1. Voorgeschiedenis
Het Decreet Lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald art; 40 over de bevoegdheden van de Gemeenteraad;
Het Decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
De Wet op de buurtwegen van 10 april 1841, gewijzigd bij de wet van 20 mei 1863 en 9 augustus 1948. Deze wet is afgeschaft, maar de Atlassen der Buurtwegen werden als juridische basis behouden via artikel 85 van het decreet houdende de gemeentewegen;
Het besluit van de gemeenteraad van 30 april 2014 in verband met de goedkeuring van de dading met de heer Van Damme;
Het besluit van de gemeenteraad van 26 september 2018 i.v.m. het trage wegen actieplan;
Het besluit van de deputatie van 19 december 2018 in verband met de goedkeuring van het trage wegen actieplan;
Het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 van kracht sinds 1 september 2019. De procedure voor de wijziging van gemeentewegen wordt beschreven in afdeling 2”procedurele bepalingen over gemeentelijke rooilijnplannen – de artikels 16 tot 19.Het toetsingskader of de algemene doelstellingen ter beoordeling van het voornemen om gemeentewegen te wijzigen is opgenomen in artikels 3 en 4 van het decreet gemeentewegen;
Het besluit van de gemeenteraad in zitting van 24 oktober 2023 i.v.m. Linden - voetweg 32 - rooilijnplan gedeeltelijke verplaatsing voetweg 32 t.h.v. de Lijsterdreef - voorlopige vaststelling;
Het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 30 oktober 2023 i.v.m. Linden - voetweg 32 - rooilijnplan gedeeltelijke verplaatsing voetweg 32 t.h.v. de Lijsterdreef - openbaar onderzoek van 10 november tot en met 12 december 2023
Het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 14 december 2023 i.v.m. Linden - voetweg 32 - PV van sluiting;
Het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 22 januari 2024 i.v.m. Linden, voetweg 32 - rooilijnplan gedeeltelijke verplaatsing voetweg. Weerlegging bezwaar.
Er werd één bezwaar ingediend tegen het rooilijnplan tot gedeeltelijk verplaatsen van voetweg 32 in Linden. Het wordt hieronder puntsgewijze behandeld.
In schuine druk links gealinieerd zijn opmerkingen uit het bezwaarschrift, rechtgedrukt, inspringend is het antwoord erop.
De in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakte tekst stelt in fine: Bezwaren tegen dit voorstel dienen per aangetekende brief meegedeeld te worden aan het College van Burgemeester en Schepenen, ten laatste op dinsdag 12 december, om 11 uur.
De tekst van de bekendmaking op de gemeentelijke website zegt iets anders: Bezwaren tegen dit voorstel tot gedeeltelijke verpÍaatsing van buurtweg 32 van de Atlas der Buurtwegen t.h.v. de Lijsterdreef dienen schriftelijk meegedeeld te worden aan het College van Burgemeester en Schepenen uiterlijk op woensdag 12 december 2023. Woensdag 12 december 2023 een onmogelijkheid: woensdag is de 13de.
Dit is een terechte opmerking. Na vaststelling van dit euvel werd beslist om eventuele bezwaren die na 12/12 ingediend werden en voor 13/12 op 11:00 toch zullen worden meegenomen. Er wordt ook apart gerapporteerd over hoeveel bezwaren dit gaat (geen). Dit is geen reden om het dossier te verwerpen
Het niet vermelden van de mogelijke digitale indiening (zie artikel 17 §4 van het Gemeentewegendecreet) is nalatig en doet afbreuk aan de geldigheid van het openbaar onderzoek. Idem voor wat betreft de verplichting de een geschreven per aangetekende brief te betekenen: een afgifte tegen ontvangstbewijs biedt dezelfde waarborgen. Het is geen verplichting.
Dit is een terechte opmerking, maar geen reden om het dossier te verwerpen. We hebben onze sjablonen aangepast zodat in de toekomst alle wettelijk geldige opties aangehaald worden (beveiligde zending)
Besluit
Wij menen dat we met onze aanpak na het vernemen van deze opmerkingen voldoende garanties geboden hebben om de geldigheid van de procedure te waarborgen. Dit is geen reden om het dossier te verwerpen
Beschrijving van de situatie
Het is een terechte opmerking dat tekst en plan moeten overeenkomen. Maar het feit dat de beschrijving van de huidige toestand onvolledig zou zijn, is geen reden om het dossier te verwerpen. In het gemeentewegendecreet staat geen verplichting inzake de beschrijving van de weg.
(2) Het landmetersplan is – ten onrechte – niet in overeenstemming met de tekst: De tekst stelt terecht: Deze voetweg loopt … over de losweg welke zuidelijk gelegen is van perceel 92s3 en maakt een haakse hoek tot het noordelijk gedeelte van het perceel 92s3 … De weergave en juiste situering van deze actuele toestand had ook nauwkeurig uit het plan moeten blijken: daartoe dient het plan: om elkeen toe te laten de uitgangssituatie te kennen en te kunnen beoordelen door deze zowel met de Atlassituatie als met de ‘gewenste verplaatsing’ te kunnen vergelijken. Wanneer niet getoond wordt dat er vandaag al een vrijgemaakt pad over perceel 92s3 – ongeveer recht voor de watertoren – bestaat, gelegen langs de aldaar op het plan afgebeelde omheining (volgens de legende: ‘lage betonplaten of houten palen’), steunt het openbaar onderzoek en de besluitvorming NIET OP EEN CORRECTE FEITENWEERGAVE. Dit hypotheceert de besluitvorming.
Er wordt dus ten onrechte niet weergegeven dat de actueel bestaande doorsteek over perceel 92s3 op de zuidzijde ervan vandaag reeds uitgeeft op de ‘juiste’ plaats, dit wil zeggen: in overeenstemming met de Atlaspositie, maar op de noordzijde van het perceel een 30-tal meter verder westwaarts ligt dan de Atlaspositie. De bestaande toestand betreft dus een ‘haakse’ oversteek over perceel 92s3; de Atlasligging loopt schuin, verandert minder scherp van richting.
Op het landmetersplan staat - terecht- de atlasligging van de weg ingetekend. Het is ook deze waarover de gemeenteraad, volgens het decreet gemeentewegen, een beslissing zal moeten nemen. De beschrijvende tekst geeft weer hoe de weg officieus gebruikt wordt. Het had inderdaad iets duidelijker gekund door ook de atlasligging te bespreken in de tekst, maar op zich gaat het niet om een fout.
Zoals duidelijk op de atlas der buurtwegen loopt de buurtweg schuin over het huidige perceel 92S3. De huidige ligging van het officieuze wandelpad valt op het landmetersplan, af te leiden uit de draadafsluiting. De ingetekende draadafsluiting wordt weergegeven in het zuidelijke punt van de Atlaspositie en geeft daar het begin van het af te schaffen schuine tracé weer. De weg ligt te westen van de draadafsluiting. Ons inziens zijn alle grafische elementen aanwezig op dit plan om dit te kunnen afleiden.
(Overigens is het plan niet vergezeld van een fotodossier – ter verduidelijking.) BEELD ACTUELE TOESTAND (foto door ondergetekende, zomer 2023):
Fotodossier is niet verplicht volgens het gemeentewegendecreet. Het is aangewezen. In tegenstelling tot wat de bezwaarindiener stelt, is de gemeente Lubbeek wel degelijk wel bekommerd om een snelle en goede afhandeling van het trage wegen dossier. De snelheid die op dit moment nodig is, laat geen ruimte voor het maken van een beeldverslag.
(1) Ten onrechte wordt met geen woord gerept over de nogal iconische watertoren waar (zowel de Atlaspositie als de actuele ‘haakse’ oversteek van perceel 92s3) op uitgeeft: dit is een, voor de wandelaar, opvallend en aantrekkelijk gegeven. De watertoren wordt weliswaar afgebeeld op het plan, maar zonder hem te benoemen; in de tekst wordt er niet over gerept.
De watertoren mag dan wel iconisch zijn; de oorspronkelijke ligging van de weg zal er geenszins door geïnspireerd zijn: de watertoren dateert de jaren 70; hij figureert voor het eerst op de topografische kaart van 1989. De zichtassen vanop de atlaslocatie en vanop de haakse ligging geven geen uitzicht op de watertoren.
Niet vermelden eerdere procedures
- Met brief van 21.6.2003 (!) vraagt ondergetekende de gemeente LUBBEEK de feitelijke en wettelijke toestand van pad 32 (en 33 en 34) in overeenstemming te brengen.
Het Lubbeeks college antwoordt (collegebesluit 15.7.2003):
… beslist dat de paden 32, 33 en 34 dienen hersteld te worden in hun normale staat van verhard pad.
- Met zijn brief van 17.8.2004 vraagt de Gouverneur de gemeente LUBBEEK met aandrang (…) het openbaar karakter van de voetwegen 32, 33 en 34 te herstellen en eventuele belemmeringen te verwijderen.
- Wegens het uitblijven daarvan dagvaarden ondergetekende en bewoner Lijsterdreef 7 op 8.10.2004 de gemeente Lubbeek en enkele aangelanden onder wie de eigenaars (nog steeds) van perceel B92s3.
Met vonnis van 27.1.2009 beveelt de Vrederechter de gemeente LUBBEEK de paden 32, 33 en 34 in hun oorspronkelijke toestand te herstellen (…)
- Met brief van de deputatie (met vaststellingsverslag) van 20.7.2006 werd LUBBEEK nogmaals aangemaand: het is een voortdurende verplichting van de gemeente om die wegen te onderhouden en vrij te houden.
- De gemeente LUBBEEK tekende hoger beroep aan.
De Rechtbank van Eerste Aanleg te Leuven bevestigt, in eindvonnis van 20.6.2012, het eerste vonnis: LUBBEEK dient het binnen het jaar na te leven, op straffe van dwangsom van 50€ per dag per pad.
- In de dading van 7.4.2014 met ondergetekende verbindt LUBBEEK er zich toe een hele reeks onbeschikbare ‘trage wegen’ te ‘behandelen’ uiterlijk tegen eind 2023. Met betrekking tot pad 32 (en 33 en 34) luidt de overeenkomst dat deze tegen uiterlijk 30.6.2014 in regel moeten zijn; deze periode werd naderhand (goodwillbrief van ondergetekende van 24.3.2017) nog verdaagd tot uiterlijk eind 2017.
- Mail van ondergetekende van 6.1.2015 aan LUBBEEK:
Welke oplossing wordt voorzien voor de oorspronkelijk foutieve vrijmaking van pad 32 over het perceel Van Asselbergh - ik had gesuggereerd dat er onvoldoende elementen zijn om een verlegging te verantwoorden en een nieuwe, juiste vrijmaking zich opdringt?
- Pas wanneer ondergetekende, na eerdere tussenliggende ingebrekestellingen, LUBBEEK op 6.6.2023 per aangetekende brief opnieuw in gebreke stelt wegens niet naleving van de overeenkomst van 2014, met opeising van de voorziene schadeloosstellingen, onderneemt LUBBEEK actie.
Dit resulteert andermaal NIET in de door de rechtbanken bevolen VRIJMAKING, in casu ook over perceel B92s3 van de procespartijen Van Asselbergh-Van Tenderloo – zodat zij zich niet kunnen verzetten tegen de vrijmaking door de gemeente - maar in de VERPLAATSING omheen het perceel.
Eerste tussentijds besluit:
Zonder dat daar ook maar de minste juridische grond toe bestond – wel integendeel: zie de rechterlijke beslissingen respectievelijk de dading – laat LUBBEEK TWINTIG JAAR LANG na het Atlastraject over perceel B92s3 naar behoren vrij te maken.
Wanneer de eindeloos foutief stilzittende gemeente na 20 jaar (!) EINDELIJK beweegt, zegt ze:
We zullen (alweer) NIET DOEN wat voor de hand ligt: vrijmaken in zijn Atlasligging, we zullen IETS ANDERS doen: verplaatsen – ten voordele van de partijen tegen wie de bevolen vrijmaking mede was uitgesproken.
Dus: eerst eindeloos met de voeten slepen om uiteindelijk … de private partijen nogmaals te bedienen.
Hiermee wekt LUBBEEK (meer dan) de schijn en het vermoeden dat het haar niet om het algemeen belang te doen is
In de dading deed de heer Van Damme afstand van het vonnis betreffende voetweg 32 te Linden.
(2) Correctie: Het woord ‘watertoren’ komt wel degelijk in het voorlopig besluit voor: Namelijk onder de titel ‘Argumentatie/Algemeen Belang’: Niet alleen blijft het alternatief via de losweg naar de watertoren bestaan, wat de kortste weg is, er is ook een mooi alternatief langs de perceelsgrens. Deze uitspraak zegt veel over de kwade trouw (geniepige en voortdurende discriminatie tussen belangen van privé personen) van de gemeente: Het echtpaar Moeys(+)-De Troy (Lijsterdreef 7) hebben destijds de gerechtelijke procedure tot geheel herstel van voetweg 32 tegen Lubbeek samen met ondergetekende gevoerd om verlost te zijn van ‘druk verkeer’ langs hun voordeur over de ‘losweg’ – dit wegens het stilzitten van de gemeente na hun herhaalde klachten. In plaats van de oorspronkelijke voetweg, met zijn zwakkere bochten, als openbare weg nu eindelijk te herstellen, duwt LUBBEEK het publiek gebruik niet enkel feitelijk, door een minder aantrekkelijk tracé te creëren (zie hieronder), maar de in voornoemd citaat expliciet uitgedrukte verwachting en intentie, dus doelbewust, opnieuw in de richting van de ‘losweg’.
De losweg Lijsterdreef-watertoren is geen onderdeel van dit dossier. Het dossier gaat over de voetweg, niet de losweg.
Het gemeentelijke argument/opzet is vals en verdorven:
(a) een losweg is in essentie een private weg, slechts ten bate van sommige belanghebbende aangelanden; de gemeente doet opnieuw alsof hij een alternatieve publieke weg zou mogen vormen!
(b) de losweg komt aantrekkelijker voor in de mate hij wél vrij toegankelijk verschijnt terwijl de openbare (trage) weg door de gemeente verwaarloosd wordt; ondergetekende vordert al 20 jaar – kennelijk geheel rechtmatig (zie hierboven) - dat de gemeenteweg door Lubbeek vrijgemaakt wordt; alle woordenkramerij ten spijt, bewijzen de feiten met welke onoverwinnelijke tegenzin LUBBEEK hier (geen) gevolg aan geeft;
De losweg Lijsterdreef-watertoren is geen onderdeel van dit dossier. Het dossier gaat over de voetweg, niet de losweg. Bovendien zal, door de definitieve goedkeuring van dit dossier, voetweg 32 wel herkenbaar zijn en meer gebruikt worden.
(c) door haakse bochten te installeren in deze reeds smalle weg (zie zowel de actuele toestand als het verplaatsingsvoorstel), ontmoedigt LUBBEEK het gebruik ervan; daar is geen reden toe: het oorspronkelijk tracé vertoont zachtere bochten;
Graag merken we op dat haakse bochten niet voor het eerst geïntroduceerd worden op dit stuk weg. We zien ze al verschijnen op de topokaart van 1873, waarna ze steeds zo werden weergegeven. Ook de orthofoto uit 1957 toont dat dit deel van voetweg 32 eerder "haaks" dan schuin werd gebruikt. Voor wandelaars is een haakse bocht geen probleem.
NGI 1873: haakse bocht geïntroduceerd |
NGI 1989 : westelijke verschuiving dwarsverbinding |
Orthofoto 1957 |
Orthofoto 1971 |
(d) ervan uitgaand dat de gebruiker de Lijsterdreef wil oversteken om het vervolg van Pad 32 in te gaan (of omgekeerd), is de afstand precies dezelfde: de delen ten oosten en ten westen van de Lijsterdreef liggen immers tegenover mekaar; of men de asverschuiving neemt over de Lijsterdreef of ter hoogte van de watertoren maakt geen verschil.
Het is net de bedoeling dat wandelaars de oversteek aan de Lijsterdreef rechtdoor zullen maken. De landelijke wandelbeleving zal beter tot zijn recht komen via de oversteek dan door 100 m via de Lijsterdreef te wandelen.
De kwade trouw van LUBBEEK lijkt grenzeloos: na 20 jaar terechtwijzing blijft de gemeente met alle middelen volharden in de boosheid: het officiële tracé moet zo onaantrekkelijk mogelijk gemaakt worden zodat het publiek voorrang geeft aan de losweg.
Bezwaarindiener maakt een intentieproces van de gemeente zonder hiervoor feitelijke argumenten aan te halen. Dergelijke gedachtegang speelde bij de besluitvorming helemaal niet. Deze uitspraak is volledig interpretatie van de bezwaarindiener. Het is net de bedoeling om door het goedkeuren van dit dossier bereikt wordt dat voetweg 32 attractiever wordt dan nu het geval is.
