De voorzitter opent de zitting op 14/05/2024 om 20:09.
Aan de commissie wordt gevraagd om de notulen van de zitting van de commissie beleidsdomeinen van 16 april 2024 goed te keuren.
De notulen van de commissie beleidsdomeinen van 16 april 2024 dienen goedgekeurd te worden.
De nieuwe gemeentewet;
Het decreet over het Lokaal Bestuur;
Enig artikel. De notulen van de commissie beleidsdomeinen van 16 april 2024 worden goedgekeurd.
In september 2024 bestaat de bibliotheek 40 jaar. Voorafgaand aan het feestweekend organiseert de bibliotheek een schrijfwedstrijd. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het wedstrijdreglement goed te keuren.
De bibliotheek werd 40 jaar geleden officieel erkend als gemeentelijke openbare bibliotheek. Een verjaardag die gevierd mag worden. We vieren onze trouwe klanten én zetten literatuur en haar schrijvers in de kijker. We organiseren een feestweekend op zaterdag 28 en zondag 29 september 2024.
Voorafgaand aan het feestweekend organiseren we een schrijfwedstrijd voor volwassenen met als thema “Feest”. De winnaars van de schrijfwedstrijd worden bekend gemaakt op zondag 29 september 2024. De winnaar krijgt een bon voor een schrijfwedstrijd bij WISPER. De schrijver op de 2de plaats wint een boekenbon ter waarde van 40 euro.
Nadien volgt, afhankelijk van het aantal inschrijvingen, mogelijks een publicatie van de inzendingen.
Ter ondersteuning van de wedstrijd wordt gevraagd om het reglement kortverhaal 40 jaar bib goed te keuren.
Decreet lokaal bestuur
Ter ondersteuning van de wedstrijd wordt gevraagd om het reglement kortverhaal 40 jaar bib goed te keuren.
Liesbeth Smeyers diende namens GROEN een amendement in bij het voorgestelde reglement:
Artikel 1. De bibliotheek van Lubbeek organiseert een schrijfwedstrijd van kortverhalen in 2 categorieën, 1 voor volwassenen en 1 voor kinderen (6 tot 17 jaar).
Artikel 6 Een jury kiest de winnaars: bij de volwassenen krijgt de winnaar een bon voor een schrijfcursus bij WISPER. De schrijver op de tweede plaats krijgt een eervolle vermelding en een boekenbon ter waarde van 40 euro. Bij de kinderen krijgt de winnaar een boekenbon van 60 euro , de tweede winnaar een bon van 40 euro. De jury bestaat uit een aantal plaatselijke schrijvers. Over de beslissing van de jury wordt niet gediscussieerd.
De winnaar krijgt een bon voor een schrijfcursus bij WISPER (+/- 100 euro). De schrijver op de 2de plaats wint een boekenbon ter waarde van 40 euro. De kosten worden respectievelijk betaald via de onderstaande rekeningnummers:
0703-00 6001000 Aankoop technisch materiaal en technische benodigdheden: 38.381,98 euro beschikbaar
0703-00 6150001 Aankoop klein materiaal: 2.721 euro beschikbaar
Artikel 1. Het reglement schrijfwedstrijd kortverhaal 40 jaar bib als volgt goed te keuren:
Artikel 1. De bibliotheek van Lubbeek organiseert een schrijfwedstrijd van kortverhalen voor volwassenen.
Art. 2. Deelnemers kunnen een kortverhaal inzenden tot 4 september 2024.
Art. 3. Elke deelnemer kan slechts 1 kortverhaal indienen.
Art. 4. Het kortverhaal mag maximaal 444 woorden bevatten. Een inzending moet passen in het thema “Feest”.
Art. 5. De tekst mag niet eerder gepubliceerd of bekroond zijn.
Art. 6. Een jury kiest de winnaar, die een bon voor een schrijfcursus wint bij WISPER. De schrijver op de tweede plaats krijgt een eervolle vermelding en een boekenbon ter waarde van 40 euro. De jury bestaat uit een aantal plaatselijke schrijvers. Over de beslissing van de jury wordt niet gediscussieerd.
Art. 7. De organisatoren en juryleden zijn zelf uitgesloten van deelname aan de schrijfwedstrijd.
Art. 8. De ingezonden teksten moeten anoniem gejureerd kunnen worden. Ze mogen dus geen persoonsgegevens bevatten.
Art. 9. Inzendingen dienen per e-mail te worden verstuurd naar bibliotheek@lubbeek.be met de vermelding 'schrijfwedstrijd’.
Wens je je kortverhaal op papier in te dienen, stuur de tekst dan naar: bib Lubbeek, Gellenberg 14A 3210 Lubbeek.
De volgende persoonsgegevens moeten los van de tekst worden doorgegeven: titel inzending, naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres.
Art. 10. De bekendmaking van de winnaars is op zondagnamiddag 29 september 2024, tijdens het schrijversevenement ter gelegenheid van 40 jaar bib.
Art. 11. De winnaars worden persoonlijk uitgenodigd op de prijsuitreiking.
Art. 12. Deelnemers behouden hun auteursrechten, maar gaan er door deel te nemen wel mee akkoord dat de organisatoren gebruik kunnen maken van de ingezonden kortverhalen (mits de naam van de auteur wordt vermeld, maar zonder financiële tussenkomst), bijvoorbeeld voor een gelegenheidspublicatie.
Art. 2. Het reglement schrijfwedstrijd bekend te maken overeenkomstig artikel 286 van het decreet lokaal bestuur.
In september 2024 bestaat de bibliotheek 40 jaar. De boekenverkoop start tijdens het feestweekend. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het bijhorende retributiereglement goed te keuren.
De bibliotheek werd 40 jaar geleden officieel erkend als gemeentelijke openbare bibliotheek. Een verjaardag die gevierd mag worden. We vieren onze trouwe klanten én zetten literatuur en haar schrijvers in de kijker. We organiseren een feestweekend op zaterdag 28 en zondag 29 september 2024.
Op zaterdag 28 september, tijdens de openingsuren, organiseren we een boekenverkoop. De boekenverkoop wordt tot 4 weken na het event aangeboden. De opbrengst wordt geschonken aan een goed doel.
In het kader van de boekenverkoop - 40 jaar bib stellen we voor om het hiernavolgende retributiereglement ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
Artikel 1. Alle materialen zijn te koop aan 1 euro per stuk.
Art. 2. Afrekenen gebeurt onmiddellijk na de aankoop.
Art. 3. Reserveren van materialen is niet mogelijk.
Art. 4. De materialen die te koop zijn komen zowel uit de jeugd- als uit de volwassenencollectie. Dit zijn boeken, strips, cd’s en dvd’s.
Art. 5. De boekenverkoop start op zaterdag 28 september 2024 om 14u. De materialen zijn nog te koop tot en met zaterdag 26 oktober 2024.
Art. 6. De opbrengst van de boekenverkoop gaat integraal naar een Het Lezerscollectief.
Decreet lokaal bestuur
In het kader van de boekenverkoop - viering 40 jaar bib, stellen we voor om het hiernavolgende retributiereglement ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
Artikel 1. Alle materialen zijn te koop aan 1 euro per stuk
Art. 2. Afrekenen gebeurt onmiddellijk na de aankoop.
Art. 3. Reserveren van materialen is niet mogelijk.
Art. 4. De materialen die te koop zijn komen zowel uit de jeugd- als uit de volwassenencollectie. Dit zijn boeken, strips, cd’s en dvd’s.
Art. 5. De boekenverkoop start op zaterdag 28 september 2024 om 14u. De materialen zijn nog te koop tot en met zaterdag 26 oktober 2024.
Art. 6. De opbrengst van de boekenverkoop gaat integraal naar een Het Lezerscollectief.
Artikel 1. Het retributiereglement ter ondersteuning van de boekenverkoop - viering 40 jaar bib als volgt goed te keuren:
Artikel 1. Alle materialen zijn te koop aan 1 euro per stuk
Art. 2. Afrekenen gebeurt onmiddellijk na de aankoop.
Art. 3. Reserveren van materialen is niet mogelijk.
Art. 4. De materialen die te koop zijn komen zowel uit de jeugd- als uit de volwassenencollectie. Dit zijn boeken, strips, cd’s en dvd’s.
Art. 5. De boekenverkoop start op zaterdag 28 september 2024 om 14u. De materialen zijn nog te koop tot en met zaterdag 26 oktober 2024.
Art. 6. De opbrengst van de boekenverkoop gaat integraal naar een Het Lezerscollectief.
Art. 2. Het retributiereglement te laten ingaan op zaterdag 28 september 2024 en op te heffen op zondag 27 oktober 2024.
Art. 3. Het retributiereglement ter ondersteuning van de boekenverkoop - viering 40 jaar bib bekend te maken overeenkomstig artikel 286 van het decreet lokaal bestuur.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het dossier betreffende het lestijden- en puntenpakket, de bijkomende personeelswerkingsbudget lestijden voor de organisatie van schooljaar 2024-2025 van GBS De STip Binkom goed te keuren.
De leerlingentelling van 1 februari 2024 levert het aantal gesubsidieerde lestijden voor de basisomkadering en vormt de personeelsformatie van het schooljaar 2024-2025.
Volgens de berekening beschikt de school voor schooljaar 2023-2024 over
Op 19 maart 2024 werd deze berekening bevestigd door een dienstbrief van het Vlaamse Ministerie van Onderwijs en Vorming. Deze brief bevat de voorlopige berekening van de basisomkadering voor het aanwendbaar lestijden-, uren- en puntenpakket voor het schooljaar 2024-2025. Deze brief bevindt zich in bijlage.
Met dit lestijdenpakket heeft de school onvoldoende gesubsidieerde lestijden voor een degelijke organisatie en aangepast, kwalitatief onderwijs uit werken voor schooljaar 2024-2025.
Voor kleuterschool vraagt de school 0/24 lestijden personeelswerkingsbudget
Voor de lager school heeft de school 21/24 lestijden personeelswerkingsbudget nodig.
In bijlage de berekening, het voorstel tot organisatie van schooljaar 2024-2025 en de motivatie van schooldirecteur An Courant GBS "de STip" Binkom.
De gesubsidieerde uren ICT zijn ontoereikend om de Digisprong en alles wat daarbij komt kijken uit te rollen voor de 3 gemeentelijke basisscholen. Extra 12/36 uren ICT-coördinator zijn noodzakelijk om de operationele, technische en pedagogische interacties en het verder professionaliseren uit te bouwen.
Decreet Lokaal Bestuur
Decreet basisonderwijs van 25 februari 1997
Besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs
Besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2003 betreffende ICT-coördinatie in het onderwijs
Besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2004 betreffende de puntenenveloppen voor de scholengemeenschap basisonderwijs
Om werkbaar werk, zowel voor de personeelsleden als voor de leerlingen, mogelijk te maken en om te kunnen inspelen op de noden van het hedendaags onderwijs waarin differentiatie en onderwijs op maat van elke leerling nagestreefd worden, zijn 21/24 lestijden voor de lagere school nodig
De 12/36 gevraagde uren personeelswerkingsbudget ICT-coördinator zijn voor de 3 gemeentelijke basisscholen nodig om de Digisprong in al zijn aspecten verder vorm te geven.
De uitgaven worden voorzien in het exploitatiebudget van 2024
Actienummer |
1419/004/001/005/002 |
Beleidscode (omschrijving en nummer) | 0800-02 |
Algemene rekening + omschrijving | 6170000 Uitzendkrachten en personen ter beschikking gesteld van het bestuur (PWB-uren) |
Bedrag uitgave inclusief BTW | +/- 13020 (boekjaar 2024 september- december) +/- 19530 (boekjaar 2025 januari- juni) |
Aannemer/leverancier/instantie | Vlaamse Gemeenschap van Onderwijs |
Geraamde inkomsten of subsidies in het budgetjaar | geen |
Voorzien krediet 2024 |
43000 |
Beschikbaar krediet 2024 |
25507,81 |
Artikel 1. De gemeenteraad keurt de aanwending van het lestijden- en puntenpakket, de bijkomende personeelswerkingsbudget lestijden voor de organisatie van schooljaar 2024-2025 van GBS De STip Binkom als volgt goed:
- De 21/24 bijkomende lestijden personeelswerkingsbudget lagere onderwijs.
Art. 2. Deelt de beslissing mee aan de directeur van GBS de STip Binkom.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het dossier betreffende de aanwending van de gesubsidieerde lestijden- en het urenpakket GBS de STip Linden en de bijkomende lestijden en uren personeelwerkingsbudget ten laste van de gemeente schooljaar 2024-2025 goed te keuren.
De leerlingentelling van 1 februari 2024 bepaalt het aantal gesubsidieerde lestijden voor de basisomkadering van de personeelsformatie voor schooljaar 2024-2025 .
Volgens de berekening kan de school van Linden beschikken over volgende gesubsidieerde lestijden:
Op 19 maart 2024 ontving de school een dienstbrief van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming met de voorlopige berekening van het aanwendbaar gesubsidieerd lestijden-, uren- en puntenpakket van de school (met uitzondering van de zorguren) voor schooljaar 2024-2025. Deze brief vindt u in bijlage.
Kwaliteitsvol onderwijs vraagt een onderbouwde organisatie die flexibel kan inspelen op alle contextgegevens en maatschappelijke uitdagingen. Om dit doel te kunnen bereiken zowel op organisatorisch, didactisch als pedagogisch vlak, beschikt de school voor schooljaar 2024-2025 voor het kleuteronderwijs over ONVOLDOENDE gesubsidieerde lestijden waardoor de organisatie en pedagogische werking onder druk komen te staan. Voor de lagere school beschikt de school wel over voldoende gesubsidieerde middelen om een organisatorisch en personeelsbeleid te voeren waarbij kinderen het onderwijs krijgen waarop ze recht hebben.
Daarnaast zijn de gesubsidieerde uren ICT ontoereikend om de digisprong en alles wat daarbij komt kijken, op te volgen en verder uit te bouwen voor de 3 gemeentelijke basisscholen. Extra 12/36 uren ICT coördinator zijn noodzakelijk om zowel aan de operationele, technische als pedagogische doelen verder te bouwen. Het professionaliseren van de leerkrachten is tevens een must willen we tot op de klasvloer een leerling- en doelgerichte digitale werking opzetten. Deze uren worden overkoepelend ingezet voor de 3 scholen.
Bijgevoegd zijn de berekening, het voorstel tot organisatie van schooljaar 2024-2025 en de motivatie, opgemaakt door Karin Bunckens, directeur van GBS de STiP Linden, terug te vinden.
Decreet lokaal bestuur
Decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, hoofdstuk IX.
Besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs.
Besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 betreffende ICT-coördinatie in het onderwijs.
Besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2004 betreffende de puntenenveloppen voor de scholengemeenschap basisonderwijs.
Schepencollegebeslissing van 22 april 2024 betreffende de aanwending van de gesubsidieerde lestijden- en het urenpakket GBS de STip Linden en de bijkomende lestijden en uren personeelwerkingsbudget ten laste van de gemeente schooljaar 2024-2025
Om te kunnen inspelen op de steeds groter wordende diversiteit in het onderwijs, om een organisatie van werkbaar werk te creëren, zowel voor de personeelsleden als voor de leerlingen en om te kunnen voldoen aan de huidige maatschappelijke uitdagingen waarin respect, differentiatie, veerkracht, digitalisering, flexibiliteit en levenslang leren noodzakelijk zijn, voorziet (mede door het leerlingenaantal van het vorige schooljaar te gebruiken als basis voor de aanwendbare lestijden en uren voor schooljaar 24-25) het departement onvoldoende gesubsidieerde lestijden. Om een degelijke organisatie van de kleuterschool in GBS de STiP Linden uit te kunnen bouwen vraagt de directeur 15 bijkomende lestijden personeelswerkingsbudget van de gemeente.
De 12/36 gevraagde uren personeel werkingsbudget ICT coördinator zijn voor de 3 gemeentelijke basisscholen nodig om de digisprong in al zijn aspecten verder vorm te geven.
De uitgaven worden voorzien in het exploitatie- en investeringsbudget.
Actienummer |
080001 |
Beleidscode (omschrijving en nummer) | 6170000 : uitzendkrachten en personen ter beschikking gesteld van het bestuur (personeelswerkingsbudget) |
Algemene rekening + omschrijving | |
Bedrag uitgave inclusief BTW | september-december 2024: 23245,92 euro (=15/24 voor kleuteronderwijs Linden + 12/36 ICT voor de 3 gemeentelijke basisscholen)
34868,88 euro (= voor 15/24 voor kleuteronderwijs + 12/36 ICT voor 3 gemeentescholen) |
Aannemer/leverancier/instantie | Vlaamse Gemeenschap van Onderwijs |
Geraamde inkomsten of subsidies in het budgetjaar | geen |
Voorzien krediet | 2024: 65000 2025: 65000 |
Beschikbaar krediet | 2024: 30099,34 2025:65000 |
Geen visum vereist
Artikel 1. De gemeenteraad keurt de aanwending van het lestijden-, uren- en puntenpakket voor schooljaar 2024-2025 van GBS de STip Linden als volgt goed:
Art. 2. De beslissing mee te delen aan directeur, Karin Bunckens van de gemeentelijke basisschool de STip Linden.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het dossier betreffende het lestijden- en puntenpakket, de bijkomende personeelswerkingsbudget lestijden voor de organisatie van schooljaar 2024-2025 van GBS SCHOOL3212 goed te keuren.
Op 1 februari 2024 levert de leerlingentelling het aantal gesubsidieerde lestijden voor de basisomkadering en vormt de personeelsformatie van het schooljaar 2024-2025.
Om het volgende schooljaar in de mate van het mogelijke in optimale omstandigheden te kunnen starten, vraag ik in naam van alle leerkrachten, kinderen en hun ouders een aantal uren extra aan.
Volgens de berekening zal de school waarschijnlijk beschikken over volgende lestijden:
Met de vooropgestelde prognose van het lestijdenpakket heeft de school onvoldoende gesubsidieerde lestijden voor een optimale organisatie van het schooljaar
2024 - 2025. Daardoor vraagt de school
Bijgevoegd zijn de berekening, het voorstel en de motivatie van schooldirecteur Kristien Clits GBS "SCHOOL3212" te vinden.
Decreet Lokaal Bestuur
Wet van 29 mei 1959 artikel 5 van het Koninklijk Besluit mei 1965, gewijzigd bij Koninklijk Besluit 6 maart 1967
Besluit van de Vlaamse regering 1 april 1993
BaO/2003/02 18 april 2003 "Hertekening onderwijslandschap basisonderwijs"
Besluit Vlaamse Regering 23 mei 1996
Decreet Basisonderwijs 25 februari 1997
Om werkbaar werk, zowel voor de personeelsleden als voor de leerlingen, mogelijk te maken en om te kunnen inspelen op de noden van het hedendaags onderwijs waarin differentiatie en onderwijs op maat van elke leerling nagestreefd worden, zijn volgende lestijden nodig:
De 12/36 gevraagde uren personeelswerkingsbudget ICT-coördinator zijn voor de 3 gemeentelijke basisscholen nodig om de digisprong in al zijn aspecten verder vorm te geven.
De uitgaven worden voorzien in het exploitatie- en investeringsbudget 2019.
Actienummer |
1419/004/001/005/003 |
Beleidscode (omschrijving en nummer) | 0800-03 |
Algemene rekening + omschrijving | 6170000 Uitzendkrachten en personen ter beschikking gesteld van het bestuur (PWB-uren) |
Bedrag uitgave inclusief BTW | +/- €40 000,00 |
Aannemer/leverancier/instantie | Toegestane werkingssubsidies aan andere overheidsinstellingen: PWB-uren terugvorderingen |
Geraamde inkomsten of subsidies in het budgetjaar | geen |
Artikel 1. Het dossier betreffende het lestijden- en puntenpakket, de bijkomende personeelswerkingsbudget lestijden voor schooljaar 2024 - 2025 van GBS SCHOOL3212 voor te leggen aan de gemeenteraad van 28 mei 2024 als volgt:
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om:
Er werd met Aquafin een samenwerkingsovereenkomst aangegaan voor het aanleggen van een verbindingsriolering in Lubbeek Centrum.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 3.346.453,09 euro (excl.btw).
Het gemeentelijk aandeel wordt geraamd op 780.975,43 euro (excl.btw) of 944.980,27 euro (incl.btw).
Er wordt voorgesteld te opdracht te gunnen bij wijze van een openbare procedure.
De prijs is het enige gunningscriterium.
Bestek en raming in bijlage.
Decreet lokaal bestuur
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 29 juni 2015:
Het besluit van de gemeenteraad van 27 december 2017:
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 26 februari 2018:
Tijdens de zitting wordt gevraagd om het agendapunt te verdagen naar de volgende zitting van de raad. Op die manier kan het dossier eerst tijdens de commissie inhoudelijk toegelicht worden.
De uitgaven werden voorzien in de meerjarenplanning 2020 - 2025
code |
2024/1.1.2.01/0200-01/2240007/GEMEENTE/CBS/IP-001 |
Omschrijving |
Wegen - Activa in aanbouw |
Actie |
1.1.2.01 |
Beleidsitem |
0200-01 |
Algemene rekening |
2240007 |
Investeringsenveloppe |
IP-001 |
Voorzien uitgavekrediet 2024 |
173.476,59 euro |
Beschikbaar krediet 2024 |
173.476,59 euro |
|
|
|
|
Geraamde inkomsten of subsidies in het budgetjaar |
|
|
|
Aannemer/Leverancier/Instantie |
|
|
|
code |
2024/1.1.2.02/0200-01/2240007/GEMEENTE/CBS/IP-001 |
Omschrijving |
Wegen - Activa in aanbouw |
Actie |
1.1.2.02 |
Beleidsitem |
0200-01 |
Algemene rekening |
2240007 |
Investeringsenveloppe |
IP-001 |
Voorzien uitgavekrediet 2024 |
|
Beschikbaar krediet 2024 |
|
|
|
|
|
Geraamde inkomsten of subsidies in het budgetjaar |
|
|
|
Aannemer/Leverancier/Instantie |
|
|
|
Een visum wordt aangevraagd vooraleer de gunning wordt goedgekeurd.
Artikel 1. Keurt het bestek "Verbindingsriolering Lubbeek Centrum fase 2 en fase 3B", de bijhorende raming en de aanbestedingsbundel, opgesteld door studiebureau Sweco Belgium NV (Leuven) goed. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 3.346.453,09 euro (excl. btw), waarvan het gemeentelijk aandeel 780.975,43 euro (excl.btw) of 944.980,27 euro (incl.btw) bedraagt.
Art. 2. Gunt bovengenoemde opdracht bij wijze van de openbare procedure.
Art. 3. Voorzag de uitgave voor deze opdracht in de meerjarenplan 2020-2025, onder code 2024/1.1.2.01/0200-01/2240007/GEMEENTE/CBS/IP-001 en code 2024/1.1.2.02/0200-01/2240007/GEMEENTE/CBS/IP-001
Art. 4. Legt de bescheiden betreffende onderhavige opdracht ter inzage van de inschrijvers op het gemeentehuis of technische dienst van de gemeente Lubbeek alle werkdagen van 9.00 tot 12.00 uur.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het aanvullend politiereglement voor de gemeentestraat aan te vullen als volgt:
Op de gemeentestraat ter hoogte van het kruispunt met de N2 wordt bijkomende middenbelijning aangebracht de bestaande belijning wordt uitgebreid met ca 30 m tot aan het huis nummer 115 in de Gemeentestraat .
Deze maatregel dringt zich op door hinderlijk parkeren en uit veiligheidsoverwegingen. De afdraaiende auto's vanop N2 richting Linden, die bij tegenliggend verkeer moeten wachten, staan soms opgesteld tot dicht tegen of op het kruispunt met de N2.
Nieuwe gemeentewet (KB 24/06/1988)
decreet over het lokaal bestuur van 22/12/2017
wet betreffende de politie over het wegverkeer (wegverkeerswet - Wet van 16 maart 1968)
wegcode - Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
code van de wegbeheerder - ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens
decreet betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens (16 mei 2008)
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens van 23 januari 2009
Artikel 12 van de wet politie op het wegverkeer van 16 maart 1968.
Alle verbodsbepalingen zullen door middel van gepaste opschriften en verkeersborden ter kennis gebracht worden van de weggebruikers.
Artikel 186 van het gemeentedecreet.
Reglementen en verordeningen van de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester worden niet meer bekend gemaakt via aanplakbrief, maar door publicatie op de gemeentelijke website, met vermelding van datum waarop ze werden aangenomen en de datum waarop ze op de website bekendgemaakt worden.
Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Dit decreet bepaalt de modaliteiten van de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens, de gegevensbank van de aanvullende reglementen en de berekening van de termijnen.
Koninklijk besluit van 1 december 1975.
Dit besluit handelt over het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009.
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de modaliteiten van de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Ministerieel besluit van 11 oktober 1976.
Dit besluit bepaalt de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009.
Deze omzendbrief omschrijft de totstandkoming van een aanvullend reglement op initiatief van een gemeente.
Algemeen politiereglement van de gemeente Lubbeek.
De nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988;
Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Wegens regelmatige meldingen van hinderlijk parkeren op het kruispunt Gemeentestraat - N2 werd een plaatsbezoek met PZLubbeek op 6 maart 2024 gehouden.
Ter plaatse werd geconstateerd dat het uitbreiden van de middenbelijning met ca 30 m tot aan het huis nummer 115 in de Gemeentestraat de verkeerveiligheid merkelijk zal verbeteren.
De situatie werd ook met AWV besproken op het jaarlijks structureel overleg voor wat betreft het parkeren op de berm van de N2. Het Agentschap wegen en verkeer zal het plaatsen van de palen op zich nemen.
Er zijn geen financiële gevolgen.
Artikel 1. Het aanvullend politiereglement voor de Gemeentestraat aan te vullen als volgt:
Op de gemeentestraat vanaf het kruispunt met de N2 tot het huisnummer 115 geldt:
het is iedere bestuurder verboden de doorlopende streep te overschrijden, alsook links van de streep te rijden wanneer deze de twee rijrichtingen scheidt.
Dit wordt aangeduid door wegmarkering:
- WM72.2
Art. 2.
Dit aanvullend reglement treed in werking vanaf 1 juni 2024.
Art. 3.
Dit aanvullend reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig art. 286 en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Art. 4.
Dit aanvullend reglement wordt overgemaakt aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid ter kennisgeving.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het aanvullend politiereglement voor de centrale parking te Linden - Korenbloemstraat - aan te vullen als volgt:
Op de twee parkeervlakken tegenover de laadpaal met georeferentie 50.89938517745314, 4.767278464799016 geldt:
het parkeren is toegelaten voor elektrische wagens; het parkeren is voorbehouden voor deelwagens .
Dit wordt aangeduid door verkeerstekens:
E9a
Onderbord elektrisch
GVIId - Autodelen
Gezien de komst van elektrische deelwagens naar de centrale parking stelt zich de noodzaak om ook parkeervakken in te richten voor deze elektrische deelwagens. En deze ook voor te behouden voor de deelwagens.
Nieuwe gemeentewet (KB 24/06/1988)
decreet over het lokaal bestuur van 22/12/2017
wet betreffende de politie over het wegverkeer (wegverkeerswet - Wet van 16 maart 1968)
wegcode - Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
code van de wegbeheerder - ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens
decreet betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens (16 mei 2008)
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens van 23 januari 2009
Er zijn geen financiële gevolgen.
Artikel 1. Het aanvullend politiereglement aan te vullen als volgt:
Op de twee parkeervlakken tegenover de laadpaal met georeferentie 50.89938517745314, 4.767278464799016 geldt het parkeren is toegelaten voor elektrische wagens; het parkeren is voorbehouden voor deelwagens .
Dit wordt aangeduid door verkeerstekens:
E9a
Onderbord elektrisch
GVIId - autodelen
Art. 2.
Dit aanvullend reglement treed in werking vanaf 1 juni 2024.
Art. 3.
Dit aanvullend reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig art. 286 en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Art. 4.
Dit aanvullend reglement wordt overgemaakt aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid ter kennisgeving.
Op 30 april 2019 werd het belastingreglement op "masten, pylonen en andere draagconstructies" door de gemeenteraad goedgekeurd.
Op 10 januari 2024 werd de bepaling betreffende de aangifteplicht in het belastingreglement door Meester Bart Engelen, van Antaxius Advocaten CV, nagekeken naar aanleiding van een cassatiearrest van 9 november 2023 i.v.m. artikel 7 Decreet van 30 mei 2008. Hierbij werd voorgesteld om een uiterste aangiftedatum in deze bepaling op te nemen.
Op 28 februari 2024 stelde Meester Bart Engelen voor om nog een zin toe te voegen aan deze aangiftebepaling waarbij in een uitzonderlijke uiterste aangiftedatum voor het aanslagjaar 2023 wordt voorzien.
Het was dan ook raadzaam om het betrokken belastingreglement in de eerstvolgende gemeenteraad voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 aan te passen omwille van de hierna volgende redenen:
“Het is noodzakelijk om het belastingreglement op masten en pylonen bij te stellen om het zo correct mogelijk te kunnen toepassen.
Naar aanleiding van een cassatiearrest van 9 november 2023 i.v.m. artikel 7 Decreet van 30 mei 2008 is het noodzakelijk om het belastingreglement op masten en pylonen aan te passen.
In de bepaling over de aangifteplicht in het voorliggend reglement wordt daarom een uiterste aangiftedatum opgenomen waartegen een aangifte moet worden ingediend. Elke belastingplichtige zal jaarlijks ten laatste op 1 april van het aanslagjaar een aangifte moeten indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier. Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag. Voor het aanslagjaar 2023 zal deze aangifte uitzonderlijk uiterlijk op 1 mei 2024 moeten worden ingediend. Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen. ”
Na de goedkeuring op 26 maart 2024 van voormelde wijziging aan het belastingreglement op masten en pylonen is vastgesteld dat de aangiftetermijn voor het aanslagjaar 2024 te kort en bijgevolg logistiek onmogelijk is. Daarom wordt de uiterste aangiftedatum voor de aanslagjaren 2024 én 2025 aangepast, in die zin dat elke belastingplichtige voor de aanslagjaren 2024 én 2025 ten laatste op 1 juli (en dus niet 1 april) van het aanslagjaar een aangifte zal moeten indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier.
Verder werd het belastingreglement geëvalueerd en bijgesteld om het zo correct mogelijk te kunnen toepassen.
Het is aangewezen om het belastbaar feit en de doelgroep van belastingplichtigen duidelijk te definiëren en af te bakenen in overeenstemming met het doel van de belasting om het detectieproces door de gemeentelijke diensten te vereenvoudigen.
Zo worden "andere draagconstructies" dan masten en pylonen niet langer als afzonderlijk belastbaar feit belast en sluiten de in het reglement opgenomen vrijstellingen van de belasting het best aan bij de noden en het beleid van de gemeente.
Het is noodzakelijk om ten laste van de eigenaars van masten en pylonen een belasting te heffen om bij te dragen in de algemene financiering van de gemeentelijke uitgaven.
Het is aangewezen om masten en pylonen op het grondgebied van de gemeente Lubbeek te beperken, ter vrijwaring van de aantrekkingskracht van de gemeente als woonomgeving en toeristische bestemming en wegens de visuele vervuiling, de landschapsverstoring en het doorbreken van de vrije open ruimte.
Het landschapsverstorend karakter van masten en pylonen dienstig om groene energie te produceren, voor louter recreatief gebruik en voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten die primaire overheidstaken uitoefenen, wordt voldoende gecompenseerd door het maatschappelijk belang, zodat hiervoor vrijstelling kan worden verleend.
Het is verantwoord om vrijstelling te voorzien voor constructies louter voor recreatief gebruik, gezien het niet-bedrijfsmatig oogmerk en karakter van de constructie, waarbij hobby en amateur met betrekking tot het gebruik van de mast en pyloon centraal staan, en de constructie niet voor lucratieve doeleinden is bestemd. Deze constructies voor recreatief gebruik zijn duidelijk te onderscheiden van de constructies van andere commerciële ondernemingen, gezien de afwezigheid van een bedrijfsmatig aspect, waardoor de bijdragecapaciteit voor eigenaren van constructies bestemd voor hobby en amateur niet vergelijkbaar is met de andere commerciële ondernemingen die wel onder het toepassingsgebied van het belastingreglement vallen.
De gemeente is genoodzaakt om belastingen te heffen omwille van haar financiële toestand en de noodzaak om het budget in evenwicht te houden. De bedragen zijn redelijk en, gezien de financiële behoeften van de gemeente, aldus verantwoord.
De vrijstellingen van de belasting die in dit reglement zijn opgenomen sluiten het best aan bij de noden en het beleid van de gemeente.
Geen financiële gevolgen.
Artikel 1. Het belastingreglement op masten en pylonen te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad om dit als volgt aan te passen voor de aanslagjaren 2024 en 2025:
Artikel 1. Er wordt voor de aanslagjaren 2024 en 2025 ten behoeve van de gemeente Lubbeek een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de masten en pylonen met een hoogte van minimaal 15 meter boven het maaiveld die zich op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente bevinden.
Art. 2. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
• een mast: een verticale structuur die op een dak of een andere bestaande constructie is geplaatst en waarbij de hoogte van constructie en mast samen minimaal 15 meter bedraagt.
• een pyloon: een individuele verticale constructie opgericht op het niveau van het maaiveld en met een hoogte van minimaal 15 meter boven het maaiveld.
Art. 3. De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast of de pyloon.
Art. 4. De belasting bedraagt 3.500,00 EUR per jaar per mast of pyloon en is ondeelbaar voor het hele jaar verschuldigd. Er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast of pyloon in de loop van het aanslagjaar wordt weggenomen.
Art. 5. Zijn van de belasting vrijgesteld:
1° Constructies voor het produceren van windenergie of andere vormen van groene stroom
2° Constructies voor louter recreatief gebruik
3° Constructies voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten die primaire overheidstaken uitoefenen.
Art. 6. De belastingplichtige is gehouden elke wijziging in het aantal masten en/of pylonen waarvan hij eigenaar is geworden tijdens het aanslagjaar van onderhavig reglement, op eigen initiatief aan het gemeentebestuur te melden binnen de maand na de wijziging.
Art. 7. Elke belastingplichtige moet jaarlijks ten laatste op 1 juli van het aanslagjaar een aangifte indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier. Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag. Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen of downloaden van de gemeentelijke website.
Art. 8. Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in het decreet van 30 mei 2008, zoals gewijzigd. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Op de ambtshalve ingekohierde belasting zal een belastingverhoging worden toegepast van 10 % van de verschuldigde belasting bij een eerste overtreding. Bij volgende overtredingen zal een verhoging van 20 %, 50 % of 100 % worden toegepast bij respectievelijk een tweede, derde en vierde overtreding. Vanaf de vijfde overtreding zal de belastingverhoging 200 % bedragen. Voor de vaststelling van het toe te passen percentage van de belastingverhoging worden de vorige overtredingen niet in aanmerking genomen, wanneer geen overtredingen werden vastgesteld voor de laatste twee opeenvolgende aanslagjaren die het aanslagjaar voorafgaan waarin de nieuwe overtreding wordt vastgesteld. Een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren herstelt aldus de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Art. 9. De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 10. De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 11. Op grond van het Decreet van 30 mei 2008 en volgens de daar beschreven voorwaarden kan tegen deze belasting een bezwaar ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen. Behoudens latere wijzigingen bepaalt het Decreet dat het bezwaar schriftelijk moet worden ingediend, en ondertekend en gemotiveerd moet zijn. Het moet op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
Art. 12. De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zoals gewijzigd.
Art. 2. Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur. Het belastingreglement wordt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
Op 30 december 2019 werd het belastingreglement "nachtwinkels en telefoonwinkels" door de gemeenteraad goedgekeurd.
Op 13 oktober 2020 werd een eerste aanpassing doorgevoerd naar aanleiding van opmerkingen van de toezichthoudende overheid.
Op 10 januari 2024 werd de bepaling betreffende de aangifteplicht in het belastingreglement door Meester Bart Engelen, van Antaxius Advocaten CV, nagekeken naar aanleiding van een cassatiearrest van 9 november 2023 i.v.m. artikel 7 Decreet van 30 mei 2008. Hierbij werd voorgesteld om een uiterste aangiftedatum in deze bepaling op te nemen.
Op 28 februari 2024 stelde Meester Bart Engelen voor om nog een zin toe te voegen aan deze aangiftebepaling waarbij in een uitzonderlijke uiterste aangiftedatum voor het aanslagjaar 2023 wordt voorzien.
Het was dan ook raadzaam om het betrokken belastingreglement in de eerstvolgende gemeenteraadszitting voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 aan te passen omwille van de hierna volgende redenen:
“Het is noodzakelijk om het belastingreglement op nachtwinkels en telefoonwinkels bij te stellen om het zo correct mogelijk te kunnen toepassen.
Naar aanleiding van een cassatiearrest van 9 november 2023 i.v.m. artikel 7 Decreet van 30 mei 2008 is het noodzakelijk om het belastingreglement op nachtwinkels en telefoonwinkels aan te passen.
In de bepaling over de aangifteplicht in het voorliggend reglement wordt daarom een uiterste aangiftedatum opgenomen waartegen een aangifte moet worden ingediend. Elke belastingplichtige zal jaarlijks ten laatste op 1 april van het aanslagjaar een aangifte moeten indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier. Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag. Voor het aanslagjaar 2023 zal deze aangifte uitzonderlijk uiterlijk op 2 mei 2024 moeten worden ingediend. Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen. ”
Na de goedkeuring op 26 maart 2024 van voormelde wijziging aan het belastingreglement op nachtwinkels en telefoonwinkels is vastgesteld dat de aangiftetermijn voor het aanslagjaar 2024 te kort en bijgevolg logistiek onmogelijk is. Daarom wordt de uiterste aangiftedatum voor de aanslagjaren 2024 én 2025 aangepast, in die zin dat elke belastingplichtige voor de aanslagjaren 2024 én 2025 ten laatste op 1 juli (en dus niet 1 april) van het aanslagjaar een aangifte zal moeten indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier.
Verder werd het belastingreglement geëvalueerd en bijgesteld op grond van de huidige stand van de wetgeving, rechtspraak en rechtsleer om het zo correct mogelijk te kunnen toepassen.
Het is noodzakelijk om ten laste van de uitbaters van nachtwinkels en telefoonwinkels een belasting te heffen om bij te dragen in de algemene financiering van de gemeentelijke uitgaven.
De activiteiten van nachtwinkels en telefoonwinkels verschillen fundamenteel van deze van een gewone kleinhandel. De openingsuren situeren zich grotendeels tijdens de nachtrust van de meeste omwonenden en er wordt ook een enigszins ander publiek aangetrokken. Deze situatie kan leiden tot grotere inspanningen van de gemeente onder andere wat betreft de inzet van de lokale politie voor de handhaving van de openbare rust en de verkeersveiligheid en van de gemeentediensten voor het instaan van de openbare reinheid. Om dat in te perken is het noodzakelijk om deze belasting aan te houden.
De gemeente is genoodzaakt om belastingen te heffen omwille van haar financiële toestand en de noodzaak om het budget in evenwicht te houden. De bedragen zijn redelijk en, gezien de financiële behoeften van de gemeente, aldus verantwoord.
Geen financiële gevolgen.
Artikel 1: Het belastingreglement op nachtwinkels en telefoonwinkels te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraadszitting om dit als volgt aan te passen voor de aanslagjaren 2024 en 2025:
Artikel 1: Er wordt voor de aanslagjaren 2024 en 2025 ten behoeve van de gemeente Lubbeek een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op nachtwinkels en telefoonwinkels.
Art. 2: Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
- Een nachtwinkel: elke winkel die in algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen handelt en tussen 18.00 uur en 7.00 uur open is, zoals bedoeld in de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening en ongeacht of alle verplichtingen en beperkingen voortvloeien uit die wet door de nachtwinkel gerespecteerd zijn.
- een telefoonwinkel: bedrijven of winkels die meer dan één communicatieapparaat ter beschikking stellen van het publiek, ongeacht de openingsuren.
Art. 3: De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die een nachtwinkel of telefoonwinkel op het grondgebied van de gemeente uitbaat. Indien de uitbater van de nachtwinkel of telefoonwinkel onbekend is, dan is de belasting respectievelijk verschuldigd door:
- de natuurlijke persoon of rechtspersoon die het pand, dienende tot nachtwinkel of telefoonwinkel huurt;
- de eigenaar van het pand, dienende tot nachtwinkel of telefoonwinkel.
De eigenaars kunnen de nalatigheid of fout van de uitbater of hun eigen onwetendheid niet als verschoningsgrond inroepen. Wanneer de nachtwinkel of telefoonwinkel wordt geëxploiteerd door een zaakwaarnemer of een andere aangestelde, is de belasting verschuldigd door de lastgever. Het is desgevallend de houder die moet bewijzen dat hij de nachtwinkel of telefoonwinkel voor rekening van een derde voert, wiens identiteit bovendien zonder de minste betwisting moet vaststaan, zo niet zal de uitbater niet ontlast worden. Bij verandering van de aangestelde dient de lastgever hiervan aangifte te doen bij het college van burgemeester en schepenen en dit vóór de indiensttreding van de nieuwe aangestelde.
Art. 4: De belasting bedraagt 1.500,00 EUR per jaar per nachtwinkel of telefoonwinkel. De openingsbelasting is een éénmalige belasting vastgesteld op 6.000,00 EUR en is verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel of telefoonwinkel. Elke wijziging van uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit. De belasting is ondeelbaar. Zij is verschuldigd voor het hele aanslagjaar, ongeacht de datum van het in gebruik stellen of stopzetten van de inrichting of de overname van een bepaalde instelling. Bij overname in de loop van een bepaald aanslagjaar is de belasting in haar geheel opnieuw verschuldigd door de nieuwe uitbater en blijft de belasting gesteld op de uitbater die de inrichting overdraagt in haar geheel behouden. De eigenaar kan evenwel, per jaar en per uitbatingsplaats, slechts éénmaal hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de betaling van de belasting, die ten laste van de uitbater die het kohier werd opgenomen.
Art. 5: Elke belastingplichtige moet jaarlijks ten laatste op 1 juli van het aanslagjaar een aangifte indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier. Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag. Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen of downloaden van de gemeentelijke website.
Art. 6: Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in het decreet van 30 mei 2008, zoals gewijzigd. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Op de ambtshalve ingekohierde belasting zal een belastingverhoging worden toegepast van 10 % van de verschuldigde belasting bij een eerste overtreding. Bij volgende overtredingen zal een verhoging van 20 %, 50 % of 100 % worden toegepast bij respectievelijk een tweede, derde en vierde overtreding. Vanaf de vijfde overtreding zal de belastingverhoging 200 % bedragen. Voor de vaststelling van het toe te passen percentage van de belastingverhoging worden de vorige overtredingen niet in aanmerking genomen, wanneer geen overtredingen werden vastgesteld voor de laatste twee opeenvolgende aanslagjaren die het aanslagjaar voorafgaan waarin de nieuwe overtreding wordt vastgesteld. Een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren herstelt aldus de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Art. 7: De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 8: De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 9: Op grond van het Decreet van 30 mei 2008 en volgens de daar beschreven voorwaarden kan tegen deze belasting een bezwaar ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen. Behoudens latere wijzigingen bepaalt het Decreet dat het bezwaar schriftelijk moet worden ingediend, en ondertekend en gemotiveerd moet zijn. Het moet op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
Art. 10: De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zoals gewijzigd.
Art. 2.: Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur. Het belastingreglement wordt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
Op 30 december 2019 werd het belastingreglement "eroshuizen, rendez-voushuizen, bars en privéclubs" door de gemeenteraad goedgekeurd.
Op 13 oktober 2020 werd een eerste aanpassing doorgevoerd naar aanleiding van opmerkingen van de toezichthoudende overheid.
Op 10 januari 2024 werd de bepaling betreffende de aangifteplicht in het belastingreglement door Meester Bart Engelen, van Antaxius Advocaten CV, nagekeken naar aanleiding van een cassatiearrest van 9 november 2023 i.v.m. artikel 7 Decreet van 30 mei 2008. Hierbij werd voorgesteld om een uiterste aangiftedatum in deze bepaling op te nemen.
Op 28 februari 2024 stelde Meester Bart Engelen voor om nog een zin toe te voegen aan deze aangiftebepaling waarbij in een uitzonderlijke uiterste aangiftedatum voor het aanslagjaar 2023 wordt voorzien.
Het was dan ook raadzaam om het betrokken belastingreglement in de eerstvolgende gemeenteraadszitting voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 aan te passen omwille van de hierna volgende redenen:
“Het is noodzakelijk om het belastingreglement op eroshuizen, rendez-voushuizen, bars en privéclubs bij te stellen om het zo correct mogelijk te kunnen toepassen.
Naar aanleiding van een cassatiearrest van 9 november 2023 i.v.m. artikel 7 Decreet van 30 mei 2008 is het noodzakelijk om het belastingreglement op eroshuizen, rendez-voushuizen, bars en privéclubs aan te passen.
