1.Voorgeschiedenis
Argumentatie GWD art. 3 & 4
Of de opheffing van de voorgenoemde gemeenteweg rekening houdt met de principes zoals opgenomen in artikels 3 en 4 van het decreet gemeentewegen werd getoetst aan volgende criteria:
(art. 3, Gemeentewegendecreet)
We kiezen ervoor om de bestaande wegen zo veel mogelijk te behouden waar nodig is te verleggen en waar het niet langer mogelijk is af te schaffen.
Voor het eerste deel vanaf de Meistraat verleggen we de voetweg op de nu bestaande boswegen van het bos van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Voor het tweede deel verleggen we Voetweg 35 naast de rand van het bos en aan de rand van het agrarische gebied. Zo kan het waardevol agrarisch gebied maximaal gebruikt worden voor landbouw en ontzien we tegelijkertijd het bos. Het wandelnetwerk blijft intact.
(art. 4, Gemeentewegendecreet)
Algemeen belang
Bij de herwaardering van wegen opgenomen in de Atlas der Buurtwegen wil het bestuur planmatig en doordacht te werk gaan.
Een fijnmazig routenetwerk voor voetgangers is een cruciaal onderdeel van een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid. De herwaardering van deze voetweg komt tegemoet aan de behoefte van zachte mobiliteit.
Uitzondering: verplaatsing, wijziging of opheffing
Het verplaatsen van voetweg 35 zorgt ervoor dat de voorziene functies in de percelen ongehinderd kunnen worden uitgeoefend, wat niet onbelangrijk is in een landelijke gemeente als Lubbeek. Door het verplaatsen van de weg wordt wel een gelijkaardige verbinding voorzien.
Eigen gemeentelijk afwegingskader
Hoewel in het gemeentelijk actieplan voorzien was om trage weg 35 open te houden, achten wij het voorzien van een gelijkwaardige trage verbinding door verplaatsing van de weg verenigbaar met de geest van dit plan.
Conclusie
Rekening houdend met de hierboven aangehaalde argumenten is het duidelijk dat de voorgestelde opheffing op zich een uitzonderingsmaatregel is die niet lichtzinnig wordt genomen
De voorgestelde opheffing is niet strijdig met de doelstellingen en principes vermeld in artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen
De financiële impact van dit dossier blijft voor de gemeente beperkt tot de loutere dossierskosten voor de opmaak van het planmateriaal en het schattingsverslag
Deze gemeenteweg heeft een privaat karakter, het verleggen van voetweg 35 geeft aanleiding tot een meer-minwaarde voor de eigenaars van de getroffen percelen. Art.28§2geeft aan dat de meer-en minwaarde bij de verplaatsing van een voetweg op hetzelfde perceel verondersteld wordt elkaar op te heffen.
Deze meer- en minwaardes worden weergegeven in het schattingsverslag in bijlage.
Artikel 1. De gemeenteraad neemt kennis van de aanvraag ingediend door het college van burgemeester en schepenen van 18 september 2023 tot verlegging van voetweg 35 in Pellenberg.
Art. 2. De gemeenteraad gaat principieel akkoord om voetweg 35 te Pellenberg gelegen aan de Lostraat van Pellenberg, te verleggen langs de perceelgrenzen en op de weg door het bos van het Agentschap Natuur en Bos, zoals dit is weergegeven op het rooilijnplan tot verlegging van voetweg 35 te Pellenberg, opgemaakt door landmeter Geert Menten voor landmeterskantoor Intertopo, Halensebaan 68B, 3290 Diest.
Art. 3. De gemeenteraad stelt het ontwerp van rooilijnplan tot verlegging van voetweg 35 te Pellenberg, opgesteld door landmeter Geert Menten, voor landmeterskantoor Intertopo, Halensebaan 68B, 3290 Diest voorlopig vast.
Art.4. De gemeenteraad gaat akkoord met de voorgestelde meer/minwaarde zoals bepaald in het schattingsverslag opgesteld door landmeter Ben De Winter voor landmeterskantoor Intertopo, Halensebaan 68B, 3290 Diest.
Art. 5. De gemeenteraad gelast het college van burgemeester en schepenen met de organisatie van het voorgeschreven openbaar onderzoek, binnen de 30 dagen na de beraadslaging
Deze beslissing wordt bekendgemaakt volgens de modaliteiten van art.21 van het decreet houdende de gemeentewegen: