam accumuleert, op regelmatige basis terug op de akker trekken, om de erosiebestrijdende werking van de dam te herstellen

De eigenaar van het perceel verbindt zich ertoe om voor het beheer van de houthakseldam de volgende bepalingen na te leven gedurende de duur van de overeenkomst

--de eigenaar zal elke wijziging in pacht/ gebruik/ eigendom melden aan de gemeente;

- de eigenaar maakt zich sterk dat deze overeenkomst verder nageleefd wordt door de toekomstige gebruiker/ eigenaar opdat de termin van 10 beheersjaren volbracht kan worden.

JURIDISCHE GRONDEN

Erosiebesluit - Vlaamse subsidie voor gemeentelijke erosiebestrijdingsmiddelen.

Subsidies voor kleinschalige erosiebestrijdingsmiddelen van de provincie Vlaams-Brabant

Het besluit van de gemeenteraad van 30 juni 2010

• goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst erosiecoördinator tussen de gemeente Lubbeek en de provinicie Vlaams-Brabant
• goedkeuring van de afsprakennota erosiecoördinator tussen de gemeente Lubbeek en de procincie Vlaams-brabant
• gelast het college van burgemeester en schepenenen met het uitvoeren van huidige beslissing
• voorziet jaarlijks de nodige kredieten in de begroting

Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 6 september 2021

• keurt het erosiedossier "Erosiebestrijding Kleine Rotstraat 2 en 3 te Lubbeek - Knelpuntengebied omgeving Kraaiwinkelbeek", waarin verduidelijkt wordt welke maatregelen genomen worden goed. De totale raming bedraagt 13.701,90 euro inclusief BTW
• gaat akkoord om voor de houthakseldammen een provinciale subsidie aan te vragen
• maakt de overeenkomsten in het kader van tijdelijke erosiebestrijdingsmaatregelen die door de gemeente Lubbeek uitgevoerd worden over aan de dienst patrimonium voor verder gevolg

ARGUMENTATIE

Het project ‘Kleine Rothstraat 2&3’ is gelegen in het hoog prioritair knelpuntgebied A ‘Omgeving Kraaiwinkelbeek' van het goedgekeurde erosiebestrijdingsplan van de gemeente Lubbeek.

FINANCIEN

FEITEN EN CONTEXT

De gemeente Lubbeek wil erosiebestrijdende maatregelen uitoefenen op het kadastraal perceel afdeling 1, sectie A, nr. 149F2. Het perceel is eigendom van en wordt bewerkt door de heer Demarsin..

De gebruiksovereenkomst heeft betrekking op dat deel van het hierboven beschreven perceel, waarop de gemeente Lubbeek tijdelijke erosiebestrijdende maatregelen wenst uit te voeren.

De uitvoering van deze overeenkomst is gekoppeld aan de opschortende voorwaarde van het verkrijgen door de gemeente van de nodige subsidies van de hogere overheid ingevolgen het provinciaal reglement voor het toekennen van subsidies voor de uitvoering van kleinschalige erosiebestrijdingsmiddelen.Indien niet aan deze voorwaarde wordt voldaan binnen een tijdsbestek van 12 maanden te rekenen vanaf de datum van ondertekening van huidige overeenkomst, dan zal deze overeenkomst als nietig en onbestaande beschouwd worden.

De gebruiker/ eigenaar verleent aan de gemeente de toelating om op het bovenvermeld perceel  een tijdelijke kleinschalige erosiebestrijdingsmaatregel aan te leggen.

De totaal ingenomen vlakte voor de tijdelijke erosiemaatregel bedraagt ongeveer 60 m² en bestaat uit een houthakseldam met een lengte van 60 meter (een breedte van ongeveer 1 meter en een hoogte van ongeveer 1 meter). Bij de uitvoering kan in onderling overleg van deze lengte afgeweken worden.

De houthakseldam wordt in een L-vorm aangelegd onderaan de akker aangelegd, zo kort mogelijk tegen de tuinen. Hiervoor wordt een bestaande partij grond vermengd met steenpuin afgegraven en afgevoerd door de gemeente.

Alle partijen engageren zich om een meer definitieve erosiebestrijdingsmaatregel uit te werken indien de houthakseldam niet voldoende erosiebesrijdend werkt.

