Terug
Gepubliceerd op 14/08/2024

Notulen  commissie beleidsdomeinen

di 11/06/2024 - 20:00 raadzaal
Aanwezig: Raf De Canck, Voorzitter
Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Leden
Theo Francken, Burgemeester
Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Schepenen
Martine Dierickx, Commissielid
Klaas Gutschoven, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Pieter Verheyden, Tom De Winter - Pieters, Ellen Lammens, Leden
Tania Roskams, Derde schepen
Piet Ritzen, Lim Vervueren, Jeroen Verbinnen, Benny Van Goethem, Ivan Vanderzeypen, Marijke Gidts, Leden

De voorzitter opent de zitting op 11/06/2024 om 20:08.

  • Goedkeuring notulen

    • Goedkeuring notulen: commissie beleidsdomeinen van 14 mei 2024.

      Aan de commissie wordt gevraagd om de notulen van de zitting van de commissie beleidsdomeinen van 14 mei 2024 goed te keuren.

      FEITEN EN CONTEXT

      De notulen van de commissie beleidsdomeinen van 14 mei 2024 dienen goedgekeurd te worden.

      JURIDISCHE GRONDEN

      De nieuwe gemeentewet;

      Het decreet over het Lokaal Bestuur;

      Publieke stemming
      Aanwezig: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Theo Francken, Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Martine Dierickx, Klaas Gutschoven
      Voorstanders: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, Martine Dierickx
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      BESLUIT

      Enig artikel. De notulen van de commissie beleidsdomeinen van 14 mei 2024 worden goedgekeurd.

  • Openbaar

    • BIBLIOTHEEK

      • 562 Bibliotheken en uitleendiensten

        • Samenwerking Oost-Brabantse bibliotheken - bovenlokaal cultuurproject 'Met de bibliotheek naar buiten'

          De bibliotheek wenst deel te nemen aan het bovenlokaal project 'Met de bib naar buiten', op initiatief van 32 bibliotheken in Oost-Brabant. De hoofddoelen zijn een grotere zichtbaarheid van de bibliotheek, inclusie en ontmoeting. 

          FEITEN EN CONTEXT

          Omschrijving


          De 32 bibliotheken in Oost-Brabant willen met het bovenlokaal project ‘Met de bib naar buiten’ een nieuwe inclusieve werking uitbouwen die een antwoord biedt op de vragen en noden rond geletterdheid en de digitale kloof van specifieke doelgroepen in onze referentieregio.

          Het project wil de samenwerking van de bibliotheken als laagdrempelige cultuur- en kennishuizen versterken door in te zetten op een innovatief bovenlokaal project onder de brede titel van inclusie. Elke inwoner van Oost-Brabant moet kansen krijgen om zich te kunnen informeren, zichzelf te ontwikkelen en kunnen deelnemen aan de samenleving; dit wordt ook benoemd in het IFLA-UNESCO manifest over openbare bibliotheken.

          Verschillende doelgroepen in onze regio missen deze kansen. Om  hierin het verschil te kunnen maken, dienen de 32 bibliotheken van de referentieregio Oost-Brabant - wij werken voor de eerste maal op deze schaal samen - een nieuwe projectsubsidie voor bovenlokale cultuurprojecten bij de Vlaamse overheid (indieningsdatum 15/05/2024) en vervolgens ook bij LEADER Hageland+ (Subsidieprogramma voor plattelandsontwikkeling, indieningsdatum eind oktober 2024). Dit project overstijgt de mogelijkheden van elke afzonderlijke bibliotheek omdat het profiel en de lokale draagkracht erg verschillend zijn op het vlak van  personeelsbezetting en beschikbare budgetten. Er worden dan ook middelen aangevraagd voor het werven van projectmedewerkers binnen dit specifieke project die, samen met de bibliotheken, zullen bouwen aan een sterk inhoudelijk aanbod, dat op maat bruikbaar zal zijn op lokaal vlak.

           

          Doelstellingen


          Het project zet in op drie belangrijke doelstellingen, nl. inclusie, kennisontwikkeling en ontmoeting. We merken vooral dat niet-bibliotheekgebruikers - vaak binnen de specifieke doelgroepen zoals personen met een migratieachtergrond, mensen in armoede, hoogbejaarden en jongeren uit kansarme gezinnen - minder goed de weg vinden naar de bibliotheken en daardoor niet de gelegenheid hebben om bij te leren of zich te ontwikkelen rond leesbevordering en (digitale) geletterdheid. Maar ook in de brede ‘stille massa’ van een lokale gemeenschap zijn er heel wat mensen waarvoor de bibliotheekwerking versterkend kan zijn.

          Vanuit een positieve benadering, maakt dit project het mogelijk dat de bibliotheek naar buiten kan komen met een volledig nieuw, laagdrempelig aanbod, ontwikkeld met het oog op verschillende doelgroepen. De lokale bibliotheken gaan samen letterlijk naar buiten en naar de mensen, dichtbij en kleinschalig, op uiteenlopende plekken en locaties zoals buurt- en ontmoetingscentra, woonzorgcentra, dienstencentra, sociale woonwijken, jeugdhuizen, markten, kleine festivals of buurtfeesten, initiatieven vanuit jeugdwerk, enz.  

          Met het project komen we als bibliotheken op die manier op plaatsen waar een gemiddeld grotere concentratie is van mensen die we niet of te weinig bereiken.

          Dit blijft niet bij eenmalige aanpak. Met de opgebouwde kennis en expertise zal de kennis rond inclusie, en het bereiken van de doelgroepen, inspelend op de specifieke noden in elke gemeente, verder in de werking van de bibliotheken worden geïntegreerd.

          Deze mobiele aanpak van het project met nieuwe prototypes van laagdrempelig aanbod, 'buiten de muren' van de bibliotheek, sluit naadloos aan op de trend om meer vraag- en lokaal nood gestuurde dienstverlening aan te bieden.

          Door de gemeenschappelijke uitbouw van een kadermethodiek, kan elke gemeente uit het aanbod gebruiken wat het best past bij de lokale eigenheid en noden.  Er wordt ingezet op mobiele eenheden, activiteiten-/tentoonstellingsmodules en workshops. Dit is duurzaam doordat deze blijvend kunnen worden ingezet na afloop van het project en verder uitgerold en bijgestuurd kunnen worden voor de regio.
          We spelen in op een andere aanpak van het bereiken van een doelpubliek, maar bouwen ook aan bibliotheken die een steeds bredere maatschappelijke rol opnemen, uiteraard rekening houdende met hun draagkracht.

          Concreet werken de aangeworven medewerkers binnen het project o.a. nieuwe modules en workshops uit én begeleiden ze vrijwilligers en bibliotheekmedewerkers om hiermee ter plaatse aan de slag te gaan. Thematisch kan dit breed worden uitgebouwd, maar er is minstens aandacht voor toegang tot (lokale) kennis, het (digitaal) cultureel aanbod en literatuur.

           

          Fasering van het project


          -          2024:

          • principiële goedkeuring gemeentebesturen (onder voorbehoud van goedkeuring)
          • indienen voor 15/05/2024
          • goedkeuring project najaar 2024 + beslissing minister + uitbetaling Vlaamse middelen

           

          -          2025:

          • januari 2025 - juni 2025:
            • aanwerving projectmedewerkers
            • aankoop en inrichting mobiele eenheden
            • creatie modules, workshops, draaiboeken en ‘menukaart’ programma
          • juli-augustus-september 2025:
            • experimenteerfase/testfase en bijsturing
            • opleiding vrijwilligers/bibliotheekmedewerkers/partners
            • vastleggen locaties/plekken i.s.m. partners en bibliotheken
            • agenda en planning met alle deelnemende gemeenten 2024-2025-2026
            • feestelijke lancering project met persconferentie, website en logo
          • najaar 2025-2026-voorjaar 2027:
            • projectmedewerkers gaan dagelijks op locatie rond in Oost-Brabant
            • projectmedewerkers begeleiden samen met vrijwilligers de mobiele modules
          • najaar 2027:
            • afsluitmoment project met persconferentie
            • eindevaluatie project door bibliotheken
            • projectmedewerkers schrijven eindrapport en verantwoordingsnota Vlaanderen
            • verdere afspraken rond verduurzaming project binnen bibliotheeksector Oost- Brabant omtrent modules en workshops maken
            • mogelijkheden nagaan i.k.v. verspreiding in heel Vlaanderen

           

          Eigen inbreng van de bibliotheken


          Binnen de projectmiddelen worden twee projectmedewerkers aangeworven, zodat de uitrol begeleid kan worden binnen het traject. Zo is er een inhoudelijke meerwaarde voor de bibliotheken, maar geen impact op de personeelsbelasting.  Door de aanwerving van nieuwe projectmedewerkers moeten de bibliotheken geen eigen mensen inschakelen voor de opstart van dit project en worden ze begeleid bij de uitrol. Binnen het project worden de bibliotheken zoveel mogelijk ontzorgd. De belangrijkste impact zijn overlegmomenten bij de uitbouw van het project, opleiding en vorming van bibliotheekmedewerkers en -vrijwilligers en inzetten op gemeenschappelijke promotie, communicatie en planning.

           

          Succesfactoren van het project zijn de haalbaarheid voor zowel de kleinste gemeente als de grootste stad van de regio, de expertisedeling binnen het versterkte bibliotheeknetwerk, het drempelverlagend karakter van de dienstverlening, de toegankelijkheid van het nieuwe aanbod, de verbinding met onze inwoners/burgers en de inclusie van alle inwoners via samenwerking van alle lokale bibliotheken in de deelnemende gemeenten. Dit wordt, naast lokale partners, mede mogelijk gemaakt door regionale partners van dit project zoals  AVANSA , LINC vzw en SAAMO.

           

          JURIDISCHE GRONDEN

          Decreet lokaal bestuur

          Decreet bovenlokaal cultuurbeleid

          ARGUMENTATIE

          Zie 'Feiten en context' 

          FINANCIEN

          De totale uitgaven voor dit project worden geraamd op 531.000,00 euro waarvan 40% of 212.400 euro eigen inbreng (o.a. gemeentelijke bijdragen van 0,05 euro/inwoner/jaar) voor de periode 2025-2026-2027, en een gevraagd subsidiebedrag bij Vlaanderen van 60% of 318.600,00 euro. De uitgaven zijn verspreid over de aanwerving van een voltijds projectcoördinator en een halftijdse projectmedewerker gedurende de driejarige looptijd van het project, de realisatie van de aankoop en uitbouw van mobiele eenheden, de ontwikkeling van materialen voor de verschillende modules, digitale middelen en promotie en communicatie.

          De deelnemende gemeenten voorzien een bijdrage in de vorm van een eigen bijdrage van 0,05 euro/inwoner/jaar. Daarnaast zijn er het ter beschikking stellen van locaties, de inzet van eigen personeel voor het aanspreken van en samenwerken met lokale partners in functie van de geselecteerde doelgroep en het aanwenden van eigen promotiekanalen en -middelen.

          Voor de gemeente Lubbeek komt de jaarlijkse bijdrage op +/- 750 euro en dit voor de periode 2025-2026-2027. Het bedrag is niet voorzien in het meerjarenplan. 

          Publieke stemming
          Aanwezig: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Theo Francken, Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Martine Dierickx, Klaas Gutschoven
          Voorstanders: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, Martine Dierickx
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          BESLUIT

          Enig artikel. Onder voorbehoud van de goedkeuring van het project door de Vlaamse overheid, akkoord te gaan om deel te nemen aan het bovenlokaal cultuurproject ‘Met de bibliotheek naar buiten’ onder het Decreet bovenlokaal cultuurbeleid voor de periode 2025-2026-2027, onder de indieningstermijn van 15 mei 2024.

    • BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG

      • 734 Buitenschoolse kinderopvang (voor- en naschoolse opvang). Erkend initiatief voor buitenschoolse opvang (IBO)

        • Reglement starterspremie Lubbeek - ondersteuning kinderopvang van baby’s en peuters

          Aan de gemeenteraad wordt het reglement starterspremie Lubbeek - ondersteuning kinderopvang van baby’s en peuters voorgesteld. 

          FEITEN EN CONTEXT

          In Lubbeek is er een grote capaciteitsproblematiek voor kinderopvang van baby’s en peuters (0-3 jaar). De Vlaamse middelen volgen niet aan het gewenste tempo om dit tekort aan te pakken. De gemeente Lubbeek streeft ernaar om de reële nood aan kinderopvang te kunnen dekken. In het MJP staat dan ook het volgende:

          - beleidsdoelstelling 2.1.: We zetten in op kwaliteitsvol, modern onderwijs en kinderopvang met alle kansen voor onze kinderen,

          - actieplan 2.1.4.: We werken aan een kwaliteitsvolle kinderopvang en nemen hierin een regierol op

          - actie 2.1.4.02: een starterspremie voorzien voor vergunde organisatoren van opvang voor baby's en peuters, opgenomen. 

          Voor de starterspremie is een bedrag van 6.000 euro voorzien. 

          Hierbij aansluitend wordt aan het college van burgemeester en schepenen en vervolgens aan de gemeenteraad, gevraagd om het bijgevoegde reglement (principieel) goed te keuren, dit binnen de kredieten opgenomen in het meerjarenplan.

          De LOK-leden brachten eerder al positief advies uit.

          JURIDISCHE GRONDEN

          Decreet Lokaal Bestuur;

          De nieuwe gemeentewet;

          ARGUMENTATIE

          Zie 'feiten en context'. 

          FINANCIEN

          In het MJP werd onder beleidsdoelstelling 2.1.: We zetten in op kwaliteitsvol, modern onderwijs en kinderopvang met alle kansen voor onze kinderen, actieplan 2.1.4.: We werken aan een kwaliteitsvolle kinderopvang en nemen hierin een regierol op - actie 2.1.4.02: een starterspremie voorzien voor vergunde organisatoren van opvang voor baby's en peuters, opgenomen. 

          Voor de starterspremie werd een bedrag van 6.000 euro per jaar voorzien. 

          Publieke stemming
          Aanwezig: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Theo Francken, Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Martine Dierickx, Klaas Gutschoven
          Voorstanders: Raf De Canck, Jo Pierson, Ellen Lammens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, Martine Dierickx
          Onthouders: Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben
          Resultaat: Met 6 stemmen voor, 5 onthoudingen
          BESLUIT

           Enig artikel. Het bijgevoegde reglement starterspremie Lubbeek - ondersteuning kinderopvang van baby’s en peuters goed te keuren. 

           

        • Reglement over het opportuniteitsadvies bij opstart, verhuis en uitbreiding, in het kader van een vergunningsaanvraag van een organisator van kinderopvang voor baby's en peuters

          Aan de gemeenteraad wordt het reglement over het opportuniteitsadvies bij opstart, verhuis en uitbreiding, in het kader van een vergunningsaanvraag van een organisator van kinderopvang voor baby's en peuters voorgesteld. 

          FEITEN EN CONTEXT

          Het lokaal bestuur heeft een aantal belangrijke opdrachten in het kader van kinderopvang. Deze opdrachten moeten ertoe bijdragen dat er binnen de gemeente voldoende betaalbare, kwaliteitsvolle en toegankelijke kinderopvang is. Het lokaal bestuur krijgt bijvoorbeeld een belangrijke adviesrol toegeschreven van de Vlaamse overheid:

          • In het kader van een uitbreidingsronde kinderopvang: de Vlaamse Regering kan beslissen om voor kinderopvang van baby’s en peuters bijkomende middelen vrij te maken. In de kinderopvang van baby’s en peuters gaat het dan over een uitbreiding van de subsidie voor inkomenstarief en/of de plussubsidie. Dit noemen we een ‘uitbreidingsronde in de kinderopvang’. Wanneer dit het geval is, lanceert het Agentschap Opgroeien een oproep. Organisatoren kinderopvang kunnen hierop intekenen en een aanvraag om de subsidie te krijgen indienen. Het Agentschap Opgroeien kan bij zo’n uitbreidingsronde aan elk lokaal bestuur vragen om een advies te formuleren over de aanvragen binnen de gemeente.

          • In het kader van een vergunningsaanvraag: wanneer een organisator wil starten met kinderopvang of uitbreiden met een aanzienlijk aantal plaatsen kinderopvang moet hij hiervoor een vergunningsaanvraag indienen. Een belangrijke voorwaarde om vergund te worden is het advies bij het lokaal bestuur inwinnen.

          De Vlaamse Regering wijzigde op 29 januari 2021 definitief een aantal besluiten met betrekking op kinderopvang en buitenschoolse opvang via het Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving over de voorwaarden en procedure in het kader van de toekenning van een vergunning of subsidie aan een organisator van kinderopvang en buitenschoolse opvangen over voorwaarden voor het lokaal bestuur in het kader van het lokaal beleid kinderopvang, waarbij onder andere ook de voorwaarde dat een organisator die een vergunning aanvraagt of wijzigt, een opportuniteitsadvies moet hebben.

          De regelgeving voorzag namelijk al dat een organisator kinderopvang van baby’s en peuters die een vergunning voor een kinderopvanglocatie aanvraagt een advies moest vragen aan het lokaal bestuur. Het lokaal bestuur was niet verplicht dit advies te geven en de organisator was hier niet aan gebonden of verplicht dit advies af te wachten.

          Door de wijzigingen zal het lokaal bestuur advies geven over de opportuniteit van de opvang én de organisator moet dit advies toevoegen bij de aanvraag vergunning (bij Opgroeien) door de organisator. Bovendien moet de organisator in de vergunningsaanvraag ook aangeven hoe hij met opmerkingen in het advies van het lokaal bestuur zal omgaan. Het opportuniteitsadvies van het lokaal bestuur moet een organisator er dus toe aanzetten om na te denken en voldoende informatie in te winnen over het feit of het opportuun is om een kinderopvang op te richten op de vooropgestelde locatie.

          Zo ontstaat er, reeds voor de start van een nieuwe opvanglocatie, een dialoog tussen organisator en lokaal bestuur en krijgt de organisator inzicht in welke mate het lokaal bestuur eventuele problemen en kansen ziet voor de organisator, rekening houdend met de lokale context en de stedenbouwkundige situatie.

          De finaliteit en opbouw van het opportuniteitsadvies is dus ook wezenlijk verschillend van het advies dat een lokaal bestuur kan geven bij een uitbreidingsronde voor kinderopvang.

          • Met een opportuniteitsadvies geef je geen rangorde o.b.v. een score, maar geef je raad. Een opportuniteitsadvies is een vorm van ondersteuning aan ondernemers in jouw gemeente.

          • Bij een advies bij uitbreiding kinderopvang spreek je o.b.v. objectieve criteria en een score en voorkeur uit over welke organisator de subsidies zou moeten krijgen. Dit onderscheid maakt dat je voor een opportuniteitsadvies een andere aanpak en andere aandachtspunten vooropstelt, dan de aanpak en criteria die je gebruikt bij een advies bij een oproep tot uitbreiding.

           

          Een organisator moet een opportuniteitsadvies aanvragen voor:

          • de opstart van een groepsopvang (niet voor gezinsopvang)

          • de verhuis van een bestaande locatie binnen de gemeente

          • de uitbreiding van een bestaande locatie vanaf 9 plaatsen

          De verplichting geldt dus niet voor een uitbreiding tot 8 plaatsen.

           

          De aanvraag van het opportuniteitsadvies bij het lokaal bestuur door een organisator bij de aanvraag van een vergunning kinderopvang is verplicht vanaf 1 januari 2022. Vanaf 1 januari 2022 zal een organisator die wil starten dus bij het lokaal bestuur aankloppen voor een opportuniteitsadvies en is het belangrijk dat het lokaal bestuur een algemeen kader klaar heeft om hierover advies te geven.

          Over de opmaak van de procedure en de criteria moet het lokaal bestuur in elk geval het Lokaal Overleg Kinderopvang raadplegen voor advies. Als er geen Lokaal Overleg Kinderopvang is in een gemeente, of als er geen advies gevraagd werd door het lokaal bestuur over de adviesprocedure en de criteria, kan het lokaal bestuur geen (opportuniteits)advies verlenen.

          De Lok-leden brachten reeds positief advies uit op de vergadering van 13 mei 2024.

           

           

           

          JURIDISCHE GRONDEN

          Decreet Lokaal Bestuur;

          De nieuwe gemeentewet;

          Het Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters van 22 november 2013: zie art 2, 3° + art. 13.

          Het Besluit van de Vlaamse Regering houdende de procedures voor de aanvraag en de toekenning van de vergunning en de subsidies voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters : zie art. 8. 1f + art. 9. 3°C + art 10 1b + art. 12. 4/1 + art. 52.

          Het Besluit van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang: zie art. 7

          ARGUMENTATIE

          Waarom een opportuniteitsadvies geven als lokaal bestuur?

          Het hebben van een voldoende aanbod kinderopvang op het grondgebied van de gemeente is belangrijk: het zorgt ervoor dat jonge ouders arbeid en gezin kunnen combineren, helpt de activeringsdoelstelling van een OCMW mee realiseren en draagt bij tot de ontwikkeling van 4 juni 2021 - 5/19 jonge kinderen.

          Het is daarbij belangrijk dat dit aanbod toegankelijk is voor de gezinnen in de gemeente en op een goede manier is gespreid over de gemeente. Door werk te maken van een goed advies aan ondernemers in de kinderopvang, draag je hiertoe bij. Je geeft advies over waar en hoe nieuwe plaatsen voor kinderopvang best gerealiseerd worden in jouw gemeente. Het is er een waardevol onderdeel van de ondersteuning die je als lokaal bestuur kan geven aan (startende) ondernemers kinderopvang is de gemeente.

          Een kwaliteitsvol opportuniteitsadvies verhoogt de duurzaamheid van startende organisatoren kinderopvang, want een organisator weet goed waaraan hij of zij begint en een goed inzicht heeft in de lokale context. Dit maakt dat het de duurzaamheid van het aanbod in jouw gemeente vergroot.

          Het doel van het opportuniteitsadvies ligt erin om in gesprek te gaan met de organisator over de noden binnen de gemeente, er inzicht in te geven en bezorgdheden te bespreken. Daarenboven zorgt dit voor een eerste contact tussen organisator en lokaal bestuur waardoor meer actieve samenwerking mogelijk wordt en een dialoog tussen organisator en lokaal bestuur over het kinderopvangaanbod binnen de gemeente. Het is dan aan de organisator om de afweging te maken in welke mate het zinvol is om met de opvang die hij voor ogen heeft van start te gaan en te bekijken in welke mate hij kan/wil inspelen op de noden die er zijn in de gemeente.

           

          Wat betekent dit advies bij het Agentschap Opgroeien?

          Vanaf 1 januari 2022 moet een organisator verplicht een opportuniteitsadvies toevoegen bij de vergunningsaanvraag. Het advies is niet bindend voor de organisator, noch voor het Agentschap Opgroeien.

          Wel moet de organisator in zijn vergunningsaanvraag bij Opgroeien toelichten hoe hij met de opmerkingen van het lokaal bestuur in het opportuniteitsadvies zal omgaan of waarom hij een het advies van het lokaal bestuur naast zich neerlegt. Geef je als lokaal bestuur bijvoorbeeld aan dat er geen nood aan bijkomende opvang is op de locatie waar de organisator wil starten, moet de organisator motiveren in zijn vergunningsaanvraag hoe of waarom hij al dan niet rekening houdt met dat advies.

          Met die aanpak wil het Agentschap Opgroeien nagaan of de organisator voldoende beleidsvoerend vermogen heeft om met de huidige lokale context om te gaan. Wil de organisator toch van start gaan omdat hij van mening is daar wel een waardevol initiatief uit te kunnen bouwen, dan zal Opgroeien de vergunningsaanvraag niet tegenhouden. Het advies van het lokaal bestuur is ondersteunend, niet bindend.

          De bedoeling is dat de organisator aan de slag gaat met de informatie uit het advies, erover nadenkt en dit meeneemt bij de mogelijke opstart of uitbreiding van de opvang. Zo kunnen toekomstige moeilijkheden voorkomen worden en draag je als lokaal bestuur bij aan de duurzaamheid van het opvangaanbod binnen de gemeente.

          Slechts in uitzonderlijke gevallen zal het Agentschap Opgroeien op basis van het eigen onderzoek beslissen om de vergunning niet toe te kennen aan de organisator als de organisator niet voldoende tegemoet komt aan de opmerkingen in het advies van het lokaal bestuur. Als bijvoorbeeld blijkt uit het advies van het lokaal bestuur dat de voorziene locatie stedenbouwkundig niet in orde is om er opvang te organiseren en de organisator gaat hierop niet in bij de vergunningsaanvraag, kan het agentschap Opgroeien de vergunning weigeren.

          FINANCIEN

          Geen financiële gevolgen

          Publieke stemming
          Aanwezig: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Theo Francken, Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Martine Dierickx, Klaas Gutschoven
          Voorstanders: Raf De Canck, Jo Pierson, Ellen Lammens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, Martine Dierickx
          Onthouders: Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben
          Resultaat: Met 6 stemmen voor, 5 onthoudingen
          BESLUIT

          Enig artikel. Het reglement beoordelingscriteria over het opportuniteitsadvies bij opstart, verhuis en uitbreiding (zie bijlage), in het kader van een vergunningsaanvraag van een organisator van kinderopvang voor baby's en peuters, goed te keuren.

           

    • BURGERZAKEN

      • 533.0 Verkiezingen - algemeen

        • Aantal te verkiezen mandatarissen lokale en provinciale verkiezingen 2024: kennisname besluit van de Vlaamse Regering

          Voor de bepaling van het aantal inwoners van de gemeente (zowel in de oude regeling als in het nieuwe BVR RPR van 20 januari 2023) geldt het bevolkingscijfer van de gemeente, vermeld in artikel 4, §3, tweede lid, van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (DLB). Artikel 4, §3 DLB, bepaalt onder andere:

          Uiterlijk op 1 juni van het jaar waarin de gemeenteraadsverkiezingen zullen plaatsvinden, stelt de Vlaamse Regering een lijst op van het aantal te verkiezen gemeenteraadsleden per gemeente op basis van de bevolkingsaantallen van de gemeenten. Het inwonertal dat in aanmerking wordt genomen, is het aantal personen dat ingeschreven is in het rijksregister van de natuurlijke personen en dat op 1 januari van het jaar van de gemeenteraadsverkiezingen zijn hoofdverblijfplaats in de desbetreffende gemeente had… Het bevolkingsaantal op 1 januari, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, wordt, met behoud van de toepassing van het eerste lid, vanaf 1 januari na de bekendmaking ervan, in aanmerking genomen als bevolkingscijfer in dit decreet.

          Op basis van de bevolkingscijfers per gemeente (situatie op 1 januari 2024) stelde de Vlaamse Regering het aantal te verkiezen mandatarissen vast naar aanleiding van de lokale en provinciale verkiezingen van 13 oktober 2024.

          Het besluit van de Vlaamse Regering wordt ter kennisname voorgelegd.

          JURIDISCHE GRONDEN
          • Provinciedecreet van 9 december 2005, artikel 5, §2, eerste lid, vervangen bij het decreet van 8 juli 2011, en artikel 6, §1, derde lid, vervangen bij het decreet van 2 juni 2006 en gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2011
          • Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011, artikel 7, §1, eerste lid, gewijzigd bij het decreet van 22 december 2017
          • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 4, §3, eerste lid, artikel 42, §2, gewijzigd bij het decreet van 17 februari 2023, artikel 87, §1, derde lid, artikel 118, tweede lid, artikel 516, 519, eerste lid, en artikel 528, §2
          • Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
          ARGUMENTATIE

          De volgende verkiezingen voor de gelijktijdige vernieuwing van de provincieraden, de gemeenteraden en de stadsdistrictsraden vinden plaats op 13 oktober 2024. Op dezelfde datum worden in de gemeente Voeren en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, de schepenen, de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en van het vast bureau verkozen. Alle besturen moeten tijdig beschikken over de nodige informatie over het aantal te verkiezen mandaten.

          De bevolkingscijfers per provincie en per gemeente op 1 januari 2024 zijn bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 14 februari 2024.

          De volgende aantallen te verkiezen mandatarissen worden vastgesteld in de tabel, opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd:

          1° het aantal te verkiezen gemeenteraadsleden per gemeente en, als een gemeente een principiële beslissing tot samenvoeging aan de Vlaamse Regering bekend heeft gemaakt, het aantal te verkiezen gemeenteraadsleden van de nieuwe gemeente;

          2° het maximale aantal per gemeente te verkiezen schepenen, het maximale aantal schepenen van de nieuwe gemeente en het aantal per gemeente te verkiezen schepenen in de gemeente Voeren en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;

          3° het aantal te verkiezen leden van de raad voor maatschappelijk welzijn in de gemeente Voeren en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;

          4° het aantal te verkiezen leden van het vast bureau in de gemeente Voeren en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;

          5° het aantal te verkiezen leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst per gemeente en het aantal te verkiezen leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst van de nieuwe gemeenten.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Theo Francken, Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Martine Dierickx, Klaas Gutschoven
          Voorstanders: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, Martine Dierickx
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          BESLUIT

          Enig artikel. De commissie beleidsdomeinen neemt kennis van het besluit van de Vlaamse Regering inzake het aantal te verkiezen mandatarissen lokale en provinciale verkiezingen 2024.

    • FINANCIEN

      • 185.31 Bestuur van de kerkfabrieken, raad en bureau van kerkmeesters, enz.

        • Bestuur van de eredienst Sint-Kwinten Linden - Jaarrekening 2023 - Advies

          Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de jaarrekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Kwinten Linden gunstig te adviseren.

          FEITEN EN CONTEXT

          Op 26 april 2024 werd door het centraal kerkbestuur Lubbeek de jaarrekening 2023 van het bestuur van de eredienst Sint-Kwinten Linden, met een exploitatieoverschot van 9.331,65 EUR, ingediend.

          JURIDISCHE GRONDEN

          Decreet Lokaal Bestuur

          Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 54 en 55

          Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 39 tot en met 43

          Ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 1 tot en met 12

          ARGUMENTATIE

          Uit het bewijsstuk van de kastoestand op 31 december 2023 en de bijgevoegde afdrukken van de rekeninguittreksels kan opgemaakt worden dat het resultaat van de jaarrekening correct is.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Theo Francken, Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Martine Dierickx, Klaas Gutschoven
          Voorstanders: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, Martine Dierickx
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          BESLUIT

          Artikel 1. De jaarrekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Kwinten Linden wordt gunstig geadviseerd met volgende kerncijfers:

          Exploitatie-ontvangsten: 3.985,44 EUR

          Exploitatie-uitgaven: 28.309,87 EUR

          Overboekingen: 0,00 EUR

          Exploitatie eigen financieel boekjaar: -24.324,43 EUR

          Overschot/tekort 2022: 8.236,35 EUR

          Exploitatietoelage: 25.419,73 EUR

          Overschot/tekort exploitatie: 9.331,65 EUR

           

          Investeringsontvangsten: 0,00 EUR

          Investeringsuitgaven: 114.900,00 EUR

          Overboekingen: 0,00 EUR

          Investeringen eigen financieel boekjaar: -114.900,00 EUR

          Overschot/tekort 2022: 114.900,00 EUR

          Overschot/tekort investeringen: 0,00 EUR

          Art. 2. Kennis te geven van dit besluit aan de penningmeester van de kerkfabriek Sint-Kwinten Linden, het centraal kerkbestuur Lubbeek, het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.

        • Bestuur van de eredienst Sint-Bernardus Lubbeek - Jaarrekening 2023 - Advies

          Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de jaarrekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Bernardus Lubbeek gunstig te adviseren.

          FEITEN EN CONTEXT

          Op 26 april 2024 werd door het centraal kerkbestuur Lubbeek de jaarrekening 2023 van het bestuur van de eredienst Sint-Bernardus Lubbeek, met een exploitatieoverschot van 159.146,67 EUR en een investeringstekort van 106.009,70 EUR, ingediend.

          JURIDISCHE GRONDEN

          Decreet Lokaal Bestuur

          Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 54 en 55

          Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 39 tot en met 43

          Ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 1 tot en met 12

          ARGUMENTATIE

          Uit het bewijsstuk van de kastoestand op 31 december 2023 en de bijgevoegde afdrukken van de rekeninguittreksels kan opgemaakt worden dat het resultaat van de jaarrekening correct is.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Theo Francken, Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Martine Dierickx, Klaas Gutschoven
          Voorstanders: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, Martine Dierickx
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          BESLUIT

          Artikel 1. De jaarrekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Bernardus Lubbeek wordt gunstig geadviseerd met volgende kerncijfers:

          Exploitatie-ontvangsten: 19.213,34 EUR

          Exploitatie-uitgaven: 26.085,18 EUR

          Overboekingen: 0,00 EUR

          Exploitatie eigen financieel boekjaar: -6.871,84 EUR

          Overschot/tekort 2022: 147.144,97 EUR

          Exploitatietoelage: 18.873,54 EUR

          Overschot/tekort exploitatie: 159.146,67 EUR

           

          Investeringsontvangsten: 0,00 EUR

          Investeringsuitgaven: 12.500,00 EUR

          Overboekingen: 0,00 EUR

          Investeringen eigen financieel boekjaar: -12.500,00 EUR

          Overschot/tekort 2022: -93.509,70 EUR

          Overschot/tekort investeringen: -106.009,70 EUR

          Art. 2. Kennis te geven van dit besluit aan de penningmeester van de kerkfabriek Sint-Bernardus Lubbeek, het centraal kerkbestuur Lubbeek, het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.

        • Bestuur van de eredienst Sint-Martinus Lubbeek - Jaarrekening 2023 - Advies

          Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de jaarrekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Martinus Lubbeek gunstig te adviseren.

          FEITEN EN CONTEXT

          Op 26 april 2024 werd door het centraal kerkbestuur Lubbeek de jaarrekening 2023 van het bestuur van de eredienst Sint-Martinus Lubbeek, met een exploitatieoverschot van 135.119,39 EUR en een investeringsoverschot van 26.215,46 EUR, ingediend.

          JURIDISCHE GRONDEN

          Decreet Lokaal Bestuur

          Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 54 en 55

          Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 39 tot en met 43

          Ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 1 tot en met 12

          ARGUMENTATIE

          Uit het bewijsstuk van de kastoestand op 31 december 2023 en de bijgevoegde afdrukken van de rekeninguittreksels kan opgemaakt worden dat het resultaat van de jaarrekening correct is.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Theo Francken, Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Martine Dierickx, Klaas Gutschoven
          Voorstanders: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, Martine Dierickx
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          BESLUIT

          Artikel 1. De jaarrekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Martinus Lubbeek wordt gunstig geadviseerd met volgende kerncijfers:

          Exploitatie-ontvangsten: 24.970,90 EUR

          Exploitatie-uitgaven: 141.625,06 EUR

          Overboekingen: 0,00 EUR

          Exploitatie eigen financieel boekjaar: -116.654,16 EUR

          Overschot/tekort 2022: 129.206,22 EUR

          Exploitatietoelage: 122.567,33 EUR

          Overschot/tekort exploitatie: 135.119,39 EUR

           

          Investeringsontvangsten: 829.061,38 EUR

          Investeringsuitgaven: 731.272,97 EUR

          Overboekingen: 0,00 EUR

          Investeringen eigen financieel boekjaar: 97.788,41 EUR

          Overschot/tekort 2022: -71.572,95 EUR

          Overschot/tekort investeringen: 26.215,46 EUR

          Art. 2. Kennis te geven van dit besluit aan de penningmeester van de kerkfabriek Sint-Martinus Lubbeek, het centraal kerkbestuur Lubbeek, het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.

        • Bestuur van de eredienst Sint-Jan-Baptist Binkom - Jaarrekening 2023 - Advies

          Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de jaarrekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Jan-Baptist Binkom gunstig te adviseren.

          FEITEN EN CONTEXT

          Op 26 april 2024 werd door het centraal kerkbestuur Lubbeek de jaarrekening 2023 van het bestuur van de eredienst Sint-Jan-Baptist Binkom, met een exploitatieoverschot van 65.276,81 EUR en een investeringsoverschot van 54.474,11 EUR, ingediend.

          JURIDISCHE GRONDEN

          Decreet Lokaal Bestuur

          Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 54 en 55

          Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 39 tot en met 43

          Ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 1 tot en met 12

          ARGUMENTATIE

          Uit het bewijsstuk van de kastoestand op 31 december 2023 en de bijgevoegde afdrukken van de rekeninguittreksels kan opgemaakt worden dat het resultaat van de jaarrekening correct is.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Theo Francken, Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Martine Dierickx, Klaas Gutschoven
          Voorstanders: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, Martine Dierickx
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          BESLUIT

          Artikel 1. De jaarrekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Jan-Baptist Binkom wordt gunstig geadviseerd met volgende kerncijfers:

          Exploitatie-ontvangsten: 14.098,27 EUR

          Exploitatie-uitgaven: 76.098,75 EUR

          Overboekingen: 0,00 EUR

          Exploitatie eigen financieel boekjaar: -62.000,48 EUR

          Overschot/tekort 2022: 44.667,11 EUR

          Exploitatietoelage: 82.610,18 EUR

          Overschot/tekort exploitatie: 65.276,81 EUR

           

          Investeringsontvangsten: 100.000,00 EUR

          Investeringsuitgaven: 52.835,65 EUR

          Overboekingen: 0,00 EUR

          Investeringen eigen financieel boekjaar: 47.164,35 EUR

          Overschot/tekort 2022: 7.309,76 EUR

          Overschot/tekort investeringen: 54.474,11 EUR

          Art. 2. Kennis te geven van dit besluit aan de penningmeester van de kerkfabriek Sint-Jan-Baptist Binkom, het centraal kerkbestuur Lubbeek, het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.