Het valt sowieso al op dat LUBBEEK uitsluitend en dat nu al 20 jaar lang (!) eieren legt onder de belangen van die ene perceeleigenaars; terwijl er tal van percelen zijn waar de trage wegen dwars doorheen lopen: zo loopt bijvoorbeeld het meest oostelijke deel van hetzelfde pad 32 dwars door het landbouwperceel 107c.
Het is fijn dat het bezwaarindiener opvalt dat er tal van privaatpercelen zijn die dwars doorkruist worden door voetwegen. Zoals in volgende dossiers zal blijken, spaart de gemeente Lubbeek kosten noch moeite om ook daar te zoeken naar duurzame oplossingen om een trage wegen netwerk uit te bouwen dat ook gedragen wordt door alle betrokkenen. Daarbij maken we wel degelijk een afweging tussen verschillende waarden: in dit geval gaat het om een stukje weg dat geen historische continuïteit kent, waarbij natuurwinst te maken is door hem te verleggen, de in de Atlas bedoelde (recreatieve) verbinding (verbinding, niet locatie) blijft behouden door verlegging en het genot van het perceel kan geoptimaliseerd worden.
De private belangen van de familie Moeys-De Troy (de naburen van de losweg) zijn niet minder behartenswaardig dan deze van Van Asselbergh-Van Tenderloo (de eigenaars van perceel 92s3).
De losweg Lijsterdreef-watertoren is geen onderdeel van dit dossier. Het dossier gaat over de voetweg, niet de losweg. Dit dossier werd niet opgemaakt vanuit het privébelang van een persoon, maar wel met het algemeen belang voor ogen. Dit impliceert dus een afweging van de verschillende waarden.
De eersten ondervinden schade wanneer, ten gevolge van de kwade trouw van laatstgenoemden (in collusie met de gemeente) een openbare weg ontoegankelijk gemaakt en gelaten wordt, waardoor het publiek de losweg verkiest. Dhr. en mevr. Van Asselbergh-Van Tenderloo ondervinden geen schade wanneer hen slechts wordt gevraagd de bestaande lasten te respecteren van de eigendom die zij het kopen waard achtten.
De losweg Lijsterdreef-watertoren is geen onderdeel van dit dossier. Het dossier gaat over de voetweg, niet de losweg.
Het ontwerp slaagt er hoegenaamd niet in zelfs maar de indruk te wekken dat het verplaatsingsvoorstel gedragen zou kunnen zijn door enige noodzaak
Het ontwerp beoogt een permanente oplossing te bieden aan een al lang bestaand probleem. Het belangrijkste motief is om een volledig verbinding van voetweg 32 te bieden aan wandelaars over een open onbetwist tracé. Het nieuwe tracé is aantrekkelijker voor wandelaars. De belevingswaarde van een tocht door een bebost gebied met op het einde vergezichten over akkers en zicht op het Vossenkotenbos is net rijker als wandelbeleving.
De verwijzing naar artikelen 3 en 4 van het Gemeentewegendecreet is niet meer dan woordenkramerij:
De verwijzingen naar Art. 3 en Art. 4 van het gemeentedecreet zijn nodig om aan te tonen dat het doel namelijk de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
De gemeente dient een geïntegreerd beleid te voeren, dat onder meer gericht is op:
- de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
- de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
- Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
- Het is net aantrekkelijker voor wandelaars. De belevingswaarde van een tocht door een bebost gebied met op het einde vergezichten over akkers en zicht op het Vossenkotenbos is net rijker als wandelbeleving.
Het besluit ZEGT dat wordt behouden tenzij verplaatsing NODIG is. Eerder gaf het besluit te kennen dat het in het voordeel van de eigenaar van het betrokken perceel is dat eromheen wordt gegaan. Maar dat is evident: dat is altijd het geval. De vraag is uiteraard: waarom zou dit hier mogen doorwegen? Men verplaatst immers (evident) niet systematisch trage wegen omheen percelen alleen … om die reden. Het is niet altijd verboden rekening te houden met ‘private’ belangen, maar de artikelen 3 en 4 stellen uitdrukkelijk dat het algemeen belang voorop moet staan.
Het algemeen belang in deze is dat er een vrij toegankelijk en open traject voor de voetweg komt. Het verplaatsen van de voetweg leidt tot het bereiken van dit doel. Het is aantrekkelijker voor wandelaars. De belevingswaarde van een tocht door een bebost gebied met op het einde vergezichten over akkers en zicht op het Vossenkotenbos is net rijker als wandelbeleving.
Het probleem in casu is:
x) dat het hier UITSLUITEND om het privaat belang lijkt te gaan;
x) dat dit belang bovendien maar zeer zwak wordt geconcretiseerd: het lijkt helemaal niet om een uitgesproken waardevermeerdering van het betrokken perceel te gaan, namelijk zoals bijvoorbeeld in het geval van een in woonzone gelegen diagonale perceelsdoorsteek door een pad dat daarmee ordentelijke verkaveling verhindert – zodat een verplaatsing tussen de percelen aangewezen kan zijn in functie van woningbouw.
Dat is geenszins zo. Vooral het algemeen belang wordt beoogd. Onder andere een oplossing geven aan een al lang aanslepend probleem. Het regelen van een aangelegenheid zoals afgesproken in een dading. De toegankelijkheid van de gemeentewegen vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. De herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak. Dit zijn alle algemene belangen.
De voorlopige beslissing haalt slechts aan: DAT het perceel 92s3 in tweeën wordt gesneden; En overweegt verder: … ontzien we ook maximaal het door de jaren bebost geraakte perceel dat vroeger nog weidegrond was.
Zoals al aangehaald is dit niet het enige motief. Het is aantrekkelijker voor wandelaars. De belevingswaarde van een tocht door een bebost gebied met op het einde vergezichten over akkers en zicht op het Vossenkotenbos is net rijker als wandelbeleving.
Dit laatste lijkt nogal tendentieus: op andere plaatsen wordt het (op paden blijvend) gebruik van een bosrijke omgeving juist als een meerwaarde aanzien voor wandelaars … Het lijkt hier om een goedkoop argument … ‘à la tête du client’ … te gaan.
In dat geval gaat het over bestaande wegen in een bos. Hier wordt dit nieuwe bos aangesneden. Het is aantrekkelijker voor wandelaars. De belevingswaarde van een tocht door een bebost gebied met op het einde vergezichten over akkers en zicht op het Vossenkotenbos is net rijker als wandelbeleving.
Het voordeel van de eigenaar wordt niet verder geconcretiseerd: het pad bevindt zich bij de doorsteek in Atlasligging nog vérder van de woning dan de loop ervan langs de noordzijde van het perceel. De huidige bestemming van het gebied is landschappelijk waardevolle landbouwzone en de vermelde overwegingen geven geen concreet geapprecieerd nadeel voor de eigenaars weer aangezien zij bepaalde ontwikkelingsplannen zouden hebben waarvoor de bestaande wegligging hinderlijk zou zijn en vervangen zou moeten worden door een voor het publiek minder gunstig (zie hieronder) alternatief.
De eigenaar zal na verplaatsing van de weg meer m² trage weg op zijn perceel hebben liggen. Waardeverminderingen en waardevermeerderingen ingevolge wijzigingen of verplaatsingen van een gemeenteweg op een goed van dezelfde eigenaar door de toepassing van dit decreet worden geacht elkaar te neutraliseren. In voorkomend geval bevat het rooilijnplan de volgende aanvullende elementen:
1° een berekening van de eventuele waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden tengevolge van de aanleg, wijziging of verplaatsing van een gemeenteweg overeenkomstig artikel 28;
Er is geen waarde vermeerdering of vermindering dus dient dit niet op het plan te staan.
Zoals gezegd, moet men immers uitgaan van de vaststelling dat de (perceeldoorsnijdende) Atlasweg er al anderhalve eeuw zo ligt en dat de huidige eigenaars bij notariële akte eigenaar zijn geworden op voorwaarde de bestaande erfdienstbaarheden te respecteren. Zodat er, rekening houdend met alle belangen, goede redenen moeten zijn om dat te veranderen – vooreerst: in het algemeen belang.
Landschappen en hun gebruik zijn dynamische gegevens, soms zijn mensen begonnen zich langs andere paden te verplaatsen. In dit geval tonen de kaarten ook een ietwat fluïde verloop van de dwarsverbinding, waarbij deze reeds op het einde van de 19de eeuw haaks werd ingetekend.
De voorlopige beslissing houdt, zoals al aangehaald, bovendien geen rekening met het feit dat er wel degelijk NADELEN VOOR HET PUBLIEK (‘algemeen belang’) aan de verplaatsing gekoppeld zijn:
Er wordt hier niet aangetoond welke nadelen er zouden zijn voor wandelaars. Onze mening is dat de wandelbeleving beter is zonder nadelige gevolgen.
(a) De watertoren zou zich niet langer langs het tracé ervan bevinden: door dan maar het gebruik van de private losweg aan te bevelen (horresco referens: zie hierboven), erkent de voorlopige beslissing het nadeel: ze erkent dat het verplaatste tracé onaantrekkelijker wordt ten gevolge van de gewijzigde ligging; impliciet erkent ze ook het bijkomend nadeel:
Het is een interpretatie van de bezwaarindiener dat wij met deze procedure het gebruik van de losweg willen aanbevelen (zelf lezen wij de tekst niet zo; en de intentie was zeker niet aanwezig)
(b) Paden met haakse bochten zijn effectief langer dan het te verplaatsen tracé dat zachte bochten (> 90°) vertoont; ze zijn onaangenamer voor de gebruiker; ze zijn minder makkelijk inzake onderhoud (draaibeweging kleine machine …); ze vormen inderdaad een omweg.
Deze weg zal voornamelijk een recreatief karakter hebben. Voor een recreatieve wandelaar is het niet jammer dat die zich langer in een groene omgeving kan ophouden.
De motivering van het voorlopig besluit komt neer op een ‘verontschuldiging’ dat het slechter wordt dan voorheen, maar … het is toch nog aanvaardbaar …
Het is een interpretatie van de bezwaarindiener dat wij menen dat het slechter wordt dan voorheen. Wat er staat is dat het "anders" wordt dan voorheen.
Dergelijke motiveringswijze is flagrant in strijd met artikelen 3 en 4, aangezien deze vereisen dat de wijziging een uitzonderingsmaatregel is die positief gemotiveerd moet worden: de nieuwe ligging moet, beschouwd vanuit het algemeen belang, beter zijn. Hier is aantoonbaar het tegenovergestelde het geval:
Zoals onder Argumentatie art3&4 gemeentewegendecreet weergegeven blijft het wandelnetwerk intact. Door de voetweg te verleggen langs de west- en noordzijde van het perceel 92s3, ontzien we ook maximaal het door het jaren bebost geraakt perceel dat vroeger nog weidegrond was. Volgens de BWK (terreinopnames 2001) ontwikkelt zich hier intussen waardevolle vegetatie. Het gaat niet om een historisch continue ligging van de dwarsverbinding
Hier is ze uitsluitend beter voor 1 perceeleigenaar en dan nog maar in zeer beperkte mate (bovendien is dergelijke motivering discriminerend tegenover anderen in dezelfde situatie aangezien verplaatsingen omheen perceelsgrenzen niet in dezelfde omstandigheden voor alle anderen toegepast worden – gelukkig maar: een tragewegennetwerk vol haakse bochten dient niet het algemeen belang); voor het publiek wordt de verplaatste ligging duidelijk onaantrekkelijker dan de oorspronkelijke ligging.
Het is net aantrekkelijker voor wandelaars. De belevingswaarde van een tocht door een bebost gebied met op het einde vergezichten over akkers en zicht op het Vossenkotenbos is net rijker als wandelbeleving.
Er is ten onrechte geen duidelijkheid over de berekening van de meer- en minderwaarde bij openbaar onderzoek. Inzicht in de financiële gevolgen voor de gemeente is van openbare orde en raakt evenzeer het gelijkheidsbeginsel, dus ook de te beoordelen wettigheid van de beslissing in dat opzicht. De concrete becijfering moet voorliggen bij het openbaar onderzoek; dit is kennelijk niet het geval. Dit wil zeggen: het werd noch gepubliceerd noch bekendgemaakt in het gepubliceerde voorlopig besluit.
Art. 16§3. stelt: In voorkomend geval bevat het rooilijnplan de volgende aanvullende elementen:
1° een berekening van de eventuele waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden ten gevolge van de aanleg, wijziging of verplaatsing van een
gemeenteweg overeenkomstig artikel 28; Art.28$2 stelt dat "Waardeverminderingen en waardevermeerderingen ingevolge wijzigingen of verplaatsingen van een gemeenteweg op een goed van dezelfde eigenaar door de toepassing van dit decreet worden geacht elkaar te neutraliseren." In principe is er dus volgens art. 28 in dit dossier geen meer- of minwaarde te betalen, waardoor dit ook niet op het plan staat.
De gemeente heeft zich door haar volgehouden weigering gedurende 20 jaar, het eenvoudig herstel van de oorspronkelijke doorsteek door perceel 92s3 bij voorbaat verdacht gemaakt met betrekking tot haar respect voor wettigheid, in het bijzonder met betrekking tot het gelijkheidsbeginsel: de betrokken eigenaars van 1 bepaald perceel lijken a priori onaantastbare (eigen)belangen te vertegenwoordigen die, in de ogen van de gemeente, absolute voorrang genieten.
De gemeente beoogt het openen van de voetweg 32 in het algemeen belang. Andere beweringen zijn voor rekening van de bezwaarindiener.
Helaas vindt dit verwerpelijke gedrag van LUBBEEK volmaakte voortzetting in voorliggend voorstel tot verplaatsing:
De gemeente beoogt het openen van de voetweg 32 in het algemeen belang. Andere beweringen zijn voor rekening van de bezwaarindiener.
In werkelijkheid ontbreekt elk geldig motief om deze voetweg te verplaatsen:
De redenen voor de verplaatsing werden hier al uitvoerig aangehaald.
- hij loopt waar hij al 150 jaar loopt (Atlas);
De ligging van de Atlasweg van 1841 is het uitgangspunt de verplaatsing naar de rand van het perceel is de bedoeling van de procedure. We houden echter ook rekening met het feit dat de dwarsverbinding in het verleden de facto al verschoof.
- hij loopt door een aantrekkelijk bosje, plots duikt een watertoren op: dit is, gezien vanuit het oogpunt van de gebruikers, fijn … ;
Zoals elders aangetoond zijn er geen zichtassen op de watertoren. De watertoren staat er van ca 1970. Het bosje is recente natuurlijke aanwas.
- 2 geleidelijke bochten maken hem makkelijk in gebruik en onderhoud;
Haakse bochten zijn voor wandelaars geen probleem.
- het niet uit een concrete en zwaarwichtige behoefte afgeleide ‘voordeel’ voor de private eigenaars (van omlegging omheen het perceel) staat tegenover de afbraak van het publiek belang op voornoemde punten – de conclusie ligt voor de hand.
Het concrete financiële plaatje van het voorstel wordt ten onrecht niet publiek gemaakt. De gemeente zal de verplaatsing dan ook dienen te verwerpen.
Een schattingsverslag werd wel meegestuurd aan de gemeenteraad. Dit wordt nooit publiek gemaakt. Omwille van de verplaatsing op eigen terrein is er geen meer- of minwaarde te betalen. Dit zal aangepast worden op het definitieve rooilijnplan.
Conclusie
Het bezwaar is niet gegrond; er is dus geen reden om niet verder te gaan met de huidige procedure.
Er is geen vermogensaanwas of latente meerwaarde geschat. De financiële impact van dit dossier blijft beperkt tot loutere dossierkosten voor de opmaak van het planmateriaal en het schattingsverslag
Artikel 1. Kennis te nemen van de inhoud van het bezwaar dat werd ingediend tegen het rooilijnplan gedeeltelijke verplaatsing voetweg 32 te Linden.
Art. 2. Definitieve vaststelling van het ontwerp van rooilijnplan tot gedeeltelijke verplaatsing van voetweg 32 te Linden.
Art. 3. De gemeenteraad stelt het schattingsverslag met de voorgestelde meer/minwaarde bij de gedeeltelijke verplaatsing van voetweg 32 te Linden definitief vast.
Art. 4. Het college wordt gelast met de uitvoering van dit besluit overeenkomstig art. 18 en 19 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.
Art. 5. Tegen deze beslissing kan binnen een termijn van 30 dagen een administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse overheid, overeenkomstig art. 24 en art.25 van het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019.
Art. 6. Op onderhavig besluit zijn de bepalingen van het algemeen bestuurlijk toezicht, opgenomen in het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen van toepassing.