De looptijd van de overeenkomst bedraagt 10 jaari, tenzij de genomen tjidelijke erosiebestrijdingsmaatregelen vervangen worden door andere maatregelen met een meer definitief karakter.

De gemeente Lubbeek draagt de kosten van de houthakseldam en verbindt zich ertoe om voor het beheer ervan de volgende bepalingen na te leven gedurende de duur van de overeenkomst:

-de houthakseldam bij te vullen met hakselhout indien de opvulhoogte minder dan 50 cm bedraagt;

-de houthakseldam te herstellen bij eventuele beschadiging door derden, tenzij ze veroorzaakt wordt door de gebruiker van het perceel.

-aan de gebruiker en aan de eigenaar van het bovenvermeld perceel wordt geen vergoeding betaald door de gemeente.

De gebruiker van het perceel verbindt zich ertoe om voor het beheer van de houthakseldam de volgende bepalingen na te leven gedurende de duur van de overeenkomst.

-de gebruiker mag het onkruid in en rond de houthakseldam verwijderen;

-de gebruiker zal de houthakseldam herstellen bij eventuele beschadiging door hem of door een aangesteld persoon door hem;

-de gebruiker zal het sediment dat zich achter de houthakseldam accumuleert, op regelmatige basis terug op de akker trekken, om de erosiebestrijdende werking van de dam te herstellen

De eigenaar van het perceel verbindt zich ertoe om voor het beheer van de houthakseldam de volgende bepalingen na te leven gedurende de duur van de overeenkomst

--de eigenaar zal elke wijziging in pacht/ gebruik/ eigendom melden aan de gemeente;

- de eigenaar maakt zich sterk dat deze overeenkomst verder nageleefd wordt door de toekomstige gebruiker/ eigenaar opdat de termijn van 10 beheersjaren volbracht kan worden.

JURIDISCHE GRONDEN

Erosiebesluit - Vlaamse subsidie voor gemeentelijke erosiebestrijdingswerken.

Subsidies voor kleinschalige erosiebestrijdingsmaatregelen van de provincie Vlaams - Brabant.

Het besluit van de gemeenteraad van 30 juni 2010:

• goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst erosiecoördinator tussen de gemeente Lubbeek en de provincie Vlaams-Brabant
• goedkeuring van de afsprakennota erosiecoördinator tussen de gemeente Lubbeek en de provincie Vlaams-Brabant
• gelast het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met het uitvoeren van huidige beslissing
• voorziet jaarlijks de nodige kredieten in de begroting

Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 31 augustus 2021

• keurt het erosiedossier "Erosiebestrijding Schubbeek te Lubbeek - knelpuntengebied omgeving Kraaiwinkelbeek", waarin verduidelijkt wordt welke maatregelen genomen worden goed. De totale raming bedraagt 7.212,93 euro  inclusief BTW
• gaat akkoord om voor de houthakseldam een provinciale subsidie aan te vragen.
• maakt de overeenkomst in het kader van tijdelijke erosiebestrijdingsmaatregelen die door de gemeente Lubbeek uitgevoerd worden over aan de dienst patrimonium voor verder gevolg

ARGUMENTATIE

Het verslag vanwege Stefanie Bourgeois voor de provincie Vlaams-Brabant - dienst Waterlopen :

FINANCIEN

FEITEN EN CONTEXT

De gemeente Lubbeek wil erosiebestrijdende maatregelen uitoefenen op het kadastraal perceel afdeling 2, sectie B, nr. 418 A. Het perceel is eigendom van het OCMW van Lubbeek, en wordt bewerkt door de heer Puttevils.

De gebruiksovereenkomst heeft betrekking op dat deel van het hierboven beschreven perceel, waarop de gemeente Lubbeek tijdelijke erosiebestrijdende maatregelen wenst uit te voeren.

De uitvoering van deze overeenkomst is gekoppeld aan de opschortende voorwaarde van het verkrijgen door de gemeente van de nodige subsidies van de hogere overheid ingevolgen het provinciaal reglement voor het toekennen van subsidies voor de uitvoering van kleinschalige erosiebestrijdingsmiddelen.Indien niet aan deze voorwaarde wordt voldaan binnen een tijdsbestek van 12 maanden te rekenen vanaf de datum van ondertekening van huidige overeenkomst, dan zal deze overeenkomst als nietig en onbestaande beschouwd worden.