In de bepaling over de aangifteplicht in het voorliggend reglement wordt daarom een uiterste aangiftedatum opgenomen waartegen een aangifte moet worden ingediend. Elke belastingplichtige zal jaarlijks ten laatste op 1 april van het aanslagjaar een aangifte moeten indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier. Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag. Voor het aanslagjaar 2023 zal deze aangifte uitzonderlijk uiterlijk op 2 mei 2024 moeten worden ingediend. Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen. ”
Na de goedkeuring op 26 maart 2024 van voormelde wijziging aan het belastingreglement op eroshuizen, rendez-voushuizen, bars en privéclubs is vastgesteld dat de aangiftetermijn voor het aanslagjaar 2024 te kort en bijgevolg logistiek onmogelijk is. Daarom wordt de uiterste aangiftedatum voor de aanslagjaren 2024 én 2025 aangepast, in die zin dat elke belastingplichtige voor de aanslagjaren 2024 én 2025 ten laatste op 1 juli (en dus niet 1 april) van het aanslagjaar een aangifte zal moeten indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier.
Verder werd het belastingreglement geëvalueerd en bijgesteld op grond van de huidige stand van de wetgeving, rechtspraak en rechtsleer om het zo correct mogelijk te kunnen toepassen.
Het is noodzakelijk om ten laste van de uitbaters van eroshuizen, rendez-voushuizen, bars en privéclubs een belasting te heffen om bij te dragen in de algemene financiering van de gemeentelijke uitgaven.
De aanwezigheid van eroshuizen, rendez-voushuizen en privé-clubs op het grondgebied van de gemeente kan aanleiding geven tot activiteiten die de veiligheid, de openbare orde en de rust en zedelijkheid in de gemeente in het gedrang brengen. Om dat in te perken is het noodzakelijk om deze belasting aan te houden.
De gemeente is genoodzaakt om belastingen te heffen omwille van haar financiële toestand en de noodzaak om het budget in evenwicht te houden. De bedragen zijn redelijk en, gezien de financiële behoeften van de gemeente, aldus verantwoord.
Geen financiële gevolgen.
Artikel 1. Het belastingreglement op eroshuizen, rendez-voushuizen, bars en privéclubs te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraadszitting om dit als volgt aan te passen voor de aanslagjaren 2024 en 2025:
Art. 1: Er wordt voor de aanslagjaren 2024 tot en met 2025 ten behoeve van de gemeente Lubbeek een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op eroshuizen, rendez-vous huizen, bars en privé-clubs.
Art. 2: Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
Dit kan worden vastgesteld doordat die huizen of inrichtingen ofwel door hun aard door uiterlijke kentekens ter kennis van voorbijgangers brengen ofwel als dusdanig bekend zijn en uit bepaalde vaststellingen en onderzoeken blijkt dat zij een dergelijke bedrijvigheid uitoefenen.
Dit kan worden vastgesteld doordat die huizen of inrichtingen door hun aard door uiterlijke kentekens ter kennis van voorbijgangers brengen of wel als dusdanig bekend zijn en uit bepaalde vaststellingen en onderzoeken blijkt dat zij een dergelijke bedrijvigheid uitoefenen.
Art. 3: De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die een eroshuis, rendez-voushuis, bar of privé-club op het grondgebíed van de gemeente uitbaat. lndien de uitbater van dit eros-huis, rendez-voushuis, bar of privé-club onbekend is, dan is de belasting respectievelijk verschuldigd door:
- de natuurlijke persoon of rechtspersoon die het pand, dienende toe eros-huis, rendez-voushuis, bar of privé-club huurt;
- de eigenaar van het pand, dienende tot eros-huis, rendez-voushuis, bar of privé-club.
De eigenaars kunnen de nalatigheid of fout van de uitbater of hun eigen onwetendheid niet als verschoningsgrond inroepen. Wanneer het eroshuis, rendez-voushuis, de bar of privé-club wordt geëxploiteerd door een zaakwaarnemer of een andere aangestelde, is de belasting verschuldigd door de lastgever. Het is desgevallend de houder die moet bewijzen dat hij de bar of privé-club voor rekening van een derde voert, wiens identiteit bovendien zonder de minste betwisting moet vaststaan, zo niet zal de uitbater niet ontlast worden. Bij verandering van de aangestelde dient de lastgever hiervan aangifte te doen bij het college van burgemeester en schepenen en dit vóór de indiensttreding van de nieuwe aangestelde.
Art. 4: De belasting bedraagt 2500 EUR per jaar per eroshuis, rendez-voushuis, bar of privé-club. De belasting is ondeelbaar. Zij is verschuldigd voor het hele aanslagjaar, ongeacht de datum van het in gebruik stellen of stopzetten van de inrichting of de overname van een bepaalde instelling. Bij overname in de loop van een bepaald aanslagjaar is de belasting in haar geheel opnieuw verschuldigd door de nieuwe uitbater en blijft de belasting gesteld op de uitbater die de inrichting overdraagt in haar geheel behouden. De eigenaar kan evenwel, per jaar en per uitbatingsplaats, slechts éénmaal hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de betaling van de belasting, die ten laste van de uitbater die het kohier werd opgenomen.
Art. 5: Elke belastingplichtige moet jaarlijks ten laatste op 1 juli van het aanslagjaar een aangifte indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier. Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag. Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen of downloaden van de gemeentelijke website.
Art. 6: Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in het decreet van 30 mei 2008, zoals gewijzigd. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Op de ambtshalve ingekohierde belasting zal een belastingverhoging worden toegepast van 10 % van de verschuldigde belasting bij een eerste overtreding. Bij volgende overtredingen zal een verhoging van 20 %, 50 % of 100 % worden toegepast bij respectievelijk een tweede, derde en vierde overtreding. Vanaf de vijfde overtreding zal de belastingverhoging 200 % bedragen. Voor de vaststelling van het toe te passen percentage van de belastingverhoging worden de vorige overtredingen niet in aanmerking genomen, wanneer geen overtredingen werden vastgesteld voor de laatste twee opeenvolgende aanslagjaren die het aanslagjaar voorafgaan waarin de nieuwe overtreding wordt vastgesteld. Een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren herstelt aldus de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Art. 7: De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 8: De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 9: Op grond van het Decreet van 30 mei 2008 en volgens de daar beschreven voorwaarden kan tegen deze belasting een bezwaar ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen. Behoudens latere wijzigingen bepaalt het Decreet dat het bezwaar schriftelijk moet worden ingediend, en ondertekend en gemotiveerd moet zijn. Het moet op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
Art. 10: De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zoals gewijzigd.
Art 2. Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur. Het belastingreglement wordt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het rooilijnplan tot verplaatsing van voetweg 34 te Pellenberg, opgesteld door landmeter Geert Menten voor landmeterskantoor Intertopo BVBA, Halensebaan 6B, 3290 Diest voorlopig vast te stellen. Het bijhorend schattingsverslag in verband met de meer- en minwaarde verbonden aan deze afschaffing, opgesteld door landmeter Frederik Maris voor Intertopo wordt eveneens voorlopig vastgesteld.
Het eerste deel van voetweg 34 wordt bevestigd en het tweede deel van de voetweg wordt afgeschaft en verplaatst naar de de facto verbinding met de Lostraat die bestaat op perceel 51 E.
Het voorstel tot verplaatsing van Voetweg 34 werd afgetoetst aan de principes van de artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen.
In de atlas staat beschreven dat Voetweg 34 volgende verbinding maakte: Sentier de la ferme dit Dame Blanche à Lubbeek. Ten tijde van de opmaak van de atlas was deze voetweg bekend onder de naam Sentier de la Chapelle de Pellenberg.
In de atlas is hij opgedeeld in 2 delen:
Hij was 1,65m breed en over zijn totale lengte 1999m lang.
Bij besluit van de Deputatie van 17/10/1969 werd het deel tussen de Kapelstraat en Loveld afgeschaft. Bij besluit van de Deputatie van 22/4/1982 werd het deel van voetweg 34 tussen de huidige Kapelstraat en Lubbeekstraat afgeschaft.
Het is noodzakelijk om de juridische en de feitelijke toestand van het resterende stuk voetweg met elkaar in overeenstemming te brengen.
Landmeter Geert Menten van landmeterskantoor landmeterskantoor Intertopo BVBA, Halensebaan 6B, 3290 Diest werd aangesteld voor de opmaak van het rooilijnplan tot verplaatsing van Voetweg 34 te Pellenberg.
Voor de schatting van de waardevermindering of –vermeerdering werd, volgens de decretale bepalingen, landmeter Frederik Maris van Intertopo aangesteld.
Het plan en schattingsverslag werden samengevoegd tot een dossier voor verplaatsing van Voetweg 34 uit de Atlas der Buurtwegen van Pellenberg.
Voetweg 34 bevindt zich tussen de Lostraat en de Meistraat. Het nog bestaande deel van voetweg 34 kan ook gezien worden als twee delen:
Voetweg 34 komt niet voor op oudere kaarten dan de Atlas der Buurtwegen. De volledige weg is zichtbaar op topografische kaarten tot 1939. Vanaf de jaren 60 is deel 2 niet meer zichtbaar op de kaarten. De verbinding met de Lostraat is op kaart zichtbaar sinds de jaren 80. Op de luchtfoto van 1947 is al te zien dat deel2 niet meer ‘tekent’, wat erop wijst dat dit deel van de weg al voor de jaren 40 van vorige eeuw zijn gebruiksfunctie verloren heeft.
Voetweg 34 maakt deel uit van wenslijnen 28 en 47, zoals vermeld in de Kompasnota. Wenslijn 28 is de virtuele verbinding tussen de kern van Pellenberg en het Gasthuisbos. Wenslijn 47 is de verbinding tussen de zone Loveld en de Kern van Pellenberg.
Vanaf de Meistraat wordt de voetweg gebruikt door landbouwvoertuigen om toegang te nemen tot de achterliggende percelen. Via perceel 51E is er een aansluiting met de Lostraat.
De bedding van voetweg 34 is niet opgenomen in bestaande wandeling.
Zoals te zien is in bijlage x is het cluster van verharde wegen tussen de Lostraat, Lange Lostraat, Zavelstraat en Meistraat doorsneden door enkele wandelverbindingen van het wandelknooppuntennet. Enkele van deze verbindingen zijn ook opgenomen in het MB van de toegankelijkheidsregeling van het Groot Gasthuisbos.
Voetweg 34 ligt in het open ruimtegebied rond de kern Pellenberg. Hij ligt in landbouwgebied met belangrijke landschappelijke en natuurlijke waarden. De kompasnota gaat uit van een verbinding tussen de verschillende geïsoleerd gelegen natuurgebieden.
Voetweg 34 ligt volgens het origineel gewestplan Leuven (7/4/1977) in landschappelijk waardevolle agrarische gebied (code 00_0901) tegen de Meistraat in woongebied met een landelijk karakter (code 00_0102)
Voetweg 34 in Pellenberg werd opgenomen in de dading met de heer Van Damme als te behandelen weg.
Voetweg 34 te Pellenberg werd opgenomen in het trage wegen actieplan op de kaart Cat1. In het trage wegen actieplan werd voorgesteld om Voetweg 34 Deels te openen/Af te schaffen.
Voorgesteld word om het eerste deel van voetweg 34 te bevestigen en het tweede deel van de voetweg af te schaffen en te verplaatsen naar de de facto verbinding met de Lostraat die bestaat op perceel 51E.
Door de wijziging van deze gemeentewegen zijn geen nutsleidingen die op private eigendommen zullen liggen.
Op 20/2/2024 werden de eigenaars per brief uitgenodigd om te praten over de mogelijkheden voor deze voetweg. Gesprekken met wie in gesprek wou gaan hadden plaats in maart 2024
Of de opheffing van de voorgenoemde gemeenteweg rekening houdt met de principes zoals opgenomen in artikels 3 en 4 van het decreet gemeentewegen werd getoetst aan volgende criteria:
Het gemeentelijk wegennet wordt doorgaans opgebouwd met grotere verharde wegen die als ruggengraat fungeren, waardoor de gemeente in verschillende grote mazen wordt verdeeld. Binnen deze mazen behouden we trage wegen waarbij we streven naar een verbinding in zowel de noord-zuid als de oost-west richting. Deze trage wegen dienen als secundaire routes en zorgen voor een fijnmaziger netwerk, waardoor bewoners gemakkelijker toegang hebben tot verschillende delen van de gemeente zonder afhankelijk te zijn van de hoofdwegen.
We kiezen ervoor om de bestaande wegen zo veel mogelijk te behouden waar nodig is te verleggen en waar het niet langer mogelijk is af te schaffen.
Bij de herwaardering van wegen opgenomen in de Atlas der Buurtwegen wil het bestuur planmatig en doordacht te werk gaan.
Vermits luchtfoto’s aantonen dat het te verplaatsen deel van de voetweg al bijna 100 jaar niet meer gebruikt wordt, heeft deze verplaatsing geen impact op het historisch belang van de weg.
Binnen het cluster van verharde wegen tussen de Lostraat, Lange Lostraat, Zavelstraat en Meistraat zijn voldoende mogelijkheden voor het realiseren van wenslijn 28: kern van Pellenberg-Gasthuisbos. Het huidige gebruik door landbouwvoertuigen blijft mogelijk.
Vermits het cluster van verharde wegen tussen de Lostraat, Lange Lostraat, Zavelstraat en Meistraat al doorsneden wordt door enkele wandelverbindingen van het wandelknooppuntennet, zal het afschaffen van een deel van de voetweg geen negatieve impact hebben op de recreatieve wandelmogelijkheden.
De ontsluiting van de landbouwpercelen wordt niet gehinderd door het verplaatsen van deel2 van de voetweg.
Voetweg 34 is in het gemeentelijk actieplan opgenomen als een Cat1 weg, met Deels te openen/Af te schaffen als doel. De hier voorliggende beslissing is een uitvoering van dit plan.
Rekening houdend met de hierboven aangehaalde argumenten is het duidelijk dat de voorgestelde opheffing op zich een uitzonderingsmaatregel is die niet lichtzinnig wordt genomen
De voorgestelde opheffing is niet strijdig met de doelstellingen en principes vermeld in artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen
De financiële impact van dit dossier blijft beperkt tot de loutere dossierskosten voor de opmaak van het planmateriaal en het schattingsverslag.
Artikel 1. Het rooilijnplan gedeeltelijke verplaatsing voetweg 34 te Pellenberg opgesteld door landmeter Geert Menten voor landmeterskantoor Intertopo BVBA, Halensebaan 6B, 3290 Diest wordt voorlopig vastgesteld.
Art. 2. Het schattingsverslag ter bepaling van de meer- en minwaarde verbonden aan deze verplaatsing , opgesteld door landmeter Frederik Maris voor Intertopo wordt voorlopig vastgesteld.
Art. 3. Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere afhandeling van de procedure overeenkomstig artikel 17 van het decreet houdende de gemeentewegen.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om kennis te nemen en akkoord te gaan met het voorliggende ontwerp van toewijzingsreglement KANVAZ zoals opgemaakt door het zonecomité Noordwest van KANVAZ.
Tevens wordt gevraagd om kennis te nemen van de genomen beslissingen door Woonmaatschappij KANVAZ met betrekking tot de versnelde toewijzingen (pijler 2) en van het huishoudelijk reglement in bijlage.
Aanleiding
Met de vorming van de nieuwe woonmaatschappijen trad op 1 januari 2024 ook een nieuw toewijsmodel in werking. De Vlaamse overheid schetste een breed kader waarbinnen de woonmaatschappijen 1 of meer toewijzingsraden dienen op te richten die aan de slag kunnen gaan om tot een concrete invulling te komen voor het toewijzen van woningen. De woonmaatschappijen dienden het initiatief te nemen om deze toewijzingsraden op te richten en zitten de toewijzingsraden voor.
Alle gemeenten van het (deel)werkingsgebied dienen vertegenwoordigd te zijn in de toewijzingsraad.
Relevante huisvestings- en welzijnsactoren kunnen zichzelf aanmelden om er deel van uit te maken.
De toewijzingsraad heeft een beleidsmatige opdracht en een operationele opdracht. Dit wordt geregeld in artikel 6.23 van het BVCW.
Beleidsmatige opdracht
De toewijzingsraad stelt een ontwerp van toewijzingsreglement op. Hierin kunnen bepalingen over de verstrenging van de langdurige woonbinding (pijler 1) en bepalingen voor specifieke doelgroepen (pijler 3) worden opgenomen. De leden van de toewijzingsraad streven hierbij naar consensus. Als er geen consensus is, kunnen de deelnemende gemeenten van de toewijzingsraad specifiek voor hun gemeenten over deze bepalingen beslissen.
Voor het opnemen van een bepaling over de langdurige woonbinding met het (deel)werkingsgebied is in ieder geval consensus tussen de gemeenten van het (deel)werkingsgebied vereist.
Operationele opdracht
De toewijzingsraad staat ook in voor de praktische uitvoering van de regels die betrekking hebben op de versnelde toewijzingen (pijler 2) en de toewijzingen aan specifieke doelgroepen (pijler 3). De toewijzingsraad kan afspraken maken over de werkwijze met betrekking tot de aanmelding en begeleiding van kandidaat-huurders en huurders. Deze afspraken worden opgenomen in het huishoudelijk reglement van de toewijzingsraad.
Woonmaatschappij KANVAZ
Het werkingsgebied van KANVAZ omvat 18 gemeenten. In overleg met de lokale besturen werden er 3 deelwerkingsgebieden afgebakend binnen het werkingsgebied van KANVAZ.
In elk deelwerkingsgebied werd een zonecomité opgericht dat tevens fungeert als toewijzingsraad en de bovenvermelde beleidsmatige opdracht heeft een toewijscomité opgericht waaraan de toewijzingsraad de bovenvermelde operationele opdracht zal delegeren.
Zowel de zonecomités als de toewijscomités zijn sinds het najaar 2023 actief.
Opmaak ontwerp toewijzingsreglement en bijhorend huishoudelijk reglement
In kader van de beleidsmatige opdracht van elk zonecomité dient de gemeenteraad een beslissing te nemen over het ontwerp van toewijzingsreglement, opgemaakt door het zonecomité Noordoost en het bijhorende huishoudelijk reglement.
Bij de opmaak van het toewijzingsreglement is er lokaal maatwerk mogelijk voor enerzijds het instellen van een strengere woonbindingsvoorwaarde (pijler 1) en anderzijds voor het afbakenen van specifieke doelgroepen (pijler 3).
De gemeenteraad kan echter enkel het ontwerp van toewijzingsreglement amenderen voor wat betreft de bepalingen van strengere woonbinding en de specifieke doelgroepen in haar eigen gemeente.
De woonmaatschappij dient het goedgekeurde toewijzingsreglement aan de minister te bezorgen opdat hij zijn vernietigingstoezicht kan uitoefenen. Vervolgens dient de woonmaatschappij het goedgekeurde toewijzingsreglement te integreren in het intern huurreglement van de woonmaatschappij.
Daarnaast schrijft de regelgeving ook voor dat de woonmaatschappij de gemeente op de hoogte brengt van de beslissingen met betrekking tot de versnelde toewijzingen (pijler 2) opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Het zonecomité Noordwest van 12 maart 2024 werden volgende bepalingen in het ontwerp van toewijzingsreglement besproken. Het zonécomite stelt voor om volgende bepalingen op te nemen in het toewijsreglement:
Langdurige woonbinding met het werkingsgebied
In alle zonecomités van KANVAZ werd bij consensus beslist dat na de langdurige woonbinding van de kandidaat-huurder met de gemeente ook rekening wordt gehouden met de langdurige woonbinding van de kandidaat-huurder met de deelwerkingsgebieden binnen elk zonecomité van KANVAZ.
Strengere woonbinding
De lokale besturen van het zonecomité Noordwest van KANVAZ wensen in heel het deelwerkingsgebied eenzelfde strenger criterium te voorzien die de standaard langdurige woonbinding voorafgaat, zijnde een voorrang aan kandidaat-huurders die ooit 10 jaar onafgebroken in de gemeente hebben gewoond of nog steeds wonen
Het zonecomité Noordwest wenst achtereenvolgens volgende standaardregels toe te passen bij toewijzing:
Specifieke doelgroepen
Binnen het zonecomité Noordwest wensen de gemeentes Rotselaar, Holsbeek en Tremelo een aantal woningen aan te duiden voor specifieke doelgroepen:
De volgende specifieke doelgroep werd opgenomen in een doelgroepenplan en zal zoals voorheen toegewezen kunnen worden aan specifieke woningen in Rotselaar:
Artikel 1. De gemeenteraad neemt kennis van het ontwerp van toewijzingsreglement zoals opgemaakt door het zonecomité Noordwest van KANVAZ en keurt deze goed.
Art. 2. De gemeenteraad neemt, via het huishoudelijk reglement in bijlage, kennis van de genomen beslissingen door Woonmaatschappij KANVAZ met betrekking tot de versnelde toewijzingen (pijler 2).
Art. 3. Deze beslissing wordt overgemaakt aan de woonmaatschappij Kanvaz.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het huishoudelijk reglement voor de gemeentelijke voetbalinfrastructuur - kunstgrasvelden, gebruik door derden goed te keuren.
In 2021 werden de krijtlijnen voor de huurovereenkomsten van de kunstgrasvelden uitgerold. Deze werkwijze werd goedgekeurd tijdens het CBS 1 maart 2021.
Het College van Burgemeester en Schepenen keurde tijdens de zitting van 1 maart 2021 de eerste basis voor huurovereenkomsten van de kunstgrasvelden goed. Deze vormt de basis voor de huidige huurovereenkomsten met hoofdhuurders.
Aanpassingen werden goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen tijdens de zittingen van 28 juni 2021, 26 juli 2021 en 2 mei 2022.
Intussen vragen ook bijkomende verenigingen om deze kunstgrasvelden te mogen gebruiken en dient een geactualiseerd huishoudelijk reglement opgesteld.
Decreet Lokaal Bestuur
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 1 maart 2021:
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2021 - Verzoek SMS, Lubko, Lubbeek Leopards:
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 juli 2021 - Ontwerp huurovereenkomst VK Linden - principiële goedkeuring:
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 2 mei 2022 - Ontwerp huurovereenkomst SMS, Lubko, BLF - principiële goedkeuring:
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 29 april 2024: Principiële goedkeuring huishoudelijk reglement voor de gemeentelijke voetbalinfrastructuur, gebruik door derden.
De gebruikersovereenkomst ten overstaan van derden is gebaseerd op de reeds goedgekeurde deelelementen van het project.
Binnen het toepassingsgebied van het voorliggend ontwerp wordt aan derden, Lubbeekse clubs, verenigingen en organisaties, de mogelijkheid geboden om gebruik te maken van de beschikbare voetbalinfrastructuur in Lubbeek en Linden, volgens duidelijke regels zoals bepaald in het bijgevoegd huishoudelijk en retributiereglement.
Geen financiële gevolgen
Artikel.1. Gaat akkoord met het voorstel van het huishoudelijk reglement voor de gemeentelijke voetbalinfrastructuur, gelegen te 3210 Lubbeek, Gellenberg 18 A en te 3211 Linden, Kerkdreef 8 (gebruik door derden).
Art.2. Beslist het ontwerp van reglement ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad als volgt:
Huishoudelijk reglement voor het gebruik van de gemeentelijke voetbalinfrastructuur gelegen te 3210 Lubbeek, Gellenberg 18 A en te 3211 Linden, Kerkdreef 8 (gebruik door derden).
Artikel 1. Toepassingsgebied
§1 Er wordt een huishoudelijk reglement voor het gebruik van de gemeentelijke voetbalinfrastructuur, gelegen te 3210 Lubbeek, Gellenberg 18A en te 3211 Linden, Kerkdreef 8 (gebruik door derden) vastgesteld.
§2 De voetbalinfrastructuur wordt beschikbaar gesteld volgens de bepalingen in dit reglement, voor alle Lubbeekse verenigingen, clubs, organisaties en individuele inwoners van Lubbeek.
§3 Dit reglement is van toepassing op alle aanvragen voor gebruik van de infrastructuur per uur of dagdeel. Huurovereenkomsten op langere termijn vallen buiten het toepassingsgebied van dit reglement, en blijven buiten de bevoegdheid van het College van Burgemeester en Schepenen volgens art. 56, § 3, 8° en art. 84, § 3, 8° van het Decreet Lokaal Bestuur.
§4 Elke aanvraag dient te gebeuren volgens de bepalingen omschreven in het huishoudelijk reglement voor de gemeentelijke voetbalinfrastructuur gelegen te 3210 Lubbeek, Gellenberg 18A en te 3211 Linden, Kerkdreef 8 (gebruik door derden).
§5 Alle andere aanvragen zijn niet ontvankelijk.
Artikel 2. Wijze van reservatie
§1 Sport@lubbeek.be is het contactadres voor huurders en gebruikers van het kunstgrasveld. Het gemeentebestuur voorziet een digitalisering van het reservatiesysteem op korte termijn, waarbij reserveringsaanvragen via de gemeentelijke website zullen kunnen gebeuren. Zodra deze applicatie geactiveerd is, kunnen ook via deze weg aanvragen voor gebruik van de voetbalinfrastructuur ingediend worden.
§2 Na verwerking van de aanvraag zal een bevestiging bezorgd worden aan de gebruikers met de betalingsmodaliteiten zoals opgenomen in het retributiereglement op het gebruik van de gemeentelijke voetbalinfrastructuur gelegen te 3210 Lubbeek, Gellenberg 18 A en te 3211 Linden, Kerkdreef 8 (gebruik door derden).
§3 Omwille van de administratieve verwerking van de aanvragen, is het noodzakelijk dat er een aanvraagtermijn van twee weken wordt gerespecteerd. Dit proces kan versneld worden voor FC Binkom en FC Pellenberg door een vaste waarborg te betalen (zie advies dienst verhuur).
Artikel 3: Gebruiksvoorschriften
§1 Het kunstgrasveld mag niet bespeeld worden indien de weersomstandigheden het niet toelaten (sneeuw, ijzel en temperaturen beneden -17°C).
§2 Het is verboden sneeuw en ijs mechanisch te verwijderen, aangezien dat de kunstvezels kan beschadigen.
§3 Het gebruik dient zoveel mogelijk over het kunstgrasveld verspreid te worden; tracht niet steeds dezelfde zones intensief te belasten.
§4 De doelen mogen niet gebruikt worden voor andere doeleinden, dan waarvoor ze oorspronkelijk dienen.
§5 Eventuele mobiele doelen dienen voorzien te zijn van een tegengewicht zodat omvallen onmogelijk is.
§6 Indien er gebruikt wordt gemaakt van toiletten en douches, dienen deze door de gebruiker schoon te worden achtergelaten. De gebruiker staat zelf in voor de reiniging ervan.
§7 Alleen sporters mogen het kunstgrasveld betreden; ouders en toeschouwers blijven steeds achter de omheining.
§8 Na gebruik worden de lichten gedoofd. De gebruiker zal enkel kunstlicht gebruiken wanneer dit noodzakelijk is en hierbij de lichtsterkte niet hoger instellen dan noodzakelijk.
§9 De verhuurder (gemeentebestuur) is verantwoordelijk voor sleutel, toegang en verlichting van de accommodatie.
§10 Bij wedstrijden, tornooien of sportdagen zal de gebruiker tevens verantwoordelijk zijn voor het niet-respecteren van de verbodsbepalingen door de bezoekende ploeg(en) of personen.
§11 Na gebruik worden de toegangspoorten tot het kunstgrasveld steeds afgesloten door de gebruiker.
Artikel 4: Gebruik door derden
§1 De hoofdhuurder laat toe dat andere verenigingen, hierna genoemd ‘gebruiker’, het kunstgrasveld inclusief kleedkamers, douches, toiletten, verlichting en mits een aparte gebruiksovereenkomst de kantine gebruiken. De oorspronkelijke bestemming als oefen- en wedstrijdveld dient te worden gerespecteerd. De kantine is bestemd voor volgend gebruik: verbruikszaal, ontvangstzaal voor genodigden of vergaderzaal.
§2 De bestemming van de voetbalinfrastructuur kan geenszins door de gebruiker worden gewijzigd zonder voorafgaand schriftelijk akkoord vanwege de verhuurder, die dit akkoord steeds zonder opgave van redenen kan weigeren.
§3 Elke afgesloten gebruiksovereenkomst voor gebruik van de gemeentelijke voetbalinfrastructuur gelegen te 3210 Lubbeek, Gellenberg 18 A en te 3211 Linden, Kerkdreef 8 gebeurt volgens de voorwaarden die zijn vastgelegd in het retributiereglement.
§4 De werking van de hoofdhuurders mag niet verstoord worden. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd in geval van uitzonderingen en/of betwistingen.
§5 Het gebruik van de koelingen en afrekening van dranken dient afgestemd te worden te worden met de hoofdhuurder.
Artikel 5: Verbodsbepalingen
Op het kunstgrasveld is het strikt verboden:
- Te roken;
- Kauwgom achter te laten;
- Te eten;
- Afval te laten rondslingeren;
- Glazen flessen en/of glazen te gebruiken;
- Alcoholische dranken te nuttigen;
- Sportvreemd materiaal aan te brengen;
- Zware of puntige objecten op het kunstgras te plaatsen;
- Om met voertuigen het terrein te betreden (auto, bromfiets, fiets, slee,…) tenzij de specifieke onderhoudsmachines;
- De orde te verstoren en/of de veiligheid van zichzelf en/of anderen in gevaar te brengen;
- Dieren mee te nemen op het terrein;
Artikel 6: Sportschoeisel
§1 Het gebruik van proper en geschikt schoeisel is cruciaal voor een duurzaam gebruik en behoud van de kwaliteit van het kunstgrasveld. Iedere gebruiker van het kunstgrasveld wordt geacht hier actief op toe te zien en haar leden/deelnemers hierop aan te spreken. Onder proper en geschikt schoeisel wordt begrepen:
- Geen modder of gras onderaan de schoenen
- Schoenen met vlakke schoenzool
- Schoenen met plastieken studs
§2 Voetbalschoenen zijn ten allen tijde verboden in gangen en de kantine.
Artikel 7: Toegangsprocedure
§1 Toegang is enkel mogelijk mits voorafgaandelijke reservatie en betaling van de gevraagde uren.
§2 De aanvrager meldt zich aan bij de sportverantwoordelijke van de gemeente voor de sleutel van de voetbalinfrastructuur waarover de overeenkomst handel (Lubbeek of Linden). Deze is verantwoordelijk voor de1sleutel van het terrein en het gebruik ervan.
§3 Na gebruik zal de verantwoordelijke zich opnieuw aanmelden voor teruggave van de sleutel en eventuele melding van schade en problemen. Zonder melding van schade door de gebruiker zal iedere vastgestelde schade of onregelmatigheid na gebruik aangerekend worden aan de aanvrager.
Artikel 8: Weigering, intrekking of sluiting
§1 Het gemeentebestuur kan op elk moment een gegeven toelating betreffende het gebruik van de voetbalinfrastructuur wijzigen of intrekken. Indien van dit recht gebruik gemaakt wordt, zal de gebruiker hiervan voorafgaandelijk geïnformeerd worden. In geval van intrekking van de goedkeuring door een fout, nalatigheid of het niet naleven van de bepalingen van dit reglement van de aanvrager blijft de verschuldigde vergoeding van toepassing.
§2 Het gemeentebestuur en/of de sportverantwoordelijke van de gemeente is ten allen tijde gemachtigd om de voetbalinfrastructuur te sluiten en/of het gebruik ervan te verbieden om redenen van openbare orde, overmacht, herstellingswerken, veiligheid of welke andere zich opdringende noodzakelijkheid dan ook.
§3 In geval van overmacht (Bijv. technische panne, crisissituatie…) is het gemeentebestuur niet aansprakelijk voor gemaakte kosten van de vereniging zoals de betaling van de scheidsrechter, aankoop/huur van materialen, verplichtingen naar de voetbalbond of andere door de aanvrager geleden schade.
§4 De gebruiker van de voetbalinfrastructuur kan geen enkele schadevergoeding eisen voor eventueel geleden verliezen/mislopen inkomsten.
§5 In geval van overmacht zal er geen huurprijs van het kunstgrasveld aangerekend worden.
Artikel 9: Weigering door weersomstandigheden
§1 Bij twijfelachtige weeromstandigheden dient het voorzorgprincipe gehandhaafd te worden door de gebruiker en wordt de sportverantwoordelijke van de gemeente ingelicht. Indien de sportverantwoordelijke in die context beslist dat het terrein niet bespeelbaar is, wordt de betrokken gebruiker zo spoedig als de omstandigheden het toelaten, gecontacteerd. Indien het terrein niet gebruikt mag worden in dergelijke twijfelachtige omstandigheden, worden de betaalde gebruikskosten door de beheerder aan de aanvrager terugbetaald.
Artikel 10: Gebruikstijd
§1 Elke gebruiker mag gebruik maken van de kleedkamers, douches en toiletten, onmiddellijk voor en na de gereserveerde uren. Dit dient een efficiënt en redelijk gebruik te zijn zodat alle gebruikers over een redelijke tijd beschikken om zich om te kleden (richttijd bedraagt 15’ vooraf en 30’ na gebruik). Ingeval van een wedstrijd, sportdag of tornooi mag de bezoekende ploeg uiteraard ook gebruik maken van een kleedkamer. Deze tijden dienen te worden meegerekend in de gebruiksovereenkomst, indien van toepassing.
De uurregeling dient nauwkeurig nageleefd te worden. Bij het einde van de huurtijd moet de gehuurde ruimte vrij en gebruiksklaar zijn voor de volgende gebruiker.
§2 Het is verboden om onderling uren te wisselen zonder toestemming van de gemeentelijke sportverantwoordelijke. Het doorsluizen van toegekende uren van een specifieke aanvrager naar een andere gebruiker is verboden.
§3 Na gebruik van de kleedkamers en sanitair dient alle afval verwijderd te worden door de gebruiker en de kleedkamers dienen zuiver te worden verlaten.
§4 Bij wedstrijden, sportdagen of tornooien is de gebruiker verantwoordelijk zijn voor een correct gebruik van de kleedkamers of andere infrastructuur door de bezoekende ploeg(en) of personen.
Artikel 11: Schade, niet-naleving van het reglement en verantwoordelijkheid
§1 Aansprakelijkheid schade en voorzorgprincipe:
De huurder en/of gebruiker is aansprakelijk voor alle schade die aan het kunstgrasveld of de ter beschikking gestelde infrastructuur en materiaal wordt aangebracht. Bij wedstrijden is de gebruiker verantwoordelijk voor de eventuele schade aangericht door de bezoekende ploeg(en) en dienen zij deze schade desgevallend zelf te verhalen op de bezoekende ploeg. De gebruiker is tevens verantwoordelijk voor orde en netheid.
De gebruiker dient alle voorzorgen te nemen om te voorkomen dat door hun schuld, nalatigheid of gebrek aan voorzorg hinder of schade, inclusief diefstal en ongevallen, zou worden veroorzaakt aan de gemeente, haar infrastructuur, haar personeel, de gemeentelijke sportverantwoordelijke en/of andere personen.
§2 Vergoeding van schade of niet-naleving reglement:
Alle veroorzaakte schade/vervuiling of niet-naleving van dit reglement zal integraal doorgerekend worden aan de gebruikers. Eventuele herstellingen gebeuren uitsluitend vanwege het gemeentebestuur. De gebruiker is ook verantwoordelijk voor orde en netheid.
De minimale kosten bij niet naleving van dit reglement bedragen 75 euro per inbreuk. Het gemeentebestuur kan, indien zij dit nodig acht, beslissen om gebruiker niet meer toe te laten op het terrein of nieuwe reservaties te weigeren. Hiervoor dient geen geschreven motivering bezorgd te worden aan de aanvrager.
Indien de verhuurder belast wordt met het opkuisen van achtergelaten vervuiling, zal het geldende gemeentelijke retributiereglement toegepast worden (met name: GR 26 april 2017 Retributiereglement op het gebruik maken van gemeentelijke diensten).
§3 Meldingsplicht:
Vastgestelde beschadigingen dienen onmiddellijk gemeld te worden aan de gemeentelijke contactpersoon. Zo niet worden deze als geleden schade beschouwd namens de verhuurder, en worden de herstellingskosten ervan aan de gebruiker aangerekend. De wijze van schadeloosstelling wordt beschreven in het retributiereglement op het gebruik van de gemeentelijke voetbalinfrastructuur gelegen te 3210 Lubbeek, Gellenberg 18 A en te 3211 Linden, Kerkdreef 8 (gebruik door derden).
Artikel 12: Verzekering
§1 De gebruiker dient over een eigen verzekering burgerlijke aansprakelijkheid te beschikken. Bewijs van verzekering moet op elk moment, op eerste verzoek, kunnen worden voorgelegd aan de verhuurder.
Artikel 13: Voorrangsregels voor reservaties op vaste wekelijkse of seizoenbasis
§2 Vanaf 1 mei kunnen jaarlijks Lubbeekse clubs, verenigingen, sportorganisaties en individuele inwoners bijkomende uren reserveren voor het komende sportjaar. Deze bijkomende occasionele reservaties worden op basis van een “first come, first serve” principe toegewezen.
Artikel 14: Annulatie
§1 Wanneer een gebruiker om op basis van een gemotiveerde reden een reservatie wenst te annuleren, dient het gemeentebestuur hiervan voorafgaandelijk en uiterlijk 48u op voorhand vanop de hoogte gebracht te worden. Het gemeentebestuur kan hiervoor annuleringskosten aanrekenen, die echter nooit meer zullen bedragen dan de betaalde gebruikersvergoeding.
§2 Indien de verhuurder oordeelt dat de voetbalinfrastructuur door omstandigheden onbespeelbaar is, zal er geen vergoeding aangerekend worden. De vereniging, club of organisatie heeft echter geen enkel recht op een schadevergoeding om welke reden ook, omwille van het niet kunnen gebruiken van het kunstgrasveld.
Artikel 15: Materialen plaatsen en opbergen
§1 De gebruikers van voetbalinfrastructuur in Lubbeek of Linden dienen de te gebruiken materialen zelf te plaatsen en weer op hun juiste plaats op te bergen binnen de afgesproken huurperiode.
§2 Sportmaterialen die op het kunstgrasveld gebruikt worden mogen onder geen enkele voorwaarde op natuurgrasvelden gebruikt, of omgekeerd.
§3 De terreinen dienen na gebruik weer speelklaar gemaakt te worden door de gebruiker. Dat wil zeggen dat gebruikte en zelf voorziene mobiele doelen zich achter de bezoekersomheining moeten bevinden op de daartoe voorziene betonvakken.
Artikel 16: Wetgeving handelshuur
§1 De partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de overeenkomst niet onder de toepassing valt van de wetgeving op de handelshuur.
Artikel 17: Invoegetreding
§1 Dit reglement treedt in voege vanaf 1 juni 2024 en vervangt elk eerder gepubliceerd regelement.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het retributiereglement gemeentelijke voetbalinfrastructuur - kunstgrasvelden, gebruik door derden goed te keuren.
In 2021 werden de krijtlijnen voor de huurovereenkomsten van de kunstgrasvelden uitgerold. Deze werkwijze werd goedgekeurd tijdens het CBS 1 maart 2021.
Het College van Burgemeester en Schepenen keurde tijdens de zitting van 1 maart 2021 de eerste basis voor huurovereenkomsten van de kunstgrasvelden goed. Deze vormt de basis voor de huidige huurovereenkomsten met hoofdhuurders.
Aanpassingen werden goedgekeurd door het College tijdens de zittingen van 28 juni 2021, 26 juli 2021 en 2 mei 2022.
Intussen vragen ook andere clubs, organisaties en individuele inwoners om deze kunstgrasvelden te mogen gebruiken en dient een retributiereglement voor gebruik van de gemeentelijke voetbalinfrastructuur door derden opgesteld.
Decreet Lokaal Bestuur.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 1 maart 2021:
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2021 - Verzoek SMS, Lubko, Lubbeek Leopards:
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 juli 2021 - Ontwerp huurovereenkomst VK Linden - principiële goedkeuring:
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 2 mei 2022 - Ontwerp huurovereenkomst SMS, Lubko, BLF - principiële goedkeuring:
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 29 april 2024: Principiële goedkeuring retributiereglement gemeentelijke voetbalinfrastructuur, gebruik door derden.
In het huishoudelijk reglement worden de praktische afspraken geregeld tussen verhuurder en gebruiker van de gemeentelijke voetbalinfrastructuur. Voor de noodzakelijke retributies dient een apart reglement opgesteld, waarin alle financiële aspecten opgenomen worden.
Geen financiële gevolgen
Artikel.1. Gaat akkoord met het retributiereglement voor de gemeentelijke voetbalinfrastructuur, gelegen te 3210 Lubbeek, Gellenberg 18 A en te 3211 Linden, Kerkdreef 8 (gebruik door derden).
Art.2. Beslist het ontwerp van het reglement ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad als volgt:
Retributiereglement op het gebruik van de gemeentelijke voetbalinfrastructuur gelegen te 3210 Lubbeek, Gellenberg 18 A en te 3211 Linden, Kerkdreef 8 (gebruik door derden).
Artikel 1. Toepassingsgebied
§1 Er wordt een retributiereglement voor het gebruik van de gemeentelijke voetbalinfrastructuur, gelegen te 3210 Lubbeek, Gellenberg 18A en te 3211 Linden, Kerkdreef 8 (gebruik door derden) vastgesteld.
§2 De voetbalinfrastructuur wordt beschikbaar gesteld volgens de bepalingen in dit reglement, voor alle Lubbeekse verenigingen, clubs, organisaties en individuele inwoners van Lubbeek.
§3 Dit reglement is van toepassing op alle aanvragen voor gebruik van de infrastructuur per uur of dagdeel. Huurovereenkomsten op langere termijn vallen buiten het toepassingsgebied van dit reglement, en blijven buiten de bevoegdheid van het College van Burgemeester en Schepenen volgens art. 56, § 3, 8° en art. 84, § 3, 8° van het Decreet Lokaal Bestuur.
§4 Elke aanvraag dient te gebeuren volgens de bepalingen omschreven in het huishoudelijk reglement voor de gemeentelijke voetbalinfrastructuur gelegen te 3210 Lubbeek, Gellenberg 18A en te 3211 Linden, Kerkdreef 8 (gebruik door derden).
§5 Alle andere aanvragen zijn niet ontvankelijk.
Artikel 2. Retributie
§1 De gebruiksvergoeding is vastgesteld op uurbasis, te storten op de bankrekening van de gemeente Lubbeek met nr. BE86 0910 0016 7050 voor aanvang van de afgesproken gebruiksperiode;
§2 Lubbeekse clubs, organisaties en individuele inwoners betalen 18,00 euro per uur voor gebruik van het kunstgrasveld..
In de gebruiksvergoeding is begrepen: gebruik van de terbeschikkinggestelde accommodatie, zijnde het kunstgrasveld, kleedkamers, douches, toiletten en verlichting indien deze noodzakelijk is.
§3 De huur van de kantine (na overleg met de hoofdhuurders) bedraagt 65 euro per dagdeel overdag en 80 euro per dagdeel in de avond. (Dagdelen overdag zijn van 8u-12u, 13u-17u en avond van 18u -22u).
Indien de gebruiker het kunstgrasveld en de kantine samen huurt, wordt de huur van het kunstgrasveld steeds berekend op de volledige duur van het overeenstemmende dagdeel huur van de kantine.
Artikel 3. Waarborg
§1 De gebruiker betaalt bij goedkeuring van de aanvraag een waarborg van 250,00 EUR op de bankrekening van de gemeente Lubbeek met nr. BE86 0910 0016 7050. Op eenvoudige vraag van de verhuurder dient de gebruiker van de voetbalinfrastructuur een betalingsbewijs van deze borg te kunnen voorleggen. Na gebruik van de voetbalinfrastructuur en vaststelling dat geen schade veroorzaakt werd aan de gebruikte accommodatie wordt deze borg integraal teruggestort. Kosten voor herstelling of vervanging van eventueel geleden schade zullen van de borgstelling afgehouden worden, indien deze niet toereikend zijn zal een gedetailleerde herstellingsnota een de gebruiker ter betaling bezorgd worden. Deze dient desgevallend binnen een termijn van 10 dagen na verzending vereffend te worden.
§2 De Lubbeekse scholen kunnen op schooldagen en tijdens de schooluren kosteloos gebruik maken van het kunstgrasveld zonder kleedkamers, douches of verlichting, voor zover de beschikbaarheid dit toelaat. In alle andere gevallen is voor de Lubbeekse scholen het retributiereglement van toepassing.
Artikel 4. Indexering
§1 Eén maal per jaar wordt de gebruiksvergoeding door de gemeentelijke administratie aangepast, op basis van de gezondheidsindex door toepassing van de hierna volgende formule:
Basisprijs x nieuw indexcijfer
Aanvangsindexcijfer (*)
Het aanvangsindexcijfer is dat van de maand juli 2023 (cfr. GR 30 maart 2021). Het nieuw indexcijfer is dat van dezelfde maand jaar 2024 + x.
Artikel 5. Inwerkingtreding
§1 Dit reglement is geldig vanaf 1 juni 2024 en vervangt elk eerder gepubliceerd reglement.
De voorzitter sluit de zitting op 14/05/2024 om 22:01.
Namens commissie beleidsdomeinen,
Klaas Gutschoven
Algemeen directeur
Raf De Canck
Voorzitter