        • Bestuur van de eredienst Sint-Pieter Pellenberg - Jaarrekening 2023 - Advies

          Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de jaarrekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Pieter Pellenberg gunstig te adviseren.

          FEITEN EN CONTEXT

          Op 26 april 2024 werd door het centraal kerkbestuur Lubbeek de jaarrekening 2023 van het bestuur van de eredienst Sint-Pieter Pellenberg, met een exploitatieoverschot van 8.397,64 EUR en een investeringstekort van 254,09 EUR, ingediend.

          JURIDISCHE GRONDEN

          Decreet Lokaal Bestuur

          Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 54 en 55

          Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 39 tot en met 43

          Ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 1 tot en met 12

          ARGUMENTATIE

          Uit het bewijsstuk van de kastoestand op 31 december 2023 en de bijgevoegde afdrukken van de rekeninguittreksels kan opgemaakt worden dat het resultaat van de jaarrekening correct is.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Theo Francken, Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Martine Dierickx, Klaas Gutschoven
          Voorstanders: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, Martine Dierickx
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          BESLUIT

          Artikel 1. De jaarrekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Pieter Pellenberg wordt gunstig geadviseerd met volgende kerncijfers:

          Exploitatie-ontvangsten: 56.026,65 EUR

          Exploitatie-uitgaven: 38.058,69 EUR

          Overboekingen: -17.500,00 EUR

          Exploitatie eigen financieel boekjaar: 467,96 EUR

          Overschot/tekort 2022: 7.929,68 EUR

          Exploitatietoelage: 0,00 EUR

          Overschot/tekort exploitatie: 8.397,64 EUR

           

          Investeringsontvangsten: 12.661,56 EUR

          Investeringsuitgaven: 28.532,40 EUR

          Overboekingen: 17.500,00 EUR

          Investeringen eigen financieel boekjaar: 1.629,16 EUR

          Overschot/tekort 2022: -1.883,25 EUR

          Overschot/tekort investeringen: -254,09 EUR

          Art. 2. Kennis te geven van dit besluit aan de penningmeester van de kerkfabriek Sint-Pieter Pellenberg, het centraal kerkbestuur Lubbeek, het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.

      • 475.1 Dienstjaarrekening

        • Vaststelling jaarrekening 2023 gemeente en OCMW - deel OCMW

          Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt voorgesteld om de jaarrekening 2023 met de volgende resultaten voor haar deel vast te stellen.
          De geconsolideerde algemene jaarrekening 2023 voor de gemeente en het OCMW sluit af met een balanstotaal van 93.285.720 EUR en een overschot van 3.245.930 EUR. De budgettaire jaarrekening 2023 voor de gemeente en het OCMW sluit af met een beschikbaar budgettair resultaat van 21.448.040 EUR en een autofinancieringsmarge van 4.862.654 EUR.

          Het bedrag van de gemeentelijke tussenkomst wordt vastgesteld op het bedrag gelijk aan het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten van het boekjaar van het OCMW. Deze boeking is aangewezen om te vermijden dat het OCMW op termijn een negatief netto-actief zou krijgen. Dit is alzo verwerkt in de jaarrekening 2023 - conform de beslissing van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 29/06/2021 aangaande de jaarrekening 2020. De afspraak is dat wij deze berekeningswijze ook zullen hanteren voor de komende jaren hanteren. Het totaal van de opbrengsten voor het OCMW bedraagt voor boekjaar 2023 3.173.476 EUR Het totaal van de kosten voor het OCMW bedraagt voor het boekjaar 2023 4.524.975 EUR. Het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten voor het OCMW bedraagt voor het boekjaar 2023 -1.348.499 EUR, zijnde een tekort. Deze tussenkomst van de gemeente in het OCMW is enkel zichtbaar in de mutatiestaat van het netto-actief (schema T5: de toelichting bij de balans).

          Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt voorgesteld om de jaarrekening 2023 voor haar deel vast te stellen.

           
          FEITEN EN CONTEXT

          De jaarrekening vormt het sluitstuk van de jaarlijkse cyclus, waarbij gerapporteerd wordt over de inhoudelijke realisaties, de financiële gevolgen van het gevoerde beleid op budgettair en algemeen boekhoudkundig vlak en de totale financiële toestand van de gemeente en het OCMW. De verschillende deelrapporten zoals voorgeschreven in de BBC-regelgeving maken samen de jaarrekening uit.

          De jaarrekening bestaat uit een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting. Zodra het bestuur het ontwerp van de jaarrekening aan de raadsleden bezorgt, stelt het hen ook de bijbehorende documentatie ter beschikking. Deze documentatie biedt de raadsleden achtergrondinformatie bij de jaarrekening.  

          Vanaf het meerjarenplan 2020-2025 maken de gemeente en haar OCMW geïntegreerde beleidsrapporten. In die context heeft het geen zin om nog een gemeentelijke bijdrage aan het OCMW te berekenen en te tonen in de beleidsrapporten. Beide besturen moeten het eens zijn over de te bereiken doelstellingen en de financiële haalbaarheid van hun gezamenlijk beleid. Conform artikel 274 van het decreet over het lokaal bestuur dient de gemeente er echter wel voor te zorgen dat het OCMW steeds zijn financiële verplichtingen kan nakomen. De regelgeving legt geen berekeningswijze, timing of procedure vast om het bedrag van de gemeentelijke tussenkomst vast te stellen. Er werden tussen gemeente en OCMW geen vaste afspraken gemaakt over de wijze waarop het bedrag van de tussenkomst wordt bepaald. Dit houdt in dat het bedrag dat in de beslissing over de jaarrekening is opgenomen het voorstel van het uitvoerend orgaan is. Indien de raden hierover dus geen afzonderlijk besluit nemen, is die beslissing impliciet vervat in de beslissing over de vaststelling van de jaarrekening waarin de tussenkomst in kwestie verwerkt is. Er wordt voorgesteld om het bedrag van de gemeentelijke tussenkomst vast te stellen op het bedrag gelijk aan het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten van het boekjaar van het OCMW. Deze boeking is aangewezen om te vermijden dat het OCMW op termijn een negatief netto-actief zou krijgen. Dit is alzo verwerkt in de jaarrekening 2023. Deze berekeningswijze zullen wij ook voor de komende jaren hanteren conform de beslissing van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 29/06/2021 aangaande de jaarrekening 2020.

          Het totaal van de opbrengsten voor het OCMW bedraagt voor boekjaar 2023 3.173.476 EUR

          Het totaal van de kosten voor het OCMW bedraagt voor het boekjaar 2023 4.521.975 EUR

          Het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten voor het OCMW bedraagt voor het boekjaar 2023 -1.348.499 EUR, zijnde een tekort.

          Dit tekort wordt aangezuiverd door de gemeentelijke tussenkomst. Deze tussenkomst van de gemeente in het OCMW is enkel zichtbaar in de mutatiestaat van het netto-actief (schema T5: de toelichting bij de balans).

          De gemeente en haar OCMW vormen samen één rapporteringsentiteit en maken een geïntegreerde jaarrekening. Juridisch blijven het echter twee afzonderlijke entiteiten. Daarom stemmen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn elk over hun deel van de gezamenlijke jaarrekening. Slechts in een aantal onderdelen van de jaarrekening komen de cijfers van de gemeente en het OCMW apart tot uiting: schema J3 (realisatie van de kredieten) en het schema T5 (de toelichting bij de balans - deel nettoactief). In de bewoordingen van artikel 249 §3 van het decreet lokaal over het lokaal bestuur wordt expliciet gesproken over het 'deel van het OCMW' en 'het deel van de gemeente'. Dit is vooral om duidelijk te maken dat de raad voor maatschappelijk welzijn eigenlijk geen uitspraak kan doen (of afzonderlijk kan stemmen) over elementen in de beleidsrapporten die exclusief tot de bevoegdheid van de gemeente behoren zoals bijvoorbeeld belastingen. De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn over het OCMW heeft dus enkel betrekking op de transacties van het OCMW die impliciet in de geïntegreerde jaarrekening zijn opgenomen. Hetzelfde geldt over de beslissing van de gemeenteraad over het deel van de gemeente. Daarna keurt de gemeenteraad het deel van de jaarrekening zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed en stelt zo de gezamenlijke jaarrekening van de gemeente en het OCMW definitief vast.  Dat is nodig omdat de gemeente er nog steeds voor moet zorgen dat het OCMW zijn financiële verplichtingen kan voldoen. In theorie zou de gemeenteraad het deel van het OCMW niet kunnen goedkeuren als ze van oordeel is dat de financiële belangen van de gemeente worden geschaad.

          De jaarrekening wordt vastgesteld voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.De jaarrekening 2023 voor gemeente en OCMW wordt afgesloten met volgende resultaten:

             - balanstotaal: 93.285.720 EUR

             - overschot van het boekjaar - algemene boekhouding: 3.245.930 EUR

             - beschikbaar budgettair resultaat: 21.448.040 EUR

             - autofinancieringsmarge: 4.862.654 EUR

          JURIDISCHE GRONDEN

          Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikelen 171, 176, 249, 250, 251, 252, 260, 261, 262 en 274.

          Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, en de latere wijzigingen.

          Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Theo Francken, Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Martine Dierickx, Klaas Gutschoven
          Voorstanders: Raf De Canck, Jo Pierson, Ellen Lammens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, Martine Dierickx
          Onthouders: Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben
          Resultaat: Met 6 stemmen voor, 5 onthoudingen
          BESLUIT

          Artikel 1. De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de jaarrekening 2023 gemeente en OCMW voor het deel OCMW vast. De staat van opbrengsten en kosten 2023 voor het OCMW heeft een tekort van 1.456.832 EUR, wat verwerkt wordt als een tussenkomst van de gemeente in het tekort van het boekjaar van het OCMW.

          Art. 2. Dit besluit over de vaststelling van de jaarrekening 2023 gemeente en OCMW - deel OCMW wordt voor goedkeuring aan de gemeenteraad overgemaakt.

          Art. 3. Het raadsbesluit zal conform de betreffende toezichtregeling aan de toezichthoudende overheid worden toegezonden.

           

      • 475.13 Goedkeuring

        • Vaststelling jaarrekening 2023 gemeente en OCMW: vaststelling jaarrekening 2023 - deel gemeente en goedkeuring jaarrekening 2023 - deel OCMW

          De algemene jaarrekening 2023 voor de gemeente en het OCMW sluit af met een balanstotaal van 93.285.720 EUR en een overschot van 3.245.930 EUR. De budgettaire jaarrekening 2023 voor de gemeente en het OCMW sluit af met een beschikbaar budgettair resultaat van 21.448.040 EUR en een autofinancieringsmarge van 4.862.654 EUR.

          Het bedrag van de gemeentelijke tussenkomst wordt vastgesteld op het bedrag gelijk aan het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten van het boekjaar van het OCMW. Deze boeking is aangewezen om te vermijden dat het OCMW op termijn een negatief netto-actief zou krijgen. Dit is alzo verwerkt in de jaarrekening 2023 - conform de beslissing van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 29/06/2021 aangaande de jaarrekening 2020. Deze berekeningswijze zullen wij ook voor de komende jaren hanteren. Het totaal van de opbrengsten voor het OCMW bedraagt voor boekjaar 2023 3.173.476 EUR. Het totaal van de kosten voor het OCMW bedraagt voor het boekjaar 2023 4.521.975 EUR. Het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten voor het OCMW bedraagt voor het boekjaar 2023 -1.348.499 EUR, zijnde een tekort. Deze tussenkomst van de gemeente in het OCMW is enkel zichtbaar in de mutatiestaat van het netto-actief (schema T5: de toelichting bij de balans).

          Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de jaarrekening 2023 voor haar deel vast te stellen.
          Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het deel OCMW van de jaarrekening 2023 zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed te keuren.
          Hierdoor stelt de gemeenteraad de gezamenlijke jaarrekening van de gemeente en het OCMW definitief vast.

           
          FEITEN EN CONTEXT

          De jaarrekening vormt het sluitstuk van de jaarlijkse cyclus, waarbij gerapporteerd wordt over de inhoudelijke realisaties, de financiële gevolgen van het gevoerde beleid op budgettair en algemeen boekhoudkundig vlak en de totale financiële toestand van de gemeente en het OCMW. De verschillende deelrapporten zoals voorgeschreven in de BBC-regelgeving maken samen de jaarrekening uit.

          De jaarrekening bestaat uit een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting. Zodra het bestuur het ontwerp van de jaarrekening aan de raadsleden bezorgt, stelt het hen ook de bijbehorende documentatie ter beschikking. Deze documentatie biedt de raadsleden achtergrondinformatie bij de jaarrekening.  