De gebruiker en de eigenaar verlenen aan de gemeente de toelating om op het bovenvermeld perceel  een tijdelijke kleinschalige erosiebestrijdingsmaatregel aan te leggen.

De totaal ingenomen vlakte voor de tijdelijke erosiemaatregel bedraagt ongeveer 65 m² en bestaat uit een houthakseldam met een lengte van 65 meter (een breedte van ongeveer 1 meter en een hoogte van ongeveer 1 meter). Bij de uitvoering kan in onderling overleg van deze lengte afgeweken worden.

De houthakseldam wordt in een L-vorm aangelegd onderaan de akker en zo kort mogelijk tegen het straat. Hiervoor wordt een bestaande partij grond vermengd met steenpuin afgegraven en afgevoerd door de gemeente.

Alle partijen engageren zich om een meer definitieve erosiebestrijdingsmaatregel uit te werken indien de houthakseldam niet voldoende erosiebestrijdend werkt.

De looptijd van de overeenkomst bedraagt 10 jaar, tenzij de genomen tijdelijke erosiebestrijdingsmaatregelen vervangen worden door andere maatregelen met een meer definitief karakter.

De gemeente Lubbeek draagt de kosten van de houthakseldam en verbindt zich ertoe om voor het beheer ervan de volgende bepalingen na te leven gedurende de duur van de overeenkomst:

-de houthakseldam bij te vullen met hakselhout indien de opvulhoogte minder dan 50 cm bedraagt;

-de houthakseldam te herstellen bij eventuele beschadiging door derden, tenzij ze veroorzaakt wordt door de gebruiker van het perceel.

-aan de gebruiker en aan de eigenaar van het bovenvermeld perceel wordt geen vergoeding betaald door de gemeente.

De gebruiker van het perceel verbindt zich ertoe om voor het beheer van de houthakseldam de volgende bepalingen na te leven gedurende de duur van de overeenkomst.

-de gebruiker mag het onkruid in en rond de houthakseldam verwijderen;

-de gebruiker zal de houthakseldam herstellen bij eventuele beschadiging door hem of door een aangesteld persoon door hem;

-de gebruiker zal het sediment dat zich achter de houthakseldam accumuleert, op regelmatige basis terug op de akker trekken, om de erosiebestrijdende werking van de dam te herstellen

De eigenaar van het perceel verbindt zich ertoe om voor het beheer van de houthakseldam de volgende bepalingen na te leven gedurende de duur van de overeenkomst

--de eigenaar zal elke wijziging in pacht/ gebruik/ eigendom melden aan de gemeente;

- de eigenaar maakt zich sterk dat deze overeenkomst verder nageleefd wordt door de toekomstige gebruiker/ eigenaar opdat de termijn van 10 beheersjaren volbracht kan worden.

JURIDISCHE GRONDEN

Erosiebesluit - Vlaamse subsidie voor gemeentelijke erosiebestrijdingswerken.

Subsidies voor kleinschalige erosiebestrijdingsmaatregelen van de provincie Vlaams.

Het besluit van de gemeenteraad van 30 juni 2010:

• goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst erosiecoördinator tussen de gemeente Lubbeek en de provincie Vlaams-Brabant
• goedkeuring van de afsprakennota erosiecoördinator tussen de gemeente Lubbeek en de provincie Vlaams-Brabant
• gelast het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met het uitvoeren van huidige beslissing
• voorziet jaarlijks de nodige kredieten in de begroting

Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 30 augustus 2021 - Erosiebestrijding Krekeldries (Knelpunt R - omgeving Rutsenberg)

• keurt het erosiedossier "Erosiebestrijding Krekeldries" te Lubbeek - knelpunt omgeving Kraaiwinkelbeek" waarin verduidelijkt wordt welke maatregelen genomen worden  goed. De totale raming bedraagt 8.218,80 euro inclusief BTW
• gaat akkoord om voor de houthakseldam een provinciale subsidie aan te vragen
• maakt de overeenkomst in het kader van tijdelijke erosiebestrijdingsmiddelen die door de gemeente Lubbeek uitgevoerd worden over aan de dienst patrimonium

ARGUMENTATIE

FINANCIEN