          Vanaf het meerjarenplan 2020-2025 maken de gemeente en haar OCMW geïntegreerde beleidsrapporten. In die context heeft het geen zin om nog een gemeentelijke bijdrage aan het OCMW te berekenen en te tonen in de beleidsrapporten. Beide besturen moeten het eens zijn over de te bereiken doelstellingen en de financiële haalbaarheid van hun gezamenlijk beleid. Conform artikel 274 van het decreet over het lokaal bestuur dient de gemeente er echter wel voor te zorgen dat het OCMW steeds zijn financiële verplichtingen kan nakomen. De regelgeving legt geen berekeningswijze, timing of procedure vast om het bedrag van de gemeentelijke tussenkomst vast te stellen. Er werden tussen gemeente en OCMW geen vaste afspraken gemaakt over de wijze waarop het bedrag van de tussenkomst wordt bepaald. Dit houdt in dat het bedrag dat in de beslissing over de jaarrekening is opgenomen het voorstel van het uitvoerend orgaan is. Indien de raden hierover dus geen afzonderlijk besluit nemen, is die beslissing impliciet vervat in de beslissing over de vaststelling van de jaarrekening waarin de tussenkomst in kwestie verwerkt is. Er wordt voorgesteld om het bedrag van de gemeentelijke tussenkomst vast te stellen op het bedrag gelijk aan het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten van het boekjaar van het OCMW. Deze boeking is aangewezen om te vermijden dat het OCMW op termijn een negatief netto-actief zou krijgen. Dit is alzo verwerkt in de jaarrekening 2023. Deze berekeningswijze zullen wij ook voor de komende jaren hanteren conform de beslissing van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 29/06/2021 aangaande de jaarrekening 2020.

          Het totaal van de opbrengsten voor het OCMW bedraagt voor boekjaar 2023 3.173.476 EUR

          Het totaal van de kosten voor het OCMW bedraagt voor het boekjaar 2023 4.521.975 EUR

          Het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten voor het OCMW bedraagt voor het boekjaar 2023 -1.348.499 EUR, zijnde een tekort.

          Dit tekort wordt aangezuiverd door de gemeentelijke tussenkomst. Deze tussenkomst van de gemeente in het OCMW is enkel zichtbaar in de mutatiestaat van het netto-actief (schema T5: de toelichting bij de balans).

          De gemeente en haar OCMW vormen samen één rapporteringsentiteit en maken een geïntegreerde jaarrekening. Juridisch blijven het echter twee afzonderlijke entiteiten. Daarom stemmen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn elk over hun deel van de gezamenlijke jaarrekening. Slechts in een aantal onderdelen van de jaarrekening komen de cijfers van de gemeente en het OCMW apart tot uiting: schema J3 (realisatie van de kredieten) en het schema T5 (de toelichting bij de balans - deel nettoactief). In de bewoordingen van artikel 249 §3 van het decreet lokaal over het lokaal bestuur wordt expliciet gesproken over het 'deel van het OCMW' en 'het deel van de gemeente'. Dit is vooral om duidelijk te maken dat de raad voor maatschappelijk welzijn eigenlijk geen uitspraak kan doen (of afzonderlijk kan stemmen) over elementen in de beleidsrapporten die exclusief tot de bevoegdheid van de gemeente behoren zoals bijvoorbeeld belastingen. De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn over het OCMW heeft dus enkel betrekking op de transacties van het OCMW die impliciet in de geïntegreerde jaarrekening zijn opgenomen. Hetzelfde geldt over de beslissing van de gemeenteraad over het deel van de gemeente. Daarna keurt de gemeenteraad het deel van de jaarrekening zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed en stelt zo de gezamenlijke jaarrekening van de gemeente en het OCMW definitief vast.  Dat is nodig omdat de gemeente er nog steeds voor moet zorgen dat het OCMW zijn financiële verplichtingen kan voldoen. In theorie zou de gemeenteraad het deel van het OCMW niet kunnen goedkeuren als ze van oordeel is dat de financiële belangen van de gemeente worden geschaad.

          De jaarrekening wordt vastgesteld voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.De jaarrekening 2023 voor gemeente en OCMW wordt afgesloten met volgende resultaten:

             - balanstotaal: 93.285.720 EUR

             - overschot van het boekjaar - algemene boekhouding: 3.245.930 EUR

             - beschikbaar budgettair resultaat: 21.448.040 EUR

             - autofinancieringsmarge: 4.862.654 EUR

           
          JURIDISCHE GRONDEN

          Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikelen 171, 176, 249, 250, 251, 252, 260, 261, 262 en 274.

          Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, en de latere wijzigingen.

          Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Theo Francken, Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Martine Dierickx, Klaas Gutschoven
          Voorstanders: Raf De Canck, Jo Pierson, Ellen Lammens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, Martine Dierickx
          Onthouders: Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben
          Resultaat: Met 6 stemmen voor, 5 onthoudingen
          BESLUIT

          Artikel 1. De gemeenteraad stelt de jaarrekening 2023 gemeente en OCMW voor het deel gemeente vast. De staat van opbrengsten en kosten 2023 voor de gemeente heeft een overschot van 1.498.063 EUR, waarvan 1.456.832 EUR verwerkt wordt als de tussenkomst van de gemeente in het tekort van het OCMW en 41.231 EUR verwerkt wordt als het over te dragen overschot van het boekjaar.

          Art. 2. De gemeenteraad keurt het deel OCMW van de jaarrekening 2023 gemeente en OCMW zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. De staat van opbrengsten en kosten 2023 voor het OCMW heeft een tekort van 1.456.832 EUR, wat verwerkt wordt als een tussenkomst van de gemeente in het tekort van het boekjaar van het OCMW.

          Art. 3. De gemeenteraad stelt de gezamenlijke jaarrekening van de gemeente en OCMW definitief vast.

          Art. 4. Het raadsbesluit zal conform de betreffende toezichtregeling aan de toezichthoudende overheid worden toegezonden.

          Art. 5. De documenten van de jaarrekening 2023 gemeente en OCMW zullen via het digitaal loket aan de toezichthoudende overheid gerapporteerd worden.

          Art. 6. De jaarrekening 2023 wordt binnen de 10 dagen na de vaststelling gepubliceerd op de website met de publicatiedatum.

           


      • 488.9 Diverse uitgaven

        • reglement provisierekeningen, visakaart en tankkaart

          FEITEN EN CONTEXT

          Lokaal bestuur Lubbeek werkt met provisierekeningen.  Er is echter geen eenduidige werking:  voor het OCMW is er geen reglement en het reglement van de gemeente is niet up to date.  Het ontbreken van een duidelijk kader leidt ertoe dat het onduidelijk is wat de verwachtingen zijn en waarop er gecontroleerd moet worden. het is daarom nodig om een nieuw reglement rond het gebruik van de provisierekeningen te schrijven.  Dit reglement geldt voor het ganse lokaal bestuur.

          Het reglement neemt naast de provisierekeningen ook het gebruik van kredietkaarten op. 

          De tankkaarten maken geen deel uit van dit reglement:  een gespecialiseerde firma zal de tankkaarten beheren en factureert de afnames aan het lokaal bestuur.  Dit reglement neemt wel op wat de procedure is indien een tankkaart niet correct wordt gebruikt.

          FINANCIEN

          geen impact

          Publieke stemming
          Aanwezig: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Theo Francken, Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Martine Dierickx, Klaas Gutschoven
          Voorstanders: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, Martine Dierickx
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          BESLUIT

          Artikel 1:  De gemeenteraad keurt het bijgaand reglement goed

          Artikel 2:  de gemeenteraad geeft de opdracht aan de dienst financiën om de nodige stappen te nemen ter uitvoering ervan.

          ARTIKEL 1:  PRINCIPE

          Op basis van het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017,  artikel 272§1,  2e lid kunnen provisies ter beschikking worden gesteld aan personeelsleden voor het betalen van geringe exploitatie-uitgaven,  indien het organisatiebeheersingssysteem daarvoor een regeling bevat.

          Onder geringe exploitatie-uitgaven wordt verstaan het betalen van uitgaven in omstandigheden die noodzakelijk zijn voor het normaal functioneren van de diensten,  en waarbij uitstel de dienstverlening kan hypothekeren.  Het gaat om uitgaven waarvan de schuldeiser en het bedrag vooraf niet kan worden aangeduid,  en er hierdoor niet de normale betalingsprocedure (bestelaanvraag,  bestelbon,  factuur) van de gemeente/het OCMW kan gevolgd worden.

          De provisie wordt toegekend aan een dienst,  het afdelingshoofd is de verantwoordelijke van de provisie. 

           

          ARTIKEL 2:  OPENING VAN DE PROVISIE

          De volgende provisierekeningen zijn reeds aanwezig op het bestuur en worden via dit besluit opnieuw vastgesteld:

          entiteit

          Omschrijving

           bedrag

          Gemeente

          dienst infrastructuur

             1 500

          Gemeente

          school Binkom

                600

          Gemeente

          school Linden

                600

          Gemeente

          school Pellenberg

                600

          Gemeente

          BKO

                600

          Gemeente

          cultuur, sport  en jeugd

                600

          OCMW

          dienstencentrum

                600

          OCMW

          dringende steun SD

             5 000

           

          Bijkomende provisierekeningen kunnen door de algemeen directeur worden toegekend.  bij de toekenning van de provisie wordt de dienst gespecifieerd en de verantwoordelijke (functie en naam) alsook het bedrag van de provisie.  Dit gebeurt na advies van de financieel directeur. 

          Indien de beslissing van de algemeen directeur afwijkt van het advies van de financieel directeur,  dan wordt de beslissing voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen/vast bureau. 

           

          ARTIKEL 3:  OMVANG VAN DE PROVISIE

          Een provisie kan maximaal 5.000 euro bedragen.

            

          ARTIKEL 4:  GEBRUIK VAN DE PROVISIE

          De provisie wordt steeds ter beschikking gesteld via een zichtrekening.  De financieel directeur staat in voor het openen van de rekening en het provisioneren ervan.   

          De provisie kan aangewend worden door via de rekening overschrijvingen te doen of door betalingen met een bankkaart.  Het afdelingshoofd beslist welke medewerkers van de dienst mogen beschikken over een bankkaart om een beroep te doen op de provisie.  Er kunnen dus verschillende kaarten,  op naam van verschillende personeelsleden,  gekoppeld zijn aan één provisierekening. 

          De financiële dienst zal het afdelingshoofd 1 keer per jaar een overzicht bezorgen van alle kaarten die met betrekking tot de provisierekening in omloop zijn.  Het is de verantwoordelijkheid van het afdelingshoofd om op basis van deze lijst te evalueren of alle kaarten nog relevant zijn en indien nodig over te gaan tot de schrapping ervan.

          Indien een kaarthouder de organisatie verlaat is het de verantwoordelijkheid van het afdelingshoofd om op dat moment de bankkaart in ontvangst te nemen en over te maken aan de financiële dienst,  die de kaart zal vernietigen.

          Het is niet toegelaten om cash geld af te halen met de provisierekening.

           

          ARTIKEL 5:  VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN HET AFDELINGSHOOFD

          Het afdelingshoofd is persoonlijk verantwoordelijk voor het beheer van de toegekende provisie.  Hij/zij dient er steeds voor te zorgen dat het aan hem/haar toegekende bedrag kan verantwoord worden door de som van 2 componenten:

          -        Het saldo op de zichtrekening,

          -        De verantwoordingsstukken van de gemaakte uitgaven.

           

          ARTIKEL 6:  BEWIJS VAN DE UITGAVEN

          Het afdelingshoofd dienst voor elke uitgave een geldig verantwoordingsstuk te bekomen.  Mogelijke verantwoordingsstukken zijn:

          -        Een kasticket

          -        Een voldane factuur

          -        Een kostennota

          -        Een verklaring op eer van het afdelingshoofd met detail van uitgave en de rede waarom geen ander verantwoordingsstuk kon bekomen worden.

          Op elk verantwoordingsstuk moet de datum en het bedrag vermeld staan.

           


           

          ARTIKEL 7:  AANZUIVEREN PROVISIE

          Indien het afdelingshoofd na gedane uitgaven zijn provisie wil aanzuiveren gebruikt hij/zij hiervoor een standaard formulier dat ter beschikking wordt gesteld door de dienst financiën.  Dit afrekenblad wordt samen met de verantwoordingsstukken bezorgd aan de dienst financiën.  Het afrekenblad moet per uitgave bevatten:

          -        Het volgnummer (dit volgnummer wordt ook op het verantwoordingsstuk vermeld)

          -        De leverancier

          -        Het bedrag

          -        De budgetsleutel.

          Het afrekenblad wordt ondertekend door het afdelingshoofd.

          Minstens eens per kwartaal moet de aanzuivering van de provisie aangevraagd worden,  zodat de uitgaven tijdig kunnen toegewezen worden aan de budgetten van de dienst.

          De dienst financiën verifieert de aangeleverde verantwoordingsstukken en maakt de aansluiting met de ter beschikking gestelde provisie.  Bij aanvaarding van de uitgaven wordt het bedrag overgeschreven op de provisierekening.  Hiervoor is de dubbele handtekening vereist.

          Indien bepaalde gedane uitgaven niet door de dienst financiën zijn aanvaard,  of indien de aansluiting met de gestelde provisie niet kan worden gemaakt,  wordt de procedure in artikel 8 gevolgd.

           

          ARTIKEL 8:  PROCEDURE BIJ VASTSTELLEN VERSCHIL/ONEIGENLIJK GEBRUIK/ MISBRUIK/ VERLIES/ DIEFSTAL

          Bij vaststelling van een verschil wordt dit verschil op duidelijke wijze door het afdelingshoofd ingeschreven op het afrekenblad dat aan de dienst financiën wordt bezorgd.

          Indien de dienst financiën oneigenlijk gebruik van de provisie vaststelt,  zal de financieel directeur hierover overleg plegen met het betreffende afdelingshoofd.

          Bij vermoedens van misbruik kan door de financieel directeur een verslag opgemaakt worden.  Dit verslag wordt overgemaakt aan de algemeen directeur,  die het zal agenderen op het betreffende orgaan.  De algemeen directeur kan de nodige maatregelen nemen, zoals daar zijn het afnemen van de provisie.

          Indien een afdelingshoofd een verlies of diefstal vaststelt,  worden de algemeen directeur en de financieel directeur onmiddellijk op de hoogte gebracht.  In samenspraak met de algemeen directeur doet het afdelingshoofd aangifte bij de lokale politie.  Een kopie van de aangifte wordt bezorgd aan de financieel directeur.

          De financieel directeur gaat over tot de verificatie van de provisierekening om het totale tekort vast te stellen en maakt hiervan een verslag op.   Hij staat in voor het blokkeren van de kaart indien nodig.

          De algemeen directeur agendeert het dossier op het college van burgemeester en schepenen/vast bureau,  die een beslissing neemt betreffende de aansprakelijkheid en het tekort.

           

          ARTIKEL 9:  GEBRUIK KREDIETKAART

          Voor de goede werking van de dienst kan het aangewezen zijn om over een kredietkaart te beschikken.  Enkel de algemeen directeur en de financieel directeur komen in aanmerking voor een kredietkaart.

          De kaart wordt toegekend op naam en niet op dienst.  De houder,  kaartnummer en bankrekening waaraan de kaart gelinkt is wordt ingeschreven in een register,  dat door de financieel directeur bijgehouden wordt.

          de uitgaven kunnen via de kredietkaart gebeuren indien deze uitgaven op geen andere manier kunnen gebeuren.  Voorbeelden zijn:

          -        de hostingkosten van bepaalde social media, 

          -        online aankopen,

          -        aankopen in het buitenland, 

          -        representatiekosten,

          -        …

          De uitgaven van de kaart worden maandelijks door de bank afgehouden van de zichtrekening.  De bank stelt de verzamelstaat ter beschikking aan de dienst financiën.  Het is aan de kaarthouder om op dat moment alle verantwoordingsstukken te bezorgen aan de dienst financiën.  Het is aangewezen om op de verantwoordingsstukken te noteren waarop de uitgave betrekking heeft.

          Het is niet toegelaten om met de kredietkaart cash geld af te halen.

          De financiële dienst agendeert de uitgavenstaat van de kredietkaart op het college van burgemeester en schepenen.

          Bij misbruik, verlies of diefstal wordt er een verslag opgemaakt en geagendeerd op het bevoegde orgaan,  die een beslissing neemt betreffende de aansprakelijkheid en het tekort.  Het verslag wordt door de algemeen directeur opgemaakt indien het de financieel directeur betreft,  en vice versa.

           

          ARTIKEL 10:  TANKKAARTEN

          Voor de goede werking van de dienst kan het aangewezen zijn om over een tankkaart te beschikken.  Het systeem van de tankkaarten valt niet onder het reglement van de provisierekeningen. 

          De tankkaarten zullen aangeboden worden door een gespecialiseerde organisatie.  De gebruiker van de tankkaart zal een afsprakennota ondertekenen over het gebruik ervan.

          Indien er misbruik wordt vastgesteld zal de algemeen directeur hierover een verslag opmaken.  Dit verslag wordt geagendeerd op het bevoegde orgaan,  die een beslissing neemt betreffende de aansprakelijkheid en het tekort.

           

           

           

    • GBS ALGEMEEN

      • 550 Onderwijs - algemeen. Wetgeving

        • Retributiereglement voor het gemeentelijk onderwijs - schooljaar 2024-2025

          Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om voor de periode met ingang van 1 september 2024 en eindigend op 31 augustus 2025 een gemeentelijke retributie gevestigd wordt op prestaties van het gemeentelijk onderwijs goed te keuren.

          FEITEN EN CONTEXT

          Voor het begin van elk schooljaar wordt het schoolreglement, daar waar nodig, aangepast aan de nieuwe regelgeving en de op dat ogenblik geldende afspraken over de bijdrageregeling. In het schoolreglement zijn deze tarieven opgenomen onder hoofdstuk 3.4 §4 'Bijdrageregeling'. Basisscholen moeten een bijdrageregeling vaststellen met een opgave van de verschillende categorieën kosten waarvoor een tussenkomst van de ouders kan gevraagd worden.

          De voorgestelde tarieven gaan in op 1 september 2024 en eindigen op 31 augustus 2025.

          De retributies voor het gemeentelijk onderwijs worden vastgesteld als volgt

          Kleuteronderwijs:

          - soep: € 0,50

          - warme maaltijd (enkel hoofdschotel): € 3,20

          - boekentoppers kleuters 4boeken /Boektoppers 7 boeken + cd: €25/ € 35

          - watergewenning 3de kleuterklas  per beurt in zwembad Kessel-lo: € 1,50

          - ééndaagse uitstap: de reële kostprijs wordt aangerekend.

           

          Lager onderwijs:

          - soep: € 0,50

          - warme maaltijd (enkel hoofdschotel): € 3,60

          - schooldrank water/ melk: € 0,50

           

          - boekentoppers lager: €25

          - National Geographic junior(basic/extra): € 39/€49

          - zomerbingel/ vakantiekalender: € 8/ € 12

          - Mol en beer-krant: €20

          - kangoeroewedstrijd: €3,50

          - nieuwjaarsbrieven: € 0,80

          - aankoop badmuts in zwembad Tienen (verplicht vanuit het zwembad): €2,50

          - zwemmen per beurt in zwembad Tienen: €1,1

          - zwemmen per beurt in zwembad Kessel-lo: € 1,80

          - ééndaagse uitstap: de reële kostprijs wordt aangerekend.

          - meerdaagse uitstap: het restbedrag na tussenkomst van de gemeente, het oudercomité en de opbrengsten van activiteiten georganiseerd door de school wordt aangerekend.

           

          Deze retributie is verschuldigd door de ouders of wettelijke voogd van het kind dat gebruik maakt van boven vermelde diensten of goederen.

           

          JURIDISCHE GRONDEN

          Gemeentedecreet artikel 42 en 43

          Decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en later wijzigingen, artikel 28 en 37

          Omzendbrief BaO/2002/1 - informatie bij de eerste inschrijving en schoolreglement

          Collegebeslissing 3 juni 2024 Retributiereglement voor het gemeentelijk onderwijs - schooljaar 2024-2025

          Publieke stemming
          Aanwezig: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Theo Francken, Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Martine Dierickx, Klaas Gutschoven
          Voorstanders: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, Martine Dierickx
          Onthouders: Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven
          Resultaat: Met 9 stemmen voor, 2 onthoudingen
          BESLUIT

          Artikel 1. De gemeenteraad keurt goed dat er voor de periode met ingang van 1 september 2024 en eindigend op 31 augustus 2025 een gemeentelijke retributie gevestigd wordt op prestaties van het gemeentelijk onderwijs.

          Art. 2. De retributies voor het gemeentelijk onderwijs worden vastgesteld als volgt:

           

          Kleuteronderwijs:

          - soep: € 0,50

          - warme maaltijd (enkel hoofdschotel): € 3,20

          - boekentoppers kleuters 4boeken /Boektoppers 7 boeken + cd: €25/ € 35

          - watergewenning 3de kleuterklas  per beurt in zwembad Kessel-lo: € 1,50

          - ééndaagse uitstap: de reële kostprijs wordt aangerekend.

           

          Lager onderwijs:

          - soep: € 0,50

          - warme maaltijd (enkel hoofdschotel): € 3,60

          - schooldrank water/ melk: €0,5

           

          - boekentoppers lager: €25

          - National Geographic junior(basic/extra): € 39/€49

          - zomerbingel/ vakantiekalender: € 8/ € 12

          - Mol en beer-krant: €20

          - kangoeroewedstrijd: €3,50

          - nieuwjaarsbrieven: € 0,80

          - aankoop badmuts in zwembad Tienen (verplicht vanuit het zwembad): €2,50

          - zwemmen per beurt in zwembad Tienen: €1,1

          - zwemmen per beurt in zwembad Kessel-lo: € 1,80

          - ééndaagse uitstap: de reële kostprijs wordt aangerekend.

          - meerdaagse uitstap: het restbedrag na tussenkomst van de gemeente, het oudercomité en de opbrengsten van activiteiten georganiseerd door de school wordt aangerekend.

           

          Art. 3. De retributie is verschuldigd door de ouders of de wettelijke voogd van het kind dat gebruik maakt van bovenvermelde diensten of goederen.

          Art. 4. Het retributiereglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.


    • HUISVESTING

      • 6 Sociale activiteiten

        • Sociaal woonproject Hazeput - vaststelling straatnamen voor de verkaveling Hazeput te Lubbeek - principiële goedkeuring.

          Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de 6 straatnamen en de naam voor het pleintje van de verkaveling Hazeput te Lubbeek goed te keuren. Het College van Burgemeester en Schepenen heeft op 4 maart 2024 als keuze de volgende vrouwennamen voorgesteld: Anna Wierinckx, Martine Tanghe, Elizabeth Scheys, Amelia De Ruyter, Veronica Coosemans, Maria Dechamps en Anita Huybens. De heemkring van Lubbeek staat achter deze naamkeuze en heeft voor deze 7 namen een toelichting gegeven. Deze 7 straatnamen worden gekoppeld aan de 6 straten en het pleintje van de verkaveling Hazeput. Op het opmetingsplan in bijlage zijn de straten in verschillende kleuren weergegeven. Aan de blauwe straat wordt de naam "Martine Tanghestraat"gegeven, aan de rode straat wordt de naam "Anna Wierinckx straat" gegeven, aan de groene straat deel 1 wordt de naam "Veronica Coosemansstraat" gegeven, aan de groene straat deel 2 wordt de naam Amelia De Ruyter straat" gegeven, aan de gele straat wordt de naam "Elisabeth Scheys straat" gegeven, aan de bordeaux straat wordt de naam "Maria Deschamps straat" gegeven en het pleintje wordt het "Anita Huybens pleintje" genoemd. Het college van Burgemeester en schepen besliste in zitting van 3 juni 2024 om deze straatnamen ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad. 

          FEITEN EN CONTEXT

          Voor de ontwikkeling van de toekomstige verkaveling Hazeput zullen er nieuwe straten aangelegd worden. Deze straten moeten een straatnaam krijgen.

          Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 4 maart 2024 de keuze gemaakt om in de nieuwe verkaveling Hazeput de volgende vrouwennamen vast te stellen:

          -Anna Wierinckx- Smets (1915 - 1996) 

          Anna Smets-Wierinckx is geboren op 22 september 1915 te Tielt. Ze overleed te Leuven op 3 januari 1996.

          Op 29 december 1970 werd ze benoemd tot burgemeester van Pellenberg.

          Ze bleef in functie tot aan de gemeenteraadsverkiezingen  van 10 oktober 1976. 

          Anna Wierinckx-Smets is de enige vrouw in de rij van de burgemeesters van de fusiegemeente Lubbeek.

          Het is pas sedert 1921 dat vrouwen burgemeester kunnen worden.

          Voorgesteld wordt om de rode straat van de verkaveling de "Anna Wierinckx straat" te noemen.

          Martine Tanghe (1955 - 2023)

          Martine Tanghe betekende veel voor de inwoners van Vlaanderen.

          Ze werd geboren in het Oost-Vlaamse Bellem maar groeide op in Bissegem bij Kortrijk. Ze studeerde Germaanse filologie aan de KU Leuven. Later ging ze in Lubbeek wonen.

          Ze werd journaliste en nieuwslezer, eerst bij BRT, later VRT. Haar passie voor het Algemeen Nederlands werd overal geprezen. Ze kreeg er allerlei prijzen en onderscheidingen voor. Als nieuwslezer werd ze “het gezicht van het VRT journaal”. Tijdens haar loopbaan werkte ze mee aan heel wat programma’s.

          Voorgesteld wordt om de blauwe straat van de verkaveling de "Martine Tanghe straat" te noemen.

          -Elisabeth Scheys (1808 -1880). (zuster Catharina)

          Kwam uit een vooraanstaande religieuze familie, waardoor zij de mogelijkheden had om een klooster te stichten.

          Geboren in Lubbeek op 26 oktober 1808, als dochter van Philip Jacobus Scheys en Anna Geens.

          Ze was als kind al zeer godsdienstig en vroom. Ze ging op kostschool in Hoegaarden, bij de Zusters van Vereniging me het Heilig Hart.

          Ze voelde zich geroepen tot het kloosterleven en trad in als postulante bij de gasthuiszusters van Leuven. Wegens haar zwakke gezondheid werd ze geweigerd.

          Terug in Lubbeek deed ze veel voor de armen, noodlijdenden, zieken. Ze ondersteunde de Lubbeekse parochie ( o.a. de vergroting van de kerk Sint-Martinus) financieel met haar ruime middelen. Ze stichtte de Mariacongregatie te Lubbeek.

          Ze was op zoek naar een levenswijze “tot meerdere eer van God en tot welzijn van de naaste”. 

          Ze had een voorkeur voor de dominicanerorde.

          Na een lange voorbereiding richtte ze het klooster te Lubbeek op in 1866, op 24 september.

          Voorgesteld wordt om de gele straat van de verkaveling de "Elisabeth Scheys straat" te noemen. 

          -Amelia De Ruyter (1840-1908). (Zuster Dominica) 

          Medestichteres van het klooster te Lubbeek.

          Zij behoorde, samen met Veronica Coosemans, tot de eerste twee postulanten van het klooster van de dominicanessen.

          Haar vader, Petrus, was onderwijzer en koster te Lubbeek. De familie De Ruyter was een welgestelde familie. De familie schonk, tussen 1909 en 1913, een glasraam aan de kerk van Lubbeek Sint-Bernard met de voorstelling van Sint-Dominicus die de rozenkrans ontvangt van O.-L.-Vrouw.

          Toen in 1874 het eerste bijhuis gesticht werd in Vertrijk werd zij er overste.

          Amelia De Ruyter was dus medestichteres van het klooster te Lubbeek , samen met Elisabeth Scheys en  Veronica Coosemans. Na de dood van zuster Catharina werd zij er 2de priorin. 

          In 1866 richtte zij, samen met zuster Rosa, de meisjesschool op.

          Zij stierf op 7 november 1908 na een lange pijnlijke ziekte.

          Voorgesteld wordt om de groene straat (deel 2) van de verkaveling de "Amelia De Ruyter straat" te noemen.

          -Veronica Coosemans (1836-1912). (Zuster Rosa)

          Derde stichteres van het klooster van de dominicanessen te Lubbeek.

          Haar grootvader, Guillaume Coosemans, was burgemeester te Linden van 1819 tot 1931. Later werd hij burgemeester te Kessel-Lo. In Kessel-Lo is een straat naar hem vernoemd. Dit gezin woonde in het historische huis, Den Engel, op de Plein te Linden. Dat huis bestaat nog steeds.

          Haar ouders waren Franciscus Anna Oliviers. Ze waren pachters van de 2de grootste hoeve van Lubbeek, nl. ’t Hof Van Dieven of Dievenhof. De eigenaar was M. d’Udekem-d’Acoz. 

          Als postulant volgde zij een geestelijke opleiding bij de Zusters van de H. Vincentius a Paulo in Opwijk. Zij was de 3de zuster in het klooster te Lubbeek.

          Tussen 1909 en 1913 betaalde zij een statie in de kruisweg in de kerk van Lubbeek Sint-Bernard.

          Zij was lid van verschillende religieuze verenigingen.

          Zij gaf les aan de kinderen.

          Voorgesteld wordt om de groene straat (deel 1) van de verkaveling de "Veronica Coosemans straat" te noemen. 

          Maria Dechamps ( 6 januari 1908-27 februari 1986)

          Woonde in Lubbeek rechtover het ziekenhuis.

          Was een zeer geëngageerd verpleegster bij het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn.

          Tijdens Wereldoorlog II speelde zij een zeer belangrijke rol bij het onderduiken van Joodse kinderen in Lubbeek.

          Tijdens WO II was zij een vertrouweling en medewerker van Eerwaarde heer René Ceuppens die op dat moment aalmoezenier van de weerstand was in de zone Leuven en verbindingsman tussen kardinaal Van Roey en het Geheim Leger. Hij ging zich steeds meer toeleggen op de hulp aan Joodse kinderen. In Lubbeek kon hij een van zijn belangrijke connecties aanspreken: Maria Dechamps. Zijn broer Joris Ceuppens, tijdens WO II tijdelijk onderpastoor in Lubbeek, zocht eveneens mee naar schuilplaatsen voor Joodse kinderen. Maria Dechamps werkte intensief met hem mee. 

          Voorgesteld wordt om de bordeaux straat van de verkaveling de "Maria Dechamps straat" te noemen

          -Anita Huybens (1949-2008) 

          Anita Huybens kreeg de Ereprijs Cultuur in 2006. 

          Zij was een uitzonderlijke dame: een  brok enthousiasme, een vat vol humor en intensiteit, een culturele ziel . Veel engagement, verbondenheid, charisma!

          Ze was een “influencer avant la lettre”, die vooral zelf de handen uit de mouwen stak en niet aarzelde “hogere” regionen in te schakelen om haar engagement te voltooien. 

          Zij was keramiste. Haar levendige en warme persoonlijkheid uitte zij in maskers, steenmannetjes, enz. Vooral haar rode klaprozen kregen in Lubbeek en omstreken een heel speciale plaats en betekenis.

          Haar uitgesproken sociaal engagement krijgt vorm in haar project APOPO. 

          Voorgesteld wordt om het pleintje van de verkaveling de naam "Anita Huybens pleintje" te noemen.

           

          Dit voorstel werd voorgelegd aan de Heemkundige kring voor eenduidig en eensluidend advies zodat de straatnamen voor definitieve goedkeuring aan de gemeenteraad kunnen voorgelegd worden. 

          De voorzitter van de Heemkring Lubbeek stuurde op 18 maart 2024 een mail. Het bestuur staat achter de naamkeuze en heeft voor elke naam een kort tekstje met uitleg bijgevoegd (zie bijlage).

          Deze naamgeving past eveneens in het streven naar meer vrouwelijke straatnamen die verwijzen naar vrouwen die voor de gemeente van betekenis zijn geweest.

          Het college heeft op 3 juni 2024 beslist om deze straatnamen ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.

          JURIDISCHE GRONDEN

          Decreet Lokaal Bestuur

          Het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de openbare wegen en pleinen

          Het decreet van 1 juli 1987 houdende wijziging van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen

          Het decreet van 4 februari 1987 tot wijziging van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen

          Het decreet van 29 november 2020 houdende wijziging van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen

          Het decreet van 16 juli 2021 tot wijziging van diverse decreten wat betreft versterking van de lokale democratie

          Publieke stemming
          Aanwezig: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Theo Francken, Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Martine Dierickx, Klaas Gutschoven
          Voorstanders: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, Martine Dierickx
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          BESLUIT

          Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 4 maart 2024 beslist om voor de straatnaamgeving in de toekomstige verkaveling Hazeput de volgende vrouwennamen voor te stellen: Anna Wierinckx, Martine Tanghe, Elizabeth Scheys, Amelia De Ruyter, Veronica Coosemans, Maria Dechamps en Anita Huybens. Deze naamgeving past in het streven van meer vrouwelijke namen die verwijzen naar vrouwen die voor de gemeente van betekenis zijn geweest. In zitting van 3 juni 2024 besliste het college om deze namen ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.

          Art. 2. De heemkring van Lubbeek staat achter deze naamkeuze en heeft voor deze 7 namen een toelichting gegeven.

          Art. 3. Deze 7 straatnamen worden gekoppeld aan de 6 straten en het pleintje van de verkaveling Hazeput zoals voorgesteld op het inplantingsplan van de verkaveling Hazeput.

          Art. 4. De gemeenteraad gaat principieel akkoord om de straatnaamgeving voor de straten in de verkaveling Hazeput principieel goed te keuren en

          -de blauwe straat de "Martine Tanghe straat" te noemen;

          -de rode straat de "Anna Wierinckx" straat" te noemen;

          -de groene straat deel 1 de "Veronica Coosemansstraat" te noemen;

          -de groene straat deel 2 de "Amelia De Ruyterstraat " te noemen;

          -de gele straat de "Elisabeth Scheys straat" te noemen;

          -de bordeaux straat de "Maria Deschamps straat" te noemen.

          Art. 5. Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast om een openbaar onderzoek te starten volgens de richtlijnen van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen.

    • ICT

      • 282.67 Beveiliging

        • ICT - GDPR - Aanpassing aangewezen DPO (Data Protection Officer)

          Aan de raad wordt voorgesteld om de uitvoering van de functie voor gegevensbescherming (DPO) voor lokaal bestuur Lubbeek toe te kennen aan IT-Punt (VERA).

          FEITEN EN CONTEXT

          Lokale besturen zijn wettelijk verplicht om een DPO (of functionaris gegevensbescherming) aan te wijzen en een gedetailleerd informatieveiligheidsplan te maken inclusief stappenplan met maatregelen om de veiligheid te verhogen.
          Op de raadszitting van 28 juni 2022 werd Naomi Van Dingenen vanwege VERA aangewezen als DPO voor zowel de gemeentelijke als de OCMW-diensten, doch zij is niet langer werkzaam bij/voor VERA, en bijgevolg zullen andere personen van IT-Punt deze functie opnemen.

          JURIDISCHE GRONDEN

          - Decreet Lokaal Bestuur
          - Algemene Verordening Gegevensbescherming van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (art. 37 – 39)
          - Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens afdeling 5 art. 63-65
          - Decreet van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende het elektronisch bestuurlijk gegevensverkeer, zoals gewijzigd bij het AVG-decreet van 8 juni 2018
          - de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid
          - het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid

          ARGUMENTATIE

          Op 22 oktober 2019 besliste de gemeenteraad om toe te treden tot IT-Punt waarvan de dienstverlening van een DPO-functionaris gegevensbescherming een onderdeel is.

          Aanbeveling 04/2017 van 24 mei 2017 van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer (CBPL) betreffende de aanwijzing van een functionaris voor gegevensbescherming in toepassing van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en in het bijzonder de toelaatbaarheid van de cumulatie van deze functie met andere functies (CO-AR-2017-008), vermeldt dat ze de betrokken verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers adviseren hun keuze alsook de functie van functionaris voor gegevensbescherming te documenteren.

          Eén van de primaire factoren waaraan informatieveiligheid en GDPR nood hebben is continuïteit. De keuze voor IT-Punt heeft het voordeel dat zij beschikken over een team van DPO’s, allemaal werkende bij lokale besturen die met deze materie bezig zijn en bij afwezigheid van de aangestelde DPO dringende gevallen tijdelijk counteren.

          FINANCIEN

          Geen financiële gevolgen

          Publieke stemming
          Aanwezig: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Theo Francken, Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Martine Dierickx, Klaas Gutschoven
          Voorstanders: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, Martine Dierickx
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          BESLUIT

           

          Enig artikel. Goedkeuring van de aanstelling van IT-Punt (VERA) als functionaris voor gegevensbescherming (DPO) voor de gemeentelijke- en ocmw-diensten van het lokaal bestuur Lubbeek.

    • MOBILITEIT

    • OMGEVINGSVERGUNNINGEN

      • 6 Sociale activiteiten

        • Hartje Hageland - goedkeuring jaarverslag en financieel verslag 2023

          FEITEN EN CONTEXT

          De stuurgroep  van de interlokale vereniging ‘Hartje Hageland’ keurde in de zitting van 30 november 2023 het jaarverslag 2023 van IGS Hartje Hageland goed.

          Het beheerscomité van de interlokale vereniging ‘Hartje Hageland’ keurde in de zitting van 19 juni 2023 het financieel verslag 2023 van IGS Hartje Hageland goed.

          In het jaarverslag staan de gerealiseerde activiteiten beschreven zoals opgenomen in het subsidiedossier van Wonen Vlaanderen. De basisactiviteiten werden volledig uitgevoerd. De aanvullende activiteiten werden grotendeels gerealiseerd.

          Uit het financieel verslag blijkt dat er meer opbrengsten zijn dan uitgaven. De reden hiervoor is:

          -          De personeelsuitgaven zijn lager dan begroot. Langdurige afwezige personeelsleden zijn slechts deels vervangen. Bovendien zijn de personeelskosten van de vervangers goedkoper.

          -          Meer subsidies ontvangen dan voorzien. Tegenover de realisatie van basisactiviteiten en  aanvullende activiteiten staat een subsidiebedrag van Wonen Vlaanderen. Voor de aanvullende subsidie werd 80% van de basissubsidie aangevraagd, terwijl in de begroting slechts met 60% rekening werd gehouden. Dit  was voor het geval dat er aanvullende activiteiten niet gerealiseerd zouden worden. De niet gerealiseerde activiteiten worden door Wonen Vlaanderen verrekend in 2019.

          De resterende financiële middelen worden aangewend voor de verrekening van Wonen Vlaanderen in 2019 en de opbouw van een sociaal passief.

          De stuurgroep/beheerscomité van de interlokale vereniging ‘Hartje Hageland WEST’ keurde in de zitting van 5 maart  2024 het jaar- en financieel verslag van het werkingsjaar 2023 goed. 

          Het jaarverslag beschrijft de gerealiseerde activiteiten zoals opgenomen in het subsidiedossier van Wonen in Vlaanderen en het subsidiedossier van de provincie Vlaams-Brabant. Het financieel verslag geeft een overzicht van de inkomsten en uitgaven van het project.

          JURIDISCHE GRONDEN

          Het decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur.

           Het besluit van de Vlaamse Codex Wonen 2021. Dit besluit regelt o.m. de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid.

           Het ministerieel besluit van 12 december 2019 houdende de toekenning van subsidies aan de interlokale vereniging ‘Hartje Hageland WEST’ voor de periode 2020-2025.

           Het provinciaal reglement voor het ondersteunen van projecten die het lokaal woonbeleid uitvoeren zoals bedoeld in het besluit van de Vlaamse Codex Wonen 2021.

           Het besluit van de bestendige deputatie van 24 juni 2021 houdende de toekenning van een subsidie aan Hartje Hageland WEST voor de uitvoering van een lokaal woonbeleid.

           De gemeenteraadsbeslissing van 25 juni 2019 betreffende de oprichting van de interlokale vereniging met statutaire draagkracht ‘Hartje Hageland WEST’ voor de vorming van een regionaal samenwerkingsverband inzake woonbeleid.

          ARGUMENTATIE

          Conform de statuten van het intergemeentelijk samenwerkingsverband ‘Hartje Hageland WEST’ dient de gemeenteraad het jaarverslag en het financieel verslag goed te keuren.

          Wonen in Vlaanderen en de provincie Vlaams-Brabant evalueren jaarlijks de resultaten van de vooropgestelde doelstellingen. De evaluatie gebeurt aan de hand van het jaarverslag en de vergaderingen van de stuurgroep die door beiden overheden worden bijgewoond. De evaluatienota van Wonen in Vlaanderen wordt mee in rekening gebracht bij de evaluatie door de provincie Vlaams Brabant.

          Op 17 april 2024 werd de evaluatienota van Wonen in Vlaanderen ontvangen. De basisactiviteiten en aanvullende activiteiten werden positief geëvalueerd. Voor de aanvullende activiteit AA1_3 inspelend op de maatschappelijke noden een instrument uitwerken en toepassen dat alternatieve woonvormen mogelijk maakt, werden geen subsidies meer ontvangen. De  toepassing van het instrument ‘zorgwonen’ was slechts subsidieerbaar (2020-2022). Omdat er geen andere invulling werd gegeven aan deze activiteit, wordt een subsidievermindering toegepast.

          HReeds bij de financiële planning van 2020-2025 werd rekening gehouden met deze subsidievermindering. Deze vermindering heeft geen gevolgen op de financiële afrekening van 2023.

           Omdat alle doelstellingen werden behaald en hierdoor alle mogelijke subsidies werden ontvangen, kan het werkingsjaar 2023 met een positief saldo van 18.161,75 euro worden afgesloten.

            Het beheerscomité/stuurgroep van Hartje Hageland van 5 maart 2024 adviseert om het positief saldo bij te houden als reserve. Dit omwille van volgende redenen:

          -          De subsidies van de provincie en Wonen in Vlaanderen worden niet geïndexeerd.

          -          De subsidies worden slechts uitbetaald indien de doelstellingen gerealiseerd zijn. Het beheerscomité merkt op dat de subsidiërende overheden steeds hogere eisen stellen voor de realisaties van de doelstellingen. Waardoor men rekening moet houden met subsidievermindering.

          -          De inflatie van 2022 maakt dat de loonkosten en werkingskosten buitengewoon zijn gestegen. Ramingsbedragen voor 2023-2025 tonen dat het project Hartje Hageland een tekort zal hebben op de personeelsmiddelen (indexaties), waardoor de reserve nodig zal zijn om deze tekorten op te vangen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Theo Francken, Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Martine Dierickx, Klaas Gutschoven
          Voorstanders: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, Martine Dierickx
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          BESLUIT

          Artikel 1. Het jaarverslag en het financieel verslag van het werkingsjaar 2023 van het IGS (intergemeentelijk samenwerkingsverband) Hartje Hageland West worden goedgekeurd.

          Art. 2. De gemeenteraad gaat akkoord dat de financiële overschotten worden bijgehouden bij de projectvereniging zodat deze kunnen ingezet worden om de loonkosten van het huidige personeelsbestand op te vangen in de komende werkingsjaren.

    • PERSONEELSDIENST

      • 23 Inwendige organisatie van de diensten. Personeelssterkte

        • Goedkeuring nieuwe rechtspositieregeling personeel gemeente en OCMW

          Elke wijziging van de rechtspositieregeling dient te worden goedgekeurd door de gemeente- OCMW-raad.

          FEITEN EN CONTEXT

          Op 8 maart 2023 werd een nieuw rechtspositiebesluit gepubliceerd in het Belgisch staatsblad. Dit nieuwe kaderbesluit geeft aan lokale besturen meer vrijheid op het vlak van de regels inzake werving en selectie, salarissen, toelagen en vergoedingen en het wijzigt ook de regels inzake verloven en afwezigheden.

          Het BOC d.d. 03 mei 2024 waar de rechtspositieregeling besproken werd met de vakbonden.

          Het CBS d.d. 06 mei 2024 hier werd de rechtspositieregeling besproken met de opmerkingen van de vakbonden.

          Het MAT d.d. 29 mei 2024 geeft positief advies over de nieuwe rechtspositieregeling.

          JURIDISCHE GRONDEN

          BVR RPR 20 Januari 2023

          Decreet lokaal bestuur

          ARGUMENTATIE

          Het lokaal bestuur Lubbeek wenst haar rechtspositieregeling aan te passen om gebruik te maken van de opportuniteiten gecreëerd door het nieuwe BVR RPR en zich daarmee aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden in de arbeidsmarkt. 

          Met de voorliggende wijzingen wenst het lokaal bestuur:

          - Een dynamischer wervings- en selectiebeleid mogelijk te maken

            • De mogelijkheid om algemene wervingsreserves aan te leggen
            • Meer flexibiliteit in de samenstelling van selectiecommissies
            • Meer mogelijkheden tot procedures met één selectietechniek
            • Meer mogelijkheden voor 'permanente vacantverklaring'

          - Bij aanwerving of bevordering betere financiële voorwaarden te kunnen aanbieden (zonder af te wijken van de bestaande salarisschalen)

            • Onbeperkt ervaring uit de private sector kunnen overdragen
            • 12 Jaar schaalanciënniteit kunnen overdragen bij aanwerving of bevordering

          - Het GESCO statuut te regulariseren zodat de medewerkers binnen dit statuut niet langer uitgesloten zijn van bevordering of interne mobiliteit.

          - De regels rond interne mobiliteit te versoepelen, met name bevordering mogelijk maken na 2 jaar bestuursanciënniteit en behoud van het resultaat van een capaciteitstest gedurende 5 jaar.

          - De laatste nieuwe regels inzake verloven, afwezigheden en werkhervatting na ziekte op te nemen. 

          - De leesbaarheid en transparantie van de rechtspositieregeling te bevorderen door gehele tekst te herschrijven. 

           

          Na overleg met de vakbonden op 3 mei 2024 werden de volgende punten bijkomende onderzocht:

          Worden door het bestuur weerhouden en zijn opgenomen in de aangepaste rechtspositieregeling:

          Artikel 172: geldelijke anciënniteit onbeperkt laten meenemen uit de privé sector (nu beperkt tot 12 jaar)

          Beide vakbonden vragen dat personeelsleden die reeds in dienst zijn en hierdoor benadeeld zouden worden, éénmalig een herziening van de geldelijke anciënniteit kunnen aanvragen. De budgetimpact hiervan zou beperkt zijn maar op deze manier waardeert men bestaande werknemers evenwaardig met nieuwe en wordt onnodige frustratie vermeden.

          De administratie onderzocht de impact en bevestigt dat deze beperkt is en niet opweegt tegen het risico om het signaal te geven dat bestaande ervaring minder gewaardeerd wordt dan nieuwe ervaring. De vraag wordt ingewilligd.

          Artikel 233§2: het verschil tussen het publiek verlofstelsel (gemeente) en het privaat stelsel (OCMW)

          De vakbonden vragen om voor alle personeelsleden het publiek stelsel toepassen. Dit betekend een éénmalige kost maar levert daarna een jaarlijkse besparing van ongeveer 2% op. De budgetimpact is op de lange termijn positief.

          Dit werd door de administratie bevestigd en de vraag wordt ingewilligd. 

          Worden door het bestuur NIET weerhouden en zijn NIET opgenomen in de aangepaste rechtspositieregeling:

          Artikel 224$2: tweede pensioenpijler voor contractuele personeelsleden is momenteel 2,5% 

          Er wordt gevraagd om dit op te trekken naar 3%. ACOD geeft aan dat dit mogelijks kan gecompenseerd worden door een korting van 50% op de responsabiliseringsbijdrage.

          Deze stelling kon niet bevestigd worden waardoor het voorstel niet weerhouden wordt.

          Artikel 233§1: het verschil in verlof tussen verzorgenden (26 dagen) en alle andere personeelsleden (35 dagen)

          Zowel ACOD en ACV zijn verrast dat het lokaal bestuur Lubbeek de kans niet grijpt om het verlofstelsel voor verzorgend personeel gelijk te trekken. Deze discriminatie binnen het eigen personeelsbestand is onbegrijpelijk. Binnen binnen één en dezelfde organisatie krijgen medewerkers die exact hetzelfde werk doen fundamenteel verschillende arbeidsvoorwaarden. De wettelijke beperking die hier vroeger op bestond is opgeheven. Doorheen de ganse RPR bespreking claimt Lubbeek haar positie op de arbeidsmarkt te willen optimaliseren. Het is onbegrijpelijk dat Lubbeek deze kans laat liggen. Temeer omdat het bestuur binnen deze doelgroep nu reeds worstelt met haar succes op de arbeidsmarkt. Heel wat andere besturen hebben reeds besloten het verlof gelijk te schakelen. Lubbeek zal haar positie op de arbeidsmarkt alleen maar verder verzwakken.

          Het bestuur is van oordeel dat dit thema moet aangesneden worden in een breder debat over de arbeidsvoorwaarden van de doelgroep en bij uitbreiding de personeelsformatie. Een dergelijke diepgaande analyse kon binnen het tijdsbestek van de RPR herziening niet gemaakt worden. Een beslissing hierover wordt ten vroegste genomen na de gemeenteraadsverkiezingen van 2024. 

          FINANCIEN

          Geen financiële gevolgen

          Publieke stemming
          Aanwezig: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Liesbeth Smeyers, Rina Robben, Jo Pierson, Ellen Lammens, Theo Francken, Hugo Simoens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, An Wouters, Martine Dierickx, Klaas Gutschoven
          Voorstanders: Raf De Canck, Pascale Alaerts, Gilberte Muls, Walter Vangoidsenhoven, Jo Pierson, Ellen Lammens, Davy Suffeleers, Geert Bovyn, Martine Dierickx
          Onthouders: Liesbeth Smeyers, Rina Robben
          Resultaat: Met 9 stemmen voor, 2 onthoudingen
          BESLUIT

          Enig artikel. De commissie geeft een gunstig advies over de nieuwe rechtspositieregeling van het gemeente en OCMW personeel.

De voorzitter sluit de zitting op 11/06/2024 om 22:19.

Namens commissie beleidsdomeinen,

Klaas Gutschoven
Algemeen directeur

Raf De Canck
Voorzitter